NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR t, Baarn, BbbscMub, EemuesHamersyelö, Hoevelaken, Hoogland, Lensden, Soest, lente, Yutirsclie, ScEernenzeel Zaterdag 22 October 1881. feowe krstatè Courant, )n Geskicdeni; «ONDER MASKER. OPLICHTERS. PEEMIE dertig Cents, No. 85. Tiende Jaargang. Uitgever: A. AfSlothouwer, Dit Nommer bestaat uit ;wee bladen. EERSTE BLAD. A Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk |s morgens S'/2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad- ertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. M. DE VRIES, uit-Affrikaaasche Republiek van die laaste tienjaare, KLAAS WAARZEGGER, oo 04 iNIERSFOORTSCHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 8 maanden 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers 3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woentdags- en des Zaterdagt. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsJ 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,07' Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. bij de Aan H.H. abonnenten en begun- Itigers en zij die zich abonneeren op de Nieuwe Amersfoortsche Courant wordt loor den Uitgever als PREMIE aangebo- en voor een oorspronkelijk werk van den Heer Oud-Voorzitter van den Volksraad der ZuidAfrikaansche Republiek (Transvaal), etiteld of die gevertel door an zijn Neeft MARTINUST in Hollant, in die eige boere syn taol. FEUILLETON. ■De Beethoven der herinnering. XVI. Doch, wat spreek ik vau dagen uit het verleden, laar ik u wijzen kan op mannen, in onze dagen, die noot en begaafd, het zich eene eere rekenen, hnn ta lenten te wijden aan den dienst des Allerhoogsten Denk slechts aan den componist van den Paulus en Ilias, die hoewel streng in den vorm, nochtans geest en leven aan zijne composition wist medetedeelen, terwijl hij als een wsardig navolger onzer klassieken, *ich eene eereplaats Daast hen verworven heeft. Men- Jelsohu is edelman in den volsten zin van het woord, wol geest en talent, wijdt hij zich niet zóó uitsluitend Tsn de kunst, of ook voor zijne verwanten en vrienden leeft hij een warm hart, en gaat hen vóór op een baan, ■ie tot deugd en volmaking geleidt. Toch is de nieuwere tijd over het algemeen meer na strevend dan oorspronkelijk, en geeft zij ons vele Ta lenten bij weinige Genien. Vanwaar dit komt laat zich poeielijk beoordeelen, mogelijk daarvan dat de muziek (t zeer een algemeen eigendom werd. Gij echter, mijn loon, die in u zelf een scheppende kracht bezit, gij zult rooruit komen in de wereld, gij znlt u een weg breken; houd slechts moed 1 Ik zal n een aanbevelingswoord Schrijven, dat gij op uw eerste kunstreis vertooDen kunt, fant reizen moet gij, eer ge n vestigt, en volgt ge mijn "Md dan bezoekt ge Leipzig, en brengt Mendelsohn mijn Toet. Behelst het gerucht w aarheid, dat hij het volgeod 11 sar Holland zal overkomen, dan zal ook ik hem pieschien nog eenmaal in mijn leven zien." Het verzoekschrift van den uitgever dezer Couranthetwelk met algemeene stemmen van de hand werd gewezen, heeft in de Raadsvergadering van 20 October aanleiding gegeven tot de volgende dis cussie. Een der afdeelingen had de wenschelijk- heid uitgesproken om uitvoerige verslagen van de gemeenteraadszittingen te laten maken en daarvoor f 300 op de begrooting uit te trekken met uitnoodiging aan Bur germeester en Wethouders om daaromtrent een voorstel aan den Raad te doen. Namens het dagelijksch bestuur, (zijnde de Voorzitter en den heer Celosse, de heer W. A. Croockewit stemde er vóór,) deelde de Voorzitter mede, dat het de wensche- lijkheid dier uitvoerige verslagen niet deelt, dat in deze gemeente gebrek was aan pu bliek leven, hetgeen vooral blijkt uit de weinige aanvraag van wege het publiek om inzage van stukken op de secretarie of het vragen van afschriften. Een der Raadsleden meende dat juist dat publiek leven zou worden opgewekt door grootere publiciteit en gaf te ken nen dat de kiezers in de gelegenheid dien den gesteld te worden te lezen welke mee ningen door hunne afgevaardigden in de Raadsvergaderingen worden geuit. Een ander lid dacht dat er bepaald be hoefte bestond aan uitvoerige raadsver- slagen, hij wenschte geene officieele versla gen, uitgaande van het Gemeentebestuur maar die gelden uit te keeren aan iemand die de uitvoerige verslagen aan een der couranten leverde; de regeling echter meen de hij aan het dagelijksch