Brand te Weenen.
zen beneden 20 jaren afgeschaft wordt en
aan alle zeelieden der marine de vrije
keus wordt gelaten tusschen chocolade,
cacao of suiker, in plaats van rum.
Alleen in November zijn, volgens een
officiëele statistiek, 520 agrarische misda
den in Ierland gepleegd. Het graafschap
Munster was het onveiligst.
Aan de kust bij Gabes (Tunis) heeft
een heet gevecht plaats gehad tusschen
2 kolonnes van generaal Logerof en de
opstandelingen, onder aanvoering van Ali
ben Khalifa. De opstandelingen zijn met
sterk verlies geslagen.
De plechtige kroning van den Keizer
van Rusland is uitgesteld wegens den ge
zondheidstoestand der Keizerin.
De Keizer wenschte wel naar Peters-
burg terug te keereD, maar de chef der
veiligheids-politie, Koslow, is daartegen,
omdat er bericht is, dat twee mijmen zijn
aangelegd; waar weet men nog niet.
Het proces tegen de drie politie-hoof-
den, die door hunne onachtzaamheid het
hunne hebben bijgedragen tot den dood
van den vorigen Keizer van Rusland,
heeft te St. Petersburg een aanvang ge-
nomen. De zittingen worden met gesloten
deuren gehouden.
Te Bern zal een gcdenkteeken worden
opgericht ter gedachtenis aan de werklie
den, die bij het doorboren van den St.
Gothardtuunel het leven hebben verloren.
De algemeene opinie over Guitteau's
proces is, dat men krankzinnigheid als uit
gangspunt bij de verdediging geheel zal moe
ten laten varen. De deskundigen, die zoo
wel door de verdedigers als door het Open
baar Ministerie zijn opgeroepen, zullen een
parig getuigen, dat Guitteau volkomen
toerekenbaar is.
Weenen is door een ontzettende ramp
getroffen. Een der meest bezochte schouw
burgen van die hoofdstad toch is door
brand vernield, waarbij een groot aantal
personen zijn omgekomen.
't Volgende omtrent die ontzettende
ramp ontleenen wij aan de telegrammen
en korte berichtenwelke daaromtrent in
eenige in ons land verschijnende dagbladen
voorkomen
Het Dgbl. schrijf:
Een ontzettende ramp heeft de hoofd
stad van Oostenrijk getroffen. De prachtige,
eerst voor weinige jaren herbouwde Ring-
schouwburg werd een prooi der vlammen.
Honderden personen vielen als slachtoffers
van dit onheil. Het juiste cijfer der on-
gelukkigendie omkwamenlaat zich nog
niet met juistheid opgeven. (9 Dec.) in
den vroegen ochtend was men nog bezig
met lijken onder het rookende puin weg
te halen. De lijkenzaal van het gasthuis
is zelfs niet groot genoeg om de ramp
zalige dooden te bergen. Ook de corridors
liggen overvuld, zelfs naar het politiebu
reau zijn enkele lijken gevoerd. Overal
zijn jammertooneelen waar te nemen; de
gansche stad is als in rouw gehuld. Te
gen middernacht had men reeds 201 lijken
geteld. Het aantal der vermisten is nog
niet te bepalen.
Hoe vol de schouwburg was, laat zich
afleiden uit 't feitdat Donderdagochtend
de correspondent, aan wiens bericht deze
bijzonderheden zijn ontleend, een biljet
wilde koopendoch het niet kon krijgen.
Aan een toeval dankte hij dus wellicht
zijn leven. Opgevoerd werd Offenbach's:
Hoffmann's V ertellingenoperette in drie
bedrijven. De schouwburg was tegen ö3/^
uur reeds bezet; vooral de galerijen waren
allen gevuld. In parterre en loges vloeide
het publiek ook langzamerhand toe. De
acteurs treden reeds uit hun kleedkamer
gekleed te voorschijn, de knechts steken
de gasvlammen aan. Tien minuten vóór
7 ure zouden met den hengel de lichten
worden aangestoken bij het scherm. Hetzij
nu uit de opening zelve te veel gas was
gestroomd, of dat de knecht met den
hengel te dicht bij het scherm kwam -
plotseling sloeg een groote vlam uit. De
eerste regisseur, Rötel, riep: Beginnen!
waarop hem met de angstkreten: Brand
het vlamt reeds 1 werd geantwoord. "Vrees-
selijke kreten en gedrang volgden nu. De
hoofdkraan van het gaslicht werd, volgens
eenmaal geheven voorschrift, dichtgedraaid.
Nu heerschte echter volslagen duisternis,
daar de veiligheids-olielampen de reden
waarom is nog niet bekend niet waren
aangestoken.
