W O e n sd ag 28 April, t Negende Jaargang. NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Amersfoort, Baarn, Bnnschoten, tones, Hamersyelfl, Sclerpzeel, Stoutenliarg, l V. Eene bestemming. No. 34. UitgeTcr: A. M. Slothouwer, Eene Tiermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal In rekening gebracht. FEUILLETON. iHIERSFOORTSGHE COURANT. j Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1, Franco door het geheelc Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Agent voor Baarn en Omstreken: W. Z. MULDER te Baarn. ■m Advertentiën van 16 regels Iedere regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in. /0.A ,40. 15. OFFICIËELE PUBLIC ATIEN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op art. 265 der gemeentewet, Doen te weten, dat het Oorspronkelijk kohier der plaatselijke directe belasting op de HONDEN over het dienstjaar 1880 door den Raad ie vastgesteld en ge durende acht dagen, te rekenen van heden, alle werk dagen 's voormiddags van 10 tot 1 uur des namid dags, op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter jezing zal liggen. Amersfoort, den 23. April 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, De Secretaris, VAN PERSIJN. W. L. SCHELTUS. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni 1875 (Staats blad No. 95) Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan de firma HAMERS VAN BEEK en hare recht verkrijgenden vergunning is verleend om eene ver- varij van TapijtgarenB opterichten in de perceelen, alhier gelegen aan de Koningstraat, wijk D, Nos. 36-38, bij het kadaster bekend onderSectie E, Nos. 3194-3196. Amersfoort, den 26. April 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, De Secretaris, VAN PERSIJN. W. L. SCHELTUS. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien art. 21 der wet van 4 December 1872, (Staatsblad No. 134) Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat in de laatstverloopen week geen sterfgeval aan MAZELEN in deze gemeente is voorgekomen. Amersfoort, den 26. April 1880. De Burgemeester voornoemd, VAN PERSIJN. III. (Slot). Ondertusschen blijft Leonce niet wer keloos. Hij is dan bier, dan daar, vraagt inlichtingen en dringt zich bij iedereen in op grond van de gegevens, die hij gekre gen heeft, richt hij eindelijk zijne batte rijen met een strategischen blik. Nadat hij zijn plan nog eens goed overwogen heeft, gaat hij naar het Zuiden en brengt een bezoek aan de markiezin de Bréville. /Mevrouw," zegt hij, „u bezit een stuk onbebouwden grond, dat buiten uwe goe deren op eene hoogte ligt; als ik mij'niet bedrieg stond daar vroeger het kasteel Rochaute, de bakermat van het geslacht van dien naam.''' #Ja, mijnheer." //Dat zou ik wel willen koopen." Groote verbazing van de markiezin. //Maar mijnheerde grond waarvan u spreekt levert niets op. Het is niets dan eene opeenhooping van steenen. Er staat zelfs geen enkele muur meer." //Dat weet ik wel." //Wat ik zeide is in uw belang." z/Ik dank u, mevrouw, maar niettegen staande dau, zou ik het mij tot een geluk rekenen, wanneer ik dat stukje grond kon koopen. Ik hecht er eene bizondere waarde Amersfoort, 27 April 1880. Voor het schattings-district Amersfoort zijn bij besluit van den heer Commissaris des Konings in de provincie Utrecht tot rijks-schatters voor de personeele belasting over het dienstjaar 1880/81 benoemd de heeren J. van Bottenburg, C. J. Jacobs, J. A. Hoksbergen en G. Prins te Amers foort, G. Boeschoten te Doorn en A. A. Wildbergh te Bunnik. De heer W. van Esveld Rz. is be noemd tot