NIEUWS- ENADVERTENTIEBLAD VOOR
t, Baan, Bunschoten, Een, Hamemi, loeïelaten, Hoogland. Lensden, Soest,
Menton, ïnnrsche, Sctorpzeel en Woudenden.
NIEUWE
Zaterdag 25 Maart.
EEN NIEUW BEGINSEL.
ZONDER MASKER.
No. U.
Elfde Jaargang.
UitgeTer: A. HfSlothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens S'/2 uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door bet gebeele Bijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regels0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,075
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Toen voor het eerst de maatschappijen
ter verzekering tegen brandschade werden
opgericht, gingen er van verschillende
kanten waarschuwende stemmen tegen op.
Men vreesde, dat het aantal branden ver
bazend zou toenemende lieden zouden
zich eenvoudig maar wat hoog assureeren,
op een goeden dag den rooden haan op
het dak zetten, en er langs dien weg
in slagen, zich ten koste van de eerlijke
deelhebbers of wel van de maatschappelijke
kas te verrijken.
Die beduchtheid, de uitkomst heeft
het geleerd, is zeer overdreven geweest:
maar toch, geheel en al denkbeeldig was
zij niet. Waren de middelen ter bestrij
ding van het brandgevaar niet zeer verbe
terd, hadde men niet bij het bouwen van
huizen bij toeneming steen en ijzer gebe
zigd, in menige stad zou men in de
laatste jaren het verkleind beeld van het
I vernield Chicago hebben kunnen terugvin
den. Gevallen van opzettelijke brandstich
ting komen telkens op nieuw voor de
rechtbanken, terwijl het verzekeren
ongetwijfeld de zorgeloosheid, of laat
ons liever zeggen de roekeloosheid met
vuur en licht zeer heeft vermeerderd.
Toch zijn die maatschappijen een wel
daad voor de maatschappij. Niet slechts
FEUILLETON.
Het ongeluk van den Toondichter.
Het is of zijn stem nog immer in kracht en zuiver
heid wint; hoor, hoe rein hij de hooge tonen weer
geeft, en welk een gloed is er in zijn voordracht! Zijn
geheel wezen is in harmonie met de melodie; zijn oog
1 tintelt van bezieling, zijn gelaat is als van een straal-
glans omgeveD, en de laDge lokken zijn achterwaarts ge-
6chud. Zoo zit hij voor zijn instrument, terwijl hij
in de heerlijkste klanken zijy vol gemoed lucht
v geeft, tot plotseling een schrille akelige toon hem
ontglipt een bloedstroom zijn mond ontvloeit.
Vreeselijk oogenblikl
In weinige minuten is de kunstenaar buiten de zaal
gebracht; doodsbleek rust hij tegen de borst van den di-
recteur, die hem steunt. Een nieuwe bloedspuwing
volgt. De verwarring in de zaal is grenzenloos; het con
cert wordt als geëindigd beschouwd, de rijtuigen zijn
afgeroepen, een enkel keert ledig terug. Het gaat om
een tweeden dokter te halen, daar de toestand zeer zorg-
■is wekkend is, terwijl Adèle van Son aan de zijde van haren
8c''e!de toeft, en maar al te zeer de grootheid van zijn
ju ongeluk gevoelt. Geen tranen echter ontvloeien haar
oogen, daartoe is haar smart te groot, en zij gevoelt het
immers dat slechts zoolang zij hare kalmte behoudt
haar nabijheid hem niet nadeelig zal zijn. Met innige
liefde slaat zij den lijder gade, het spreken is hem ver-
bodeD, doch nu en dan zoekt zijne hand de hare, en
drukt die tegen zijne borst, als om haar te zeggen dat
hij daar pijü gevoelt, hevige pijn. Zoo gaan eenige mi
nuten als uren voorhij, tot eindelijk de komst van den
f weeden dokter en van eeni ge mannen met een draog-
achten wij haar bestaan volkomen gerecht
vaardigd, we gaan verder en beweren
dat elk die iets bezit., 't zij aan roerend
of aan onroerend goed, veeï of weinig,
zedelijk verplicht is zich tegen brandscha
de te verzekeren. De tijd moet en zal ko
men dat niemand meer de publieke lief
dadigheid durft inroepen op grond dat hij
zijn bezittingen geheel of gedeeltelijk in
de vlammen heeft verloren.
