NIEUWE NIEUWS" EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Hamersvelft, Hoeyelaken, Hoogland, Lensden Stontentrarg, ïirsclie en I onientieri. t, ieuwe Amersfoortsclie Courant, I Geskiedeois van ie Transvaa l Woensdag 12 October 1881. I KLAAS WAARZEGGER, ZONDER MASKER. i PREMIE dertig* Cents, No. 82. /X Tierig Jaargang. er-l Uitgever: A. AfSlothouwer, I Advertentiën kunnen iiigc- 'e<wn(len worden tot uiterlijk ie'B morgens 81/, uurdes Woens- ,er dags en Zaterdags. Eecse vieranaal geplaatste ad vertentie wordt sleehts drie- M maal in rekening gebraeht. ip.g SuifAffrikaansche Republiek van die laaste tien jaare, IHERSFQORTSCHE CO I Abonnementsprijs roor Amersfoort per 3 maanden 1, D' 3 Franco door het geheele Kijk1,10. iteH Afzonderlijke nummers 3 Cent. n I Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regels0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,07s Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. im bij de lerl J. Aan H.H. abonnenten en begun- iigei'S en zij die zich abonneeren op de 'ieuwe Amersf'oortsche Courant wordt or den Uitgever als PREMIE aangebo- In voor ieu oorspronkelijk wérk van den Heer M. DE VRIES, Oud-Voorzitter van den Volksraad der Zuid-A frikaansche Republiek Transvaal i getiteld of die 16 gevertel door i aan zijn Neeft MARTIN UST in Hollant, in die eige boere syn taol. OFFICIEËLE PUBLICATIE. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Brengen den ingezetenen in berinnering de navolgende bepalingen van de artt. 27 en 42 der wet van den 29. Maart 1833 (Staatsblad no. 4,), houdende de BELAS TING OP HET PERSONEEL, gewijzigd, bij de artt. 7 en 14 der wet van den 9. April 1869 (Staatsblad no. 59) I. Die na den 15. Mei een perceel in gebruik neemt, is voor dit perceel de belas ting naar de vier eerste grondslagen, voor den tijd des dienstjaars die dan nog over is, verschuldigd. Aan den belastingschuldige die in den loop des dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in zijnen dienst ach ter tela ten, wordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars die dan nog over is, indien daar van door hem binnen den tijd van eene maand, volgende op die waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs, schriftelijk aan gifte is gedaan ten kantore van den Ont vanger, op een aldaar kosteloos verkrijg baar biljet. De ontheffing wordt ook verleend over het driemaandelijksch tijdvak waarin bet perceel werd verlaten, indien de belasting plichtige daarna, doch in den loop van dat zelfde tijdvak, een ander perceel waarvoor bij belastingplichtig is, in gebruik neemt. Bij overlijden van den belastingplichtige treden zijne erfgenamen in dezelfde rech ten en verplichtingen. Het ingebruikstellen van dienst- of werk- boden en paarden, of van die welke, aanvan kelijk gebezigd tot onbelastbare of minder belastbare einden, overgaan tot belastbaar of hooger belastbaar gebruik, wordt met FEUILLETON. I De Beethoven der hennnerinq. 'iiki XIII. t 9: kom doen O, moeder, heeft mijne lange j afwezigheid uw hart dan niet voor mij verzacht? Ik moest u zien, moeder, u en Emma; ik moest u vertellen, dat de weg tot geluk, tot roem mij openligt; (si moes' een vriendelijk woord van u hooren, eer ik dien betreden kon. Moeder, wilt gij mij dan niet in ■■funis, in uw hart ontvangen?" ■fIatuurlij!c S'j Fier welkom," antwoordde zij ~jp «doch ik bid u, laat die Iraaie woorden ach terwege. Me dunkt, gij zijt knap opgeschoten, en die nieuwe, fijne plunje kleedt u goed. Gij zijt geheel een eer geworden, en behoort niet meer onder ons ecn- Tondige burgers tehuis." ■Pc jongeling schudde droevig het hoofd, en trad tot voor het venster. Iloe schoon lag daar het dorpje voor beschenen door het liefelijk avondzonlieht. Ginds ia hMPeuvel, waar hij zoo menige ure had gemijmerd, ter |jMMe dorpstraat met zijne kleine woningen, en de ^■ospits achter het groen. Hoe menigmaal had hij jH a'ne' gezien, hoe menigwerf had zijn droeve blik gerost; thaDS stond hij weder op dezelfde plaats, ^■Tdnen glinsterden in zijn donker oog, bij de ge- e aan de nederlaag daareven geleden. Hij was VjJ toet de beste bedoelingen gekomen, gedreven et verlangen, om zijne moeder te