NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, HamersiÉ, Hoevelaken, Hoogland, Lensden, Soest,
Scherpenzeel, Stoutenhurg, Vunrsche en fondenherg.
Woensdag 21 Juli.
No. 58.
Negende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
te Amersfoort.
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens 8'/s uur, des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
FEUILLETON.
Mijn avontuur te Nicolajef.
in.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door bet gebeele Rijk1,10.
Afzonderlijke nnmmers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
Agent voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in.
OEFICIEELE PUBLICATIËN.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien art. 21 der wet van 4 Decem
ber 1872 (Staatsblad No. 134),
Brengt ter kennis van de ingezetenen,
dat in de laatstverloopen week geen
sterfgeval aan MAZELEN in deze ge
meente is voorgekomenen dat aangifte
is gedaan van 5 lijders aan ROODVONK,
terwijl 4 personen aan die ziekte zijn
overleden.
Amersfoort, den 19. Juli 1880.
De Burgemeester voornoemd
VAN PERSIJN.
Amersfoort, 20 Juli 1880,
De beide leerlingen der Hoogere Bur
gerschool A. van Lockhorst en A. "W. van
flolthe, die met goedvinden der leeraren
examen hebben afgelegd voor de K. M. A.
te Breda, zijn geslaagd.
Den 16. dezer is door den brigadier
Tetenburg gearresteerd en door tusschen-
komst van den brigadier-majoor v. Does
burg, naar Utrecht overgebracht, een per
soon die zich had schuldig gemaakt aan
onderscheidene diefstallen te dezer stede
meermalen is hij in handen der justitie
geweest.
Het zal ongeveer twee uur 's morgens
geweest zijn toen ik door de koude, in
verband met den onbehaaglijken toestand,
waarin ik mij bevond, wakker werd, en
toen ik rondkeek was ik niet zeer aange
naam verrast door een paar oogen, die ik
aan het voeteneinde van mijn bed zag glin
steren. Ik beproefde, mij te overtuigen
dat het de kat was, maar dat ging niet,
want de kat zou nooit mijne pantalon van
het bed afhalen, op die bedaarde, slink-
sche wijze als dit schepsel het deed. Ik
voelde dat mijne jas al weg genomen was,
en nu ik mijne pantalon denzelfden weg
zag volgen werd ik plotseling bevreesd
voor den naakten toestand waarin ik mij
zonder deze kleedingsstukken zou bevin
den, met een instinktmatigen aandrang om
het mijne te behouden, greep ik eene pijp
van het verdwijnende kleedingsstuk en
begon er met alle macht aan te trek
ken. Ik hoorde zoo iets van een gesmoor-
den vloek bij dezen onverwachten tegen
stand, en het volgende oogenblik voelde
Wij vestigen de aandacht onzer stad-
genooten op achterstaande advertentie
omtrent het oprichten eener geregelde
stoombootvaart tusschen Amersfoort en
Rotterdam en tusschengelegen plaatsen.
Zeker is het, dat dergelijke onderneming
ten voordeele van de stad komt, waarom
wij vrijmoedig ieder uitnoodigen de ver
gadering van morgen (Donderdag) bij te
wonen.
De heer H. Meester, hulponderwijzer
aan de openbare school voor gewoon en
meer uitgebreid lager onderwijs te Amers
foort, is benoemd tot hulponderwijzer te
Katwijk aan zee.
BINNENLAND.
Het Vad. verneemt dat bij het Depar
tement van Justitie het plan bestaat tot
het bouwen van een cellulaire gevangenis
te Scheveningen.
De heeren en dames, die daar zullen
worden opgesloten, kunnen met recht zeg
gen, dat zij een poosje op Scheveningen
gelogeerd hebben, iets wat tot heden slechts
mogelijk is voor menschen, die met aardsch
slijk gezegend zijn.
