NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR laken, mm Soherpenzeel, Stoutening, Vniscle en fontterg. r Woensdag 29 September 1880. HET PROGYMNASIUM. Verborgen Goud. No. 18. Negende Jaargang. Uitgever: A. JM. Slothouwer, Advertentiën knnnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens §V3 uur,des Woens dags en Zaterdags. Dene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. FEUILLETON. AIERSFOORTSCHE COURANT Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door bet geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Agent voor Baarn en Omstreken: W. Z. MULDER te Baarn. Advertentiën van 16 regels Iedere regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in. 0,40. 0,05. Nu het nieuwe gebouw zijne voltooiing nadert en de tijd zeker niet verre is, dat het aan zijne bestemming zal beantwoor den, schijnt het mij niet ongepast toe, met een enkel woord het ontstaan en de toe komst van het Hooger onderwijs in deze gemeente te bespreken. Reeds vijf eeuwen geleden bloeide hier eene Latijnsche school in het oude gebouw van de Stadswaag op de Appelmarkt. "Vijftig jaar geleden werd ze overgebracht naar het tegenwoor dige Gymnasium in de Heerenstraat en dat dit niet meer aan de billijke eischen voldoen kan, is voor een ifeder duidelijk, die met den toestand bekend is. Want door de goede zorgen van curatoren en gemeentebestuur, niet het minst door de bemoeiingen vap den Burgemeester, ge steund bovendien door- eene belangrijke jaarlijksche subsidie der oud-bisschoppe- pelijke clerezie, is het mogelijk geworden eene nieuwe inrichting in het leven te roepen, die aan de eischen der wet kan beant woorden. Door aanhouden verkreeg men van den Staat de helft der jaarlijksche uitgaven terug en het bestaan van eene inrichting, die telkens naar de behoeften XX. Na het eten namen Grootma en ik als redelijke wezens een boek, en trokken onze stoelen dicht bij het vuur om den geheelen middag te lezen, terwijl Iris de kippen ging voeren en Harold meeging om haar te helpen. Zij vroeg ons wel om mee te gaan, maar drong er niet op aan, toen Grootma zeide dat zij bang was voor den wind, en ik liever wilde blijven lezen bij het vuur. Zij gingen vroolijk weg, toen begonnen Grootma en ik ernstig te lezen. Even te voren had zij erover geklaagd, dat hare oogen niet meer zoo goed waren als vroe ger. Zij zag eerst door de glazen, toen eronder door, toen erover, maar het gevolg was in ieder geval, dat zij de bril afnam en eerst het boek en daarna de oogen sloot. Arme oude Grootmazij moet Zondags 's middags even slapen," dacht ik, en keek in mijn eigen boekmaar wat ik las werd gemengd met de bosschen van Camp en Harold, en Iris en de anemonen, en onze oude Grootma, die hare oogen niet des tijds gewijzigd, reeds eeuwen oud is, bleef verzekerd. Een nieuw gebouw ver rees, sierlijk voor het oog en naar wij verwachten doelmatig voor het gebruik eenvoudig maar degelijk, op noodzakelijk heid, niet op weelde is hier gelet en met de financiën der stad is wel ter dege reke ning gehouden. Zou de een het liever hier en de ander daar gehad hebben, wij meeneu, dat het in het midden der stad niet ondoelmatig gezet is en dat juist dat gedeelte der Singel langzamerhand zal ver beteren. Vooral wanneer na verloop van tijd, de kazerne in een nieuw, schoon ge bouw zal overgebracht zijn, is er wellicht voor het Progymnasium nog gelegenheid eenig terrein daar achter te bekomen, *'t geen door sommige deskundigen wordt gewenscht. Is nu de stichting der scho len voor de gemeente voordeelig? //Een dwaze vraag", zal iemand zeggen. Ont