Hoogland. Heden gedenkt den Heer I. L. de Roth, alhier, den dag waarop hij voor vijfentwintig jaren tot ontvanger dezer gemeente werd benoemd. Naar wij verne men zal den geachten jubilaris door de hem zeer genegen gemeenteleden een fraai geschenk worden aangeboden. Bunschoten. Bij koninklijk besluit van 10 October 1880, no. 14 is, als blijk van Zijner Majesteits tevredenheid, de bronzen medaille, ingesteld bij Hoogst- deszelf besluit van 22 September 1855 no. 64, alsmede een loffelijk getuigschrift cholen, maar dat het ook, in stede van aan deskundigen, wordt opgedragen aan de onderwijzers zeiven van wie bij hunne benoeming niets meer dan eenige kennis van de theorie van den zang ver- eischt wordt. Op de wonderlijke regeling, die het zingen tot een verplicht leervak verheft, zonder dat den onderwijzer de eisch wordt gesteld dat hij zelf in die kunst is be dreven, is meermalen gewezen. Aan wet ten en koninklijke besluiten, die dezen vreemden toestand bestendigen, kunnen we niets veranderen, doch de gemeente besturen kunnen, bij aanstelling van on derwijzend personeel, eischen, dat de kan didaten zingen en zang onderwijzen kun nen. In meerdere gemeenten wordt dat gedaan, en met uitstekend gevolg. Dat verdient meer aanbeveling dan het aan stellen van speciale vak-onderwijzersdeze behooren in de lagere school voor de ge wone leervakken niet thuis. Hun optre den verbreekt het logisch verband der school, en zou oorzaak zijn dat de gewone onderwijzers zich nog minder dan thans het geval is op de beoefening van den zang toelegden. Dat het getal niet-zin- gende onderwijzers zóó groot is als som migen beweren, gelooven we nietimmers, overal waar zangvereenigingen bestaan tellen dezen een aantal onderwijzers en onderwijzeressen onder haar werkende le den. Yoorts zal dat getal nog geringer worden, als het maar regel is dat zij die niet kunnen zingen hun kans op het be komen van een flink bezoldigde betrek king zien verminderen. In het adres wordt nog met een enkel woord de wenschelijkheid besproken naar éénheid hij het zangonderwijs, opdat kin deren van verschillende scholen dezelfde liederen leeren zingen om bij openbare gelegenheden in staat te zijn samen een eenvoudig zangstuk uit te voeren. Dat is een voortreffelijke gedachte, waar van de verwezenlijking ongetwijfeld den volkszang moet verbeteren! Het doel is echter op weinig omslachtige wijze te be reiken de hoofden der scholen behoeven slechts bij den aanvang van eiken cursus samen te komen, om een programma van liederen voor het volgend jaar te kiezen. Ook daar is de tusschenkomst van den 0 vak-man" overbodig. Niet door aan de volksschool een vreemd element toe te voegeneen musicus van professie is niet altijd een geschikt paedagoog, maar door binnen de gren zen der school zelve op verbetering aan te dringen, zullen we bij flinke samen werking er in slagenhaar een goed fun dament te doen leggen voor een echt Nederlandsch volksgezang. De Directeur van het Postkantoor te Amersfoort, maakt bekend, dat van af 15 Oct. de laatste buslichtingen voor de ver zendingen per Centraal- en Oosterspoorwe gen geschieden als volgt Centraal-Spoorweg. Rigting naar Utrecht, ten 8.30 's morg., 10.26 's morg., 2.15 'sav., 5.26 'sav. en 8.45 'sav. Rigting naar Kampen, ten 8.25 's morg., 4.2 's av., 5.38 's av. en 8.46 's av. Ooster-Spoorweg. Rigting naar Zutphen. ten 8.28's morg., 12.54'sav., 5.53'sav. en 8.50 's av. Rigting naar Amsterdam, ten 8.27 's morg., 12.55 's av., 5.25 's av. en 8.50 's av. De ligting van de ijzeren brievenbus aan de St. Janstraat geschiedt: ten 6.15 's morg., 9.45 's morg., 12.40 's av. en 8.15 's av. De dienstregelingen zullen spoedig ver krijgbaar zijn. De Directeur voornoemd, C. SMITT. Amersfoort, 15 Oct. 1880. Maandag