Buitenlandsch Overzicht. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op art. 6 def wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat een door JOHANNES WILHEL MUS SMIT ingediend verzoek, met bij lagen, om vergunning tot het oprichten van eene Loodgieterij, Koper- en Blikslagerij in het perceel alhier ge legen aan de Slijkstraat, wijk A, no. 41, bij het kadaster bekend onder sectie E, no. 1705, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag, den 30. Mei aanstaande, des voormiddags te elf ure, gelegenheid ten raadhuize wordt ge geven om, ten overstaan van het gemeen tebestuur of van een of meer zijner le den, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting intebrengen. Amersfoort, den 16 Mei 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. Amersfoort, den 17. Mei 1882. Zondag namiddag, ongeveer zeven uur, waren eenige kinderen, van vier tot acht jaar, spelende buiten de kleine Koppel; terwijl de oudsten zich verwijderden bleef de jongste, een jongen van vier jaren, ach ter om bloempjes uit het gras langs de beek te plukken; zich te veel voorover ge vende, buitelde hij de beek in; de heer C. P. B. zag zulks op eenigen afstand, sprong over de afrastering eir had het ge luk den kleinen drenkeling van eenen wis sen dood te redden. Wederom eene waar schuwing te meer aan ouders om hunne kinderen niet zonder toezicht bij water te laten spelen. Het gouden Jubilaeum van onze hoog- geachten stadgenoot, de Zeer Eerw Heer H. Blom, R. Kath. priester, op 24 Mei a.s. zal, naar wij vernemen met de tegen woordigheid vereerd worden van den Aarts bisschop van Utrecht, Monseigneur Schaep- man; het feest zal plaats hebben in het nieuwe gebouw aan het Zand alhier, en opgeluisterd door de St.-Gregorius zang- vereeniging; in de R. K. kerk ^Francis- cus Saverius" zal des morgens een be roemde mis gezongen worden door het zangkoor. De heer G. J. Ribberink, hoofd der kostelooze R. K. school, heeft de lei ding daarvan bereidwillig op zich genomen. In de N. Rotterd. Ct. van den 13 de zer, j.l. Zaterdag, lezen wij: Men schrijft ons uit Amersfoort: De Commissie van Toezicht op het mid delbaar onderwijs alhier en de burgemeester zijn het eens geworden om te trachten in de vacature van een directeur voor de hoogere burgerschool door de benoeming van een ge promoveerde te voorzien. Volgens leden van die commissie is het directeurschap een prerogatief van gepromoveerden, en is het niet altijd gewenscht tot directeur te ver kiezen wie er de meeste geschiktheid voor heeft. Zoodra dat alles officieel bekend was, heeft de waarnemende directeur, die niet gepromoveerd is, zijn ontslag gevraagd, op grond dat hij door het besluit van ge- te komen 1 lnidde Anton's hatelijke stem; gelijktijdig knarste achter ons de keuken deur. Richard trad binnen en kwam snel op ons af. //Christine, schaamt gij u niet! riep hij, de hand naar mij uitstekend. Georg, die mijn arm nog altijd vasthield, week ter zijde en trok mij mede. Hij stond recht op en zijne oogen schoten in het schemer licht stralen. rZij behoeft zich niet te schamen, zei- de hij met eene van toorn bevende stem. Ook zelfs niet indien zij mijne bruid niet was. Meer kon hij niet zeggen. z/Uwe bruid! riepen mijne broeders als nit eenen mond; Anton lachte hardop en uit het woeste mengelmoes hunner beschul digingen, beschimpingen en bedreigingen verstond ik slechts weinig. Uit hebzucht zou Georg van mijne jeugd en onervaren heid hebben gebruik gemaakt, om mij aan hem te kluisteren, maar hij had zich ver gist, zeiden zij; zij maakten hem uit voor bedelaar en hoogverrader, joegen hem ons hnis uit, dat door zijne tegenwoordigheid zou bezoedeld worden, en dreigden hem gevangen te laten nemen, zoo hij zich niet oogenblikkelijk uit de stad en hare omstre ken verwijderde. 