Door H. M. de Koningin is, zooals aan
een onzer bladen geschreven wordt, als
baker aangenomen een bejaarde vrouw,
welke die betrekking sedert tal van jarèn
te Leeuwarden bij de eerste familiën waar
neemt en thans in het St. Anthony gast
huis aldaar woont.
Hoe belangrijk de uitvoer van vele arti
kelen van 't eiland Texel is, moge uit
't volgende blijken. Sedert 15 Juni wer
den van dat eiland verscheept ruim 70,000
K.G. wol, 25.000 K.G. gedroogd zeegras,
10,000 kipeieren, 1000 K.G. schapenkaas,
1000 oude schapen, en 100 stuks rundvee,
paarden, lammeren en kalveren, benevens
40,000 K.G. Hooi.
Naar men verneemt is de bedrijver van
de diefstallen van zilverwerk enz. bij baron
van Tuyl, te Heemstede, en bij den heer
Van den Brink, te Velp, reeds in de fuik
geloopen en door de Arnhemsche politie
op het Stationsplein aldaar gearresteerd.
Hij was nog in 't bezit van bijna al de
gestolen goederen.
Den heer C. v. d. Lindente Dord
recht, is van wege het Belgisch gouverne
ment benoemd tot lid der jury voor den
grooten muzikalen wedstrijd, ter gelegen
heid der nationale feesten in Brussel te geven.
Door een kassiersknecht te Amsterdam
is een portefeuille verloren, waarin voor
een waarde van f 13,000 aan bankbiljet
ten. De eerlijke vinder laat nog op zich
wachten.
Te Apeldoorn ontstond den 15den de
zer op het middaguur aan de machinale
papierfabriek van de heeren Schenke Zoon
te Zaandam een hevige brand. Doordat de
fabriek onmiddellijk gelegen is aan de
Koudhoornsche sluis, waar op het oogen
blik de nieuwe gebouwd wordt, is het,
met behulp van het talrijk personeel, bij
dat werk gebezigd, mogen gelukken den
brand te bepalen bij een groote schuur
met 2 annexe woningen. Het huisraad
werd gered, maar de voorhanden lompen
zijn een prooi der vlammen geworden.
De eigenlijke fabriek met aangrenzende
arbeiderswoningen zijn gespaard door de
krachtdadige hulp van het sluispersoneel.
Toen de spuiten van het dorp kwamen
opdagen, was alles reeds een zwarte kool
massa en hebben zij weinig dienst meer
kunnen doen. Het verbrande was verze
kerd.
Het Bestuur der //Industrieschool voor
vrouwelijke jeugd", te Amsterdam, had
dezer dagen het genoegen door H. M. de
Koningin, beschermvrouw der inrichting,
welwillend een geschenk aanvaard te zien,
op de school ontworpen en vervaardigd
onder leiding van de directrice mej. Myné,
en bestemd om ten gebruike te dienen,
als de blijde verwachting van H. M. ver
wezenlijkt zal zijn. Het is namelijk een
sluierkleedje van 't fijnste, witte neteldoek,
een meter lang en tachtig centimeter breed.
Op 't midden is het Nederlandsche wapen
geborduurd, omgeven door guirlandes van
rozen, afgewisseld met Oranjetakken. De
verdere oppervlakte is met carreaux van
Venetiaansch borduursel en filé guipure
gedekt. Het effect van dit keurige werk
wordt zeer verhoogd door de blauw zijden
voering, die zacht door alles heenschemert
en de sierlijke teekening aangenaam voor
't oog doet uitkomen. Het geheel is om
zet met Brusselsche kant.
Het Bestuur heeft in een vleiend schrij
ven, namens H. M. de betuiging ontvan
gen van hare bijzondere ingenomenheid
met dit geschenk en van waardeering der
gevoelens, die tot de aanbieding hebben
geleidterwijl H. M. voorts de verzeke
ring gaf van hare voortdurende en leven
dige belangstelling in eene inrichting waar
het onderwijs zoo schoone vruchten oplevert.
ik iets heel onaangenaams tegen mijne
hand stooten, hetgeen mij noodzaakte de
pantalon los te laten om naar het wapen
te grijpen. Maar dit was plotseling ver
dwenen, en toen merkte ik, dat het een
mes was, dat de dief mij door de hand
gestoken had, maar zoo snel dat het mij
den indruk gaf alsof ik mijne hand
slechts gestooten had tegen een scherpen
kant.
