NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR t, Baan, Biscloo, Ernes, Hamersïelü, Eomrel 1, Zaterdag 14 Mei 1881 OORLOG. No. 39. Tieude Jaargang. Uitgever: A. Al. Slothouwer, VOOR PLEIZIER. Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk morgens 8VS uur des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal In rekening gebracht. FEUILLETON. VOOR PLEIZIER. AMERSFOORISCHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franoo door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woenidags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsJ 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,07'. Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Het Feuilleton van dit nommer bevat eene oorspronkelijke novelle van Mevrouw k. M. Quarles getiteld De vervolgen zullen geregeld worden geplaatst. De Groote Heer die te Konstantinopel zetelt en daar een leventje leidt als een Sultan, doch minder glorierijk dan sommige zijner voorgangers, is, bij zijn vele andere hooge waardigheden, ook Su zerain van den Bey van Tunis. Als zoo danig protesteert hij tegen den gewapen- den inval der Fransehen op het grondge bied van zijn „vasal," en dreigt zelfs met het zenden van een oorlogsstoomboot. De Fransche consul antwoordt dat, zoo een Turksch oorlogsschip zich daar vertoont, het in den grond zal worden geboord, en dat tegelijkertijd elke tusschenkomst van dien aard als een „oorlogszaak," of, gelijk het in de taal der diplomatie heet, een casus belli zal worden beschouwd. i. Jonkheer Heidenrijk, een dertigjarige, hoffelijke Hagenaar, ging op een mooien dag het geldersche in, om „roode wangen" te krijgen, waarvan hij door 't bureau-leven, met bijkomende bittertjes, sigaren, nacht partijen enz,stiefmoederlijk was verstoken. Scheveningeu is eentonig op den duur. Hij besloot familie te Ede op te zoeken, en hield zich daar zeer korten tijd op want verveling maakte hem dit kleine Ede tot geen paradijs. Vervolgens bezocht hij verwanten te Arnhem, en vervolgens be kenden te Kleef. Zoover strekte het plei- zierreisje zich uitwat in de oogen van sommige onbereisde Hollanders zéér ver is; volgens hen ligt Kleef in het hartje van Duitschland. Hoewel dit ontegenzeglijk een aardrijkskundige dwaling is, kan Kleve toch als een germanisme worden aangemerkt, en kan men, vandaar t' huis komende, in ge- moede verzekeren in Duitschland te zijn ge weest. De Klevenaars, waarbij uitgeweken Hol landers, ja Hagenaars, waren voor ons heerschap bijzonder „gemütlich,„ vriende lijk, voorkomend en gastvrij, zoodat hij geen raad wist met de overstelpende minzaamheid. Deze reeks van berichten hebben we af en toe gedurende de beide laatste weken in de dagbladen kunnen lezenof er veel of weinig van aan is kunnen we niet uit maken. Maar vrij zeker is het, dat de (iroote Heer zich wel kalm zal houden, met het oog op de niet bijzonder schitte rende positie waarin hij verkeert. En zoo kunnen de Franschen hun gang gaan, zonder vrees dat de Halve Maan, als een teeken der verschrikking zal rijzen boven het „beschavingswerk" ter Noordkust van Afrika. Dat woord „casus belli" heeft in de geschiedenis der menschheid al een zeer belangrijke rol gespeeld, of, zoo niet het woord dan toch de zaak die er door wordt aangeduid. Zij, die de edelmoedige gedachte koesteren dat er eenmaal een tijd zal komen, waarin de moord op uitgebrei de schaal algemeen als misdaad geschuwd zal worden; waarin de volken evenals bij zondere personen hun geschillen langs vreedzamen weg zullen vereffenen; waarin niet meer de macht maar het recht heer schappij zal