wikkeling is altijd voor een plaats voor deelig. Deze of gene pruttelaar even wel en ze zijn er redeneert an ders en zegt, ik wou, dat er geen Hoogere burgerschool was, geen Progymnasium, geen meisjesschool, liefst zoo min moge lijk andere scholen, dan betaalde ik min der belasting en de boel ging toch goed. Maar juist dat laatste moet bewezen wor den en ik stel er tegenover, dat juist deze stad, die een aantal doofpotachtige elemen ten bezit, met een onevenredig groot aan tal armen, die niets betalen, maar enkel halen en trekken, weinig aantrekkelijks zoude bezittenterwijl het juist nu voor rijks- en gemeenteambtenaren een gewilde plaats is. Nu wordt er langzamerhand een andere geest in de jonge harten gekweekt, kon openhouden, en toen, zonder dat ik wist waar ik was, of wat er gebeurde, hoorde ik een luid gelach, en toen ik wakker werd zag ik Harold en Iris, en zelfs Grootma naar mij kijken, terwijl de jongelieden een hoop oude hoeden op mijne knieën hadden gestapeld. Zij lachten allen, toen ik zoo verwon derd opkeek zelfs Marie, de meid, die juist het theegoed gebracht had, lachte, hoewel zij alle moeite deed om zich goed te houden. Na het theedrinken bleven wij in de schemering zitten en Grootma opende de piano en speelde oude liederen, die wij allen meezongen. Na het avondeten, wanneer de twee da mes reeds naar boven waren gegaan, ble ven Harold en ik meestal nog eenigen tijd zitten praten en rooken. In dit rustige halfuurtje vertelde Harold mij op zijne kalme manier, dat hij, wanneer de zaken van zijn vader beter geregeld waren, hoop te te trouwen, en hij vroeg mij of ik hem als schoonzoon wilde aannemen. De vraag verraste mij in het geheel niet. z/Je kent mij genoeg om te weten wat mijn antwoord zal zijn," zeide ik; //maar wij moeten nog eens rijpelijk over de zaak nadenken, voordat wij een besluit nemen. Heb je er al met Iris over gesproken zoodat men hopen mag, dat de jansalie- geest langzamerhand zijn afscheid zal ne men. Voor hen die dus liever met de nachtschuit reizen, want dan hebben ze nog logies toe is mijn taal niet bestemdik zal ze niet genezen van hunne vooroor- deelen en ze zullen wel met hun slaap muts in de kist gaan. Voor het meer intel- lectueele gedeelte van deze stad is het even wel van het grootste belang, dat hunne kinderen, die zullen studeeren, nu nog vier faren de voorrechten van het huisgezin kunnen genieien. Op dezen leeftijd heb ben zij nog het meeste behoefte aan leiding en huiselijke omgeving, Een niet minder groot voorrecht is het voor deze stad, dat het college reeds sinds 1726 zijn scho lieren de lessen op het Gymnasium laat bijwonen. Daardoor is het bestaan van een genootschap in deze stad verzekerd, dat zonder pracht of praal werkende, door een voud des harten en stille plichtsbetrachting uitmunt, dat niet door heerschzucht af stoot, maar door bescheidenheid trekt en tot navolging opwekt. Het getal der scholieren van het Pro gymnasium, dat steeds toenemende is, zal zulks gelijk in alle plaatsen nog meer worden. Want wij kunnen het aan ouders niet genoeg aanbevelen, als uwe kinderen lust tot werken hebben en uwe omstandig heden het toelatenleidt ze op tot studie, omdat kennis altijd brood vindt; al is de boterham voor ieder niet even vet ge smeerd en dat hoeft ook niettoch wordt ieder hier verzadigd. Is de stichting van het Progymnasium nu voldoende en kan men nu vrijelijk zijn oor op het kussen leggen Antwoord z/Neen, maar wij verstaan elkander. Wij weten, dat wij elkander liefhebben en dat die liefde zal duren zoolang wij zullen leven." z/En je vader z/Ik heb nog geene