Tegelijkertijd moeten er middelen wor
den gezocht om het misbruik te keeren.
Repressieve maatregelen door de justitie
genomen, baten in de meeste gevallen niet,
omdat de brand in den regel ook de spo
ren van de misdaad vernietigt, en de slim
ste brandstichters zich toch wel aan ge
rechtelijke vervolging weten te onttrekken.
Wil men het kwaad met goed gevolg be
strijden, dan dient men preventief te werk
te gaan.
In sommige onderlinge verzekeringkas-
sen geldt het beginsel dat brandschade
voor den betrokken persoon inderdaad
schade moet blijven, zoodat men slechts
assurantiën aangaat tot een bedrag bene
den de getaxeerde baarde. Het zou ons
niet moeielijk vallen, de juistheid van die
meening te betwisten: het assureeren toch
is niets anders dan het streven om het
nadeeldoor een enkel persoon geleden',
over velen om te slaan en alzoo minder
drukkend te maken. Maar bovendien is
de bepaling gemakkelijk te ontduiken. Ge
steld uw goed heeft een waarde van tien
duizend guldende onderlinge vereeniging
uwer woonplaats wil het niet hooger dan
achtduizend assureeren, wie of wat kan
u dan beletten u voor de overige twee
duizend bij een andere maatschappij te
verzekeren? De concurrentie is op dat
baar een einde maakt aan de spanning.
Zachtkens wordt de kunstenaar huiswaarts gedragen,
en de nacht met zijn sombere schrikgestalten bedekt
voor de omstanders het innerlijk lijden van den kran
ke, die maar al te zeer gevoelt dat hij de zege behaald
heeftten ko3te van zijn steml
Overwonnen.
Ja het was maar al te waar! Wat de dokter eerstnog
geaarzeld had te bekennen werd steeds meer tot zeker
heid: Anton Eijken had zijne stem verloren. Wat be-
teekenden thans voor hem die vele, lange jaren van ijve
rige, volhardende studie? Welk een toekomst ging hij
tegen? Zijne vooruitzichten waren op eenmaal den bo
dem ingedrukt, en zijne liefde, wat werd van haar? De
kunstenaar doorleefde in de eenzaamheid vreeselijke
ureü; het kostte hem een bitteren, harden strijd om
van alles wat het leven hem nog te bieden had thans
reeds afstand te moeten doen. En toch hij kon niet an
ders, hij wist dat zijn toekomst somber en droevig ge
worden was, dat de geldmiddelen, die hem door zijn
orgaan zoo rijkelijk verzekerd waren, thans slechts ge
ring zonden zijn, terwijl alleen zijn talent van corapo-
neeren hem voor armoede en gebrek zou behoeden. Dit
was het eenige wat hem bleef; voorwaar een gering in
komen voor drie personen. Mocht hij bij znlke voor
uitzichten nog Adèle vragen ziju lot met hem te deelen?
Was dit geen eigenliefde, en offerde hij hierdoor niet
haar geluk op aan zijn wensch om haar voor zich te be
zitten? Kon zij in armoede gelukkig zijn? Doch zij was
rijk; haars vaders geldelijke toelage zou hen goed te pas
komen, doch mocht hij leven van wat slechts haar
toekwam?
Al deze vragen bestormden de ziel van den kranke;
zijn fierheid kwam tegen ieder gevoel van onrecht op, en
gebied groot genoeg.