De verwarring in het locaal nam elk
oogenblik toe. Slechts een gedeelte van het
publiek slaagde er in om langs de over-
vulde, trappen te ontkomen.
Anderen vluchtten in corridors, het
balkon, de loges aan de voorzijde van den
schouwburg; overal zag men dichte ophoo
pingen, vernam men de verschrikkelijkste
wanhoopskreten. Velen wierpen zich van
een hoogte van 10, 15 of 20 voet van
boven neer, een daad welke natuurlijk niet
weinigen met het breken vau armen en
beenen moesten boeten. Vijf minuten over
zeven ure kwam de brandweer opdagen, alle
redmiddelen met zich voerende. Veilig
heidskussens werden uitgespreid, ladders
gesteld, touwen aan de vensters gespan
nen. Zoo mocht men binnen enkele minu
ten vele honderden redden, die anders ook
de slachtoffers van de vlammen zouden zijn
geworden. Met de snelheid des winds gre
pen de vlammen om zich heen; de gehee-
le ruimte vau de zaal was met een ver-
stikkenden walm gevuld.
Van alle zijden snelden nu de brand
spuiten aan; onder het talrijk publiek wer
den velen door de reddingswerktuigen in
ijlende vaart voortgestuwd, gewond. Stroo
men waters werden in den reusachtigen
vuuroven geworpen, doch te vergeefs. Reeds
tegen half acht ure waren het tooneel en
het plafond afgebrand en vielen, met ont
zettend geweld, reusaehtige vonken ten he
mel spattend, ineen.
Nu de brandweer van boven uit niets
redden kon, trachtte zij het inwendige te
bereiken. De weg werd haar evenwel ver
sperd door de tallooze personen die op den
grond lagen. Eerst dacht men dat zij maar
bedwelmd waren, doch zij waren reeds ge
stikt. Van de auteurs zijn eenige koristen
omgekomen. Ook vele bedienden voor het
technische werk, werden gedood. De kas
sier, Giesran, wordt ook vermist; waar
schijnlijk zal hij ook zijn omgekomen. Zijn
twee kleine kinderen werden door den
regisseur Röthel gered. De directeur Jau-
ner viel bewusteloos neder, na 't uitbre
ken van den brand, en werd bij den Zweed-
schen gezant, die toevallig aanwezig was,
ingebracht.
Nog tegen 10 ure brandde de schouw
burg hevig voort. De brandweer kon zich
slechts bepalen tot 't beveiligen der naburige
gebouwen, vooral het Huis van Afgevaardig
den, grootendeels van hout gesticht. De vice
president Loblowitz bracht met het bureau
de gewichtigste papie ren reeds in veiligheid.
De windstilte wendde echter vele dreigende
gevaren af.
Naar het getuigenis van al de aanwezigen
greep het vuur zoo snel om zich heen, dat
alleen in de eerste minuten redding mogelijk
zou zijn geweest. De verwarring op het too
neel was zoo groot, dat men zelfsverzuimde
het ijzeren scherm te laten vallen. Daar de
schouwburg nog brandde, kon 't eindcijfer
der getroffenen niet worden opgegeven. De
toegang tot 't ramptooneel is nog zeer moei
lijk. Van garderobe, mobilair, uitrusting is
niets verzekerd. De bibliotheek is slechts
voor een klein gedeelte gered. De schade,
door den directeur Jauner geleden, is ont
zettend groot.
Eene talrijke menigte bezoekt het brand-
terrein. Alleen de buitenmuren staan nog.
De meeste lijken zijn nog niet herkend. De
telegraafbureaux worden bestormd door lie
den, die naar elders berichten willen zenden
omtrent het lot van vrienden of bekenden.
Een telegram in de Nieuwe Rotterdam-
sche Courant meldt nog het volgende
Het getal omgekomenen is helaas nog veel
grooter dan uit de vorige berichten kon wor
den opgemaakt. Er zijn thans reeds meer
dan 30U lijken gevonden. Allen in één hoek
van den schouwburg vond men bijna 50 per
sonen, die gestikt waren. Het is zelfs moge
lijk, dat het verlies 500 personen bedraagt of
dat cijfer nog te bovengaat, daar er bij de po
sitie ongeveer 600 personen als vermist zijn
aangegeven.
Onder de tot hiertoe bekende dooden be
vindt zich geen enkele vreemdeling. Alle
klassen der bevolking zijn onder de verbran
den vertegenwoordigd; de meesten echter
behooren tot de lagere volksklasse, en velen
zijn er onder van jeugdigen leeftijd. Stellig
wordt verzekerd dat er alleen 600 biljetten
voor de vierde galerij waren uitgegeven en
dat van al die personen slechts een vierde
gedeelte gered is.
