NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
t, Baan, Bisctoten, Earns, Hanerni,
Soherpenzeel, Menton,
,L
t
Woensdag 1 September 1880.
Verborgen Goud.
No. 10.
Negende Jaargang.
Lit ge ver: A. M. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens uur, des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal In rekening gebracht.
FEUILLETON.
OORTSC
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 8 maanden f 1,—.
Franco door het geheele Kijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
TE AmEBSFOOBT.
AgeDt voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baabn.
Advertentiën van 16 regelsJ 0>0.
Iedere regel meer0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in.
OFFICIEELE PUBLICATIËN.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien art. 21 der wet van 4 Decern-
cember 1872 (Staatsblad No. 184),
Brengt ter kennis van de ingezetenen,
dat in de laatstverloopen week aangifte is
gedaan van 2 lijders aan ROODVONK en
2 sterfgevallen aan die ziekte alhier zijn
voorgekomen.
Amersfoort, den 30. Augustus 1880.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente dat het door den provin
cialen Inspecteur van 's rijks directe belas
tingen enz. in Noord-Holland en Utrecht
executoor verklaard kohier No. 4 van de
PERSON EELE BELASTING over het
dienstjaar 1880/81 aan den Ontvanger
van 's rijks directe belastingen alhier is
ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht
is zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoortden
80. Aug. 1880.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
XII.
In twaalf jaar ging onze zaak zoodanig
vooruit, dat iedereen, behalve ik zelf, er
zich over verwonderde. Ik begon met zelf
het pottenbakken van het begin tot het
einde te leeren, waardoor ik niet alleen
te weten kwam waar gebreken bestonden,
maar ook wat er de oorzaken van waren,
hoe zij uit den weg geruimd moesten
worden. Toen begon ik met de schei
kunde, ten einde met de geheimen van
de kleuren bekend te raken, en na eeni-
ge proefnemingen gelukte het mij, uit een
mengsel van megagoon en cobaltzouten
eene kleurstof te bereiden, die niet behoef
de achter te staan bij die van de beste
pottenbakkerijen van Staffordshire.
Jegens de werklieden was ik vrij streng
en trachtte daarbij eerlijk te /ijn. Ik
betaalde hooge loonen en eischte goed
werk. Geen enkel stuk van minder ge
halte liet ik naar het magazijn gaan. De
kleinste fout in eene schaal was genoeg
om haar te breken, en als het de schuld
was van een der werklieden, moest deze
op eigen kosten een nieuw stuk maken.
Amersfoort, 31 Aug. 1880.
Z. M. de Koning heeft benoemd tot
Luitenant ter zee 2e klasse, de adelborst
le klasse Naudin ten Gate.
De ,/vereeniging tot verzameling van oud
heden" alhier, heeft eenige platen ont
vangen betrekking hebbende op Oldenbar-
neveld's terechtstelling; het bestuur sprak
bij monde van den voorzitter den wensch
uit om zooveel mogelijk te verzamelen
wat op de nagedachtenis van Oldenbarne-
veld betrekking heeft; een monument van
den grooten man, die in Amersfoort ge
boren werd, zoude niet misplaatst zijn op
de van ouds genoemde oude vischmarkt.
De Belgische feesten zijn afgeloopen, de
congressen zijn geëindigd; in haar verslag van
de sluiting van het internationaal congres
voor het onderwijs zegt de l'lndépendance
Beige
Eindelijk ontvangt een Nederlandsch
redenaar, den heer A. M. Kollewijn, leeraar
in de geschiedenis te Amersfoorteene
zegepralende toejuiching, die hij eensdeels
te danken heeft aan zijne hoedanigheid
als Nederlander, aan zijne tegenwoordig
heid op ons congres en aan de broederlijke
gevoelens, die hij jegens de Belgen uit,
maar anderdeels aan den gloed zijner
woorden en het edele zijner denkbeelden.
(Zie verder de laatste berichten.)