jl. werd het Museum te Amers foort bezocht door Dr. Hjalmar Stolpe, Conservator aan het K. Archeologisch Museum te Stockholm. Ten gevolge eener opdragt van de Zweedsche Akademie van Wetenschappen doet deze geleerde, een wetenschappelijke reis door Europa, speci aal voor archeologische en ethnographische onderzoekingen. Geruimen tijd vertoefde Dr. Stolpe op het Amersf. Museum, nam alles naauwkeurig in oogenschouw, vervaar digde schetsen t n afdrukken van verschil lende voorwerpen en betuigde meermalen zijne ingenomendheid met hetgeen in be trekkelijk korten tijd was bijeenverzameld. Wij wenschen den waardigen man, dat hij nog vele jaren voor de gemeente moge arbeiden. was, den volgenden morgen eens bij hem aan wilde komen. Toen ik bij mijnheer Clifford kwam zeide hij z/Ik heb gisteren de zaken in orde ge maakt en de dertienduizend pond liggen tot je dispositie. Wij zullen alle bizonder- heden maar dadelijk nagaan." Ik slaakte een diepen zucht van verlich ting en keek de kamer rond alsof ik ergens een hoop goud verwachtte te zien, zooals ik twaalf jaar geleden in mijne zaagselkist lag. z/Hier is het geld," zeide mijnheer Clif ford vroolijk, toen hij mij een wissel gaf. Ik had natuurlijk meer wissels van een enorm bedrag geschreven en uitbetaald; maar ik bekeek dit stuk papier, de vrucht van zooveel jaren angst, de kwellingen en de vrees van zoovele jaren, met een onbe schrijfelijk gevoel van verwondering. De wissel was door mijnheer Clifford geteekend. z/Ik betaal je het geld in dien vorm," zeide hij, f/om het je gemakkelijk te ma ken. Je wilt het geld zeker betalen, zonder dat men ziet waarvandaan het komt?" j/Ja zeker; maar hoe moet ik dat aan leggen z/Hier is het adres van den kassier van Lord Grandison; je behoeft hem dien wis sel slechts uit naam van Lord Grandison te betalen. Ik ga in dien tusschentijd even naar Quyp en Crankie om hun te zeggen dat mijn cliënt ik zal uw naam niet noemen dertien duizend pond heeft be taald voor Lord Grandison. Wil ik er ook bijzeggen dat je Lord Grandison wilt laten weten, dat het geld betaald is, ter voldoe ning van eene zeer oude schuld?" z/Ja, dat is heel goed. Ik ben je zeer dankbaar voor den spoedwaarmee je mij van mijn zwaren last ontheven hebt." z/Dat is mijn ambt, en je betaalt mij voor mijne diensten, Brooke; en bedenk wel dat je last slechts van den eenen naar den anderen schouder geplaatst is. Binnen drie maanden zal je zware wissels te be talen hebben." //O, dat is niets," zei ik luchtig, en ik voelde, dat door hard werken, alles wel in orde zou komen, want, zooals ik ge zegd heb, ik wist niets van geldzaken, met hare fijne berekeningen. Toen ver volgde ik, terwijl ik den vriendelijken ouden man de hand drukte: z/Je sprak van het betalen van je dien sten, Clifford; maar hiervoor kan je niet betaald worden. Ik zal altijd je schulde naar blijven." Ik gevoelde wat ik zeide. Wij namen op straat afscheid; mijnheer Clifford ging naar Gray's Inn, ik naar Lombard Street. In gaf de wissel aan het kantoor af en ging toen naar het station. Want al had ik niet zooveel teruggegeven als eerst mijn plan was, ik had toch ten minste de som, die ik uil het klooster weggehaald had, terugbetaald. De brief van zijn grootva der kreeg hij te laat om er partij van te trekken. Met Crastock verkocht hij zijne rechten op alles wat er in was, en het was nu niet meer in zijne macht om zich van de waarheid van Lord Grandison's ontdekking te overtuigen. Als ik het geld nooit gezien had, zou hij het nu verloren hebben. Wordt vervolgd.) toegekend aan Geertje Koelewijn, vrouw van Bort Hartog, alhier wegens de redding van het driejarig zoontje van den vee houder Hendrikus Huygen alhier uit de Spakenburgergracht, op 30 Augustus 1880. HULPBANK TE AMERSFOORT. Tot het geven van gelden ter leen zal eene Com missie uit het bestuur op MAANDAG, den 18. Oct. aanstaande's namiddags van halftwee tot half drie, zitting houden in een der localen van het Raadhuis, alwaar de belanghebbenden zich kunnen aanmelden, Inlichtingen zijn te bekomen bij de ondergeteekenden, en bij verdere leden van het bestuur, de Heeren B. E. Herschel, W. A. CroocJcewitM. van Beek, en Jhr. Mr. H. J. L. van Sasse van Ysselt. Mr. J. VAN DER LEEUW, President. J. APELDOORN, Penningmeester. J. C. LEINWEBER, Secretaris. BINNENLAND. Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot kom- mandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw mr. W. Baron Yan Goltstein, Min. van Koloniën; en tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw mr. C. J. E. graaf Yan Bijlandtreferendaris bij het Departement van Buitenl. Zaken; mr. H. Verloren van Themaat, pres. der arr.-regtb. te Utrecht; dr. A. W. Alings, hoofddir. van het Instituut voor doofstommen te Groningen; mr. D. van Meurs, burgem. van Harderwijk; de offic. van gezondh. Ie kl. bij de zeemagt J. J. Borst; mr. L. E. Lentingen tot commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw, de luit. kolonel J. J. C. Taets van Amerongen, comman dant v u het reg. rijd. art. De -er F. ter Horst vestigt er, in Sem- pervire s, de aandacht van alle belangstel lende plantenliefhebbers op dat op het landgoed van baron van Pallandt van Ro- sendaal, bij Arnhem, thans in vollen bloei staat de Agave {Aloe) lurida, Ait. Het is een krachtvolle plant; haar hoofdsten gel heeft een hoogte van ruim vier meter bereikt en daaraan bevinden zich twee-en- twintig zijdelingsche bloemtakken, waaron der er zijn, die met p. m. 150 bloemen prijken, zoodat dit grootsche gewas in zijn geheel een zeer karakteristieken en in- drnkwekkenden aanblik oplevert. Het is niet voor de eerste maal, dat de Agave luiida hier te lande bloeit, maar toch komt het zeer zeldzaam voor, merkt de Redactie op. Onder al de met goud beladen unifor men van de leden van het korps diplo matique, welke hij de doopplechtigheid van Prinses Pauline tegenwoordig waren, maakte het costuum van den Oostenrijksche zaak gelastigde een schitterende uitzondering. De heer Okoliczangi droeg een Hongaarsch costuum, bruin fluweel met prachtig bond afgezet en een bonten muts. De secreta rissen van het Japansch gezantschap (de Minister was afwezig) waren even als hun ambtgenooten in Europeesch costuum. De eerste boden van den naderenden winter, de wilde ganzen, hebben hun in tocht in ons land reeds gedaan. Bij groote troepen ziet men hen langs de kusten der Noordzee-eilanden, waar ijverig jacht op hen wordt gemaakt. Men verneemt, dat de sergeant Mus- quetier, bestormd wordt door aanvragen en voorstellen om de door hem zelf ge weigerde f 10,000 op de eene of andere wijze tot dit of dat doel beschikbaar te stellen, vastelijk besloten heeft om niet alleen het geld niet aan te nemen, maar ook van elke beschikking of aanwijzing daaromtrent bepaald en onherroepelijk af te zien. De schilder C. de Behr, te 's Hage, heeft een schilderij in olieverf vervaardigd van de plek in Dekkersduin, waar de moord heeft plaats gehad, genomen bij ondergaande zon, voorstellende het oogen- genblik na de misdaad. Het lijk van Ma- rius B. tusschen het groene heim liggende. De schilderij bevindt zich in het bezit van den heer J. A. de Bergh. Door den predikant der Ned. Herv. gemee in Den Haag, dr. J. H. Gun ning J is de rampzalige De Jongh in de gev. genis bezocht. Hiertoe werd de geachte prediker des evangelies geleid door de omstandigheid, dat hij, de moeder van De J. in haar smart troostende, te haren huize 't bijbeltje vond, dat De J. op zijn 13e jaar van zijne moeder ten geschenke ontving. Dat