NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baara, Bunschoten,
NIEUWE
Zaterdag 15 April.
LASTIGE LDI.
Bloed om Bloed.
No. 30.
Elide Jaargang.
Uitgever: A. Al. Slothouwer,
Advertentien kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens 8'/„ uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Wotntdagt- en des Zaitrdttgt.
te Amersfoort.
a
Advertentien van 16 regels0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,07'
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Niets was in de dagen van Robespierre
en zijn geestverwanten gevaarlijker, dan
tot de hsuspects" te behooren. Al lag van
dezulken het hoofd nog niet bepaald in de
mand, in den regel stond het toch niet
erg vast meer op de schouders.
Iets dergelijks bestond in Neêrlandsch-
Indië gedurende het allerheerlijkst tijdvak
der Compagnie. (Er zijn ondankbaren die
beweren dat het nog niet geheel verdwe
nen, is maar dat zal wel laster zijn!) Ook
daar had men te doen met „suspecten,"
die wel geen gevaar liepen vaan den lij
ve" te worden gestraft, doch er niettemin
slecht aan toe waren.
En wie behoorden alzoo tot die suspec
ten? Ontrouwe ambtenaren, zich verrij
kende ten koste van de inboorlingen of
van de aandeelhouders der Compagnie?
O neenmen was het er vrijwel over eens
dat het beheer van verreweg de meesten,
de hoogstgeplaatsten dikwijls in de ergste
mate, geen nacijferen kon velendat was
een onveranderlijk feit waarop niemand
aanmerkingen behoefde te maken. Doch
wat verre verheven was boven alle begrip
pen van eerlijkheid en goede trouw,
FEUILLETON.
UIT HET HOOGDU1TSCH
van
CLAIRE VON GLUMER.
Ik ben hier niet om te baten,
maar om lief te hebben.
2)
Ook van het eenige wedervaren, dat, on-
da nks het kortstondige daarvan, zulk eenen
diepen indruk op haar had gemaakt, had zij
hem mededeeling gedaan, helaas schrifte
lijk slechts. O, dat zij juist toen voor
het eerst in haar leven, van hem was ge
gaan! Maar hij zelf had het zoo gewild,
misschien met het oog op 't geen ge
beurde.
Een bekende, die verscheidene mijlen
landinwaarts eene hoeve bezat, had Kato,
gelijk reeds meermalen plaats had gevon
den, uitgenoodigd, zijne vrouw en dochter
te bezoeken, en tot hare verwondering
had haar vader deze keer de uitnoodiging
voor haar aangenomen.
Zij zou liever te huis gebleven zijn,
maar haar vader stond op zijn stuk. //Eene
verandering van lucht zal u goed doen,"
zeide hij; //zoo eenigszins mogelijk kom
wat beschouwd werd als de riem zonder
eind die de beweegkracht naar alle deelen
van de Indische machine overbracht,
dat was het beginsel van gezag. De auto
riteit van eiken hoogere over zijn lageren
was en bleef onaantastbaaren wie maar
het minste bewijs gaf, dat er bij hem ze
ker streven zou kunnen worden ontwik
keld naar zelfstandigheid, naar handelen
op eigen verantwoordelijkheid, naar een
opvatting van den werkkring eenigszins
verschillend van die der „oomes," bij
kon er zeker van zijn dat hij in de Indi
sche wereld niet hard vooruit zou komen.
Het was alsof de lessenaars op de kanto
ren het elkander hadden ingefluisterd
//Die man is suspect/' want overal zag
hij zich gevolgd door een of meer dwars
kijkers, gereed ona te //rapporteeren" zoo
dra maar de gegrondheid der ,/SUspicie"
door eenig bepaald feit overtuigend was
bewezen
We zijn zoo spoedig geneigd kwaad te
spreken van den tegenwoordigen tijd, dat
we als het pas geeft ook zijn deugden en
voortreffelijkheden wel eventjes mogen op
halen en daaronder zal wel deze behoo
ren, dat die steile gezagsbegrijpen eenigs
zins zijn opgegeven om plaats te maken
voor ruimere opvatting. En daarmede ging
ook de vloek van het /suspect" zijn, die
eiken man van karakter als een Damocles-
zwaard boven het hoofd hing, den weg op
van alle kranke instellingen. Maar iets is
er toch van overgebleven, iets dat we niet
uitsluitend moeten zoeken in de koloniale
maatschappij, dat zeer stellig nog in onze
eigen vrijzinnige Nederlandsche omgeving
wordt aangetroffen. Lieden die men van
ik u over een paar weken afhalen." Zij
moest alzoo gehoorzamen, deed moeite om
't te verbergenhoe zwaar haar dat viel,
en tot aan het oogenblik van afscheid ge
lukte het haar. Toen was hare zelfbe-
heersching uitgeput, In tranen zwemmen
de, wilde zij haren vader omhelzen; hij
drukte haar zacht van zich, gaf haar de
hand, zeide lachend: ,/Wees dapper, brave
kameraad!" en hielp haar in den wagen.
