NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR I, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Hamersyelfl, Scherpenzoel, Stontenhnrg, land, t, Zaterdag 22 Mei. Schutteren. No. 41. Negende Jaargang. Uitgever: A. AI. Slothouwer, Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. Men moet maar gelukkig zijn. AHIERSFOORTSCHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad rerscbijnt des Woensdags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Agent voor Baarn en Omstreken: W. Z. MULDER te Baarn. Advertentiën ran 16 regelsƒ0,40. Iedere regel meer0,05. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën zenda men den dag vóór da uitgave in. In No. 89 van deze Courant komt een klacht voor van een schutter, die het lang niet aangenaam vindt twee en een half uur te moeten exerceeren, met het geweer op den schouderop een terrein waarop men tot over de enkels in het zand mar cheert zoodat de opstijgende stofwolken den zwoegenden heldenstoet bijna doen stikken. We zouden dien inzender willen vragen, of hij dan volstrekt geen vaderlandsch ge voel bezit. i/Dulce et decor em est, zong reeds een oud Latijnsch dichteren zouden wij, die op een zooveel hooger be- 8chavingspnnt staan dan de mannen van het oude Rome, zouden wij hem niet van ganscher harte naroepen,,'t Is zoet en schoon voor 't vaderland te sterven?" tfJa, al ware een stof kolom van onmete lijke dikte deels in den loop van zijn ge weer deels in zijn luchtpijp gedrongen zoodat hij er het hachje bij had ingescho ten, dan zou die ontevreden schutter nog bezwijkend hebben moeten stamelen: Al- lons, 't is alles voor 't lieve vaderland. En asjeblieft, let vooral op de wijze waarop men al schutterende zijn leven aan 's lands onafhankelijkheid ten offer brengt. Niets is indrukwekkender dan het optre den van het gedeelte onzer //levende strijd krachten," dat men de schutterij noemt. Ziet die mannen daar heengaan ter aan- FEUILLETON. VII. De burgemeester liet beleefd den schoon zoon eerst binnengaan en opende de deur van de woonkamer, waarheen Frits hem volgde met hetzelfde gevoel dat men ge woonlijk in de wachtkamer van een tand meester krijgt. z/Mag ik je eene sigaar geven?" zeide de burgemeester om het drukkende zwij- geu af te breken. «Zeer verplicht!" antwoordde Frits en begon te rooken met een ijver, alsof zijn leven daarvan afhing, dat hij de sigaar in tien minuten geheel en al verdelgd had. De burgemeester dampte even zenuw achtig in zijn hoek. Eindelijk stond Frits op en ging in eene militaire houding voor den ouden heer staan. //Ik weet inderdaad niet, mijnheer de burgemeester, wat u van mij zal denken, wanneer ik u eene verklaring van mijne handelwijze gegeven zal hebben, die..." «Maar mijn beste vriend," antwoordde de oude zeer angstig, //waarom plaag je ons zoo noodeloosIk heb alles, wat van gewezen plaatshoe krijgshaftig staren hun vurige oogen onder de klep hunner sjako's vandaanhoe trillen de vuisten die het vuurroer omvatten, als stond daar reeds de belager onzer vrijheid gereed om onze kogels te ontvangen, als de gerechte straf voor zijn overmoed. Von Moltke moge veel op hebben met zijn //landwehr"-mannen, als hij onze schutterij daar zag exerceeren en manoeuvreeren en evolutionneeren, j- dan zou hij verstommen van verbazing en in zijn krijgsmanshart zou de zeker heid rijzen dat een volk, 't welk zulke krijgshaftige burger-bataillons kan samen brengen, een kat is die men zelfs met de stevigste handschoen van de wereld niet kan aanpakken. Ziet eenshoe juist wordt elke bewe ging uitgevoerd. Dat zijn geen mannen meer, 't zijn bronzen standbeelden wier armen aan een en denzelfden electrischen schok gehoorzamen. Aanschouwt het prach tig