NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Anion, Boom, BistMei, Eemnes. BanielA, Hoenlata, BooM Wei, Soest, Woensdag 18 Augustus 1880 Leger-organisatie. Verborgen Goud. No. 66. Negende Jaargang. Uitgever: A. Hf. Slothouwer, te Amersfoort. Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens 81/, uur,des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. FEUILLETON. vin. AHIERSFOORTSGHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1, Franco door het gebeele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. AgeDt voor Baarn en Omstreken: W. Z. MULDER te Baarn. Advertentiën van 1G regelsJ 0,40. Iedere regel meer0,05. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in. OEEICIEELE PUBLICATIËN. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de heer Commissaris des Konings in de provincie Utrecht voornemens is op Vrijdag, 20 Augustus aanstaande, deze gemeente te be zoeken zullende voor eenieder die Z.HEG. alsdan wenseht te spreken, daartoe op het raadhuis, 's voormiddags half twaalf, de gelegenheid worden opengesteld. Amersfoort, den 16. Augustus 1880. De Burgemeester voornoemd, VAN PERSIJN. De Burgemeester van Amersfooit, Gezien art. 21 der wet van 4 Decem- cember 1872 (Staatsblad No. 134), Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat in de laatstverloopen week aangifte is gedaan van 5 lijders aan ROODVONK en 4 sterfgevallen aan die ziekte alhier zijn voorgekomen. Amersfoort, den 16. Augustus 1880. De Burgemeester voornoemd, VAN PERSIJN. Volgens eene mededeeling, onlangs in het Amsterdamsche Handelsblad opgeno- Zoodra hij uit het gezicht was, begon ik weer aan de trede; ik zette het licht zóó dat iemand die binnenkwamniet kon zienwat ik deeden sloeg de pen met één slag eruit. Toen, mijne oogen op den ingang gericht houdende, lichtte ik het deksel op, stak mijne hand in de kist en legde haar weer op het goud. Er ging eene siddering door mijn arm, toen mijne vingers de munten aanraakten. Ik nam er twee of drie van een stapeltje, toen een paar van het volgende, en zoo doende, kreeg ik eene handvol bij elkaar. Ik deed ze zoo voorzichtig mogelijk in mijne zaktoch vervulde het klinken der muntstukken mij met een zenuwachtigen angst; ik beet mij de onderlip bijna stuk, toen er een rinkelend op den grond viel. Maar er kwam niemand, en ik stak het in mijn zak, zonder dat iemand het zag. Toen haalde ik weer vrijer adem. Ik sloeg de pen er weer in, en begon op nieuw aan den vloer te werken. De gedachte, dat Sir Geoffrey kon terugko men heeft men binnenkort eene nieuwe organisatie van het leger te wachten, en zouden de hoofdtrekken dezer organisatie vermoedelijk de volgende zijn(verdeeling van het leger in) drie divisiën, eenige wij ziging in de formatie der infanterie, uit breiding der mineurs met twee compagniën de cavalerie wordt slechts weinig ingekrom pen. De aanstaande begrooting zou op die wijzigingen geschoeid zijn. Hetzelfde blad meldde tevens, dat de Minister van oorlog voornemens zou zijn, zoowel de veld- als de rijdende artillerie te voorzien van stalen geschut. Tegenover de hoogere kosten, die ver moedelijk uit eene wijziging der formatie van de infanterie, en stellig uit de oprich ting van twee nieuwe compagniën mineurs zullen voortvloeien, zal dus geen belang rijke bezuiniging staan. Een nog ernstiger bedenking is, dat het beginsel van legerorganisatie bij de wet een beginsel, waarvoor de liberale partij jaren lang heeft gestreden zal worden losgelaten. Zal de liberale partij daarin berusten Het geldt hier een zeer gewich tig beginsel. De legerorganisatie te onttrek ken aan wettelijke regeling, is te kort doen aan de eischen van onzen regeeringsvorm het is toegeven aan het inconstitutioneel, het reactionaire begrip, dat de aangelegen heden van het leger zijn