NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
iirsM, Ban, Bisdom, Eenes, Eaemeli, Bootelata, HooM Leosleo, Soest,
Zaterdag 12 Maart 1881.
No. 20.
Tiende Jaargang.
il,
Uitgever: A. UI. Slothouwer,
Advertentiën kunnen Inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgen* 8V„Murdes Woens
dags en Zaterdag*.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slecht* drie
maal in rekening gebracht.
BELOFTE MAAKT SCHULD.
De Toren van Treviso.
AMERSFOORTSC
COURANT
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door het gehcele Kijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Wotnsdags- en des Z&terdags.
TE AMERSFOOKT.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0.075.
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Ergens in het landdat zich van den
Dollart tot de Schelde langs de Noordzee
uitstrekt, is een gemeente, die op een on
verantwoordelijke manier is beet genomen.
Zij heeft het voorrecht, de vermaardste
universiteit van het Rijk binnen haar gren
zen te besluiten. Eenmaal werd haar die
geschonken als een erkenning van de groote
diensten, die de heldenmoed harer burgers
aan de zaak der vrijheid en onafhankelijk
heid had bewezen.
Die universiteit heeft zeer veel gedaan
voor de aankweeking en verbreiding der
wetenschap niet slechts in ons vaderland,
maar over geheel Europ3, ja, tot de uiterste
uiteinden der aarde. Een breede schare van
beroemde mannen ontvingen er hun oplei
ding en gaven later het verkregene met
woeker terug. De Leidsche academie is
door alle eeuwen heensinds het oogen-
blik harer stichting, een lichtende ster ge
weest, die haar stralen op groote afstanden
wierp. Toen elders in ons werelddeel de
wetenschap in schoolsche banden was ge
wrongen, sloeg zij daar de wieken vrij uit,
en opende voor den geest des onderzoeks
FEUILLETON.
XI.
»Ik weet niet welke gewichtige zaak er
tusschen ons bestaan kan. De gesprekken
die wij in het vervolg met elkander te
voeren hebben, kunnen zeer goed in ge
zelschap van anderen plaats hebben, en
zelfs bij een diner mogen zij best gehoord
worden."
//Een gesprek met u onder vier oogen is
voor mij, en voor nog iemand die u zeer
na in den bloede bestaat van het hoogste
gewicht. Ik moet mijn doel bereiken, ik
moest tot u doordringen, zelfs op gevaar af
om voor altijd in ongenade te zullen vallen."
//Bij mij wat kan het oordeel van eene
oude jonkvrouw voor u te beteekenen heb
ben Gij leeft in genot en opgewondenheid,
gij zijt rijk, onafhankelijk, en zwelgt in alle
genietingen die het leven u maar schenken
kan."
z/En toch ben ik zoo diep ongelukkig." Er
lag zulk eene ware oprechte droefheid in
zijne stem, toen hij die woorden uitsprak,
dat het medelijden in het zoo week hart der
dame er niet weinig door werd opgewekt.
z/Voeltgij u ongelukkig? dat had ik waar
lijk niet gedacht, te oordeelen naar alles wat
ik van u gehoord heb. Men vertelde mij dat
gij de vroolijkste, levenslustigste ridder van
nieuwe banen.
Toen dan ook het derde eeuwfeest harer
stichting gevierd werdkwamen uit alle
lauden de meest gevierde voorgangers op
intellectueel gebied haar hulde brengen.
Met een lach van goddelijke tevredenheid
op het gelaat zag de Leidsche Minerva
neder op die edele groep, waaronder zoo-
velen die aan haar de duurste verplichtin
gen hadden.
Maar over één ding stonden die groote
geleerden stom van verbazing: over de
wijze waarop Minerva er was gehuisvest.
Men verbeelde zich een onaanzienlijk
dorpskerkjegeplaatst tusschen gewone
huizen in de stad. Dat is nagenoeg de
indruk, die het Leidsch universiteitsge
bouw maakt. Het inwendige beantwoordt
geheel aan het uiterlijk; en als men bij
de jaarlijksche dies-viering dien achtbaren
stoet van getabbaarden door het //groot
auditorium" ziet binnenkomen, dan kan
men een glimlach niet weerhouden over
het contrast tusschen kern en school, 't Is
alsof men een koning zijn intrek ziet ne
men in een hut.
