NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Amersfoort, Baan, Baasctoten, Emus, Baitrsnll, leralata, loaslaai, Mei, Soest, Oranje en Neêrland één, NIEUWE Zaterdag 10 December 1881. Tiende Jaargang. ZONDER MASKER. No. 99. j V. u 11a Uitgever: A.M.Slothouwerj nn75 Advertentlën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens 8V2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eenc viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. BERICHT. VEERTIG CENTS, FEUILLETON. ARIERSFOORTSCHE COMT. Advertentien van 16 regelsj 0,40. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden ƒ1,Iedere regel meer 0,05. Franco door het geheele Kijk1,10. Voor het Buitenland0,07® Afzonderlijke nummers 3 Cent. TE AMERSFOORT. Reclames per regel0,20. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Als premie op ons blad voor het jaar 1882kunnen wij onze abonnees aanbie den, een fraaien SCHEURKALENDER, getiteld opgedragen aan Z. M. den Koning. Uitsluitend verkrijgbaar voor onze abon nees tegen betaling van terwijl hij in den handel vijf en zeven tig Cent kost. Zijdie dezen Scheurkalender, op zede- lijk-naaatschappelijk gebied, door een zeer bekwame hand, wenschen te bezitten, ge lieve te teekenen op de Inteekenlijst, die hen binnenkort zal worden aangeboden. Naar buiten, tegen overmaking van het bedrag per poswissel, vóór 15 Dec. a. s. In den regel pleit het niet voor den politieken zin van een volk, wanneer het dikwijls zijn constitutie wijzigt. Is de bestaande regeeringsvorm een republiek, dan geeft men, door zich niet krachtig De teleurgestelde verwachting. XXIX. „Ei, ei, wat is mijn zusje verstandig geworden! Wil dit echter zeggen, dat gij Egbert niet meer bemint, en uwe verloving verbreken,wilt?" „Allerminst; ik heb hem lief, en zal hem blijven be minnen, doch zoolang ik niet volkomen zeker ben, dat de verbreking van zijne beloften, nu en dan, niet een gebrek san liefde zijnerzijds verraadt, kan ik hem niet voor eeuwig trouw beloven. Van harte echter hoop ik, dat ik spoedig overtuigd zal kunnen zijn, dat hij nog mijne achting waardig is. Om daarom trent zekerheid te erlangen reis ik morgen met onze ouders en Adèle huiswaarts, en moet Vanessa's noo- diging, om haar nog eenige dagen te blijven bijstaan, volstrekt van de hand wijzeD." „Is deze reis zoo vast besloten? Nu, gij hebt recht, znsje, doch van harte hoop ik, dat gij u in nwe ver wachting niet teleurgesteld zult zien. Gij verdient een man, die u liefheeft." „Een man als de mijne," viel Catharina glimlachend in, die het vertrek onbemerkt was binnengetreden, en thans vol innige genegenheid haar echtgenoot beschouw de. „Wat begint hij reeds weder goed uit te zien, Jo hanna, vindt gij niet?" „Hoe kan het anders," sprak Rhenen glimlachend, terwijl hij zijn vronw liefkozend tot zich trok, „hoe kan het anders waar ik door zulke zorgen word omringd? Zie, daar komt Fanny alreeds weder met haar portwijn; owe gezondheid, jonge dame." genoeg te verklaren tegen gestadige ver anderingen het staatsgebouw prijs aan allerlei eer- en heerschzuchtigen, die er naar welgevallen in rondscharrelen tot groot nadeel van de vrijheid en den eerbied voor het gezag. Is hij een constitutioneele mo narchie, dan is uit den aard der zaak vastheid van grondslagen van het regeer- stelsel niet minder aan te bevelen: ge meenlijk toch is de Grondwet een soort van overeenkomst tusschen den Vorst en het volk, met vaststelling van wederzijd- sche rechten en plichten. Wijzigt men nu eenige bepalingen der constitutie, dan brengt zulks lichtelijk verandering teweeg in de onderlinge verhouding, en ieder gevoelt dadelijk aan welke groote beden kingen dit onderhevig is. Aan den anderen kant is te ver gedre ven stabiliteit van regeeringsbeginselen weer een kwaad. Waar de maatschap pelijke betrekkingen voortdurend wijzigin gen ondergaan en zich schikken naar de voortgaande ontwikkeling in de denkwijze en opvatting der individuenkunnen we ons geen stilstand voorstellen op het ge bied van het staatkundig leven; en de grenzen binnen welke het zich voorheen ongehinderd bewoog worden later niet zel den slagboomendie den vooruitgang te genhouden. Wat dan wijken moet, is niet twijfelachtig: kleederen, waaraan we zijn ontwassen, leggen we af en verwis selen we voor nieuwe en met instel lingen gaat het niet andere. Een volk, dat zich zonder aarzelen voegt naar ge- kristaliseerde staatsvormen, is dood: al thans, als natie heeft het geen toekomst. Nu kan een Grondwet, die tien levens jaren telt, reeds verouderd zijn, terwijl een andere na veertig