4 Met vlammende oogen, zonder een woord noemde commissie als ongeschikt is ver klaard, en zij, om consequent te zijn, aan een der gepromoveerde leeraren van de hoo gere burgerschool de waarneming van het directeurschap dient op te dragen. De com missie van toezicht heeft echter geweigerd dat ontslag te verleenen, met het oog op de belangen der hoogere burgerschool. Het dagelijksch bestuur heeft bevoegden als sollicitanten voor het directeurschap op geroepen. De niet gepromoveerde leeraren, begrijpende, dat zij toch niet, op de aanbeve lingslijst worden geplaatst, hebben het niet noodig geacht te solliciteeren. Daar zij in Amersfoort genoeg bekend zijn en volgens de wet dezelfde bevoegdheid voor het direc teurschap hebben als gepromoveerden, ver laat men er zich op, dat de gemeenteraad, die volgens de wet geheel vrij is, den leeraar, welken hij het meest geschikt acht, tot di recteur te kiezen, zal handelen in het belang der hoogere burgerschool, die tot nu toe, en niet het minst door den arbeid van leer aren zonder doctorstitel, heeft gebloeid. Door de politie werden 1.1. Zaterdag aan den Weversingel alhier aangehouden twee personen die zich aldaar aan bedelarij schuldig maakten. Het bleek echter al spoedig dat beide dat werk meer bij de hand hadden gehad, een hunner toch was dezer dagen uit Yeenhuizen ontsnapt ter wijl de andere kort geleden uit den Oin- merschans werd ontslagen. Beide werden gisteren morgen ter be schikking der Justitie naar Utrecht over- gebragt. Voorts werd gisteren alhier nog aange houden en heden ter beschikking der Jus titie gesteld, de 16 jarige dienstbode G. T. als verdacht zich te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van eeuig geld ten nadeele van zekere vrouw v. d. P. Naar wij vernemen zijn, sedert het in werking treden der wet van 28 Juni 1881 Stbl. 97 (1 November 1.1.) binnen deze Gemeente, reeds meer dan 125 over tredingen dier wet geconstateerd. Het Iersche drama en wat er mee in verband staat is nog altijd de voornaamste stof voor de beschouwingen der bladen in verschillende landen van Europa, over buitenlandsche toestandenen geen won der er wordt daar op het groene Erin met bloed en tranen een bladzijde we reldgeschiedenis geschreven, die de opvol gende geslachten niet zonder aandoening zullen lezen. >Het zou mij genoegen doen," schreef Lady Cavendish o.a. aan den onderkoning lord Spencer, //als men in Ierland wist, dat ik tegen het offer van het leven van mijn lieveling niet zou morren, indien dit strekken kon om aan den vreeselij- ken toestand een eind te maken. Hij zou daar nooit tegen hebben gemord, had hij kunnen hopen, dat zijn dood meer dan zijn leven zou uitrichten." Zelden is dan ook een lijkplechtigkeid met meer belangstelling bijgewoond dan Cavendish' begrafenis, verleden Donder dag, te Chatsworth. Ruim vijftig duizend personen waren toeschouwers van dit hui- te zeggen, hoorde Georg mijne broeders aan. Thans riep hij verachtelijk de schou ders ophalende: Gaat uw gang, verraadt mij, dat is uwer waardig, en opdat gij met te vergeefs zoudt zoeken, bij Hans Hinrichs ben ik te vindenl Daarop liet hij mij los en ging naarde deur, maar ik wierp mij aan zijne borst. Wat ik wilde weet ik niet; ik was bui ten mij zelve. ^Ga zoo niet heen, ik wil het niet! zeide ik weenend, terwijl ik hem met beide armen omklemde. Hij luisterde "niet en trok mij met zich voort. Richard sprong toe en ver sperde ons den weg. Christineriep hij en rukte mij ter zijde, dat ik half bewusteloos voorttuimelde en toen Zij zweeg; zij had zich bij de schildering van het laattse tafereel opgericht en met wijd geopende oogen voor zich uitgestaard. Nu sloeg zij rillend de handen voor het gelaat en hare ademhaling zou men haast steunen heb ben kunnen noemen. Kato sprong op en omvatte hare moeder. *Wat deert u riep zij verschrikt, ^gij moogt niet verder verhalen." Hare moeder maakte zich los. z/Laat mij, laat mij ik moet eindigen... 