Hoogland. Onze geachte Predikant Ds. J. J. Richard heeft voor het beroep der Hervormde gemeente te Soesterberg bedankt. Woudenberg. In plaats van wijlen den Heer D. C. J. Harmsen, is bij stem ming, op den 7 April alhier, tot Hoofd ingeland van het Heemraadschap de rivier de Eem, beken en aankleve van dien, ge kozen den Heer C. van Wieringen, Nota ris in deze gemeente. Eene oprechte Amersfoortsche heffing. De sociaal democratische pers in Neder land, vertegenwoordigd door het weekblad „Recht voor Allen", bevat onder anderen het volgende, 't geen toon en strekking van dat orgaan kenschetst. Bet kwade geweten. Overal ruiken de mannen der orde, de brave regeerders ont plofbare stoffen. De couranten laten ze overal vinden of verzinnen ze. Onlangs weer een bericht, dat alle gekroonde hoof den pillen gekregen hebben die uiteen barsten. Nu, vreemd zou het niet zijn, want het volk heeft al zoo lang en zoo veel pillen te slikken en nog altijd gaat men daarmee door. Vorsten en regeerders voelen hun geweten, omdat zij niet veel goeds doen voor de volkeren dan hun eigen voordeel en dat hunner vriendjes verzeke ren. Van Alphen zou hen toeroepen zeer ter snede: Men behoeft slechts bang te wezen, Als men voorneemt kwaad te doen. Werkstaking. Onze minister heeft het werk der rentewet, dat hij had aangeno men, gestaakt. Moeten wij ons daarover verblijden of bedroeven? Verblijden, want hoezeer wij belasting wenschen voor allen die het betalen kunnen, deze wet hing in de lucht en had dit nadeel, dat daardoor de verhooging der grondbelasting die zoozeer noodig is, uitgesteld werd. Neen men kome flink voor den dag met cene progressieve inkomstenbelasting, dat is nog eens de moeite waard voor een minister, om er over te vallen. Alle lapwerk is uit den booze. Professor Vissering heeft dan ook in zijn Praktisch handboek over staathuis houdkunde afgekeurd wat de minister Vis sering voorstelde. BINNENLAND. Z. M. onzen koning is begiftigd geworden met het grootkruis der orde van St. Wladi- mir door den keizer van Rusland. Ook in N. Brabant brak den 7 dezer in den voormiddag in de uitgestrekte dennebos- schen van den baron Van der Gracht onder Bergeijk een felle brand uit, die tot 's avonds 8 ure voortduurde toen men er eindelijk in slaagde den voortgang van het vuur te stui ten. Aanzienlijke schade is aangericht, daar het hout over een groote uitgestrektheid vernield is. Vereenigingen verrijzen tegenwoordig als uit den grond. Zoo zal te Amsterdam aan staanden Woensdag in 't gebouw „Concor dia," in de St-Luciënsteeg, een vergadering feestelijk en ernstig, hetgeen ten gevolge had dat eerst eenige der gasten maar vervolgens alle van hunne zitplaatsen op stonden. »Gij allen hebt mij zeker vroe ger wel eens over het huwelijk hooren spreken. Gij weet hoe dikwerf ik met deze instelling den spot heb gedreven. Gij hebt mijn ijver daaromtrent ook wel eens bespotgij hebt gezegd„jadat komt omdat gij zelf ongetrouwd zijt gebleven ook wel gij zijt een oude vosen de druiven zijn zuur." Altijd heb ik uwe beschimpingen met rente in grof geschut teruggegeven en had immer weer nieuwe tegenwerpingen in voorraad wanneer er van huwelijksgeluk sprake wasmaar heden, mijne vereerde vrienden, dames en heerenverklaar ik mij voor overwonnen, voo geheel en al verslagenik leg de wapenen nederen hoop dat gij mij eene eervolle kapitulatie zult willen vergunnen." //Volgaarne, volgaarne!" riepen de da mes en de heeren stemden er mede in; er ontstond een vroolijk gejuich, zoodat zelfs de meeste gasten niet op hunne plaatsen bleven zittenmaar zich in de nabijheid van Ehrenfels begavenom het eerst hunne gelukwensching te mogen aanbieden. Men dacht niet anders dan dat de gast heer op zijn ouden dag nog besloten had, om de genoegens van het ongehuwde leven vaarwel te zeggenofschoon men maar niet kon raden wie de uitverkorene bruid