Door de welwillendheid der directies
van de Nederlandsche Rhijn-spoorweg en
Centraal-spoorwegmaatscbappijdaartoe in
staat gesteld, zal het bestuur der afdeeling
„Amersfoort" van de vereeniging Volks
onderwijs op Vrijdag den 3 Sept. e. k.
met 108 kinderen van de hoogste klassen
der openbare kostelooze scholen en der
diaconieschool alhier, welken geen enkelen
schooltijd verzuimd hebben en tusschen
de 10 en 12 jaar oud zijn, een reisje
maken naar den Haag. Met den trein van
9,6 's morgens zullen die kinderen, onder
toezicht van hunne onderwijzers en onder
wijzeressen en begeleid door eenige be
stuursleden, van hier vertrekken. Tegen
halftwaalf komen zij te 's Hage, wandelen
naar het Bosch, waar zij in het Willems-
Pavilloen zich verfrisschen, eene wandeling
doen door het Bosch en de residentie om
later in de Volksgaarkeuken een klein mid
dagmaal te gebruiken; per trein van 6,35
's namiddags uit 's Hage te vertrekken en
om 9,14 naar hier terugtekeeren.
De vijftiende algemeene vergadering der
Vereeniging van leeraren aan inrichtingen
van Middelbaar onderwijs werd Vrijdag
avond om 7 uur te Amsterdam in „Artis"
door den heer Dr. C. P. Burgerdirec
teur der R. H. Burgerschool te Leeuwar
den met een welkomstgroet geopend.
Daarbij waren tegenwoordig o. a. de in
specteur Dr. Steijn Parvé en de kapitein
I. van Dam van Isselt. Ten gevolge van
eene wijziging der statuten zijn twee mi
litairen, kapitein van Dam van Isselt en
majoor W. D. Hoijeralsmede de heer
H. J. Cock Ankersmit, lid der commissie
van toezicht te Apeldoorn, als leden aan
genomen. Op voorstel van den heer W.
J, Hakkert werd besloten de 16. alge
meene vergadering in het volgende jaar
te doen plaats hebben te Amersfoort
eenige leden stemden voor Rotterdam, en
Hierdoor werden de werklieden voorzich
tig, en na eenigen tijd, werd er maar zel
den eenig gebrek gevonden aan het werk,
dat zij leverden; zoodoende werd onze
fabriek bekend, door het zuivere en net
te werk, juist het tegenovergesteld van
dat, waardoor zij vroeger berucht was ge
weest.
lederen dag werd de aanvraag grooter,
en om eraan te kunnen voldoen, voegden
wij achtereenvolgens veertien nieuwe ovens
bij de vijf oude, en richtten wij nieuwe,
en meer doelmatige werkkamers in. Voor
deze uitbreidingen gebruikte ik mijn ge
heele kapitaal; maar het was eene veilige
en goede belegging. Bovendien stak ik
mijne overwinst ook in de zaak, en ge
bruikte zelf niet meer dan noodig was
voor de noodzakelijkste behoeften. Alle
geldelijke zaken vertrouwde ik mijnheer
Clifford toe, die een zeer vertrouwbaar
raadgever bleek te zijn. Na tien jaar
vroeg ik hem: „Hoe staan de zaken,
mijnheer Clifford," en hij antwoordde: „Uw
kapitaal is verdubbeld, mijnheer Brooke."
Ik kon dus de geheele som, die ik
uit het Crastock-klooster weggenomen had,
teruggeven, en dan had ik nog genoeg
om mijne zaak voort te zetten; maar ik
had een ander plan, en dat washet dub
bel der waarde van het verborgen goud
enkele anderen voor den Haag en Nijme
gen. Zaterdag den 28 Augustus werd de
vergadering voortgezet in 't Gebouw der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen;
daarbij waren ook tegenwoordig de heer
Dr. M. Salverda, inspecteur van het M.
