NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baan, Bistloien, Eennes, Banersrali, Bmtlata, Hooeiatitl, Lensden, Soest,
Geen gras laten groeien.
Zaterdag 21 Augustus 1880.
Verborgen Goud.
No. 67.
Negende Jaargang.
Uitgever: A. Hf. Slothouwer,
W. Z. MULDER te Baarn.
begaven is er heel wat water langs den
Rijn gevloeid. Zij hebben nauwkeurig
onderzocht, kaarten geraadpleegd, inlichtin
gen ingewonnen, kortom alles voorbereid
wat het welslagen eenigszins kon waar
borgen. Doch toen die voorbereidende
stappen eenmaal waren gedaan, toen bleef
men waarlijk niet halverwege steken.
Overeenkomstig dit beginsel, heeft het
voorgeslacht groote dingen tot stand ge
bracht. Wanneer wij de wordingsgeschienis
nagaan van zoo menige kolossale onder
neming, waarvan we heden nog de vruch
ten inoogsten, dan vragen we somtijds:
Hoe is het mogelijk, dat men zoo lange
jaren rondliep met een plan, welks uit
voering, blijkens de latere ervaring, van
zoo gezegende gevolgen is geweest Maar
men oordeelt dan zeer onjuist. Die lange,
naar oppervlakkig inzien veel te lange
overweging, deed een onwrikbare overtui
ging geboren worden, en, was deze een
maal gevestigd, dan waren geen hinder
palen bij machte, de verwezenlijking van
het denkbeeld tegen te houden.
De geschiedenis noemt ons mannen,
wier naam onafscheidelijk verbonden is aan
een of andere grootsche onderneming. In
den regel was het dan geen opwelling van
het oogenblik, waaraan zij gehoor gaven,
doch een lang gevoelde innerlijke aandrang
die hen tot optreden aanzette. Somtijds
mochten zijzelf het geboortefeest van hun
levensdoel piet meevieren, doch waren het
anderen die de plant, door hen aange
kweekt, tot verdere ontwikkeling brachten.
De vraag is gewettigd of wij in dit
opzicht vooruit zijn gegaan.
Aan het thans levend en werkend ge
slacht wordt weieens ten laste gelegd,
dat het gebrek aan geestdrift ten toon
spieidt. Voor velen moge die beschuldi
ging waarheid bevatten wij gelooven
dat het onbillijk zou zijn' haar van alge-
meene toepassing te verklaren. Is er ooit
een tijd geweest van meer opgewektheid
in het tot stand brengen van allerlei ver-
eenigingen die zich de behartiging van
het publiek welzijn en de bevordering van
de meest afwisselende belangen tot taak
stelt? Zijn er niet in iederen kring man
nen van het initiatief aan te wijzen, die er
hun tijd, hun moeite en zelfs hun geld voor
veil hebben flinke ondernemingen op
touw te zetten en propagande te maken
voor edelmoedige denkbeelden? Worden
er geen plannen bij menigte gemaakt en
door de pers ter overweging aangeboden,
zoodat het er soms den schijn van heeft
als ware het publiek door een soort van
hervormingskoorts aangetast?
En toch zegt men, komt er ondanks
dat alles betrekkelijk weinig tot stand.
De gemaakte vorderingen op stoffelijk en
zedelijk gebied zijn niet in overeenstem
ming met de beweging die hier en daar
overal is waar te nemen. Een aantal
plannen, met hoeveel ijver ook aan het
licht gebracht, zijn doodgeboren kinderen
of sterven als zij pas het eerste levens
licht aanschouwden. Wat is daarvan de
reden?
Naar het ons voorkomt, wordt het be
ginsel van Frederik Hendrik omgekeerd.
Wij zijn vlug in het besluiten, maar boogst
traag in het uitvoeren. We willen al te
veel torens bouwen, zonder de kosten te
hebben berekend, en blijven reeds achter
wege als we pas de eerste materialen bij
een gesleept hebben.
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens uur, des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
In mijn schooljaren werd mij van Prins
Frederik Hendrik, den beminnelijkste on
zer stadhouders, geleerd dat hij was: //lang
zaam in het besluiten, vaardig in het uit
voeren."