worden gehouden door kantoorbedienden voor geheel Nederland." Het Gerechtshof te 's Bosch heeft JB. Oerleman, smokkelaar te Tilburg, wegens manslag tot 10 jaren tuchthuisstraf veroor deeld. Hij had in koelen bloede, zonder de minste aanleiding, zijn mede-smokkelaar P. M. uit zijn huis gehaald en met een mes drie doodelijke wonden toegebracht, ten gevolge waarvan deze weinig oogenblikken daarna overleed. Tegen 25 Mei a.s. zijn weder eenige volontairs voor het instructie bataljon te Kampen opgeroepen. De viering van het 245-jarig bestaan der Utrechtsche Universiteit is bepaald op 26 Juni a. s. De bisschop van Haarlem is in goeden welstand van zijn reis uit Rome in de hoofdplaats van zijn diocees teruggekeerd. Een meisje te Amsterdam, dat zoo nu en dan zich ten nadeele van haren meester had schuldig gemaakt aan diefstal van diamanten, is gearresteerd. Tevens zijn met haar naar de gevangenis gebracht haar oom en tante, hij wie zij inwoonde en die de gestolen diamanten aan den man brachten. Een dertigtal dames te Amsterdam moeten zich met een twintigtal harer zuste ren, in andere steden woonachtig, verbon den hebben, om de mode der crinolines, bijaldien die weder mocht worden inge voerd, niet te volgen. rechtshof zich nogmaals verwijderde om over het vonnis te beraadslagen. Tegen 6 uur Zondag ochtend, dus na een beraad slaging van 3 uren, sprak liet gerechtshof het vonnis uit, waarbij alle beschuldigden tot den dood met de strop werden veroor deeld. Het vonnis van Sophie Perowskaja heeft, daar zij van adel is, de keizerlijke bekrachtiging noodig. In Ierland zijn weder verscheidene per sonen gearresteerd. Het gepeupel viel den trein van Newcastle naar Limerich aan en wierp met steenen om de gevangenen, die met dien trein vervoerd werden te verlos sen. Een politieagent werd doodelijk ge troffen door een steenworp. In het dorpje Sablinoaan den spoor weg naar Moskou, moet in den nacht van 5 April de oudste zoon van den oudsten oom des Keizers, grootvorst Nikolaas Kon stan tinowitsch, door een kapitein en twee luitenants gearresteerd en naar een slot bij Petersburg gebracht zijn. Dat heer, eenige jaren geleden wegens een diefstal van dia manten van het hof verwijderd, zou zich thans aan politieke intriges ten voordeele zijns vaders hebben schuldig gemaakt. BUITENLAND. Het proces tegen de moordenaars van den keizer van Rusland is interessant, maar het beslaat veel ruimte, meer dan wij thans beschikbaar hebben. Wij deelen thans slechts mede dat de procureur-gene raal Murawief Zaterdag het requisitoir voor gelezen heeft, waarin hij de revolutionaire i leerstellingen en de misdaden der uihilisten met levendige kleuren schilderde. Hij eischte voor alle beschuldigden gelijke strenge straf. Zijn rede besloot hij met een sierlijk betoog, dat de trouw van het volk jegens den troon onwankelbaar vast staat, en derhalve het streven der terro risten toch vruchteloos zou moeten blijven. De beschuldigden hoorden de redevoe ring met ongestoorde kalmte aan. Jeliaboff en Kibaltschitch maakten schriftelijke aan- teekeningen. Na een schorsing van anderhalf uur werd de zitting ten 7 uur hervat, en hiel den de verdedigers hun pleidooien. Tegen 9 uur begon Jeliaboff zijn verdedigings rede, gedurende welke de voorzitter hem herhaaldelijk verbieden moest voor te gaan. Daarna verkregen de beschuldigden het laatste woord, waarop het gerechtshof zich verwijderde tot het vaststellen der vragen. Tegen half een uur 's nachts werden de 23 vragen betreffende de schuld der be schuldigden voorgelezenwaarna het ge- zou zijndaardoor vertoonde zich op het gelaat van al de gasten die den spreker omringden eene nieuwsgierigheid, die ook niet geheel en al onnatuurlijk kon genoemd worden. Tante Barbara en de Justitieraad waren hierop de eenige uitzonderingen. Deze twee hadden gedurende den ganschen maaltijd een bijna