zien en te be- "Sfen en toe „as haar welkomst gelest O, hooe- m«d! hoogmoed! fUU^s trad z'jDe zuster htm ter zijde, en legde de J«f. blanke hand op zijn arm. „Vertel ons van uw le- aanscbaffing gelijkgesteld. Aangifte daarvan wordt gedaan op een biljet ter invulling bij den Ontvanger ver krijgbaar. II. De belanghebbenden worden voorts opmerkzaam gemaakt op bunne verplich ting, ingevolge de wet van den 26. Mei 1870 (Staatsblad no. 82), betrekkelijk de GRONDBELASTING, om van de nieuw- gestichte of herbouwde gebouwen binnen drie maanden na de geheele of gedeelte lijke ingebruikstelling van het gebouw of, wat de ongebouwde eigendommen betreft, vóór den aanvang der landverbetering, aan gifte te doen bij het Bestuur der gemeen te, waarin de eigendommen gelegen zijn. Bij verzuim zal men zichzelven te wij ten hebben de nadeelen, die hieruit moe ten voortkomen. Amersfoort, den 10 October 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeeester. De Secretaris, VAN PERSIJN. W. L. SCHELTUS. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter kennis van de in gezetenen, dat de Commissie, die zich gedurende onderscheidene jaren heeft be last met de bezorging van spijzen aan be- hoeftigen, zich weder bereid heeft verklaard om gedurende den aanstaanden winter hare pogingen tot leniging van de armoede voort- tezetten. Burgemeester en Wethouders openlijk bunnen dank betuigende zoowel aan boven genoemde Commissie, voor hare belang- looze en edelmoedige werkzaamheid, als aan de Ingezetenen, voor hunne milddadige medewerking, maken tevens bekend dat de Commissie voornemens is, om op Maandag den 17 October e.k. aantevangen met het openen der aan de huizen te doene in- wen in de residentie, Anton?" vleide zij. Hij sloeg den blik op haar„Hoe schoon zijt gij ge worden, Emma; gewis, menige dame ten onzent, zou vol jalousie uwe frissche, blozende wangen zien, en uwe hou ding, die rijzig en fier is als die eener koningin." „Waarlijk Nu, dat doet mij genoegen; het is in mijne schatting bovenmatig plezierig om mooi te zijn 1 Doch ook gij, mijn broeder, zijt in uw voordeel veran derd, en niet meer de luimige knaap van voorheen." „Om luimig te zijn, ontbreekt mij thans tijd en lust beide. Ik studeer hard, Emma, den ganschcn dag door; en denk eens, mijn leermeester is zoozeer over mij te vreden, dat hij reeds dezen wintermij in het publiek w il doen optreden." „Zuit gij dan op concerten zingen?" „Gewis, en ook les geven. O, Emma, hoe heerlijk moet het zijn om zelf geld te verdienen, om niet meer afhankelijk te zijn van de goedheid mijns meesters." „Is hij goed voor u?" „Mijnheer Hartman Hij is geheel goedheid, en ik acht hem hoog. Eigentlijk is zijn naam niet Hartman het is de naam zijner moeder, die hij na een zeer treu rige, huiselijke omstandigheid moet hebben aangeno men, doch in de kunstwereld is hij onder een gansch anderen naam bekend geweest." „Kent gij dien?" „Ja. Doeh ik meen in zijn geest tehandelen, wanneer ik deztn verzwijg; hij wtnscht dat die dood en bigraven z'j- Hebt gij ook de geschiedtnis van zijn lijden verno men? Ik hoorde er van verschillende zijden over fluiste ren; het rechte echter weet ik niet, en de tijd is nog niet daar, waarop de meester ze me zelf mededeelt. Zal hij dat ooit doen? „Ik hoop zoo O, Emma.nimmerontmoette ik cenig mensch, die zoozeer achting en vertrouwen waardig is. Hij draagt zijn ongeluk als man, en als christen. Is dat scbrij vingen tot deelneming aan het uit- deelen van spijzen gedurende den aanstaan den winter; terwijl de ingezetenen dezer gemeente dringend worden aangespoord om door ruime inteekening de heilzame pogin- gingen dier Commissie te ondersteunen en daardoor hunne belangstelliug in deze zoo nuttige inrichting te toonen. Amersfoort, den 11. October 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. Amersfoort, 11 October 1881. Bij de Maandag gehouden aanbesteding van 800 hectoliter kachelkolen ten dienste der gemeente was minste inschrijver de Heer L. S. Herz alhier voor 63V2 cents per hectoliter. Aan genoemden Heer is de levering gegund. BINNENLAND. Al de beambten, die in den avond van 3 October in dienst waren, waren opge roepen om zich op