Als zoodanig vertegenwoordigde hij, on
danks vreemde afkomst, het type van het
oud-N ederlandsch volkskarakter. Onze
vaderen gingen over geen ijs van één
nacht, maar hadden zij eenmaal rijpelijk
overwogen dat het noodig was te gaan,
welnu, dan lieten zij zich door geen kraken
en scheuren, zelfs niet door de aanwezig
heid van open wakken weerhouden. Reeds
de oude Germanen hadden daar iets van.
Lezen wij van hen dat het bij hen ge
woonte was een zaak tweemaal te over
denken, ééns als zij dronken en ééns als
zij nuchter waren, dan beschouwen wij
dat als een beeldspraak om te kennen te
geven dat zij eerst de geestdrift, daarna
het gezond verstand aan het woord lieten
komen. En hadden beiden ja gezegd,
dan ging het er op los, met onweerstaan-
baren aandrang, en werd meestal het doel
bereikt.
"Vóór de Nederlanders zich naar Indië
FEUILLETON.
IX.
Eensklaps zag hij mijne werkmand staan,
en begon die open te maken.
z/Pas op, kom daar niet aanriep ik
uit, in doodsangst opspringende.
//Waarom niet?" vroeg hij kalm, in het
geheel niet verschrikt door mijn driftig
opspringen en den toon, waarop ik sprak.
z/Om om omdat de werktuigen
scherp zijnen u zich misschien zoudt
bezeeren," antwoordde ik.
z/Ik zal ze niet aanrakenik wou ze
alleen maar eens zien."
Op dat oogenblik, dacht ik weinig hoe
veel invloed deze ontmoeting op mijn vol
gend leven zou hebben.
Met weerzin zette ik mijne plundering
voort; maar die weerzin verdween weldra
door de aanraking van het goud.
Dit oponthoud verhinderde mij, naar huis
te gaan, voordat Adams met het rijtuigje
van het station terugkeerde. Hij kwam bij
mij, maar dat was slechts om mij den sleu
tel te geven en mij te verzekeren, dat ik
geene stoornis van de meiden te vreezen had.
Zoodra het geluid der wielen van het
wagentje in de verte verdwenen was, nam
ik mijne mand op, en ging met mijne eer
ste lading heen. Ik had niet meer dan
een achtste gedeelte van den schat, en toch
trilden mijne beenen onder het loopen, en
ik meende zeker, dat iedereen, die mij
tegenkwamdadelijk zou ontdekkendat
ik gestolen goud bij mij droeg.
Adams bad zich niet vergist. Toen ik
voorbij de deur van de keuken ging, hoorde
ik, dat de meiden beproefden het slot te
openen, en op driftigen toon met elkander
spraken. Ik opende de huisdeur en keek
behoedzaam rond terwijl ik haar weer sloot.
Ik zag niemandmijne vrees gaf mij kracht
om te loopenen ik vloog heenzonder
iemand te ontmoeten. Zooals ik gezegd
heb, grensde mijne werkplaats aan de lan
derijen van het klooster, en om minder
gevaar te loopen gezien te worden, liep
ik er doorheen, in plaats van het pad te
volgen en het hek uit te gaan. De zware
mand vermoeide mij zoozeer, dat ik mij
genoodzaakt vond, even uit te rusten. Te
dien einde nam ik haar van mijne schou
ders en wilde haar juist nederzetten, toen
een van de hengsels brak en mijne werk
tuigen over den grond vielen. Gelukkig
viel het goud er niet uit, daar een jongen,
die op den weg liep, mij licht had kun
nen betrappenik nam de werktuigen
haastig op en kwam in mijne werkplaats,
zonder opgemerkt te zijn.
Ik wilde mijn tijd niet verspillen met
het maken van de mand; ik had reeds
besloten haar niet meer te gebruiken, want
Niet aan geestdrift ontbreekt het ons
over het algemeenmaar aan volharding.