aanhoudend stilzwijgen bewaard, slechts de noodzakelijkste woorden die zij wel verplicht waren tot de naast hen zittende gasten te sprekenwaren gewis seld dikwijls echter hadden zij elkander aangezien met blikken, waaruit een scherp opmerker heel wat had kunnen lezen. Maar wie gaf zich de moeite om die beide oudjes oplettend gade te slaan Niemand, met uitzondering echter van den gastheer, die hen steeds geheimzinnig toelacht, wanneer zijn gesprek met den redacteur hem eens een korte pauze toeliet; het gesprek dezer twee laatsten toch, liep nog maar altijd over de wijrewaarop het merkwaardige ongeluk in Italië eens weder onder de aandacht der lezers zou gebracht worden. Eer Fhrenfels met zijne toespraak voort ging beschouwde hij nog eenmaal de hem omringende gastenen trok daarbij zulk een spotachtig gezichtdat het niet moei- elijk was om te begrijpen hoe goed hij hunne gedachten op hunne gezichten las. En omdat hij ze bepaald geraden had INGEZONDEN. Buiten verantwoording der Redactie. Van waar die groote grief, die zoo op eens schijnt gerezen te zijn tegen het da- gelijksch bestuur en den gemeenteraad? Die vraag moet menigeen op de lippen gezweefd hebben, bij het lezen van de ta melijk verbitterde artikeltjes, die de laatste dagen onder de aandacht van het Amers- foortsch publiek gebracht werden. Om het publiek zelve te kunnen laten oordeelenvolgen hier enkele bizonder- heden. Het spreekt van zelf dat ik mij zal be palen tot het wijzen op feiten die voor een ieder begrijpelijk zijn, die zich mag ver heugen in eene zeer gewone dosis gezond verstand. Voor het juridisch bewijs zal in middels door meer bevoegde handen ge zorgd worden, ofschoon het voor een leek ook wel te begrijpen is dat de ordonnantie waarbij de heffing van het vuur-, haven en tongeld geschiedt, niet de minste rechts geldigheid bezit, wijl zij zoowel privaat rechterlijk als //publiek"-rechterlijk in strijd is met onze tegenwoordige wetgeving. Of is men hier soms van meening dat Amers foort als bevoorrechte in de groote boedel beschrijving voorkomt, waarvan de gemeen tewet van 1851 een uitvloeisel is? Aan welke daad van grootheid zou zij dat voorrecht te danken hebben? Soms aan den verlichten geest, en den diep ge voelden ernst om „recht" te doen van haar gemeentebestuur? Wie aan dit laatste mocht twijfelen, leze dit artikel in zijn geheel. Hier ter plaatse wordt een buitensporig hoog vuur-, haven- en tongeld geheven door de gemeente Amersfoort, van ieder besloot hij om hunne nieuwsgierigheid nog wat langer te prikkeleneer hij hun de volle waarheid wilde vertellen hij ging dus voort om eenige algemeene beschou wingen omtrent het huwelijk ten beste te geven totdat hij eenige bewijzen van on geduld bij zijne gasten opmerkteen nu voornemens zijnde om de volle waarheid aan het gezelschap mede te deelen begon hij zijne stem eenigermate te verheffen en ving aldus aan. „Ik heb het noodig geoordeeld om deze woorden vooraf te laten gaanniet om mijnentwille wantheeren ik ben waar lijk onverbeterlijk zooals ik geleefd heb, zoo denk ik ook te stervennamelijk on getrouwd. Neen mijne toespraak heeft een ander doel en wel om u met een feit be kend te maken dat vrij wat gewichtiger is dan mijne eigen verloving. Heeren iemand die zeer nauw aan mij verwant is wil het te huis dat ik haar altijd zoo gaarne heb aangeboden nu verwisselen met de woning van den man dien zij reeds sedert vele jaren heeft liefgehad dien zij sedert hare vroegste jeugd is trouw gebleven javan af het eerste vroolijke bal dat zij ooit bezocht heeftde man die haar nu op nieuw zijne hand heeft aangeboden, en waaraan ik ten volle mijne goedkeuring hecht. Wordt vervolgd.) schip dat uit de Zuiderzee de rivier de Eem geheel of gedeeltelijk komt opvaren. Alvorens verder te gaan zal ik, door ver gelijking der heffing met die van andere plaatsenaantoonendat