deploiement dier troepen als zij de slagorde verlaten, die onovertrefbare zwen kingen. Al hadden zij stof en zand tot aan de kin, zij zouden zwenken alsof zij aan een touw geregen waren. En, wilt gena het geheel te hebben bewonderd nog even uw oog laten gaan over de indi viduen, ge zult moeten erkennen dat elk Nederlandsch schutter verdient door het penseel van een Horace Vernet te wor den vereeuwigd. Wat prachtige houding in die fraaie uniform, hoe heerlijk blinkt u dat wapentuig in de oogen. Plaats zulk een man eens voor de schietschijf, op zooveel honderd passen als gij verkiest, laat hem aanleggen op een vlieg die over het witte veld marcheert, en met ijs koude bedaardheid schiet hij 't beest mors- de zaak te zeggen viel, in mijn brief uit eengezet, en om je je toestand gemakke lijker te maken, herhaal ik nog eens, wat ik geschreven heb, aan het besluit vdn mij en mijne dochter is niets te veranderen; als je met dat plan hier gekomen bent, dan zijn alle woorden nutteloos." Frits kreeg het erg benauwdHij zag de aderen op het voorhoofd van den ouden heer in zijne verbeelding reeds van toorn zwellen, maar het hielp niets vooruit maar //Mijnheer Solger!" begon hij opnieuw, en veegde met den zakdoek over het voor hoofd, ffhoud u mij voor een ellendeling, ik houd er mijzelf wel voor, maar ik be zweer u bij alles wat u heilig is ja God, hoe zal ik dat nu zeggen?ik bid u mijnheer, neemt u uw woord terug!" z/Maar zeg eens, mijnheer," riep nu de burgemeester uit, wat scheelt n dan toch? Met alle respekt gesproken, maar u gedraagt zich, om het eens zacht uit te drukken, als een gek! Wees een man, schik u in het onvermijdelijke; wat ik gezegd heb, heb ik gezegdIk zal mij niet tot spot van den geheelen omtrek maken, als een ouden domkop, die niet weet wat hij wil Mijne dochter is verloofd en daarmee basta dood, zonder eenig vertoon als zou hij iets buitengewoons hebben verricht. Lezer, ik de schrij ver ben ook schut ter geweest. Dat is te zeggen, ware ik er niet geweestdan zou mijn plaats in de //rustende schutterij" door een ander zijn ingenomen. Gij hebt misschien weinig sympathie met die instelling van //rustende" lui. Dat is verkeerd van u. Een rustende leeuw is toch in elk geval een leeuw, zou ik zeggen. Jathans ligt hij doodkalm, met den kop tusschen de voorpooten. Zoetsappig knipoogt hij, net als een oud vrouwtje, dat zoo-even een snuifje heeft gepakt. Maar laat eens een wesp hem om de ooren snorren. Dan verheft hij plot seling zijn majestieuse gestalte. Zijn oogen schieten bliksemstralen. Een dof gebrul dat de dieren des wouds van angst doet sidderen, ontsnapt aan zijn gorgel. Zijn manen rijzen omhoog als de ringkraag eens zeventiend'eeuws burgemeesters. Met woedende slagen geeselt zijn forsche staart de lendenen. Zoo, mijn vrienden, zal het zijn met de rustende schutterij, als de ure der activiteit is geslagen. Dan zal men onzen plattelanders den koppel om den dik ken buik slingeren, en den heldenkruin zien tooien met een bordpapieren helm, evenals in 't jaar '80toen het muit'renrot de troon var. Oranje dorst bedreigen. Maar weet gijwat het groote kwaad is in onze dagen Het is die moppergeest, die alle lagen van ons volk doordringt als een gif, dat ontevredenheid stort in de harten der staatsburgers. Men noemt dat z/critiek" uitoefenen, doch vergeet daarbij, dat de gestelde machten nietvoor nieman- z/Nu dan," zeide Frits met de bedaard heid van een vertwijfelde, //dan blijft mij niets anders over, dan mij een kogel door het hoofd te schietenIk heb als een eer- looze gehandeld, ik moet de gevolgen dra gen! Denk van mij wat u wil, maar ik kan uwe dochter niet huwen!" z/Wat!" riep de burgemeester uit, ter wijl hij