Overal worden met goed gevolg inza
melingen gehouden voor de nagelatene be
trekkingen der slachtoffers en voor het
broodeloos geworden personeel van den
schouwburg. De ellende is echter zoo groot,
dat ook een beroep zal moeten worden ge
daan op hulp uit het buitenland.
De Keizer, door graaf Taaffe per tele
graaf van de ramp onderricht, stelde als
ee.ste bijdrage een som van 50U0 florijnen
beschikbaar.
Er worden vele klachten geuit over na
latigheid van de zijde der directie, der
brandweer en der politie, en die klachten
hebben aanleiding gegeven tot een oogen-
blikkelijk en gestreng onderzoek.
Wegens het gevaar van instorten moest
bevel gegeven worden, de muren terstond
af te breken.
Het théater, dat eigendom is van het
fonds voor de uitbreiding der stad, zal niet
weder opgebouwd, maar door een huur
huis vervangen worden.
In het Algemeen Ziekenhuis liggen in
de gangen de nog niet herkende lijken met
den rug op planken; de lijken die her
kend zijn bevinden zich in vertrekken,
waartoe niemand toegang heeft dan de
commissiebelast met het onderzoek naar
de ideuditeit der personen.
De aanblik van de corridors is afgrijse
lijk. Men telde er 61 mannelijke lijken;
een 16tal is zóó geblakerd, dat ze on
kenbaar zijn; velen anderen zijn, klaar
blijkelijk in een wanhopigen strijd met el
kander om uit het brandende gebouw te
geraken, op gruwelijke wijze verminkt.
Bij sommigen waren ledematen afgerukt,
bij anderen het vleesch van de beenderen
gescheurd.
Terwijl onze berichtgever zich daar be
vond, bracht een lijkwagen ongeveer 15
nieuwe lijken aan, of, juister gezegd een
aantal stukken van menschelijke lichamen,
aan een lötal personen behoord hebbende,
alles verkoold en verbrand.
De koristendie omgekomen zijn, schij
nen meestal door den rook te zijn gestikt.
De smart der familie-betrekkingen, die
gekomen zijn om de lijken hunner ver
wanten op te zoeken, is hartverscheurend.
Onmogelijk, daarvan eene beschrijving te
geven.
Ongeveer 90 lijken waren tot 's namid
dags 2 ure herkend.
Het hospitaal wordt door driedubbele
gelederen van militairen afgezet, daar de
aandrang van het publiek aan een storm
vloed gelijk iswaardoor het werk der uit
wijzing van de identiteit der lijken belem
merd wordt.
In het nummer van Maandag schrijft
de N. R. Ct
De correspondenten van de Times" en
de //Daily News" seinden uit Weenen be
richten over den brand van het Ringthe-
ater, die niet veel meer behelzen dan de
door ons medegedeelde bijzonderheden. Men
weet dat de brand ontstond toen de lam
pen op het tooneel door middel van een
electrischen stroom werden aangestoken.
Dat verklaarde ten minste de hoofdop
zichter van het tooneel. De vlammen ver
spreidden zich zoo snel, dat het onmo
gelijk was het ijzeren gordijn te laten zak
ken. Ook dit verklaarde de hoofdopzichter.
In een oogwenk sloeg het gordijn om en
de toeschouwers zagen toen het gansche
tooneel in vlam staan.
Een vreeselijke paniek maakte zich van
het publiek meester, die nog verergerd werd
door het uitdraaien van de gaslichten. In het
duister, slechts verlicht door den vreesaanja-
genden gloed der vlammen, vlogen de toe
schouwers naar de uitgangen en versperden
deze in hun angst om te ontkomen. De plaat
sen beneden waren nog weinig of niet bezet,
maar op de bovenste galerij waren 900 men-
schen. Zooveel kaartjes waren afgegeven.
Een honderdtal redde het leven door uit de
ramen te springen en langs de ladders. Nog
een honderdtal ontkwam langs den gewonen
weg. De overigen zijn waarschijnlijk in doods
angst vechtend, elkander verdringend en ver
trappend gestikt. Spoedig stond het dak in
vlammen.
Toen de brandweer in 't gebouw drong
werden de lampen en fakkels door den rook
uitgedoofd. Op hun geroep werd niet geant
woord, zoodat men dacht dat er niemand
meer in de zaal was. De geredden wisten dat
beter en nogmaals drong de brandweer naar
binnen. Nu bleek dat de bovenste galerij was
ingestort, en dat de menschen welke zich
daar bevonden, in den bak waren gevallen,
in een zee van vlammen, 't Is te hopen, dat
zij toen reeds door den rook bedwelmd of ge
stikt waren. Welk een dood zou 't anders zijn
geweest! In den bak werd niets gevonden dan
kleine gedeelte van beenderen.