met de woorden „buitensporig hoog" niet te veel gezegd is. Amersfoort heft 121/2 cent per ton van ieder schip, terwijl de grootte der schepen die hier aankomen varieert van ongeveer 60 tot 100 tonnen. Het bedrag per schip is dus van f7.tot f 13.of gemid deld f 10.van ieder schip, telkens wan neer het binnenkomt. Vergelijk daarbij nu eens de volgende opgave Alle havens aan den Rijn zijn vrij. Meppel, Kampen en Zutphen zijn vrij. Er wordt geheven: In de geheele Zaanstreek f 3.per schip voor het geheele jaar. te Hoorn f 1.idem. Enkhuizen 1.idem. Elburg 0.06 per ton. Harderwijk 0.06 Amsterdam „0.03 en voor beurtschepen 6.voor 't geheele jaar. Groningen „0.03 per ton. Utrecht 0.02 Leeuwarden„ 0.0Is Sneek 0.0Is Dokkum 0.0 Is Deventer 0.015 Zwolle 0.30 schip. Muiden 0.25 Zoolang nu de gemeente voor die hooge heffing de Eem bevaarbaar hieldhoorde men wel klachten over de „hooge kosten" waaraan de schippers hier onderworpen warenmaar men kwam niet in verzet. Men achtte het billijk dat de gemeente voor de lasten die zij op zich namook de lusten zou genieten. Sedert de gemeente echter aan de „bevaarbaarheid" der rivier niets meer liet gelegen liggen, en van de schipperij een melkkoetje maakte, dat jaar lijks eenige duizende guldens als bate op de gemeentebegrooting bracht, sedert dien tijd is men gaan reclameeren over te hooge heffing. Dit ongenoegen nu, bereikte zijn top, toen herhaalde aanvragen om verlaging dier heffing, met uitstel van behandeling en daarna met weigering bejegend werden. De schipperij gevoelt maar al te wel, hoe zij haren ondergang te gemoet gaat indien zij voortgaat te „vragen", waar zij recht heeft te eischen Toen drie jaren geleden de schipperij een rekest indiende bij den Gemeenteraad om verlaging van die heffing, werd een jaar na die indiening in den Raad beslo ten om dat verzoek niet intewillingen. Het dagelijksch bestuur verklaarde toen tevens„die toestand kan en mag niet blijven bestaan." Destijds leverde de schipperij slechts een bate van 2500 h 3000 gulden; maar toen het dagelijksch bestuur, niettegenstaande zijn pertinente hierboven aangehaalde verklaring, die toe stand toch liet voortduren, en eene be grooting indiende waarbij nagenoeg vijf duizend gulden door de gemeente werd geprofiteerd op het vuur-, haven- en ton geld, toen liep de maat van verontwaar diging bij de schipperij over, en trouwens bij ieder die bekend was met het onrecht dat daardoor gepleegd werd. Men oordeele slechts of er werkelijk onrecht gepleegd wordt. Het vuur-haven- en tongeld wordt geheven naar eene ordonnantie van 't jaar 1829, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 1830. De aanhef van die or donnantie luidt woordelijk„Met intrek king der vorige ordonnantiën en daarop gevolgde ampliatie, zal met 1 Januari 1830 (of zoodra daarna de te verwerven goedkeuring zulks mogelijk zal doen zijn) worden geheven een vuur-, haven- en tongeld van alle de schepen, welke uit de Zuiderzee opkomende, aan of binnen de stad Amersfoort zullen havenen, op de ri vier de Eem geheel of gedeeltelijk zullen in en opvaren, zijnde deze heffing strekkende tot het onderhoud van het trekpad en paalwerk, de lan taarn en den ton aan den mond van de rivier de Eem. Terwijl dus duide lijk is aangegevenwaartoe die heffing strekken moet, en daarvoor in 1830 de koninklijke goedkeuring is verleend, is het merkwaardig eens een blik te slaan op de gemeente-begrooting van 1881, en na te gaan in hoeverre aan de verplichting wordt voldaan, door de opbrengst der hef fing voor het aangegeven onderhoud te doen strekken. Als ontvangsten komen op die, door den Ontleend aan het „Adviea omtrent het vuur-,, haven- en tongeld aan den Gemeenteraad te Amers foort, uitgebracht door de kamer van koophandel en fabrieken aldaar, den 16. Januari 1879", pag. 3.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 2