nieuwe NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 1, Baan, Bieten, Eenes,Hmsté, toelata, HooM Laislai, Soest, Zaterdag 4 November 1882. Een Wensch. No. 88. Elfde Jaargang. Uitgever: A. AfSlothouwer, Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens 8V2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. FEUILLETON. Bruispoeder en Cognac. AMERSFOQRTSCHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1, Franco door het geheels Rijk1,10. Afzonderlijke nummers 8 Cent. Dit Blad verschijnt des Woemdagt- en des Zatcrdagi. TE AMER8F00RT. Advertentiën van 16 regelsj 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,07® Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Certificaat. De ondergeteekende" (rang van den commandeerenden officier) //ver klaart dat" (naam van den gedecoreerde) //gerechtigd is tot het dragen van het Be wijs van Aandenken, ingesteld bij Zijner Majesteits Besluit van 31 Mei 1833, No. 122, voor allen, die zich, tijdens de Be legering der Citadel van Antwerpen, in de maand December 1832, op die Sterkte en bijliggende Forten, aan het Vlaamsche- Iloofd, BurghtZwijndrecht en Austru- weel, mitsgaders op 's Konings Flotille op de Schelde voor Antwerpen, hebben bevonden, als hebbende gediend in den rang van bij op den 24en Augustus 1833." (Handteekening van den hoofd-offi- cier voornoemd). //Bovenstaande uitgifte bekrachtigd, door mij Directeur-Generaal van Oor log, als belast met de uitvoering van Zijner Majesteits Besluit, van den Clen Mei 1833, No. 122. De Eerens." Oppervlakkig bekeken, biedt dit citaat weinig aan dat bepaald poëtisch is. Alle- daagsche gouvernementeele stijl, die wel Uit het Duitsch door Lobé. 5) z/Maar, man!" wilde de majoorsvrouw zeggen, toen een //zwijg, ge kent mijne opinie" haar deed zwijgen. Tegelijkertijd ging de deur open en de beide meisjes stapten naar binnen om te ontb'iten. //Wat hebt ge toch gisteren avond voor een heidensch leven gemaakt?" begon de oude heer na zijn laatste kopje koffij, terwijl hij zijne pijp aanstak en een' doordringenden blik op de beide meisjes wierp. //Hebben wij leven gemaakt?" vroeg zeer naïef de dochter des huizes, terwijl zij verlegen haar neusje in haar kopje stak. z/Het klokkentouw hebt ge kapct ge trokken, ik heb het gehoord, want het ijzerdraad loopt vlak onder mijne kamer. Ook heb ik de huismeester hooren razen. Waarom hebt ge niet gewoon aan de bel getrokken, hè?" //Ochoomkwam nn Gisa bevende tusschen beide, //er is ons iemand nage- loopen z/Ziet ge nu wel?" riep nu de in woede geraakte oude man zijne wederhelft toe en wierp haar daarbij een' blik toe, die niet steeds dezelfde zal blijven zoolang er bu reaux van openbaren dienst zijn. En toch, herinneren zij aan een heldendicht, aan een van de schoonste bladzijden van onze geschiedenis. Men behoeft geen oude geschilpunten op te rakelen en lang vergeten //oude vee ten" op den voorgrond te plaatsen, om gevoel te hebben voor den moed en de standvastigheid der citadel-verdedigers. Die mannen hielden daar een post van eer bezet, en handhaafden er zich zoo lang mogelijk, ja langer dan mogelijkZij ston den daar als een levend protest tegen het geweld, Neerlands volk en Koning aan gedaan toen Willem I van zijn goed recht gebruik maakte en de aanneming der 24 artikelen van scheiding met België glad weg van de hand wees. Eenmaal aange gane verbintenissen schenden, dat konden de //Groote Mogendheden," en Frank rijk® burgerkuiiiiig vond miaoohicn cell aangename gelegenheid om