De regeering kon dit dan ook niet lan
ger gedoogen. Zij begreep, dat het uni
versiteitsgebouw de bespotting verdiende
van alle bezoekers. Haar eerbied voor de
wetenschap drong haar, aan dien toestand
een einde te makeu, en zij kondigde de
Leidsche magistraat aan, dat eerlaug een
nieuw en doelmatig ingericht academiege
bouw het oude, onbruikbare zou vervan
gen. Het gemeentebestuur, die toezegging
natuurlijk op hoogen prijs stellende, ver
het geheele land zijt. Dat gij drinkt, jaagt
en speelt, als of gij den beker des levens
met een enkelen teug zoudt willen ledi
gen."
z/Ja, om te vergeten, om er niet voortdu
rend aan te moeteu denken dat mijn le
vensgeluk verloren, misschien voor eeuwig
verdwenen is. Maar neen ik wil alle hoop
nog zoo maar niet opgeven. Ik beroep mij
op uwe billijkheid, op de vele bewijzen uwer
teederheid die ik van mijn vroegste kindsch-
heid af aan van u genoten heb: Gij m oogt
mij niet onverhoord veroordeelenEerst
hoopte ik om na den dood van Kurt bij u
troost te mogen vinden, maar werd aan de
deur afgewezen ik schreef u, maar mijn
brief werd mij ongeopend terug gezonden."
De Graaf had met toenemende ontroering
gesproken! Het was hem, zoowel als aan
de oude dame ontgaan, dat de deur der zij
kamer zachtjes geopend werd.
z/Neem plaats, graaf von Ahlden." Barbara
wees haren bezoeker een stoel aan, en zette
zich ook zelve neder op de daar naast staan
de sofa. Geen oogenblik wendde zij den blik
af van het gelaat van haren gastdat reeds
sedert lang de uitdrukking van kinderlijke
vreugde bij het wederzien der oude vertrouw
de zijner jeugd verloren had, en er nu dui
ster en dringend uitzag evenals een onweers-
lucht op een zomeravond.
z/Windu zoo niet op heer graaf, zulks
is geheel en al onnoodig. Datgene wat wij
klaarde zich toen dadelijk bereid om kos
teloos en onvoorwaardelijk den grond af te
staan waarop de nieuwe stichting zou ver
rijzen als een welsprekend pleidooi voor
de stelling, dat wetenschap wèl //regee-
ringszaak" is.
Deze royaliteit van Leiden was zeker I
hoog te waardeeren. Zij steekt gunstig af
bij de schrielheid van sommige besturen,
die voor de noodzakelijke inrichtingen ten
algemeene nutte met het Rijk loven en
bieden, om voor een stukje bouwgrond
hooge prijzen te bedingen. Het afgestane
terrein is bijna twee bunders groot: het
is de bekende Ruïne, inderdaad uiterst
geschikt gelegen voor de beloofde stich
ting, en die ook zeer goed voor een
aantal andere doeleinden ware te gebrui
ken. Bovendien, de liberaliteit waar
mede men zich zelfs onthield van het be
palen van een termijn, was voor de Regee
ring een reden te meer om zonder eenig
uitstel haar woord gestand te doen.
Sedert zijn bijna zeven jaren verloopen,
en de Ruïne is nog altijd een kale,
treurige vlakte.
Ja, de Regeering heeft wel iets gedaan.
Zij heeft een prijsvraag uitgeschreven. Hoe
het met de ingekomen antwoorden is ge
gaan, weet ik niet goed meer: ik geloof
dat geen daarvan de bekroning waardig
werd gekeurd, en dat men in een poging
om uit al die ontwerpen een geschikt plan
samen te flansen, is blijven steken. In
middels is de Regeering tot het besef ge
komen, dat zij geen geld heelt om haar
woord te houden.
samen te spreken hebben, om de wolken
te doen verdwijnen, die de vroeger zoo
ongelukkige gebeurtenis opeen gestapeld
heeft, kan evengoed met bedaardheid be
handeld worden. Ik merk dat gij de hef
tigheid van uw karakter tot hiertoe nog
maar niet hebt kunnen afleggen."
