Zaterdag 17 April.
NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Baan, Bisèéi, Eemnes, Imnemeld, HNriihn, BooM Lensde»,
il,
I,
Il«
No. 31.
Negende Jaargang.
Uitgever: A. AI. Slothouwer,
te Amersfoort.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
FEUILLETON.
«OORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 8 maanden f 1,
Franco door het geheels Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers8 Cent.
Dit Blad rerschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
Agent voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Adrertentiën van 16 regelsƒ0,40.
Iedere regel meer0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertcntién zende men den dag vóór de uitgave in.
Het behoeft niet breedvoerig betoogd
te worden, dat niets ineer dienstig is om
het lichamelijk en zedelijk welzijn onzer
arbeidende klasse te bevorderendan het
verschaffen van goede woningen. Sla een
blik op de ongelukkige krotten, waarin
velen die door noeste vlijt in hun levens
onderhoud moeten voorzien, verplicht
neen, gedoemd zijn hun dagen te slijten,
hun kinderen op te voeden, en heb
dan nog den moed er u over te verwon
deren, dat zij hun vrije uren liefst buiten
die ongezellige omgeving doorbrengen, tot
groot nadeel voor hun materiëele belangen
niet alleenmaar voornamelijk voor de
harmonie des gezins. Waarlijk, de statis
tiek van het jenevergebruik zou gaandeweg
minder vreeselijke cijfers aanbieden, indien
met ernst de handen werden geslagen aan
een der dringendste hervormingen, de ver
betering van arbeiderswoningen.
De naargeestigste huisjes in de somber
ste wijken in de groote en kleine steden
vinden nochtans gereeden aftrek, een
voudig omdat de behoefte grooter is dan
het aanbod. De reden van dit verschijn
sel is niet ver te zoeken. In de laatste
jaren is de bevolking der steden, inzonder
heid van die waar fabrieksnijverheid wordt
gedreven, en waar vindt men die tegen
woordig niet? stijgende, buiten ver-
I.
Als de vrij rondtrekkende herdersvol
ken van Midden-Azië geen genoegzame
ruimte of voldoend voedsel meer in hunne
onmetelijke steppen vonden, trokken zij in
ontzettende massa's naar het Westen.
Uit de geschiedenis weten wijwelke
veranderingen der volken daardoor in het
leven werden geroepen.
Minder bekend evenwel is eene verhui
zing, welke in de vorige eeuw ook van
daar uit, plaats vond.
In 't jaar 1727 werden de landen om
de Kaspische zee gedeeltelijk door hevige
aardbevingen verwoest.
Tengevolge hiervan schijnen vooral de
onderaardsche bewoners dier streken geene
gèschikte verblijfplaatsen meer gevonden
te hebben; zij braken althans bij ontelbare
scharen op, zwommen bij Astrakan de
VVolga over en overstroomden geheel
Oost-Europa. Later werden deze scharen
nog door andere versterkt. Eene er van
overrompelde op een namiddag in 't jaar
houding van het geheele populatie-cijfer
des lands. Menig gezin, dat vroeger in
laDdelijken arbeid een bescheiden stuk
brood verdiende, heeft zich aangelokt door
de veeltijds overdreven voorstelling, van
de genietingen van het stadsleven, verplaatst
naar de groote middenpnnten van het ver
keer. Men moge dit feit betreuren, en
het een bedenkelijk verschijnsel noemen
zooveel men wil, er dient rekening
mede gehouden te worden.
In sommige industriëele gemeenten van
het buitenland is in de bestaande behoefte
voorzien door de stichting van zoogenaam
de arbeiders-wijken. Hoe voorbeeldig deze
ook zijn ingericht, men denke bijv.
aan den fraaien aanleg van de firma Drey-
fuss te Mühlhausen in den Elzasser
is veel dat er tegen pleit. Vooreerst zou
den een groot aantal werklieden, die bij
ons in zoodanig kwartier hun intrek zou
den nemente ver zijn verwijderd van fa
briek of werkplaats, waarvoor het gaan en
komen tijdroovend en vermoeiend zou
worden. In de tweede plaats achten wij
het niet goed, dat de arbeidende klasse
afgezonderd leeft van het overig deel der
burgerij, waardoor het denkbeeld voedsel
zou vinden dat zij andere belangen hebben
dan hun mede-ingezetenen van dezelfde
gemeenteen de weldadige invloeddie
wederzijds wordt uitgeoefend door veelvul
dige aanraking der verschillende standen,
verloren zou gaan.