Nog eenmaal knikte hij haar toe; nog
eenmal zag zij in die heldere, blauwe oogen,
waaruit plotseling alle glans verdween.
De paarden zetten aan. //"Vaarwel kind!"
riep hij haar na; dat was de laatste groet,
dien de geliefde stem haar zou doen hooren.
Niets vermoedende, reed zij voort aan
de zijde van haren gastheer. Al spreken
de verdween reeds de weemoed van het
afscheid, en toen zij kwam in een vroolijk,
talrijk met kinderen gezegend huis, werd
zij door oud en jong hartelijk ontvangen,
en leerde voor 't eerst de schoone zijde
van het landleven kennen.
Zoo waren eenige dagen verloopen, toen
het huis van vreugde weergalmde. De oudste
zoon was van zijne Europeesche reis terug
gekomen. Hij bracht een jongen Duitscher
mede, dien hij gedurende den Overtocht had
leeren kennen; //the most glorious fellow"
(De uitstekendste kameraad.) zooals hij be
weerde, en Kato stemde dit toe. Zij vond
geen ander misdrijf kan beschuldigen dan
dat zij wat nauwgezet zijn in de behartiging
van hunne taak, wat streng in de opvat
ting van hun plicht, wat stipt in het gevoel
hunner verantwoordelijkheid, brandmerkt
men eenvoudig als //lastig."
Een prachtige uitvinding, dat woord
Iemand treedt op als mededinger naar een
betrekking. Zijn opleiding was goed, zijn
theoretische kennis is uitstekend, in de
practijk heeft hij bewezen goed thuis te zijn.
Hij is een beschaafd man, een ijverig man,
een door en door eerlijk man, zijn chefs kun
nen niet anders van hem getuigen, maar,
in het diepste vertrouwen natuurlijk wordt
het meegedeeld, ook een lastig man.
Jammer, erg jammer inderdaad, want hij
staat er zichzelf door in den weg. Hij weet
zoo niets over zijn kant te laten gaan, is niet,
hoe zal ik het zeggen om mij juist uit te
drukken en geen ongunstigen indruk van
hem te geven, hij is niet souple, niet mee
gaand genoeg. Enfin, 'k hoop niet dat u aan
die kleine eigenaardigheid meer gewicht
zult hechten dan zij inderdaad verdient, want
de jonge man bezit wezenlijke verdiensten
die ik zeer apprecieër
De ander weet reeds genoeg. Iemand van
veel minder gehalte gaat met de betrekking
strijken.
En waarin bestaat nu die//lastigheid?"
Och, onze vriend heeft het gewaagd, zeke
re praktijken af te keuren die de sleur tot
een soort van gewoonterecht had gemaakt.
Hij stoud de meening voor, dat wetsbepalin
gen en verordeningen in het leven zijn geroe
pen om gehandhaafd te worden, niet om er
de hand mee te lichten. Hij streefde er naar,
//hangende" zaken tot een beslissing te bren-
iets van haren vader in den rijzigen blonden
Duitscher, met den ernstigen, trotschen
mond en heldere kinderoogen.