bestuur te kun nen overlaten. Van het recht om een nieuw voorstel tot het verleenen van hooger bedrag, in te dienen, werd door hem geen gebruik Terwijl Hartman sprak had de jongeling zijn Arién boek terhsnd genomen, en terwijl een heldere gloed in zijne oogen tintelde, zeide hij„Toch moet het heerlijk geweest zijn in den tijd van Handel, dezen Duitschen Reus der Muziek geleefd te hebben; men zou onwille keurig zelf bezield zijn geworden door zulk een genie." „Daarin hebt gij recht, ja zelfs zij, die alle genius mis ten, ze werden aangetrokken door een Handel en Bach, en leerden de waarde van hnn leven beseffen. Wat mij betreft, ik heb slechts één dag Beethoven gezien en ge hoord, tuaar nimmer, tot mijn laatsten ademtocht, ver geet ik die ure, de schoonste van geheel mijn veelbewo gen leven." „Gij hebt Beethoven gehoord? Waar? Wanneer?" vroeg de jonkman met vuur, „Het tvas in het jaar 1820. Ik bevond mij toen in de Ooatenrijksche keizerstad Weeten. Reeds dien ganschen zomer had ik gereisd, deels om aan voordeelige engage menten te Keulen en Leipzig te voldoen, deels gedron gen door den wensch om mijne woning te ontvluchten, die toen reeds zoo somber en doodsch voor mij was, om dat de liefde er gebannen scheen. Te Leipzig ontmoette ik een kunstenaar, mede-componist, die mij overhaalde mijne reis verder voort te zetten. Wij vertrokken te za- meu naar Dresden, waarbij eenige concerten leidde en mij eene plaats verwierf bij de uitvoering van Handels „Acis und Galathea." Dat was een prachtige avond; de schouwburgzaal was overvol, en des Meesters werk werd niet alleen uitbun dig toegejuicht, maar ook de onbekende Tenor, die naar aller meening zoo uitnemend zijn moeilijk werk had volbracht, werd onderscheidene malen voorgeroepen, en met nieuwe conditiën door den direkteur als over stroomd. Ik weigerde echter; het was mij niet wel te moede, waDneer ik langen lijd op één plaatstoefde, doch ik beloofde in den aanstaanden winter, op mijn terugkeer naar het vaderland, mij nog eenigen tijd aldaar op te houden, en ik aanvaardde de taak om alsdan mede te gemaakt; liever het beginsel van publici teit prijsgegeven en tegen gestemd. Uitvoeriger gemeenteraadsverslagen zijn vooreerst niet te verwachtenhet voorstel der afdeeling werd verworpen met 5 tegen 9 stemmen. Tegen waren de heeren Her schel, Yisser, Celosse, Scheltus, Lagerwey, Burgsteeden, Zandijk, van Zijst en Huët, vóór stemden de heeren Groeneboom, Croockewit, Bake, Gerritsen en van Beek. Wie lui is, en arm bovendien, en niettegenstaande deze min aanbevelens waardige eigenschappen toch //fatsoenlijk" door de wereld wil komen, moet slim zijn. Dien bijzonderen nadruk op het woord fatsoenlijk legden we wegens de eigenaar dige beteekenis van dat woord, die zich evenmin nauwkeurig laat vatten als de luchtmassa binnen de wanden van een luchtbel besloten. Plaats nevens elkander een eerlijk man in zijn werkpak en een avonturier, van wien het bekend is dat hij zich met kwade praktijken inlaat, in een chique kostuum: en op de vraag, wie van de twee fatsoenlijk" mag genoemd worden, zullen nog vele honderden den laatste aanwijzen. Zoo is er ook, wanneer men spreekt van //fatsoenlijk door de wereld komen," meer gedachte aan de wijze waarop dan aan de middelen waardoor. Volgens veler opinie staat in dit opzicht de handwerksman van daar even, die zijn soberen maaltijd aan eigen vlijt te danken heeft, beneden den man die //het er goed van neemt," jan werken in de voordracht van Mozart's Figaro. Ook in Praag hielden wij ous op, en hoorden er alge meen den grooten lof van den man, die kortelings aldaar den leiding had op zich genomen van enkele zijner eige ne composition: van Beethoven. Steeds meer smachtte ik er naar dien te zien en te hooren, en daar ik thans zoo betrekkelijk dicht in zijne nabijheid was. moest ik verder reizen naar Weenen, waar hij toen leefde en werkte O, hoe beschrijf ik u, den indruk daar ontvangen; ik lette niet op de menigte, die zich rond en in de groote zaal verdrong, reeds twee uur voor den aanvang van het concert; ik achtte er niet op, hoe ik van alle zijden ge- stooten en geduwd, slechts met groote moeite de be sproken plaats bereiken kou, vao waar ik eeu geheel over zicht zou hebbeu van het orchest. Eiudelijk was het tijd om te beginnen, en toen zag ik hem, wiens optreden plotseling alle gesprekken deed verstommeu terwijl slechts de juichkreet: „Leve, leve, onze eenige Beetho ven," door duizende stemmen aangeheven, en ook tot buiten de zaal werd voortgedragen. Hoe eenvoudig geeft hij, met eene dankbare buiging voor het publiek, tevens bei sein aan het zangpersonetl om te beginnen. Welk een gloed! Welk een leven. Welk eeDe uitdrukking. Des kunstenaars gelaat straalt van edele geestdrift, zijn donkere, zielvolle oogen schitteren. De kracht, het vnnr die hem bezielen, deelen zich als het ware inede aan het orchest, en de artisten zoowel als de kooristen slaan hem vol bewondering gade. Zóó warm, zóógrootsch ruischten de tonen gewis nog nimmer door de zaal, waarin toch reeds zoo menig echt kunstgewrocht had weerklonken. Des Meesters succes is bedwelmend. Al ler oogen zijn vol warmte en dank op tlezen Duitschen Leeuw gericht, dien zoo onverdeeld aller hulde wordt toegebracht. Mijn zoon, toen eerst verstond ik de ware kracht der muziek, maar toen ook gevoelde ik, hoe groot de zegen en alleman uitpoft en per slot van rekening met de noorderzon vertrekt, precies als due d'Alv' uit Amsterdam. Gelijk gezegd werd, slim moet hij zijn, en hij is het dan ook gansch zeer uitne mend. De firma Zwendel en Compagnie heeft een verbazende uitgebreidheid ge kregen: zij doet overal zaken en in alles, er is geen tak van handel of nijverheid waar zij zich niet mede afgeeft. Haar leden, agenten, vertegenwoordigers en commis- voyageurs zijn de bewuste slimme lui. Vandaag annonceert de firma, dat voor het debiet van een zeer winstgevend artikel dépöthouders worden gevraagd, die op een goed burger-bestaan kunnen rekenen. Na dere inlichtingen daar. Men wendt zich totdat adres en wordt voorloopig aange nomen: storting van eenige rijksdaalders moet voorafgaan. Men offert de achterwie len en is zijn geld kwijt. Morgen leest men van een nieuwe ver zekeringsmaatschappij tegen veeziekte, brandgevaar, hagelslag of stormschade. Agenten worden opgeroepen: 't gaat net als in het vorige geval. Overmorgen komt een lid der firma Zwendel zelf aan uw deur. Met een fabel achtig koopje, waarvan hij monsters laat zien, zal hij u gelukkig maken. Natuur lijk doet gij een flinke bestelling, want zoo iets is ongehoord. Zou de vent het goed gestolen hebben? Mogelijk wel maar wat kan u dat schelen? Als gij 't maar hebt, voor de rest is hij verant woordelijk. Intusschen laat hij u nog een ander koopje zien, dat hij toevallig wel bij zich heeft: wel hebt ge daar niet veel zin in en volstrekt geen behoefte aan maar toch, de man wil het zoo gaarne aan u quitteeren en het is zaak hem een beetje tot vriend te houden anders kan zijn, die een christen-kunstenaar op zijne hoorders vermag uit te oefenen. Geheel vervuld met dit nooit te voren gekend genot, spoedde ik mij bij het einde huiswaarts, en juist wilde ik eene zijstraat inslaan, die mij in weinige minuten naar mijn hotel voerde, toen een man, in een langen mantel mij ter zijde trad en zeide: „Waart gij niet dezelfde, die rechts van het orchest gezeten, oog noch oor daarvan af- wendet?" Ik zag op; een lichtglans gleed over zijn gelaat, dat met zoo groote mildheid op mij nederzag. „Noem mij uw naam," ging hij voort; ik deed het, en toen mij de hand reikend, sprak hij warm „Gij zijt kunstenaar ge boren; kom mij morgen vroeg bezoeken, en vraag aan dit adres naar Beethoven." Hij was verdwenen, doch een gevoel van verrnkkiDg bezielde mij, hetzelfde gevoel, dat mij een oogenblik te voren het spreken schier belet had. De heer Hartman hield een oogenblik op, en leunde mijmerend bet hoofd io dc hand. De jonkman was naast het klavier gezeten, en luisterdein ademlooze stilte. „Ik I gaf aan de uitnoodiging gehoor," vervolgde zijn mees ter, na eeDe pauze; „ik bezocht hem in het vroege mor genuur. O, mijn zoon, hoe zal ik u verhalen wat ik toen gevoelde; ik leefde als in een schoonen droom. Hij deed mij naast zich zitteD; hij deed mij verhalen van mijn va derland en ODze Nederlandsche kunst, hij stelde belang in alles nat mij betrof, en lokte mij nit tot een vertrou wen, nieimand vóór noch na hem geschonden. Toen de tijd tot vertrekken daar was, zette hij zich voor zijn or gel en sprak minzaam: „Ik moet mijo nieuwen vriend toch eeD groet brengen op mijne wijze," en weldra wer den de liefëlijkste melodien vervangen door reusachtige harmonien, nn de machtige componist het instrnment beheerschte. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 1