Onder-brandmeester bij de groote Spuit No. 1. De Kiesvereeniging //Amersfoort" heeft 1.1. Zaterdag een candidatengros geformeerd voor de verkiezing van 4 leden der Prov. Staten van Utrecht, in het kiesdistrict Amersfoort en daarop gebracht HH. Mr. C. J. Kien Eltzman, Mr. M. J. L. Baron Taets van Amerongen van Renswoude, M. van BeekW. BeukersW. A. Croocke- wit, Mr. F. H. van Persijn, Jhr. Martini van Geffen en Mr. J. G. A. van Zijst. Bij de eerste stemming werden tot candidaten gekozen HH. Kien Eltzman, Taets van Amerongen, van Beek en Croockewit, de laatste, de heer W. A. Croockewit, heeft na beraad gemeend ditmaal voor deze candidatuur te moeten bedanken, daar het eene periodieke aftreding geldt. De Kiesvereeniging //Vooruitgang" al hier heeft tot candidaten gesteld de Heeren Mr. C. J. Kien Eltzman, Mr. H. Croocke- aan. z/Als dat zoo is, mijnheer, wil ik niets liever dan u van dienst zijn. "Wees dan zoo goed den prijs met mijn notaris te regelen." Leonce gaat naar den notaris en han delt daar op dezelfde wijze als bij de mar kiezin, maar deze is slimmer. Hij ziet in dat hij ten minste waarschijnlijke redenen moet opgeven, en hij vertelt den notaris, dat hij, op het punt van te trouwen, gaarne den naam van een riddergoed bij den zijnen wil voegen. z/U weet, dat jonge dames veel van een bijvoegsel aan den naam houden, en Ro chaute is juist wat ik hebben moet; ik heb onderzoek gedaan, zoodat ik zeker weet, dat er geene nakomelingen van dat geslacht meer bestaan, en ik heb vrienden bij de regeering, die mij gemakkelijk kun nen helpen om mijn doel te bereiken. Het is zeker niet noodig u te verzoeken, dit als een geheim te bewaren? z/Wees niet bevreesd," zeide de notaris. //Hoeveel biedt u er voor?" z/Wat vraagt u, mijnheer?" //Ja, ik heb daar niet veel verstand van U brengt mij in verlegenheiddie hoop steenen heeft geene waarde Vijf honderd francs is toch niet te veel?" //Volstrekt niet," zeide Leonce. //Laten wij maar dadelijk het stuk opmaken." De notaris neemt een stuk gezegeld papier en begint te schrijven. wit Jr., G. J. Baron van Hardenbroek van Ammerstol en Jhr. Mr. J. H. L. van Sasse van IJsselt. Onze stadgenootde heer J. H. van Boeckholt, is benoemd tot Deurwaarder bij 's Rijks directe belastingen te Scheve- ningen. Na het den 24 dezer gehouden toela- tings-examen voor de voorbereidingsklasse, verbonden aan de Rijks-Nornaalschool al hier, werden toegelaten: Everardus van Dorssen, Everardus Johs. Worffel, Jan Plonte, Jan Blok, Willem van Doorne, Anna Tomey, Christa. Marga. Wegerif, Eva Gerarda van Beek, Wilha. Alijda Wolfswinkel en Theoda. Joha. Ruitenberg. De Voorbereidingsklasse telt thans 24 leerlingen, n.l. 10 meisjes en 14 jongens. Heden namiddag ten 3 ure zal door den burgemeesser de eerste steen aan het Pro- gymnasium alhier gelegd worden. BUITENLAND. Te Bolbeck en in andere plaatsen van het departement der Beneden-Seine heb ben de wevers en andere fabriekarbeiders, ten getale van 5000 a 6000, wegens eene vermindering van het loon het werk ge staakt. Te Reims hebben de stoffenververs, metselaars, timmerlieden en huisschilders het werk neergelegd. //Verkocht voor vijfhonderd francs, aan mijnheer Leonce Vernier, de het z/Zet maar het kasteel Rochaute." z/Maar mijnheer dat mag ik niet. Er staat geen kasteel meer. Hethet »Nu, dan het domein Rochaute." z/Die naam is wel een beetje overdreven," antwoordt de notaris. //Maar domein is toch goed Leonce komt terug bij de markiezin. //Mevrouw mag ik u ten zeerste bedan ken voor uwe vriendelijke welwillendheid. De koop