't is spoedig gedaan, zeide zij, en na een oogenblik zwijgens ging zij, weder op het kussen steunende, voort debetoon, waaraan de hoogstgeplaatsen in het Britsche Rijk deelnemen. Achter de lijkbaar liep de bejaarde vader van bet slachtoffer, de hertog van Devonshire, on dersteund door zijn twee zonen, den Mar kies van Hartington en lord Edward Ca vendish. Natuurlijk blijft de politie zoeken naar de moordenaars, doch tot heden toe met weinig gunstig gevolg. Wel worden er nu en dan verdachten in hechtenis ge nomen; telkens evenwel blijkt men te doen te hebben met personen van wel geen beste reputaties, aan welke soort Ier land in deze dagen bijzonder rijk is, maar die toch aan het gruwelstuk geen deel hebben. In het Lagerhuis is de strijd aan den gang over de zeer krasse maatregelen, thans door de Regeering als dringend noodzakelijk voorgesteld. De openbare meening is er niet mede ingenomen, conservatieve oppositie zal ze niet tegen werken; maar heeft toch doen uitkomen dat zij de volle verantwoordelijkheid aan de Regeering overlaat. Dat de Iersche afgevaardigden ze zooveel mogelijk zullen tegenhouden, sommigen door gebruik te maken van het oude beproefde middel, de obstructie, het gewijzigd reglement van orde is midden in de behandeling blijven steken, is wel niet anders te verwachten: zelfs de meest gematigde Ier zal de nieuwe bepaling veel te streng vin den. Onmiddellijk nadat de wet bekrach tigd en tot een begin van uitvoering zal gekomen zijn, wil Gladstone het ontwerp tot regeling van de achterstallige pach ten indienen, om alzoo te toonen dat het herstel der orde ook tevens het sein zal wezen voor de opening eener nieuwe en betere toekomst aan het onder zooveel beroeringen afgetobde eiland. Het nieuwe ontwerp tot beteugeling der misdaden in Ierland is juist het tegendeel van zachtzinnigde Regeering wil blijk baar een radicale geneesmethode toepassen. Zij wordt daarbij gemachtigd, in de op roerige districten buitengewone rechtban ken te vormen, bestaande uit drie rech ters zonder jury. Aan de politie wordt onbeperkte macht gegeven tot huiszoekin gen en tot het arresteeren van verdachte personen. Vreemdelingen, wier tegenwoor digheid de rust verstoort, kunnen opge pakt en verwijderd worden. De onderko ning kan op eigen gezag geheime ge nootschappen en onwettige vergaderingen ontbinden, en dagbladen opheffen. De termijn gedurenden welken dien wet zal werken wordt op niet minder dan drie jaar gesteld. Met Frankrijk heeft Engeland het noo dig geacht, eenige schepen naar de Egyp tische kust te zenden, om voor alle ge beurlijkheden gereed te zijn. Eenige da gen achtereen was het in het land der pyramiden een echte warboel: de Minis ter van Oorlog poogde de bijeenroeping van de Kamer van Notabelen door te drijveu met het kennelijk doel, den Khe dive af te zetten, en diens minderjarigen zoon onder voogdij vam hem, Arabi-bey, tot den troon te verheffen, ook wees hij beslist alle denkbeeld van tusschenkomst, zoowel van de Westersche Mogendheden, als van den Turkschen Sultan, Egypte's //Gezien heb ik het niet, hoe het verschrik kelijke gebeurd is. Toen Richard mij tegen den grond had geslingerd, hoorde ik een kreet, nog eene, en toen ik mij half bedwelmd, oprichtte, lag Richard, die in zijne blinde woede over den drempel gestruikeld moet zijn, op den grond zijn bloed stroomde over de vloersteenen Anton en Georg knielden naast hem hij was buitenken nis. //Zonder op eigen gevaar bedacht te zijn, ging Georg den naastbij zij nden geneesheer halen; toen zond hij Hinrichs met een paar andere menschen om den gekwetste weg te dragen; hij zelf kwam niet terug. Richard werd naar de stad gedragen; daar lag hij op zijn bed, buiten kennis met wijdgeopende oogen, en draaide het hoofd telkens heen en weer. Eene hersenschudding, zeide de ge neesheer. Het was ontzettend 1 en daarbij nog de verwijtingen waarmede Anton en Berta mij overlaadden en de angst voor Georg, wiens tegenwoordigheid, dit moest ik mijzelve bekennen, nu niet langer verborgen kon blijven. //Toch was zulks reeds eerder bekend ge weest. Ik vernam, dat een naamloos schrijven mijne broeders van Georg's verblijf .in het tuinhuis verwittigd had. Daarop waren zij derwaarts gegaan, om hem weg te jagen. En suzerein, van de hand. Doch de Voorzit ter der Kamer weigerde de vergadering samen te doen komen zonder machtiging van den Khedive Tewfik-Pacha, die, nu hij zeker was van den steun des Sultans en dien der