op de pas verworven kroon een schemerschijn van //militaire glorie" te laten vallenmaar de bezetting der citadel schrik aanjagen met zijn armée van twintig duizend man, dat kon zelfs een krijgsman als Maarschalk Gérard niet. En al moest Chassé het ein delijk opgeven en werd hij met de rest zijner troepen en de bemanning van Koop- mans flotille als krijgsgevangene naar St. Omer geleid, evenals Heemskerk een maal voor Gibraltar, liet ook hij „d' eer aan 't land." En niet wij zijn het uitsluitend, die uit een mogelijk slecht toegepast gevoel van hooghartigheid een overgave nog trachten voor te stellen als stond zij zeer dicht bij tot de zachtste behoorde. //Heb ik het niet gezegd? zij zullen op de tong komen en er zal heel wat kwaad van haar gezegd worden, als zij zoo laat over de straat blijven vliegen." z/Maar, vader!" waagde de verschrikte vrouw te zeggen. z/Stil ik weet wat ik zeg!" donderde de huistyran en de meisjes bukten zich over hunne kopjes en zwegen om het onweder over hunne hoofden te laten voorbijtrekken. Eindelijk vroeg de oude//Wat was het voor een kerel die het waagde u aan te spre ken?" z/Een knap jongmensch!" zeide Thilde terwijl zij met eene hoogroode kleur in haar kopje keek. z/Wat? ge hebt het durven wagen hem aan te zien? Past dat voor een eerbaar meisje? Wees verzekerd dat het de laatste maal geweest is dat ge naar den schouwburg geweest zijt." Na dezen uitval nam de oude heer zijne courant en strompelde naar zijne kamer. //Dat zijn nu de voordeelen van een straatavontuur," lachte Thilda. //Een uit brander van papa, een standje van mama, een gulden aan de huismeester en voor het hart niets!" z/En de arme apotheker," zuchtte Gisa, z/wij hebben zijn bruispoeder nog niet be taald." een zegepraal. Na een bombardement van 24 dagen door middel van het zwaarst belegeringsgeschut hetwelk in dien tijd bekend was, had de citadel meer van een puinhoop dan van een gebouw: en Gérard verklaarde, dat zoo de rollen omgekeerd waren geweest, hij reeds dagen vroeger de positie had overgegeven. 't Was dan ook niet veel wat den vijand in handen viel: een aan flar den geschoten steenhoop en de ver koolde rompen onzer schepen in de Schelde, door Kapitein-ter-Zee Koop- mans in brand gestoken omdat ze in de overeenkomst niet uitdrukkelijk wa ren genoemd, en hij ze den Fransch- man maar slecht gunde Hoevelen zouden er nog in leven zijn van hen, die in de wintermaand van 1832 den muciclijlcon marcoK naar §t Omoï- hebben medegemaakt? Wij vreezen zeer, dat hun getal niet groot zal zijn. De onverbiddelijke korpo raal van aflossing is sedert dien tijd steeds zijn gang gegaan, en heeft de gelederen der oud-strijders even sterk gedund als den troep vreedzamen die thuis waren gebleven. Hij salueerde evenmin voor de nederige citadelmedaille als hij gewoon is het te doen voor de tentoonstelling van ordeteekenen op de borst des hoogstge- plaatsten. Zou het niet mogelijk zijn, eens appèl te houden? 't Zou een merkwaardig troepje grijsaards zijn, die men dan bijeen kreeg. Nevens den krachtvollen zeventigjarige, die de jon z/Dat kunnen wij nog doen," hernam Ma- thilde en voegde er met een ondeugend lachje bij: //Dan kan hij te gelijkertijd je pols nog eens voelen, zijne hand op je voor hoofd leggen, en Foei! hoe afschuwelijk!" viel haar nichtje haar met een pruilend mondje in de rede. z/Ik lach immers niet om je cachenez, waarom laat ge dan mijn apotheker niet met rust z/Mijn cachenez?" vroeg nu Mathilda blozende, //mijne cachenez? waarom staat ge mij dien af?" //Omdat hij alleen in eene zekere jonge dame belang stelt," ijverde de kleine blonde, omdat ik wil dat hij belang in je zal stel len, want hij ziet er zoo goed uit." //Zoo? vindt ge hem knap?" z/Zeker!" meende Gisa, //maar mijn apotheker is mij toch nog liever, dat is te zeggen als hij mij niet met watten ver volgt. 