//Vergeef mij, genadige tantemaar de
vormelijke toondien gij van de beginne
af aan tegen mij hebt aangenomen
't Zal veranderen wanneer het ons ge
lukken mag, om de wolken waarvan ik
sprak te kunnen verdrijven. Graaf Ahlden
ik verlang nu iets van u, het is misschien
niet eens noodig dat ik het u vraag. Gij
zijt altijd zeer waarheidlievend geweest, ja
gij waart vroeger zelfs soms beleedigend
in uwe oprechtheid, maar thans eisch ik
uw eerewoord als ridder, dat gij de vragen
die ik tot u zal 'richten, geheel en al naar
waarheid zult beantwoorden."
z/Ik geef er u mijn woord op."
z/Het zal u voorzeker niet zeer moeielijk
geweest zijn, om de reden onzer ontevre
denheid op u te kunnen vermoeden, ten
minste niet wanneer gij u herinnert van
wanneer deze dateert, namelijk sedert den
dood van uwen boezemvriend Kurt von
Eckhofen."
z/Ik wist dat zulks daarmede in verband
stond," antwoordde hij kortaf.
z/Nu goed, dat wist gij. Gij wist of kon-
det ten minste vermoeden, dat er over den
en de gemeente van
In een onlangs
Welnu, dan moest zij ten minste even
ridderlijk zijn als het Leidsch gemeente
bestuur is geweest,
haar verbintenis ontslaan,
ingediend adres is de wensch daartoe uit
gesproken.
Maar neen, tot zulk een heldhaftig
besluit kou zij niet toe overgaan. In ant
woord op het verzoekschrift gaf zij met
een langen omhaal van woorden te ken
nen, dat zij de zaak niet uit het oog
verliest, dat voorshands de rijksmid
delen de stichting van een nieuw gebouw
niet veroorloven, dat zij evenmin kan
voldoen, aan den aandrang tot teruggave
van den afgestanen grond, enz.
En met dit antwoord moet de Raad
tevreden zijn.
Doch nu vragen weZal Nederland
daar ook genoegen mee nemen? Zal het
dulden, dat een belofte onder toejuiching
van het beste gedeelte onzer natie gedaan,
onvervuld blijft? Zal onze vertegenwoordi
ging zich die zaak volstrekt niet aan
trekken
We kunnen dat niet gelooven. Immers
het geldt hier geen Leidsche zaak,
anders zouden we haar natuurlijk niet in
de kolommen van ons blad ter sprake
brengen, doch een qusestie die het ge
heele land betreft. Nederland is zoo arm
niet als de Regeering voorgeeft. Wanneer
een Minister van Oorlog met zijne telkens
verhoogde budjetten voor den dag komt,
dan is er wel geld te vinden, en voor
landsgebouwen van veel minder gewicht
voor onze nationale ontwikkeling ontbreekt
dood van Kurt allerlei verhalen in omloop
zijn. Men weet hoe gemakkelijk zulks gaat."
z/Ik heb het oordeel der menschen ver
acht, en zal zulks tot aan mijn emde blij
ven doen," zeide de graaf somber.
z/Maar ook dat van uwe naaste betrek
kingen dat hadt gij niet mogen doen
want het leidt tot gevolgtrekkingen als die
waaronder gij nu gebukt gaat."
z/Maar als men mij niet wilde aanhoo-
ren Als men mij voortdurend iedere recht
vaardiging weigerde, en dat alleen om ge
babbel van een troep verachtelijke dwazen."
z/Stil," en de dame hief de hand op om
hem te doen bedaren, //word nu niet driftig;
wij waren immers overeengekomen om be
daard samen te spreken. Ik geef u toe dat
ik ongelijk gehad heb om u zoo al niet te
veroordeelen, dan toch aan u te twijfelen
voordat ik u gehoord had. Maar ik wil
eerlijk met u omgaan, ik vreesde er voor
om met u over die zaak te spreken, ik was
bang om u te kwetsen, en misschien ook
wel daarvoor, dat mijne vrees bewaarheid
zou worden. Nu wil ik dit verzuim goed
maken. Ik behoef u niet te verzekeren dat
van alles wat wij hier spreken geen enkel
woord over mijne lippen zal komen. Ik
heb uwe kinderlijke geheimen weten te
bewaren, gij hebt mij toen alles toever
trouwd wat uw onschuldig hart bezwaarde,
thans zult gij u in dit opzicht ook niet over
mij te beklagen hebben. Wordt verv.)