hunne posten te be vinden, zoowel de wisselwachters als ran geerders en machinisten. Bij het onderzoek moet gebleken zijn, dat van verscheidene zijden onachtzaamheid gepleegd is. Met de gekwetsten bij den Rotterdam- sche spoorwegongeluk moet bet vrij wel niet de hoogste lofspraak? Gew is; doch thans, mijn broeder, zie hoe onze moeder met gebogen hoofd teneerzit; handel gij als christen, en ga tot haar. Zij heeft mij afgewezen. Gij zult haar doorliefde winnen. Zij knikte hem bemoediging toe, en verliet de woning om de iDkoopen te doen, die zij, door Anton's komst, verzuimd had. De jongeling zette zich ann de tafel, en begon uit eigen bew eging eenige mededeelingen te doen, omtrent zijn leven in de voor Elze onbekende wereld. Zij luisterde, doch onderbrak hem niet door eenige opmerkiDg noch belangstellende vraag. Blijkbaar waren hare gedachten bezig; doch met wien? Dwaalden ze rond in het verledene, of toefden zij bij den zoon, die om een enkel woord van liefde badte vergeefs Wie zal het 2eggen; Anton kende ze niet, doch hijging voort met verhalen, hartelijk en vertrouwend, tot een zware voetstap het vertrek naderde, en haas Eijken binnentrad. De timmermaR was het meest veranderd in deze kor te spanne tijds. Zijn haar was vergrijsd) zijn blik wan trouwend en ongedurig, zijn lippen dik en gezwollen, en zijne bewegingen wankelend. Geheel zijn persoon droeg den stempel van ongeluk, huiselijken onvrede, en wat nog erger is, verslaafdheid aan sterken drank. Wie dien man als jongeling gezien had, zou hem na twintig jaar niet hebben herkend. Baas Eijken boog voor den vreemden heer, diens aan blik htm zoo vreemd en toch zoo bekend voorkwam. Anton glimlachte. „Vader, kent gij mij niet meer, sprak hij hartelijk, en stak htm beide banden toe. 1 ader, luidde bet stroef, wie noemt mij zoo Ik heb geen zoon. Ik ben teruggekomen, om u allen te zien;indien ooit eenig kind zijn ouders liefhad, zoo ben ik het, vader. Het ging mij goed in mijnen nieuwen werkkring; doch Volgens de nieuwe verdeeling heeft het/ Kampereiland, enz. thans 100 boerenhof steden, elk groot 35 hectaren. Door/elk ander betaald elke boer f 88 per hectare, of t 30S0, uitmakende een pachtsom van f 308.000. ik kon niet langer blijven, zonder een woord, een groet van u allen. Morgen reis ik weder af, want langer wil ik u en moeder niet tot last zijn. „Gij zijt veel veranderd; ik zou u niet 'nerkend heb ben, Anton. De timmerman zette zich nevens hem, en legde de zware vereelde vuist op de taCd. Anton deed zijn uiterste best om vriendelijk voort; te spreken, en weldra gelukte het hem Eijken zoozeer door zijne ver halen te boeien, dat herberg en jeneverfltsch voor dien avond vergeten werden. Toen de eenvoudige avonddisch bereid werd, was er veel van de eerste stijfheid verloren, en toen Eijken den jongeling naar het kleine zolderkamertje bracht, waar hij als knaap had vertoefd, toen drukte hij hem de hand tot een goedennacht, er voegde er bij: Als gij mijn zoon gew eest w aart, hoe lief zon ik u gehad hebben. Denk dat ik het ben, smeekte den jongeling, ik wil u achten en vereeren als een kind zijnen vader; o, denk dat ik het ben. Dat kan ik niet, doch helaas, hoe anders en beter had alles kunnen zijn. Goedennacht. De deur sloot zich; de jongeÜDg bevond zich alleen, alleen met zijne gedachten, zijne herinneringen, zijne idealen, alleen ook met God. En diep ootmoedig liet hoofd buigend, smeekte hij: Beziel mij, o, Almach tige, door het genie, doch bovenal door dat genie, dat tot U opvoert. Den volgenden morgen bezocht hij met Emma den heuvel, zijn lievelingsplekje. Daar in het lange graa neergevleid verhaalde hij haar alles, wat in deverloopen jaren zijn jong leven had bewogen; sprak haar over zij ne studiën, over zijne vorderingen in de Italiaansche en Hoogduitsche talen, over zijne liederen, en over zijnen weldoener. Daar zong hij haar enkele ariën voor, die het jonge meisje in verrukking brachten, en terwijl zij hem vol liefde iu het bezield gelaat zag, sjirak zij: O, Anton hoe heerlijk zou het mij zijn, uw eerstesuccè3 bij te wo nen; ik moet daarover met freule Vanessa spreken.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 1