Mijn aanvaller, wie het ook zijn mocht,
scheen te denken, dat het tijd was om te
vertrekken, want ik was juist van plan
om uit mijn bed te komen, om nader met
hem kennis te maken, en als het moge
lijk was weerwraak te nemen. Ik hoorde
hem de deur van buiten dicht doen, en
toen ik naar de kaars greep, die ik op
den grond had laten staan, bemerkte ik,
dat zij met bewonderenswaardige voorzorg
weggenomen was. Maar gelukkig vond ik
mijn zakdoek, na eenig zoeken, in mijn
bed, en juist toen ik mijne hand verbon
den had hoorde ik in de gaDg fluisteren.
Klaarblijkelijk doorsnuffelden zij mijne
kleederen, zooals ik wel kon merken aan
het geluid van sommige dingen die uit
mijne zakken vielen. Even klaarblijkelijk
voldeed het onderzoek hen niet, en toen
bedacht ik mij, dat ik onvoorzichtig was
geweest, met papieren geld te laten zien,
toen ik den koetsier betaalde, en zoodoen
de al mijne voorzorgen te vergeefs waren.
Ook begon ik te begrijpen, dat wanneer
zij z66 weinig bezwaar maakten met het
gebruik van messen, zij wel eens terug
konden komen en ze met erger gevolgen
gebruiken, wanneer zij bemerkten dat ik
hen wilde bedriegen. Eenige oogenblikken
later hield het fluisteren op, en hoorde ik
voetstappen naar mijne kamer komen.
In het volgende oogenblik, in de hoop
dat -er op die wijze mogelijkheid bestond
om uit het huis te ontsnappen, liep ik
naar het venster, scheurde de mat eraf,
sprong er uit en lag op den grond. Tot
mijn geluk was er geen muur of om-
tuining om het huis, en dus kon ik da
delijk op den weg komen, waarlangs ik
zoo snel rende, dat ik binnen weinige mi
nuten een mijl verwijderd was van het
tooneel van mijn avontuur. Toen ik be
merkte, dat ik niet vervolgd was, begon ik
beschouwingen te maken over mijn vreemd
uiterlijk, want ik had wel een volledig stel
ondergoed aan, maar dat is een vreemde
kleeding in zulk een klimaat.
Ik had echter niet veel tijd om mij
aan mijne gedachten over te geven, want
ik liep in de wapens van zes soldaten en
een officier, die eene patrouille vormden,
welke de rol van politie vervulde. Mijne
eerste gedachte was mijzelf af te vragen,
wat zij daar deden, maar natuurlijk ge
noeg was hunne eerste gedachte om mij
diezelfde vraag te doenen daar zij niet
in staat waren iets van mijne verklaring
te begrijpen, namelijk dat ik eene wande
ling maakte, en naar mijn uiterlijk oor-
deelende dat er wel wat meer dan eene
gewone wandeling achterstak, leidden zij
mij naar de gevangenis, waar ik opgeslo
ten werd in eene koude, vochtige cel, die
echter verre te verkiezen was boven de
kamer, die ik zooeven verlaten had.
Daar zij mij voor een gevaarlijken mis
dadiger hielden, werd er een soldaat in
mijne cel geplaatst. Maar hij scheen mij
niet te beschouwen als iemand die de eene
of andere wanhopige poging in den zin
heeft, want nadat bij eenige oogenblikken
medelijdend had toegezien, hoe ik te ver
geefs mijne hand poogde te verbinden,
bood hij aan om mij te helpen, en toen
ik hem voor zijne vriendelijkheid een roe
bel gaf uit de zekere bergplaats in mijne
kous. werd hij heel vriendelijk en ver-