de zaak van het uitvoerend gezag. Maar bovendien is het prijsgeven van legerorganisatie bij de wet een bedenke lijke zaak, omdat, wanneer de organisatie geschiedt bij koninklijk besluit, zij de vastheid en stabiliteit mist, die zoo hoog noodig zijn. Een koninklijk besluit kan elk oogen- blik door een ander koninklijk besluit wor den vervangen. Niets waarborgt, dat de organisatie, die heden onder den minister Reuther wordt vastgesteld, niet morgen op de voordracht van een opvolger zal worden omvergeworpen. Men heeft gezien hoe het gegaan is met de organisatie van het departement van oorlog. De minister De Roo bracht onder vrij algemeene toe juiching eene algeheele wijziging voor de inrichting van het departement tot stand; deze organisatie viel echter in de practijk tegen, en de tegenwoordige minister heeft, mede onder vrij algemeene toejuiching, die gansche inrichting weder onderstboven ge worpen en de oude organisatie hersteld. Wat hier meer in het klein geschiedde met het departement, kan ook gebeuren met het leger, wanneer de orgauisatie plaats heeft bij koninklijk besluit. Eene wet daar entegen wijzigt men zoo spoedigt niet, en daartoe is in elk geval meer noodig dan de wil van één man. Organisatie bij de wet heeft bovendien dit groote voordeel, dat, wanneer de leger- inrichting eenmaal door de wetgevende macht is vastgesteld, de jaarlijks terug- keerende strijd over de finantieele lasten, daaraan verbonden, wordt afgesneden, een strijd die elk jaar het politieke leven van den Minister van Oorlog in gevaar brengt en die van den „nationalen tijd" veel wegneemt. KCt aersfoort, 17 Aug. 1880. EEN RIJMPARTIJTJE; zoo ietofioat volgens Vader Cats. Het spreekwoord zegt te recht, als m' al de feiten somt, Dat iedere goede zaak licht mot Augustus komt; men, voor dat ik klaar was, en dan mis schien de trede zou onderzoeken, spoorde mij aan om flink door te werken. Adams kon ik licht om den tuin leidenmaar dat zou zoo gemakkelijk niet gaan met een verstandig man, als zijn meester was. Ik hield geen oogenblik op met werken, totdat de oude tuinman naar mij toe kwam, met eene kruik in zijne hand. //Ik dacht dat je wel eens zin zou heb ben in een glas ale, Brooke," zeide hij. z/Wij verdienen het beiden, want jij hebt al een uur of drie zitten werken, en ik heb eene wandeling gemaaktzie jeer is juist een telegram of zoo' iets van Sir Geoffrey gekomen, waarin hij meldt dat hij eerst morgenmiddag komt; ik moet dus het wagentje van den trein halen; en nu, alsof dat nog niet genoeg was voor een man van mijn leeftijd, wil juffrouw Thimgamy, de gouvernante, dat ik, als ik terugkom, met haar en den jonker een endje zal omrijden. Daar, dat is voor jou Zou je nu nog gelooven, dat vrouwen redelijke wezens zijn?" Ik weet niet meer wat ik antwoordde, ik werd te veel bezig gehouden door een nieuw plandat deze omstandigheid in mijn geest deed opkomen, en dat niets meer of minder was, dan gebruik te ma ken van de afwezigheid, van de voornaam ste leden van het huishoudenom den geheelen schat weg te voeren. Het is met den hartstocht als met een vuurdat in het eerst slechts als een klein vonkje smeult, maar onder gunstige omstandigheden tot eene verterende vlam aanwakkert. Ik zeide tot mijzelf: //Als ik deze ont zaglijke som, op interest zet, zal ik haar binnen een jaar kunnen teruggeven, en tevens zooveel overhouden, dat ik nooit meer eene dergelijke daad zal behoeven te doen. Deze muntstukken kunnen ver smolten, het goud voor papieren geld ver wisseld worden, en de geheele som kan ik zonder mijn naam bekend te maken, in de schatkist storten. Wat de misdaad betreftis het niet erger een pond dan een penny te stelen." Wanneer ik mij nu dien tijd weder voor den geest haal, kom ik tot de overtuiging, dat ik gedeeltelijk ziek was, zoodat ik mijne betere gevoelensdoor dergelijke valsche argumenten en oppervlakkige redeneerin gen liet beheerschen. Men mag mij wel eenigszins verontschuldigendoor aan te nemen, dat mijne verstandelijke vermogens een weinig geschokt warentengevolge van de vele verliezen, die ik geleden had, En kijk, zie daar, voorwaarmijn oog kon 't nanw gelooven Dat 'k hier Minerva zag met blok en koord verhoogen, Verheffen op haar troongezeteld in een nis Waar zij voortaan voor 't jong geslacht te spreken is. 