In dat opzicht kunnen we de vergelijking
met het voorgeslacht niet doorstaan. Of
het door den omgang met minder degelij
ke natiën komt weet ik niet, doch een
feit is het, dat wij vluchtiger zijn gewor
den. We zetten een plan op, redeneeren
en schrijven er over, betoogen met een
ontzaglijken woordenvloed dat er de meest
mogelijke behoefte bestaat aan 't geen we
voorhebben, maar als dat zoo een poos
heeft geduurd laten we het werk onzer
handen plotseling varen en er groeit een
dikke laag gras over.
't Is waar dat het leven in verloop
van eeuwen veelzijdiger is geworden. We
zijn minder geneigd dan onze voorzaten
om onze aandacht op een punt te vestigen,
en daaraan te blijven hangen met die
taaie vasthoudendheid die spreekwoordelijk
is geworden. Bij al de voordeelen van
deze veranderde zienswijze, kunnen we
toch het oog niet sluiten voor de onmis
kenbare nadeelen. Door al te spoedig
van het een op het ander over te sprin
gen, brengen we per slot van rekening
niets belangrijks tot stand.
In onze dagen, die zoo dringend roepen
om hervorming op menigerlei gebied,
mogen we daar wel een weinig aan den
ken. Verdeeling van den arbeid is hier
in zekeren zin noodzakelijk. Hebben we
eenmaal besloten, onze krachten aan een
bepaalde zaak te wijden, vooruit dan, met
beleid en moed. Dan moeten we daaraan
vasthouden, en er geen gras over laten
groeien en diezelfde krachten niet splitsen
door onder iets anders de schouders te
zetten. De ware vooruitgang wordt niet
zij was niet zeker en er kon niet genoeg
indaarom nam ik een stevigen zak, dien
ik anders voor krullen gebruikte, vouwde
hem op en ging er mee naar het klooster.
De volgende reis was nog gelukkiger
dan de eerste: Ik ontmoette niemand, en
droeg meer dan honderd pond in den zak.
Maar zij had meer tijd gekost, en het was
niet onmogelijk, dat ik den volgenden keer
het wagentje, op den terugweg, kon ont
moeten. Ik deed eenige krullen en eene
pas geschaafde plank in den zak, en dezen
nam ik, met mijne werktuigen, mee naar
het klooster.
De helft van de krullen strooide ik over
den grond, opdat ik een uitvlucht zon
hebben, wanneer Adams mij erop betrapte,
dat ik ze in den zak deed; boven op de
krullen legde ik de plank en mijne schaaf.
Voor den laatsten keer ging ik naar den
schat en vulde mijn krullenzak met het
overblijvende gedeelte, en schudde de munt
stukken goed naar beneden, opdat zij niet
zouden rinkelen. Toen, daar ik nog niets
van het terugkeerende rijtuig bemerkte,
besloot ik de laatste gewaagde reis onmid
dellijk te ondernemen.
Deze keer was ik weer gelukkig. Ik
bereikte mijne werkplaats, legde de zak
met het geld in de zaagselkist, en keerde
4MERSF00RTSGRE COURANT
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Franco door het geheele Kijlc1,10. MLRSFOORT. Iedere regel meer0,05.
Afzonderlijke nummers 3 Cent. Agent voor Baarn en Omstreken: Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in.
z/Ik wil ze u wel eens laten zien, jon
ker," zeide ik, en trok de mand naar mij
toe, terwijl ik weer op de trede ging zit
ten. Toen opende ik mijne mand een wei
nig, nam er de werktuigen stuk voor stuk
uit, en verklaarde hem de wijze, waarop
zij gebruikt worden; iederen keer sloot ik
de mand en hield de hengsels in mijne
linkerhand, want ik zag eenige goudstuk
ken glinsteren. En zoo bracht ik den tijd
door en hield ik den jonker bezig, totdat
hij door de juffrouw geroepen werd.
z/Ik dank je wel, dat je mij de werk
tuigen hebt laten zien," zeide de kleine
baron met eene buiging, toen hij heen ging.
z/Ik heb ze in hun keuken opgesloten,
die feeksenzeide hijen ging heen, zoo
snel als zijne oude beenen hem konden
dragen. Hij was gekleed in eene oude livrei,
die waarschijnlijk niet voor hem gemaakt
was, en hij had een hoed op, die geheel over
zijn hoofd zou gezakt zijn als zijne wijd-
uitstaande ooren het niet verhinderd hadden.
JU