bijbeltje heeft dr. Gunning den ongelukkigen jongen man in diens kerker gebragt, en naar aan leiding van die herinnering uit zijn jeugd hem, tegenover de menschelijke geregtig- heid, welke straf voor de misdaad eischt, op de goddelijke barmhartigheid gewezen, bij welke ook voor den diepst gevallen en ontaarden zondaar genade en vergeving te vinden zijn. De Jongh toonde zich diep geroerd door des leeraars treffende toespraak. {Dbl.) BUITENLAND. Het postcongres, dat te Parijs bijeen is om te beraadslagen over een internationaal verdrag voor het vervoer van kleine pakjes bestelgoederen, heeft groote kans te zullen slagen. Het zal aan Frankrijk een opoffe ring van drie tl vier millioen kosten. De diplomatieke betrekkingen tusschen Mexico en Frankrijk, die onder het Keizer rijk ten gevolge der noodlottige Mexicaan- sche expeditie waren afgebroken, zijn thans officieel hervat Het openbaar onderwijs in Frankrijk, dat zooveel te wenschen overlaat, wordt door de tegenwoordige regeering in zeer vele opzichten verbeterd. Onder meer is bepaald, dat geene, en zeker niet de laagste klassen meer dan 40 leerlingen mogen tellen, en bij een grooter aantal splitsing moet geschieden. De Paus heeft Koning George de beste wenschen uitgedrukt voor de grootheid en welvaart van Griekenland. Garribaldi heeft weder eens van zich doen hooren. Uit Genua richtte hij nl. den lOn Oct. een schrijven aan Rochefort en Blanqui, van den volgenden inhoud: z/Dat gij aan mij zoo liefdevol blijft den ken, vervult mij met een gevoel van geluk. Uw vriendschap, als de vriendschap van werkelijke vertegenwoordigers van het regt des menschen, is mij oneindig veel waard, en uw belangstelling in den critieken toe stand, waarin zich mijn ongelukkig land bevindt, was balsem voor mijn hart. Het officieele Russische blad verklaart, dat alle geruchten omtrent het verbod van uitvoer of het heffen van uitvoerrechten op granen volkomen ongegrond zijn. Te Cettinje is de verklaring der Porte ontvangen, dat zij besloten heeft nog deze week Dulcigno langs vredeiievenden weg af te staan. GEMENGDE BERICHTEN. Een zeer dramatische geschiedenis meldt men uit Solo aan de Locomotief. Een opziener op een onderneming had een zestienjarige schoone van goeden hui ze, die zijn liefde beantwoordde, eeuwige trouw gezworen. De ouaers der jonge dame weigerden echter hun toestemming tot een huwelijk te geven, gedachtig aan het spreekwoord: Waar de armoede de deur inkomt, gaat de liefde het venster uit." Ondanks die weigering verliet het meisje haar ouders en gingbij haar beminde inwonen. Eeni ge dagen later vervoegde zij zich nog eens bij haar ouders, om de toestemming tot een huwelijk af te dwingen, doch zij werd niet te woord gestaanhaar werd de deur gewezen. Dit hinderde haar geweldig, doch veel meer verdriet had ze door haar jaloersch- heid. Als haar beminde een invitatie van een der administrateurs in den omtrek ontving om een tandakpartij of ander feest te komen bijwonen, en van die invitatie gebruik maakte, kon het een paar dagen ten huize van het jonge paar vreeselijk 'stormen. Toen voor eenige dagen de opziener een dergelijk partijtje bij zijn eigen admini strateur bezocht, bracht zij alle kleeren, bedden enz. op een hoop in een kamer, be sprenkelde alles met petroleum, ging zelf midden op dien stapel zitten, stak alles met een lucifer aan en offerde zich aan de vlammen op. Onder de puinhoopen van het verbrande huis vond men later haar verkoold lijk. Sedert eenigen is men bezig met ver schillende uitvindingen om het te doen regenen. Meestal wordt getracht naar het in trelling brengen van hooggelegen lucht lagen, waardoor de dampen zich samen trekken en in regen overgaan. Iets geheel

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 2