Een andere oplossing van het groote
vraagstuk is niet gemakkelijk te vinden
we zullen evenwel trachten de grondtrek
ken van een plan aan te geven, waarbij
echter in aanmerking moet genomen wor
den, dat plaatselijke omstandigheden een
1760 zelfs de Siberische stad Jaik. Hoe
wel de Inwoners zich op alle wijzen ver
weerden en een vreeselijk bloedbad onder
de indringers aanrichten, het mocht niet
baten; over de lijken der gedooden heen
drongen onophoudelijk versche scharen in
de ongelukkige stad en spoedig waren alle
plaatsen en stratengebouwen en vertrek
ken door deze onwelkome gasten bezet.
De bruine huid, borstelige baard, ooren
half zoo groot als het geheele hoofd
sluwe, boosaardige oogen en de onbehaar
de staart dezer indringers bieden juist niet
veel aantrekkelijks aan. Geen wonder dan
ook dat men zelden iemand vinden zal
die geen afkeer ja walging gevoelt van de
Zwerf- of Trekrat, want van haar is
hier sprake.
Ongeveer ter zelfder tijd dat de Trekrat
haar intocht in Oost-Europa deed, werd
zij ook door schepen uit Indië naar West-
Europa overgebracht. Reeds in 1780 kwam
zij in Duitschland menigvuldig voor. Thans
heeft haar geslacht de geheele wereld ver
overd, en bijna overal de vroeger veel
voorkomende zwarte rat verdreven.
Was die reeds een plaag de trekrat
(grauwe) mag men gerust een geesel noe
men tegen welke de mensch zich vruch
teloos verzet, en die hem, door hare vraat
aantal afwijzingen van een algemeene rege
ling noodig maken.
Het gemeentebestuur moet voorgaan
door te bepalen, dat nergens gebouwd
mag worden dan na bekomen machtiging.
De Rijkswetten schrijven daaromtrent niets
voor, en even als er geen algemeene me
dische politie bestaat, al wat op dat onder
werp betrekking heeft is aan de plaatselijke
verordeningen overgelaten, is ook de
„bouwquaestie" op het terrein der gemeen-
tezorgen gebleven. Onzes inziens terecht.
Alleen verlangen wij een algemeen voor
schrift die het bouwen van woningen ver
biedt op plaatsen waar de gezondheid met
schade wordt bedreigd. Het komt soms
voor in groote steden, dat een oud pakhuis
wordt gekocht en gesloopt; op het terrein
bouwt men een dozijn „werkmanshuisjes"
uitzicht hebbende op een sombere poort,
waar nooit een zonnestraal doordringt en
de belemmerde lucht circulatie oorzaak
is, dat een verschrikkelijk mengelmoes
van walgelijke geuren er loodzwaar blijft
hangen. Dat nu moest niet kunnen ge
beuren. Het streven, om kapitaal in „de
huisjes te stekenbehoorde binnen de
perkendoor de regelen der gezond
heidsleer gesteld, begrensd te blijven.
In de tweede plaats kunnen de besturen
der gemeenten de goede zaak bevorderen,
door de overdracht van geschikte bouw
gronden aan vereenigingen van arbeiders
gemakkelijk te maken, 't zij in het
hart der gemeente, of, als dit niet moge
lijk is, langs haar grenzen. Tegelijk kon
den dan regelen gesteld worden voor den
afvoer van schadelijke stoffen, de verstrek
king van drinkwater, de inrichting en ver
deeling der woningen zelve.
en vernielzucht onberekenbare schade be
rokkent. Voor haar zijn wij door poorten,
muren noch water beveiligd. Zij loopt
vlug, springt uitstekend, klautert gemak
kelijk zelfs tegen de steilste wanden om
hoog, doorknaagt de sterkste eikenbalken
en graaft zich een weg onder den muur
door. Even gemakkelijk als zij breede
stroomen overzwemt, loopt ze over den
bodem der gracht. Om over zee te komen
scheept zij zich inlaat zich met de la
ding naar boord dragen en met het lossen
naar de pakhuizen brengen.