opsprong, //wat zeg je daar?" z/Ik kan uwe dochter niet huwen," her haalde Frits gesmoord en doodsbleek, „en nu kan u met mij doen wat u wil!" //Mijne dochter niet huwen brulde nu de burgemeester en sprong op Frits toe, terwijl hij hem bij de schouders pakte, z/maar mensch, wie verlangt dan dat je haar huwt? Ben ik dol, of ben jij dol, of zijn wij het allebei?" z/Ik weet het niet," zeide Frits geheel uitgeput, en zonk op zijn stoel neder. De oude heer ging naar eene console, schonk twee glazen water in, dronk er zelf een van op en gaf het andere aan onzen held. //Zoo, dat brengt wat tot bedaren," zeide hij toen eenigszins bedaarder, //en zeg mij nu eens wat u eigenlijk wilU vraagt mij om mijne dochter, ik schrijf u per om gaande, zooals u het verlangde, een zeer beleefd, zoo vriendschappelijk mogelijk ant woord, en in plaats van er u bij neder te dal met wijsheid begaafd en met gezag be kleed zijn. Niets is den weerbarstigen her vormingsijver heilig. De traditiën, eerwaar dig door hun ouderdom, worden niet lan ger geëerbiedigd, en op elke schrede vin den we een ei dat wijzer wil zijn dan de hen. Van de daken wordt het gepredikt, dat de schutterij als onderdeel van onze defensiemiddelen van geenerlei waarde is, en dat de offers van geld en van tijd, aan de instandhouding dezer prachtige instel ling verbonden als weggeworpen zijn te beschouwen. Hier vinden we een man, die er tegen opziet tot heil des lands eenige kubieke decimeters stof in te slikken: zegt eens, hebben onze vaderen zich niet nog veel grooter ellende getroost om onze onafhankelijkheid te grondvesten? Ja, er zijn onverlaten, die zich beklagen durven wanneer zij op den verjaardag van een prins moeten deelnemen aan een dier indruk wekkende militaire manifestaties, die men parades noemt, en waarbij meestal zelfs het uitspansel zijn sympathie betoont in den vorm van een milden stroom hemel water; doch is het dan niets waardaan de wereld te toonen dat het volk van Ne derland het zwaard niet laat verroesten in de scheede? Werpt dan neder uw beitel en uw verfkwast, gij eerzame ambachts lieden, en snelt heen ter plaatse, waar het geroffel der trommen ter nauwernood in staat is het kloppen van uw heldenhart te overstemmen. Een opgetogen bevolking juicht u toe: de straatjongens vechten om de eer, uw geweer even te mogen dragen, en de vertegenwoordigsters van het schoone geslacht snellen als om strijd toe, om ge tuigen te zijn van uw sierlijke bewegingen. Tot in de raadzalen uwer Afgevaardig- leggen, als een verstandig mensch, komt u hierheen als iemand uit een gekkenhuis en schreeuwt, dat u mijne dochter niet kan huwen! Ik moet u bekennen dat ik het, om het maar eens zacht uit te drukken, zeer dom en ongemanierd vind, dat u bovendien vanddag hier komt!" z/Maar, mijn hemel," riep Frits en door zocht met bevende handen, ijne portefeuille, z/U hebt mij toch zelf uitgenoodigd z/Ik u?" schreeuwde de burgemeester, nog harder, //wel verduiveld z/Hier," zeide Frits lakonisch en gaf den ouden heer zijn brief. De burgemeester las veranderde van kleur schudde het hoofd heen en weer en riep plotseling uit: //Heb je ooit zoo iets gezien! Dat is eene mooie geschiede nis lieve Sterneck, ik ben de oorzaak van dat alles! Ik heb tegelijk aan u en aan mijn buurman Rommler geschreven, die toevallig twee dagen geleden ook de hand van Amelia vroeg, en daar ik uw brief dadelijk moest beantwoorden, heb ik door de haast en de spanning de adressen ver wisseldNeen, dat is toch verschrikke lijk en nu zit hij daar met eene blauwe scheenHij zou ook aan het station Fran kenberg komen, en het rijtuig zou hem afhalen en u niet! Ik ben een ongeluk-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1