Mogendheden, een niet alle- daagsche veerkracht aan den dag legde, waarop Arabi-pacha verklaarde dat alsdan de burgeroorlog onvermijdelijk was. Later schijnt hij echter tot bezinning te zijn gekomen, vooral omdat hij ont dekte dat slechts een deel des legers op zijn hand was, en de gevreesde om wenteling zal eenvoudig uitdraaien op een verandering in het presidium van den Ministerraad, de vervanging van Mah- moed door Mustappa, als de laatste name lijk die opdracht aanneemt. Uitdrukkelijk is vermeld, dat Engeland en Frankrijk in deze zaak niet op eigen gezag, maar als uitvoerders van den wil der Mogend heden zijn opgetreden. Met de Iersche en Egyptische aange legenheden heeft de Engelsche Regeering het zoo volhandig dat het bezoek van den gevangen Zoeloe-koning Cetchwayo aan Koningin Victoria onbepaald is uitgesteld. De stad Berlijn is door een zware ramp getroffen. Vrijdagavond ten half zeven wer den de gebouwen van de tentoonstelling voor bvgiène, die Dinsdag geopend zou worden, door brand totaal vernield. Ook het grootste deel der voorwerpen, waaron der zeer kostbare, voor de tentoonstelling bestemd, zijn verloren. Door de goede zor gen van politie en, brandweer zijn geen menschenlevens te betreuren, doch de ma- teriëele schade is aanzienlijk. Toen de Keizer 's avonds op het tooneel der ver woesting verscheen, was alles één vuurzee. Het outwerp tot instelling van het ta baksmonopolie is in den Duitschen Rijks dag zeer ongunstig ontvangen: de verdedi ging door den Minister Scholz was zwak, en ook de oppositie verhief zich niet boven het alledaagsch peil. Nadat de woordvoer ders der verschillende partijen de meening hunner geestverwanten hadden uiteenge zet, alleen de Rijksconservatieveu ver klaarden zich er voor, werd het ont werp naar een commissie verwezen. De forschritt wilde het maar eenvoudig van de baan schuiven, maar dat denkbeeld vond geen bijval. Toevallig is nu juist Bismarck ernstig ongesteld, 't gebeurde meer als er plannen van hem aan de orde waren die hij er toch niet zou doorhalen, en dit vermeerdert de geringe kansen op aan neming niet. De Fransche Kamer behandeld een voor stel van Paul Bert tot opheffing van de Katholieke faculteitenin verband daarmee stelt de begrootingscommissie voor, alleen die te Parijs gelden toe te staan. In de pers wordt de verwerping van het handelstractaat door de Nederlandsche Ka mer besproken men betreurt de afbreking der commerciëele betrekkingen met een land voor hetwel Frankrijk zoo veel sympat hie koestert! Een rare soort van sympathie, die bij een regeling der wederzijdsche be langen het leeuwenaandeel inpakt. Nu komt Nederland onder de bepalingen van het //algemeen tarief" dat voor den han del nadeelig is, doch waarvan we nu maar de werking zullen moeten afwachten, om dan te zien wat ons verder te doen staat. waar was hij nu Wat zoude ik niet hebben willen geven, om het te weten te komen. Maar ik waagde het niet naar Hans Hinrich's huis te gaan, liep rusteloos kamer in, kamer uit en gevoelde mij overal voortgejaagd, nu eens door Bertha's harde woorden, dan weer door den hartverscheurenden aanblik van den zie ke of door de onschuldige vroolijkheid der kinderen. /yZoowasde dag eindelijk langzaam en pijnlijk ten eindeeen donkere nacht volg de; ik stond aan het raam der woonkamer; huilend joeg de -wind over de havenplaats en zweepte een mengsel van sneeuw en regen tegen de glasruiten. Plotseling klonk het gefluit van Hans Hinrich's voor het huis. Ik was alleen; niemand lette op mij. Zacht sloop ik de kamer uithet was eenzaam in 't benedenhuis; ik opende de huisdeur zacht jes en spoedde mij door weer en wind naar den fluitende, die juist voor de tweede keer het huis voorbij wilde gaan. Nog voor ik hem ondervragen kon, zeide hij mij, dat Georg in zekerheid was en dat hij hem nog de zen nacht naar de Zweedsche kust zou bren gen. Ilij had last mij dat mede te deelen, be richten nopens Richard in te winnen en eene afscheidsgroet voor den vertrekkende te vra gen. (Wordt ttrvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 2