gelegenheid gehad, hem over mijne persoonlijke aangelegen heden te schrijven. Hij is lijdende, en gaat gebukt onder geldelijke moeielijkhe- den. Hij is niet zeer praktisch en wil in die zaken niet geholpen worden." Den volgenden dag vond ik op mijn schrijftafel een enveloppe met zwarten rand en een buitenlandschen postzegel, geadres seerd aan //Sir Harold Grandison, Baro net." Hij meldde den dood van Sir Geof frey Grandison; en kwam uit Nice, van waar hij door den secretaris van den over leden baronet geschreven was. Harold was zeer geschokt door dit plot selinge, hoewel niet onverwachte bericht. Hij was in het laboratorium bezig kleuren te mengen, toen ik na hem zoo goed mo gelijk voorbereid te hebben, hem den brief gaf. Hij had een vijzel in zijn schoot hij legde den stamper neer, nam den brief kalm aan, las het opschrift, en brak bet lak met een diepen zucht open. Het cou vert zeide hem, evenals het mij gedaan had, alles; de korte inhoud was slechts neen. Wat dan? Het moet een volledig gymnasium worden. Want dat kunnen wij krijgen, behalve door eeuige meerdere gelde lijke offers door zooals nu reeds gedaan isde leerkrachten der Hoogere burger school te vereenigen met die vqm het Progymnasium. De cursus moet met twee jaren verlengd worden dan zal het getal leerlingen nog veel meer toenemen, omdat de jongelieden van buiten, nu liever naar een volledig Gymnasium gaanwaar zij alle zes de klassen doorloopen, dan hierheen, waar zij hoogstens vier jaar kunnen blij ven en dan weder naar elders moeten ver trekken. Het zoude voor de ouders hier ook wel zoo aangenaam zijn, hunne kinderen bij zich te kunnen houden, tot zij student wordendan ze twee jaar te voren reeds ergens anders heen te moeten zenden. Gaf een einddiploma van een Progymna sium nu nog maar het recht om zonder examen in de vijfde klasse van een Gym nasium te komen, dat in het geheel niet onredelijk zoude zijndaar het geheele leerplan gelijk is, maar ook dit heeft men niet eensmen staat gelijk met elke bi- zondere instelling van onderwijs, met elke kostschool. Daarom verwachten wijdat dit is eene eerste schrede en daarvoor zijn we recht dankbaar, doch dat de kroon op het werk zal gezet worden als Amersfoort een volledig Gymnasium bezit. Doch laten wij den tijd niet vooruit loopen er zitten goede stuurlieden aan het roer wij staan aan den wal en zonder bedillen of morren roepen wij aan het nieuwge bouwde Progymnasium een luid hoezee! toe. eene herhaling. Hij las hem, legde hem op de bank neer, nam toen den stamper weer op en ging weer aan het werk, zon der een woord te zeggen. Ongetwijfeld dacht hij aan het verle- dene, waartoe men op zulke oogenblikken zoo geneigd is, en herinnerde hij zich onbeduidende voorvallen uit zijne kindsheid: het uiterlijk van zijn vader, bij zekere gelegenheden, woorden die hij gebruikt had dingen, die niemand anders zich zou herinneren. Eens legde hij den stamper neer en veegde hij met den rug van zijne hand langs de oogen, en toen hij hem weer opnam trilden zijne lippen. Ik wenschte van ganscher harte, dat ik hem kon troostenmaar wat kan een man in dergelijke gevallen doen z/Als Grootma en Iris maar hier wa ren," dacht ik, //hoe gemakkelijk zouden zij zijn hart verlichten Hij zag mij aan, en las mijn medelijden in mijn gelaat. Ik kon Diets dan hem mijne hand toesteken. Toen nam hij den vijzel uit zijn schoot, stond op en zeide: z/Ik moet er dadelijk heen gaan. U weet wat er gebeurd is." Hij schudde het stof van zijn voor schoot, deed het af en hing het op zijne

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1