't Is wis een feestvol nur voor ware menschen-vrinden Die kennis, kunst en deugd een grooten zegen vinden De scherpziend' uilvoorheen aan deez' Godin gewijd Vind 'k echter bij dit beeld vergeten, of vermijd: Misschien dat zij geen uilen wil verdragen Waar men naar 't heldere licht van wetenschap komt vragen. Doch hoe m' in vredesnaam in 't anders wijze Atheen, Een uil bij dag, een uil bij nacht, beschouwde als één Dit is een duistre zaak, want hier in Neerlands dreven Durft d' uil in 't helle licht zich niet van wal begeven. Of 't moest wel zijn dat men in 't oude Griekenland Heel and're uilen had dan aan ons wester strand. Enfin I wie zulk een zaak met grond wil onderzoeken Die ga naar Artis heen, of snuffele in de boeken. Misschien heeft men geacht, dat d' uil in duisternis In deze buurt bij nacht een lastig wezen is, Minerva kan juist hier aan hare linkerzijde Zien of men wel bij nacht ter wacht staat te allen tijde Of men bij dag zeer stipt aan d' ordes wel voldoet, En of de maag wel met comiezen wordt gevoed. Misschien ook was 't veel waard, als zij het hoofd kon draaien En zien eens rugwaarts om, naar al de studie-kraaien Want licht zit d' een of d'aar op 't uitgebroeide ei Als of 't zijn eigen nest, zijn eigen arbeid zij Licht zit men in den dut, of stcilt de ezels-ooren Om 't helpend fluisterwoord van makkers af te hooren Zoo sjouwt er menig heen, tot hij aan 't somber end Veel dommer dan hij was, geen a. b. c. meer kent. Maar neen, men mag den flerenwakkren knaap niet krenken Door op zoo'n lossen grond zijn leerlust te verdenken Minerva had geen vrees, dat m' achter zijn gestalt De wijsheid smaadt, en zelf zijn keur'gen spijs vergalt Zij vond het goed met 't helder oog vooruit te staren Op 't zegenvol genot dat dit gebouw kan baren, Gewis ik voel mijn trotsch in 't nederig Amersfoort, Waar men van lieverlee van beetre dingen hoort. Zoo naakt het uur, dat wij met eerc kunnen bogen Op al wat onze Stad in waarde kon verhoogen. Vt. Verleden Maandag is door het gemeente bestuur van Amersfoort in het openbaar aanbesteedA. het uitdiepen van de Lan- maar ik neem die verontschuldiging voor mijzelf niet aan. Alsof alles ertoe moest meewerken, om mijn plan in de hand te werken, zeide de oude Adams, nadat hij gedronken en zijn mond met de hand afgeveegd had: z/Ik weet vooruit wat er gebeuren zal, als wij niet oppassen. Zoodra ik mijne hielen gelicht heb, willen dadelijk de twee dames uit de keuken, met je komen bab belen, omdat zij wel weten dat je een weduwnaar bent en een goed uiterlijk hebt. Ik ken ze welMaar je zult door haar niet geplaagd worden. Ik zal de deur van de keuken sluitenen Jan den sleutel er van geven, dan kan je zonder letsel thee gaan drinken en terugkomen. Zij zullen dat wel niet prettig vinden, maar dat raakt mij niet. Ik zal haar eens laten zien, wie hier meester is, als Sir Geoffrey uit is." De oude man ging schuddende van lachen weg, en riep verscheidene keeren: z/Je zult den sleutel hebben, Brooke, wees maar niet bang!" Nu ik besloten had, het geld uit de kist te nemen, behoefde ik den vloer niet verder op te brekendaar het zeer ge makkelijk zou zijn, de ledige kist op te tillen en recht te zetten. Hetgeen mij het meest verontrustte, was

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1