Als een echte wereldburger kan de rat
overal leven, doch bij voorkeur doet ze
dit op kosten van den mensch. Voor 't
overige neemt zij alles wat de plant- en
dierwereld oplevert, voor lief, hierdoor
kan zij in woeste streken bestaan, zooals
dat b. v. in de woestijn bij Suez het geval
is, daar vindt men er millioenen.
Vrees kent zij niet. Haar moed neemt
toe bij de onmacht van den mensch. Reeds
dikwijls is 't gebeurd dat zieken en kleine
kinderen door haar geschonden werden
dat zij vette zwijnen en broedende kippen
stukken uit het lichaam beet. Zij vangt
klein wild en rooft onder de oogen der
menschen jonge kippen en eenden. Na
poleon Ide bedwinger der halve wereld,
De zoogenaamde bouwvereenigingen, die
hier en daar gevormd wordenlossen het
vraagstuk niet op, omdat zij niet bestaan
uit de rechtstreeksch belang-hebbenden.
't Zijn eenvoudig associaties van grootere
en kleinere kapitalen, die zoo goedkoop
en bij gevolg ook zoo slecht mogelijk
bouwen en zoo duur mogelijk verhuren,
ten einde flinke dividenten uit te keeren.
Zij helpen eenigermate in den woningnood
voorzien, omdat zij als concurrent optreden
en de stijging der huurprijzen een weinig
tegenhouden, maar voor het overige staan
zij op hetzelfde standpunt als de gewone
eigenaar tegenover zijn huurders.
Kunnen daarentegen de arbeiders zelve,
en wat hier gezegd wordt is evenzeer
van toepassing op den burgerstand, die
niet minder behoefte heeft aan geschikte
woningen voor matige prijzen, eenig
kapitaal bijeenbrengen en vervolgeus van
het crediet dat elke wèl georganiseerde
vereenigiDg heeft gebruik maken om wo
ningen te stichten voor eigen gebruik,
zoodat de huurprijzen niet hooger behoeven
te zijn dan het bedrag benoodigd voor
rente, een kleine aflossing en onderhouds
kosten, dan zouden we een flinken stap
vorderen in de gewenschte richtiDg.
Sommigen beschouwen het als het ide
aal eener bouwvereeniging gelijk we hier
bedoelen, haar leden het uitzicht te ope
nen op eigendom hunner woning. Daar
is wel iets voor te zeggen: het denk
beeld, een „eigen huis" te bezitten, biedt
zooveel aantrekkelijks aan, dat wij het
noode laten varen. Toch moeten wij dit,
en wel om de volgende reden. Eigendom
sluit ook in recht tot overdracht, en,
wanneer eenmaal het gestelde doel was
moest op Sint-Helena een voortdurenden
krijg met haar voeren en toch steeds zon
der eenig gevolg. De ratten haalden de
spijzen uit zijne provisiekasthet eten uit
de keuken en kwamen tijdens de maaltij
den in de eetkamer om zich ook een ge
deelte toe te eigenen. Daar, waar zich
deze plaaggeesten eenmaal genesteld hebben
zijn zij moeielijk weer te verdrijven. Op
schepen is dit zelfs onmogelijk. Hier ver
gallen zij voortdurend het leven der zee
lieden, daarom worden zij dan ook van de
matrozen, anders groote liefhebbers van
dieren, met de meeste wreedheid vervolgd-
Even als wilden zij den mensch toonen
hoe weinig zij hem vreezen, volgen ze
hun steeds naar zijn nieuwe woning, Hoe
dichter de huizen bij elkaar staan, hoe
meer ratten verzamelen zich; in de groote
haven en hoofdsteden krioelt het als 't
ware van deze dieren. Op het land zijn
de mestvaaltenstallen en varkenshokken
hare geliefkoosde herbergen. In de steden
leven zij hoofdzakelijk in puttengoten
en riolen, want deze bieden bij geschikte
schuilhoeken tevens allerlei afval en uit
werpselen voor hare vraatzucht aan.
In Parijs zijn zij bizonder talrijk. In
eene vilderij nabij de stadverteerden ze,
in eenen nacht, al het vleesch van 35