't Was toch eene dwaze geschiede nis," voegde zij er lachend bij, //zoo iets overkomt iemand in onze provincie in geen honderd jaar." //Ach," zei Mathilda bits, //als gij maar niet zoo onnoozel ge weest waart en maar niet aan die laffe angst hadt toegegeven, dan zou ons avon tuur veel intéressanter zijn geworden, dan zou de cachenez zich aan ons hebben voorgesteld en wij zouden 't nu weten. z/Thilda!" viel Gisa haar in de rede, gelui van heden uitlacht omdat zij zoo kou welijk zijn en over rhumatiek klagen, zou men den strompelenden invalide te zien krijgen, wiens beenen in volkomen staat van insubordinatie verkeeren, maar wiens oogen toch nog schitteren als hij toevallig een naam hoort, den naam van //papa". Thans bijna een vreemdeling in onze waar deering, nu het tegenwoordig geslacht de toovermacht niet meer voelt van het liedje z/Wie praalt aan 't hoofd der heldenstoet, Chassé," doch die langen tijd de popu lairste mau van geheel Nederland is ge weest. Of zou het wellicht onmogelijk zijn? Ja, er zijn vermoedelijk citadel-mannen, die zelf met de meeste voorzorgen niet te transporteeren zijn, en die men maar stil letjes in hun voorlaatste woonplaats moet laten totdat voor hen de taptoe slaat, inmiddels eens informeerende of zij het in /tie wnnnjilaats wel zoo rroed hebben als de plicht der dankbaarheid voorschrijft. Want dank zijn wij hun ontegenzeggelijk schuldig, omdat zij onze eer kloek hebben opgehouden, omdat zij eenmaal toon den dat, zoo wij 't er op gezet hebben ons eens kranig te verdedigen, we het zoo heel gauw niet opgeven, en ons zoo taai weten te houden als een aal. Dat voorbeeld kan te pas komen, weet u 1 Maar er zijn er ook, die heel, heel graag ja zouden zeggen, als de Neder- landsche natie hen uitnoodigde om op het ongewapende appèl te verschijnen in den Haag bij voorbeeld, vlak voor 't oog van Koning en Regeering, in de ter hunner eer versierde residentie, die hun feestvreugde deelt. z/gij zoudt dus met dien vreemdeling een gesprek begonnen hebben O, wat zijn de meisjes in de hoofdstad toch lichtzinnig l" Mathilde maakte een gebaar tegen haar nichtje dat duidelijk scheen te beteekenen: z/En de kleinsteedsche meisjes zijn toch verschrikkelijk dom." Daar zij deze ge dachte echter niet in woorden uitte be merkte Gisa er niets van en de meisjes zaten eenige oogenblikken zwijgend tegen over elkander. Eindelijk nam Thilda weer het woord en vroeg: //Hadt gij den cachenez reeds in de schouwburg gezien?" z/Neen, ik zag hem voor het eerst toen hij ons vervolgde," antwoordde de kleine. z/En" ging zij voort, ,/hij had toch wel een' mooien baard, echt engelsch." //Behalve de kleur," meende Thilda, zoo pikzwart zijn de engelschen zelden." z/Ach, ik bedoelde den blonden baard van den apotheker," zei Gisa verdrietig, z/'t Is alsof wij alleen van uwen cachenez moeten sprekan z/En alsof ieder zich voor uwen pillen draaier zou intéresseeren!" lachtteThilda; z/die is alleen voor u." z/Nu, was dat maar waar 1" zuchtte Gisa,. z/ik zou hem wat graag mee naar huis ne men 1" Deze laatste woorden dacht ze echter meer dan zij sprak. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 1