Daarentegen is het van het uiterst be
lang, dat slechts voor het juiste bedrag
wordt geassureerd. Het is een feit, dat
van vele maatschappijen, en wel liet meest
van de buitenlandsche, de agenten in dit
opzicht niet altijd hun plicht doen. Met
elke opgave van waarde stellen zij zich
tevreden, zonder dat zij zich de moeite
geven een onderzoek in loco te doen.
Komt er inderdaad brand, dan heeft men
niet zelden met zulke maatschappijen de
meeste moeitehet bedrag dat vergoed
wordt blijft somtijds verre beneden het
geen met billijkheid kon worden verwacht,
en de belanghebbende eindigt met er
in te berusten, omdat het moeielijk tegen
een uitheemsche vennootschap procedee-
ren is.
In de Groningsche gemeente Zuid-
broek, en, naar we vernemen is reeds
elders dit voorbeeld gevolgd, heeft de ge
meenteraad zijn controle over de assuran
tie uitgestrekt. Er is een verordening vast
gesteld, waarvan het eerste artikel dus
luidti/Ieder eigenaar, bewoner of be
heerder van gebouwen of losse goederen
is verplicht binnen acht dagen aan het ge
meentebestuur opgave te doen van die goe
deren en van het bedrag waarvoor zij
tegen brandschade verzekerd zijn. Van
iedere wijziging, de waarborg betreffende,
moet binnen acht dagen na deze wijziging
aangifte aan het bestuur der gemeente
worden gedaan/' Artikel 2 zegt//De in
gezetenen zijn verplicht op vertoon van
schriftelijke lastgeving van wege Burge
meester en Wethouders de hiervoor aan
gestelde personen in hunne gebouwen toe
te laten en deze in te lichteD, ten einde
de waarde der goederen in verhouding tot
zijne liefde tot haar was sterker dan zijn zucht om haar
toe te behooren. „Beter dat ik alleen lijd," dacht hij
menigwerf; „en haar ongelukkig te zien zou mij dubbel
doen lijden." Zoo doorworstelde hij menige ure, waarin
Emma hem met hartelijke genegenheid verpleegde en
hem moed trachtte in te spreken. Daar er geen bepaal
de toestemming door de ouders voor zijne verloving ge
geven was, zag Eijken zijne geliefde slechts zelden. Een
enkele maal kwam zij met den dokter mede, doch. toen
zij haren vader nader verzocht hem te mogen vergezel
len, weigerde deze beslist, daar hij vreesde dat haar bij
zijn den kranke te sterk zou aangrijpen. Wat Adèle in
deze dagen leed, vermag onder geen woorden gebracht
tc worden; dagelijks werd haar uitzicht bleeker, haar oog
doffer. Stil ingetrokken ging zij daar heen, en tever
geefs deden hare verwanten alles om haar te bemoedi-
digen en of te leiden.
Zoo gingen eenige dagen voorbij; dagen waarop zij
wel dagelijks tijding ontving, doch haar geliefde zien
noch spreken mocht. Het waren voor beiden vreeselijke
dagen, doch Eijken zegepraalde het eerst in zijn strijd.
Hij was het met zichzelf eens geworden, dat hij niet
langer hopen mocht voorde aarde, nu de hemel hem
reeds had geroepen. Was het mogelijk dat hij nog her
stelde, dan nochtans kon Adèle de zijne niet zijn; hij
moest vrijwillig afstand doen, hij de bastaardzoon zon
der vooruitzichten, van het edel kind der weelde. In
dien geest sprak hij met haren vader, verhaalde hem alles
wat betrekking had op zijn verleden, als op zijn toe
komst, en gaf hem het recht, zijne dochter te zeggen,
dat zij vrij was van alle banden, die haar aan hem
verbonden, van alle beloften, die haar aan hem dierbaar
gemaakt hadden.
De dokter stond verbaasd toen hij het droef verhaal
van de lippen des kunstenaars vernam, en daarin erken
de hoe deze had bemind en welk een strijd het hem
kostte thans afstand te doen van zijne liefde. Doch zijn
vaderhart verzette zich niet, te zeer bewnst dat zijn
kind menige betere partij had knnncn doen, dan met
de verzekerde som te kunnen beoordee-
len." Gedeputeerde Staten van Groningen
bestreden de geldigheid dezer verordening,
maar de Regeering vond geen termen om
haar te vernietigen.