of vijftig jaren nog al haar frischheid bezit en geheel aan de behoeften voldoet. Dat hangt van ver- Thans kwam de kleine Rudolph binnen, en vleide zich tegen zijns vaders knieen. „Papa, wanneer speeltge vrcer met mij," vroeg hij, w anneer rijd ik weder op uw rug? Ja, dat zal de eerste dagen nog wel niet gebenren, mijn jongen; doch kijk niet verdrietig, over een dag of acht rijdt gij mede de wijde wereld in. „En mama?" Wel, zonder mama kan ik niet meer leven, die gaat natuurlijk mede. i\ ietwaar, Catharina, wij beiden zullen elkander gaan verzorgen onder den Duitschen hemel? Berglucht en vrije natuur; zie, het is me reeds of ik daarvan geniet, wanneer ik er maar aan denk. Uw vader mijn lieve dokter, heeft ons beiden dit uitstapje voor geschreven, en dus, voer ik u en ons kind weldra ver over de grenzen, om vun harte in een nieuwe atmosfeer van het nieuwe leven te genieten. Dan komt Fanny zoolang ten onzent, riep Johanna verheugd. Ik ga het mijne ouders voorstellen, nietwaar Fanny, gij stemt er in toe? En het werd beschikt; de ouders toch hadden het een voudige meisje, met haar diep, teeder gevoel, van gan- scher harte lief gekregen, en toen zij den volgenden morgen afscheid namen was het onder belofte, dat Va nessa tijdelijk haar verblijf zou nemen op de villa, nabij de residentie, zoodra haar broeder sterk genoeg zou zijn, om met vrouw en kind de Duitsche reis te aanvaarden. Erlenbad. Het was op een schoonen avond in de laatste dagen van Juni; de gouden stralen der ondergaande zon hulden het geheele landschap in een too verachtig licht, terwijl ze 't fijne stofzand van den grooten heirweg met purpe ren tinten kleurden. Snel vloog de landauer, die ons viertal reizigers inhield, naar de plaats zijner bestem- schillende omstandigheden af. Hebben er, kort na haar in werking treding, belang rijke staatkundige gebeurtenissen plaats gehad die een beduidenden invloed uit oefenden op de openbare denkwijzedan kan de formuledie weinig tijds geleden geen tegenspraak vond, thans geheel on bruikbaar zijn geworden. Een voorbeeld vinden we in de jongste geschiedenis van Spanjedat in een klein getal jaren een gewichtige politieke hervorming heeft on dergaan, en niets slechts den bovenbouw maar ook de fundamenten zijner wetgeving moest veranderen. Daarentegen kan een Grondwet onder zoo gunstige omstandigheden zijn vastgesteld, dat nog jaren daarna de vooruitgang er zijn volledige uitdrukking in vond. Een voor beeld van dien aard biedt de Belgische Con stitutie aan, die, in het leven getreden in de dagen van de eerste vestiging der nationale zelfstandigheid,Jeen zeer vrijzinnigen geest ademt die bezielend moest werken op vele latere geslachten. In zulke gevallen is de stabiliteit vanzelf verzekerd. Eindelijk nog kan een Grondwet zulke ruime bepalingen bevatten, dat zij den voor uitgang in de wetgeving in het minst niet belemmert. Wanneer zij slechts eenige al- gemeene regels stelt, en al het overige aan den gewonen wetgever overlaat, kan zij vele jaren gehandhaafd blijven. Meestal toch is de eerbied die men haar toedraagt zoo groot, en beseft de natie zoo levendig welke hooge beginselen zij vertegenwoordigt, dat men haar zeer ongaarne blootstelt aan de grillen van een toevallige meerderheid. De Nederlandsche Grondwet van 1848 heeft dit laatste niet in haar voordeel. Op meer dan een punt heeft zij zich teveel opgehouden met de regeling van bijzonder heden, waardoor zij geen waarborgen voor lang leven aanbood. Als zij niettegenstaan- ming, en het scheen minder als hadde 't voertuig zijn gewone rustpunt op de aarde, dan wel op den breeden stofwolk, die het voor't oog van den naderenden toe schouwer elk oogenblik mede naar omhoog dreigde te voeren, 't Was een schoone weg, de weg van Achern, (iets bezuiden Baden-Baden) naar 't naburige Erlenbad, dat geheel afgezonderd aan den zoom der vlakte ligt, die zich aan den westelijken voet van het Schwarzwald uit strekt; eu niet weinig genoten Rudolph en Catharina, die met volle teugen, den geurigen wind, die hem van 't gebergte tegenwoei, inademden. Als een droom vlogen hun de in hun frisch groen prijkende vruchtboomen voorbij; als in droomen gehuld zag van uit de verste verte de ruïne van het Brigittenschlösschen op hen neer; als eeu droom teekende de zwarte Hornisch-Grin- de zich tegen den helderen hemel af, en, God lof, ook als een droom lagen die akelige dagen verre achter den rug, toen de zwarte engel met somberen vleugelslag boven hun dak rondwaarde. Vooruit thans vlogen ze, bet onbekende gebergte tegemoet, dat in schoone