uitoefenen, moeten toch er kennen dat er op dit oogenblik nog zeer weinig uitzicht bestaat op verwezenlijking van hun denkbeelden. In de Middeleeuwen is het gebeurd dat het opknoopen van een gauwdief een oor log deed ontbranden, die vijftien jaren achtereen een bloeiende landstreek in een woestenij veranderde. De schelm in quaes- tie, die volgens de rechtsbegrippen van dien tijd de koord dubbel en dwars had verdiend werd ter dood gebracht op de plaats waar hij zijn misdaden had gepleegd; Ook scheen er gebrek te zijn aan vrijers, en de moeders van ongetrouwde dochters waren polypeus waarmede niet wordt gezegd dat die matrones vleeschuitwassen hadden, maar dat ze legio waren en eindeloos in voorkomendheid. De overlevering van een schatrijken Lord die er verliefd werd op een schoone Klevenaarster of een kleef- sche schoone, en haar een, twee, drie trouwde, maakt er nog heden ten dage iederen vreemdeling tot een allerbelang rijkst voorwerp. De „lieve attenties" na men voor Heidenrijk geen einde, en zijn, oorspronkelijk op acht dagen bepaald ver blijf, werd verlengd met zes er bij. Ten laatste zou hij „bepaald" (een in Holland misbruikt woord, en passantja bepaald den volgenden dag vertrekken, maakte af scheidsbezoeken bij Pontius en Pilatus, pakte zijn bagage en zei het minlijke stad je in gedachten reeds vaarwel, te gelijker tijd zijn, bij een watertochtje opgedane verkoudheid verwenschend, toen er geklopt werd. „Binnen!" riep hij, of eigenlijk „Herein!" en er trad een knecht in de kamer met een ronde houten doos, die hij overhan digde met de woorden: „Compliment van mevrouw Muller, en of u niet zoo vriendelijk zou willen zijn, 1) lk krijg geen brief uit Holland waarin dit woord niet driemaal voorkomt. doch dewijl hij thuis behoorde op de be zittingen van een naburig vorst, wreekte deze zich door een rustig onderdaau van zijn buurman op te lichten en aan een boom te hangen. De ander stak toen een boerderij van den eersten in brand; deze volgde het fraaie voorbeeld na, elke daad van vijandelijkheid werd door een nieuwe betaald gezet; andere edellieden mengden zich in den twist en kozen partij, en het overige is gemakkelijk na te gaan. Eerst najaren van gruwelen gelukte het den Franschen Koning den vrede te herstellen. Zoo iets kan in onze dagen niet meer plaats hebben en in dat opzicht zouden we dus vooruit zijn gegaan. De oorlogen van onzen tijd hebben voornamelijk drieër lei aanleiding: in Europa geschillen over de grenzen, of pogingen van vroeger onder het juk gebrachte volken om zich vrij te maken in andere werelddeelen bescherming van koloniën. Gesteld, de groote meerderheid van de bevolking der zoogenaamde Italiaansche provinciën van Oostenrijk, wil niet langer onder de heerschappij van het Huis van Habsburg leven, doch geeft er de voor keur aan met Italië vereenigd te zijn zij wil haar staatkundige verhouding door een andere vervangen. Uit een gewoon burgerlijk oogpunt beschouwdzouden we zeggen dat daartegen weinig is in te brengen: een staat, die niet is de vrij willige vereeniging van burgers, kan niet tot bloei gerakenomdat hij in zichzelven verdeeld is. Doch de politiek denkt er anders over. Wat bijeen is, moet bijeen blijven, zij het dan ook gedwongen. Die dit voor mevrouw haar zuster in den Haag mee te nemen." Waarom niet? dacht H.„ze is zoo vriendelijk voor me geweest, dat het al heel leelijk zou zijn te zeggen, neen, ik bén zoo vriendelijk niet." „Compliment aan mevrouw," sprak hij, „en dat ik 't met genoegen zal uitrich ten." Waarop de groom strijkvoette en de kamerdeur open liet voor een allerliefst dienstmeisje met een groot karton in de handen. „Compliment van mevrouw Meier," zei ze met een knikje„en of u niet zoo vriendelijk zou willen wezendie mee naar den Haag te nemen voor een mo diste, juffrouw Van Zon, 't adres staat er op. 