We zouden wenschen dat een groot
getal gemeenten van ons land tot den
zelfden maatregel overgingen. Niet omdat
we van meening zijn, dat deze belangrij
ke zaak bij voorkeur tot de bevoegdhe
den en bemoeiingen der plaatselijke over
heden moet worden gerekend, maar
opdat het helder uitkome dat wettelijke
controle over de overeenkomsten tusschen
de assuradeurs en de particulieren tot de
zeer gewenschte zaken behoort, waarbij
het algemeen belang is betrokken. De
gemeente Zuidbroek verdient den lof, dat
zij een nieuw beginsel van wetgeving heeft
gesteldwij twijfelen niet of het zal in
gang vinden, totdat eindelijk de Hooge Re
geering daar een nieuw arbeidsveld van
staatsbemoeiing vindt, en zij een wet in
dient van deze strekkingj: //Geen assuran
tie-polis is geldig, die niet van Onzent-
wege is bekrachtigd. Aan deze bekrachtiging
moet voorafgaan een onderzoek naar de waar
de der verzekerde goederen. "Verzekering bij
verschillende maatschappijen is geoorloofd,
mits het gezamenlijk bedrag der verzekerde
sommen de geschatte waarde der goede
ren niet overschrijde. De belanghebbende
legt een schriftelijke verklaring af van de
met één of meer maatschappijen aangegane
overeenkomsten. Jaarlijks doet iedere maat
schappij, in het land gevestigd of vertegen
woordigd, opgave van de gesloten contrac
ten, alsmede van de wijzigingen, in reeds
bestaande overeenkomsten gebracht.
Maatregelen tot beperking van drankmis
bruik werden ook eerst plaatselijk vastge-
dezeri jonkman, en hoewel hij hem m°t «arm te de hand
drukte en vurig sprak: „Heb dank, mijn edele vriend,"
nam hij echter op zich Adèle te zeggen wat de jonkman
hem opgedragen had.
Sedert dien dag begon Anton kalmer te worden, en
naar mate zijn gemoedsstemming rustiger werd, klom
ook de hoep op zijn herstel. De kunstenaar echter vlei
de zich daarmede niet, wat toch had het leven hem nog
te geven?
Op zekeren morgen dat Emma bij hem zat, en hem
voorlas, hield er een rijtuig voor de deur stil. Het jon
ge meisje snelde naar het venster om naar buiten te zien.
Het raam stond open en liet een frisch koeltje binnen,
terwijl de kranke, die zich in de laatste dagen zooveel
beter gevoelde, zich in de zonnestralen koesterde, en nu
half plagend zijne zuster vroeg: Heeft juffrouw Nieuws
gierigheid kunnen zien wie gekomen is?"
„Ja Anton, eene dame."
„Adèle?"
Eer nog de naam zacht zijne lippen ontglipte trad zij
alleen binnen, bleek en ontroerd, en liet zich naast hem
op de knieën zinken. Lang bleef zij sprakeloos, en ook
hem was het onmogelijk een enkel woord over de lip
pen te brengen. Doch zijn gelaat was door een licht
glans overtogeü, als was het hem onuitsprekelijk wél in
hare nabijheid'.
Eindelijk, zonder haar hoofd op te heffen van
zijne hand, waarop zij het had neergebogen, sprak
zij aarzelend: „o, Auton, hoe hebt ge mij dit kun
nen doen. Is het dan waarheid dat ik u vergeten
moet?"
„Niet vergeten, niet vergeten," sprak hij zacht. „Ik
zal u nimmer vergeten, Adèle."
„Waarom dan hebt gij mij mijn woord teruggegeven,"
vroeg zij lichtverwijtend, terwijl een blos haar gelaat
overtoog.
(Wordt vervolgd.)