Yan de leden van het orkest, van de werk
lieden, die op het tooneel dienst deden, is
niets vernomen. Geheele gezinnen zijn in de
vlammen omgekomen. De straat voor den
schouwburg was natuurlijk afgezet, maar de
soldaten konden niet beletten, dat sommigen,
die bloedverwanten misten, door de gelede
ren braken. Slechts met geweld konden die
armen weerhouden worden in den schouw
burg binnen te dringen.
Den volgenden morgen werden de lijken
en overblijfselen der slachtoffers naar het
hospitaal vervoerd in wagens van het Roode
Kruis. Den ganschen morgen duurde het
transport. De aandrang bij het hospitaal was
zóó groot, dat de hulp van politie en troepen
moest worden ingeroepen om de orde te hand
haven. Tien agenten werden belast met het
opteekenen van alle inlichtingen, welke ver
strekt, met het beantwoorden van alle vra
gen, welke gedaan werdeu. De geheele stad
is in rouw, het geheele land is ontroerd. In
het Lagerhuis van den Rijksraad deed de on
dervoorzitter het voorstel de zitting te ver
dagen en dit voorstel werd aangenomen,
maar eerst werd er een collectie gehouden,
die 3000 florijnen opbracht. De Keizer en
de Keizerin schonken 10.000 florijnen.
Rothschild gaf gelijke som, op de beurs wer
den 28.000 florijnen ingezameld. De ingeze
tenen schenken ook rijkelijk van het hunne,
want de slachtoffers behooren bijna allen tot
de onvermogenden.
De schouwburg was het eigendom van den
Staat en was verzekerd bij de North-British
en de Magyaarsche-Erankische Maatschap
pij, bij elk voor 900,000 florijnen. De pach
ter Jauner, had slechts tot een klein bedrag
verzekerd; men zegt, dat hij een schade lijdt
van 100,000 florijnen.
Den volgenden avond kon men zien dat
het vuur nog smeulde ondanks het onophou
delijke spuiten.
De slachtoffers werden Zondag-namiddag
te zamen begraven.
Het N. v. d. D. meldt nog nader om
trent de brand te Weenen, een der groot
ste rampen van alle tijden, dat zij telkens
weder nog meer slachtoffers gemaakt blijkt
te hebben dan men dacht. Het officieele
cijfer der verbranden is nu 917 personen.
Om de opgewondenheid niet te verergeren
stelde de overheid in haar opgaven de cij
fers zoo laag mogelijk, maar de vreeselij
ke waarheid kon niet lang verbloemd
worden. Zondag zijn de herkende lijken
begraven; maar niet in optocht zooals
eerst het plan was, men wilde opschud
ding vermijden, en om dezelfde reden wor
den de overblijfselen van hen, die niet
herkend zijn, in allle stilte op een onbe
kend uur, naar hun gemeenschappelijk
graf gebracht.
Want de opgewondenheid en veront
waardiging nemen voortdurend toe. En
geen wonder. Telkens komen er nieuwe
feiten aan het licht, die toonen, dat er
honderden ongelukkigen gered hadden
kunnen worden, als ieder eenvoudig zijn
plicht gedaan had. Zoo is gebleken dat
de politie, terwijl de slachtoffers in het
gebouw naar de uitgangen drongen, de
deuren heeft laten sluitenin de meening
dat allen het gebouw verlaten hadden. De
politieambtenaren waren daarvan zoo vast
overtuigd, dat zij een jonge dame, wier
vader, moeder, zwager en verloofde op
een der gaauderijen waren, en die hem
bejammerend kwam mededeelen dat er zich
nog honderden menschen boven in het
brandende gebouw bevonden, voor krank
zinnig verklaarden, zonder nader te onder
zoeken of wat zij verhaalde ook waar kon
zijn. De Aartshertogen, die zich naar de
plaats des onheils spoedden, vernamen daar
ook de geruststellende verzekering: //dat
allen er uit waren."
BINNENLAND.
Te Hellevoetsluis moet het roodvonk
epidemisch heerschen.
Men meldt ons, dat verscheidene mei
kevers zijn opgegraven; zij zaten nauwe
lijks een palm diep in den grond. Dit
voorspelt, voegt men er bij, een zachten
winter.
Wij zijn maar eenvoudige menschen en
geen profeten, dus weten 't niet zoo goed;
maar anders zouden wij wel eens willen
vragen of het, in plaats van een zachte
toekomst te voorspellen, ook wellicht een
gevolg is van een zacht verleden.
GEMENGD NIEUWS.
Het algemeene denkbeeld, dat padden
vergiftig, maar kikvorschen geheel onscha
delijk zouden zijn, wordt weersproken door
de onderzoekingen van Paul Bert, die ver-