't Zijn een paar kapsels die me vrouw had laten komen, maar haar niet bevallenen die ze dus weer terugstuurt. Maar 't karton mag niet worden gedrukt." Nu, die mevrouw Meier was een vrouw om verliefd op te worden, en derhalve wei felde hij geen oogenblik haar wensch te vervullen en draalde geen seconde met het antwoord. „Compliment aan mevrouw, mijn lieve kind," zei hij en kneep het meisje in haar frissche roode wangen, „en dat ik met pleizier 't karton zal meenemen, al was 't nog eens zoo groot, omdat het voor haar is." dwang wekt wrevel, en zoo blijft het kleine hoopje volkgeklemd tusschen twee burenwaarvan de een het de hand reikt en de ander het bij de kraag vast houdt, eeu gevaar voor den vrede. De uitbarsting blijft achterwege, zoolang de eerste betrekkelijk sterkde laatste zwak is; maar nauwelijks dreigt eenig ander geschil de buren tot eeu bondgenootschap met wie ook, of deze quaestie kotnt een oplossing vragen. Of nu het staatsgezag dat bij de grensverplaatsiug is betrokken, wordt uitgeoefend door een Koning met onbeperkte macht, dan wel door een ver antwoordelijke regeering, blijft juist het zelfde: in beide gevallen is het niet mo gelijk, het vraagstuk anders op te lossen dan met de wapenen. Dat volken, die vroeger vrij waren en later onder het juk werden gebracht, op nieuw tot zelfstandigheid willen komen, is bovenal een verschijnsel van de negentiende eeuw en van het Zuid-Oosten van ons werelddeel. In het Westen hebben de overheerschers en de onderworpenen zich van lieverlede, door samensmelting, ver eenzelvigd zij zijn in den loop der tijden een ééuig volk gewordenen de onder drukking van vroeger heeft plaats gemaakt voor mildere zedenvoor gelijkheid en vrijheid. In Frankrijk is het niet meer mogelijk de grens aan te wijzen tusschen Galliërs en hun overheerschers de Franken; in Engeland vormen Angelsaksen en Nor- mandiërs één geheel. Maar in het Oosten is dit geheel anders. Daar heeft de sa menwoning geen samensmelting doen ont staan. Zoodra nu de overheerschende macht, Met een knikje weder vertrok het meis je, en Heidenrijk wreef zich de handen van tevredenheid over de mooi aange brachte galanterie, toen er alweer werd geklopt. Op zijn „Herein!" verscheen de Oberkellner en overhandigde hem niet minder dan zes aan hem geadresseerde brieven, die beneden waren afgegeven, waarop die Kellner der Kellners zich weder even gracieus als hij was gekomen ver wijderde. De jonkheer brak de brieven achtereenvolgens open, en alle zes hielden 't verzoek in, of hij wel zoo goed zou wil len zijn, een inliggenden brief aan het respectieve adres in den Haag te bezorgen. Daar een dier brieven bestemd was voor een familie die hij zeer gaarne zou „frequeuteeren" (natuurlijk een dochter in 't spel), gaf hem deze gelegenheid zooveel blijdschap, dat hij zonder morren ook de anderen in zijn brieftaschje stak. Maar daar hoorde hij alweder kloppen, en binnen trad de heer Koekoek van Royen, die hem bij al die Klevenaars had voorgesteld en ingeleid en waaraan hij dus veel verplichting had. Deze heer had zijn zesjarig zoontje aan de hand. Hei denrijk verzocht hem plaats te nemen, en de heer Van Royen deelde hem nu mee, dat een gehuwde, maar kinderlooze broeder van hem in de residentie, meermaals den wensch had geuit, een zijner kinderen een

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 1