raad selen zich aan hun spiedend oog begon te onttrekken; vooruit, terwijl zorgen, bekommeringen en verdriet met de stofwolken mede ten hemel togen; rust gingen ze zoeken in stille afzondering met de natuur, die zoo me- uigen kranke, maar ook zielskranke, nieuw leven ge schonken had. En welk oord kon hen die beter geven, dan het stille Erlenbad, dat ze thans bereikt hadden, met zijn lommerrijken tuinzijn koele boscbjes en murmelende beekjes, die zacht kabbelend van 't naburi ge gebergte naar omlaag en om 't hotel heen kronkel den? Een plechtig zwijgen heerschte in de natunr, toen de beide echtelieden op 't balkon hunner kamer traden. De donkere hemel had zich intnsschen getooid met den diamanten glans der fonkelende sterren; het aardrijk lag in vasten slaap en slechts de beek beneden liet hooren, dat 't geen doodslaap was. Vast drukte Rudolph zijn beminde gade aan het hart en bedekte met vurige kus- de dit gebrek de dertig jaar reeds is ge passeerd en misschien nog heel wat ouder kan worden, dan is zulks hoofdzakelijk daaraan toe te schrijven, dat de samenstel lers haar verandering zeer hebben bemoeie- lijkt door er voorwaa'rden aan te verbin den die niet licht te vervullen zijn. Ook dit achten wij een gebrek dat bezwaar lijk weg te nemen is. Het heeft waarlijk in het laatste tien tal jaren niet ontbroken aan pogingen om op wijziging der constitutioneele bepalingen aan te dringen. Met de meeste harer hoofd beginselen, met name wat de verhouding tusschen het Hoofd en de burgers van den Staat betreft, dus met hetgeen we de Grondwet van de Grondwet zouden kun nen noemen, zijn allen het tamelijk wel eens: maar juist daar, waar het eigenlijk gebied van de organieke wetgeving begint, en niettemin de Grondwet haar beslissing vaststelde, openbaren zich de geschilpun ten. En niet het minst krachtig i3 de drang tot herziening der artikelen, het kiesrecht betreffende (artt. 76 en 77.) De Grondwet heeft uitgemaakt, dat de bezittende klasse het meeste belang heeft bij de orde der vrijheid en veiligheid in den Staat, en dat de stoffelijke capaci teit gelijken tred houdt met verstandelijke, welke laatste eigenlijk alleen den doorslag moest geven bij de beantwoording der vraag, of aan iemand kiesbevoegdheid moet wor den verleend of onthouden. Hadde men deze fictie daór niet ten troon geheven, maar eenvoudig aan de /kieswet" de rege ling van het stemrecht opgedragen, we zou den ongetwijfeld ons reeds lang van den census als eenige maatstaf hebben losge maakt: nu staan de genoemde artikelen als hinderpalen voor een behoorlijke en aan de wenschen der meeste Nederlanders vol doende organisatie. sen het lieve gelast, dat zoo begeerig zijn blik in 't duis tere zocht te ontmoeten. Zijn innig fluisterend: Mijne vrouw, deed haar vergeten al wat ze geleden had en't was een danktoon, die, hoewel niet van de lippen, uit 't diepst van haar hart zuchtend tot God opsteeg. Lang heerschte dit zielvolle zwijgen, waarin die beiden el kander omstrengeld hielden. Haar hart vol dank en ge luk en het zijne? O, zij kon door de duisternis niet zien, welke sombere trek dit dierbaar gelaat ontsierde. Zij zag niet den demon, die achter hem stond en hem 't genot dier teedere omhelzing vergalde; zij zag niet die schimmen, die op de toppen der bergen dansten, niet die mishandelde vrouw, dat verschopte kind; niet dien va der vertwijfelend en stervend aan den kanker zijns volks! Had ze geweten, wat lijden zoo dicht in hare na bijheid geleden w erd, had ze den zielestrijd van het dier baarste, w at ze op aarde bezat, met de donkere mach ten kunnen gadeslaan, had ze gezien aan welk een af grond van jammer en ellende zijn van dag tot dag dui delijker sprekend geweten hem plaatste, voorzeker haar vlijende woorden waren haar op de lippen bestorven, waarmede ze nu den geliefde man binnen lokte, opdat de nachtlucht hem niet zou schaden. Den volgenden morgen reeds vroegtijdig w andelde Rudolph, in gedachten verzonken; in den wel wat al te s\metrisch aangelegden, maar toch zeer schaduw rijken tuin. Geen verkwikkende slaap had hem de zoo noodige rust geschonken, maar onophoudelijk hadden angstwek kende visioenen hem uit zijn lichte sluimering opge schrikt. „Rust, vrede mijner kinderjaren, waar vind ik n weer? zoo klonk het droef fluisterend van zijn lippen; indien ik u niet vind in het druk gewemel der menigte, of in de stille eenzaamheid van mijn kamer, indien ik a niet vind in mijn thaus zoo gekweld hart, dan ook zult gij hier mijn deel niet worden. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 1