Zij waren slechts eenige dagen bijeen, toen
hij naar Chicago moest vertrekken, waar
hem gewichtige bezigheden riepen. Zoodra
zij geregeld waren wilde hij terugkomen.
z/Mag ik hoopen, u hier dan nog aan te tref
fen. miss Brown?" vroeg hij bij hetafscheid-
nemen. En mocht dat het geval niet zijn,
mag ik u dan ten huize uwer ouders bezoe
ken?" Zonder nadenken had zij ja gezegd;
maar eerst toen hij vertrokken was, benauw
de haar dc gedachte, dat haar vader zooveel
mogelijk den omgang met landgenooten ver
meed. Zij had het nimmer gewaagd naar de
reden daarvan te vragen, maar zij wist het
hoe zou ze niet weten te zeggen; waar
schijnlijk had zij het in hare eerste kindsch-
heid uit losse gezegden barer ouders verno
men zij wist dat haar vader, gelijk zoo
velen, in het jaar 1848 uit Duitschland ge
vlucht was en dat hare moeder hem tegen
den wil harer familie gevolgd was. Nimmer
hadden beide met haar over het verleden
gesproken; maar alle vertelsels, die hare
moeder ten beste gaf, speelden in Duitsch
land, en de aangenaamste uitspanning voor
haren vader was, om met zijne dochter,
toen zij ouder werdDuitsche boeken te
lezen, haar de schoonheid der moedertaal
de rijkste, meest bezielende .en krach
gen, in plaats van ze te verwarren in een
netwerk vau paperassen waaruit op 't laatste
niemand ze meer zou kunnen losmaken. Hij
hield er maar één soort van eerlijkheid op
na, volgens sommigen veel te weinig om
door de wereld te komen. Met alle beschei
denheid weigerde hij wit te noemen wat het
niet inderdaad was. De goedkeuring zijner
meerderen was niet steeds het allerhoogste
waarnaar hij haakte: hij verbeeldde zich
nogiets anders te moeten bereiken, name
lijk de persoonlijke overtuiging, goed ge
handeld te hebben.
U zult misschien van oordeel zijn, dat
de maatschappij aan zulke personen juist
zeer dringende behoefte heeft. We zijn het
volkomen met u eens maar sommige
z/groote heeren" veroorloven zich nu een
maal de weelde van een andere opinie.
Geloof ook niet dat men alleen in de
wereld der ambtenaars en daarmee ge-
lijkgestelden" een certificaat van //lastig
heid" kan oploopen. Een dokter is lastig,
als hij een patiënt wil beperken in het
voldoen aan zijn zucht naar zingenoteen
geestelijke is het, wanneer hij aandringt
op reinheid van zeden, op zuiverheid van
levenswandel. Een werkgever, als hij van
zijn volk stiptheid eischt, een werk
man, als hij billijke belooning voor zijn
arbeid vraagt, een //klant," als hij
verlangt dat het werk op bepaalden tijd
wordt afgeleverd, een werkbaas, die
met de meeste onderdanigheid betaling
van de reeds sinds lang openstaande vor
dering vraagt, die allen zijn //lastig."
En op welk gebied vindt dat be
ruchte woord zijn toepassing niet?
Welk een lastig heer was Max Have-
tigste taal der wereld, zooals hij haar noem
de aan te toonen, en steeds waren de
berichten uit Duitschland het eerste, wat
hij in de nieuwsbladen las. Zoo had zich van
de dochter een soort van erfelijk heimwee
meester gemaakt een gevoel, wel is waar
niet sterk genoeg om de zon van het vreem
de land voor haar minder helder te doen
schijnen, maar dat toch het vaste inwortelen
in den vreemden bodem verhinderde en de
richting aan de dröomen en wenschen harer
jeugdige ziel gaf.
Zoo meende zij ook aanvankelijk dat de
gemoedsbeweging, die zich bij het zien van
den jongen Duitscher van haar meester had
gemaakt en die met ieder uur van hun sa
menzijn toegenomen was, slechts het verre,
gemeenschappelijke vaderland, waarvan hij
haar de verpersoonlijking toescheen, gold,
en met een beklemd hart vroeg zij zichzelve
af, of haar vader ook hem den toegang tot
het huis zou weigeren.
Zij schreef haren vader met even weinig
terughouding, als zij gewoon was met hem
te spreken. Nog had zij geen letter van
hem ontvangen hij hield niet van brieven
schrijven maar nu moest hij antwoorden,
of misschien kwam hij zelf om haar af te ha
len. Zij had hem gezegd, hoe zij zich plotse
ling zoo verlaten ouder de vreemde gevoelde
en hoe zij verlangde weder bij hem te zijn.
Wordt vervolgd.)