O.en de wethouder van onderwijsde
heer de Koning. Na afloop dezer bijeen
komst werd het Schoolmuseum bezocht;
ten zes ure was er diner in „Artis" waar
aan ook de beide heeren Inspecteurs deel
namen, en 's avonds werd door de verga
derde leeraren en corps een bezoek ge
bracht aan het concert in het Paleis voor
Volksvlijtwaar hun vrije toegang werd
verleend.
Het examenuitgeschreven door de
Ned. Toonkunstenaars Vereeniging om
diploma's van bekwaamheid te verkrijgen
tot het geven van degelijk muziekonder
wijs heeft Zaterdag en Zondag j.l. te
Utrecht plaats gehad in het gebouw voor
Kunsten en wetenschappen. Examinatoren
waren H.H. Richard Hol, W. F. G. Ni-
colai, J. G. Mulder en Th. L. van der
Wurff. Van de twaalf candidaten, die zich
aangemeld haddenverwierven acht het
diplomawaaronder onze stadgenoot de
Heer F. J. Schweinsberg, voor drie vak
ken, piano, viool en koorgezang; de ove
rigen hadden zich voor een of twee vakken
aangemeld.
Den prijs door den Heer L. F. Maas
Geesteranus met zijn paard „Japo-
naise" behaald, in de wedren met hin
dernissen, berijder was Baron von Keudell,
ritmeester, bestaat in een zeer fijn, keurig
terug te geven. Mijn diep schuldgevoel
eischte eene rijkelijke vergoeding, en ik
wist, dat uitstel voordeelig was voor den
toekomstigen vinder. Het verheugde mij
zeer, dat ik het geld op eene zoodanige
wijze gebruikt had. Ik dacht er dikwijls
over na, hoe lang het geld daar zou lig
gen, nadat ik het weder in de kist zou
gelegd hebben, en of het den vinder voor
deel zou aanbrengen evenals mij.
Als ik mijne lieve Iris, die nu eene
schoone, aardige en welopgevoede jonge
dame was geworden, aanzag, voelde ik,
hoeveel ik aan de ontdekking van het
verborgen goud te danken had. Ik was
er het bezit van mijn kind aan verschul
digd. Armoede zou ons gescheiden, en
mijn teer dochtertje misschien gedood
hebben. Zij had geene krachtige na
tuur, maar geleek op die planten, die
slechts bloeien bij eene zeer goede verzor
ging, die noch in weligen grond, noch tus
schen onkruid kunnen leven.
Zij had al deze jaren gewoond in een
huis, dat niet ver van de pottenfabriek
lag, en dat ik, dadelijk nadat ik compag
non van Peyton was geworden, gehuurd
had. Miss Simpson had de regeling van
het huishouden en de zorg voor Iris op
zich genomen meer, geloof ik, uit een
gevoel van medelijden voor mij, dan uit
lust om Brixton te verlaten.
Iris was zeer aan haar gehecht, en daar
zij het onmogelijk vond Miss Simpson
slechts als vriendin te beschouwen, noem
de zij haar „Grootma" een naam, dien
zij altijd behield. Was ik werkelijk haar
zoon geweest, dan hadden wij niet door
meer genegenheid verbonden kunnen zijn.
Grootma was in haar jeugd goevernan-
te geweest, en daar zij een zeer sterk ge
heugen had en zich voor vele dingen
interesseerde, nam hare kennis met den
ouderdom toe. Van haar leerde Iris alles,
wat zij noodig had, behalve Fransch en
eenige nieuwerwetsche zaken, waarin eenen
goevernante haar onderwees.
De gebeurtenissen uit dien tijd behoeven
niet vermeld te worden; onze gelukkige
dagen hebben geene geschiedenis. De
eerste belangrijke gebeurtenis, die ik te
vermelden hebviel voor aan het einde
van dit tijdvak, en was de voorbode van
slechte tijden.
Het was de avond vóór den verjaardag
van mijne dochter, en aan de blikken
die zij en Grootje voortdurend wisselden
kon ik duidelijk merken dat zij een of
ander plan hadden, dat zij mij mee zou
den deelen, zoodra er zich eene goede
gelegenheid voordeed.
Na het avondeten gingen wij, om het