is gesloten voor vijfhonderd francs." z/Wil u zoo goed zijn, die aan de armen te gevenmijnheer." De markiezin was zeer liefdadig. Leonce gaat weer naar Parijs terug en laat zeshonderd francs achter. Odie snaak kende zijne belangen wel, en kon liefdadig heid veinzen als het noodig was. Te Parijs teruggekomen, krabt hij heel kunstig het woord vijfhonderd uit en zet daarvoor in de plaats vijftigduizend. Met zijne gewone slimheid neemt ,hij geld op bij een makelaar. Deze schrijft naar den rentmeester of het domein Rochaute met hypotheken belast is. Er komt een ont kennend antwoord van den man, die met zijn vriend den notaris lacht over de uit drukking domein! Léonce steekt zijne veertigduizend francs in de zak, en trouwt. Ik weet niet, hoe hij het aangelegd heeft om vergiffenis voor zijn bedrog te De stichters der maatschappij voor de doorgraving der landengte van Panama heb ben, om de terugkomst van den heer Fer dinand de Lesseps te vieren, hem een ban ket aangeboden in ^l'Hótel Continental." Een groot aantal personen, bekend op het gebied van letteren en kunst, bankiers, enz. hadden het verlangen te kennen ge geven er deel aan te nemen, zoodat meer dan 200 personen aan den feestdisch ver- eenigd waren. De zaal was prachtig ver sierd, onder anderen met de vlaggen en wapenschilden van verschillende natiën. De heer de Lesseps had aan zijne rechterzijde den heer Torribio, vertegenwoordiger van Peru, en aan zijne linkerzijde den heer de Santa-Maria, zaakgelastigde van Columbia. De vertegenwoordigers van de Argentijn- sche republiek, van Paraguay en van Ecua dor waren alsmede tegenwoordig. De heer Dalloz, directeur van den Mo- niteur, nam bij het dessert het eerst het woord. Hij begon met te zeggen, dat deze zaal binnen eene maand weergalmd heeft van den naam van drie groote mannen: van Victor Hugo, Nordenskjöld en de Lesseps. Victor Hugo heeft den menschelijken geest nieuwe wegen gewezen naar het ideaal; Nordenskjöld heeft een weg gevonden, dien voor hem niemand bevaren had. De Lesseps, na de Middellandsche Zee ver bonden te hebben met de Roode Zee, wil thans zijn werk voltooijen, door een weg te banen door het Rotsgebergte en Centraal- Amerika, en alzoo den Atlantischen Oceaan krijgen. Misschien heeft hij voorgegeven, dat hij zijn geld op de eene of andere wijze verloren had. U zou misschien denken dat Léonce, nu hij eenmaal gevestigd was, berouw zou toonen aan de vrouw, die hij zonder schroom ruïneerde? Volstrekt niet. Dat zachtaardige wezen was zijn zondebokhij deed haar op allerlei wijzen verdriet aan en bedroog haar ieder oogenblik, maar bleef in schijn altijd even vroom en goed en maakte voor bereidselen tot zijne verkiezing. Eenige jaren gingen voorbij. Léonce had zijn tijd niet verloren. Men sprak reeds met lof van hem bij de regeering. Maar ongelukkig is de Tarpeïsche rots niet ver van het Kapitool verwijderd. De oorlog van 1870 komt. Men begint Leonce te verdenken, om zijne betrekkin gen met de geestelijken en zijne geneigd heid tot de bonapartisten en royalisten (want hij bewaarde de geit en de kool). Nu wil hij weer met den stroom meegaan en republikein worden; maar men werpt den valschen broeder uit. Eene radicale courant stelt hem op de volgende wijze in het daglicht: z/Het is niet lang geleden, mijnheer, dat gij nog tot de uiterste conservatieven be- hoordet, die ervóór waren alles te behou den: wat er is, wat niet meer is en wat er nog niet is, en wier groote leus was: behoudt." Dit was de doodsteek.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1