NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
VROEG GEKNAKT.
Officiële Publicatie.
Feuilleton.
No.
Woensdag 17 Januari 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
BuitenlandscR Overzicht.
VERORDENING tot heffing van
bijdragen voor het genot van
onderwijs aan het Gymna
sium te Amersfoort.
Besluit:
AMERSFOORTSCIE
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,—.
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 1O regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenlandi> 0,075
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advert entiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens S'/i uur des Woensdags en
Aaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt sleckts driemaal
in rekening gebracht.
Het regende hevigtoen Zaterdag
Gambetta's lijkplechtigheid te Nice plaats
vond. Des morgens te acht uren kwam
de extra-trein voor de overbrenging van
het lijk aangewezenaan: de salonwacht
kamer van het station was met floers
en rouwzinnebeelden versierd. De uitvaart
werd bestuurd door den heer LerisGam
betta's schoonbroeder. Ook hier stroomde
een talrijke menigte samen om de kist
ie zien of er een krans op te leggen.
Te een uur verliet de stoet het station
en richtte zich naar het kerkhof. Niet min
der dan 1200 kransen en eenige driekleu
rige banieren versierden den lijkwagen.
Gambetta's vaderen een bejaarde dienst
maagd, die den staatsman als kind had
helpen verzorgenvolgden diep bedroefd
daarachter een breede stoet van hooge
Staatsambtenaren. Vóóraan liepen de
troepen van het garnizoen. Op het kerk
hof waar men ten vier uren aankwam
werden toespraken gehouden door den
profeet, den maire, en den garnizoens
commandant generaal Bellamare. De
deelneming was zeer algemeen.
De Fransche Kamer van Afgevaardig
den heeft den heer Henri Brisson tot
haren Voorzitter gekozendeze aanvaardde
in de zitting van Zaterdag opnieuw zijn
Een oorspronkelijke novelle.)
II.
«Je bent een vreemde jongen! Geef maar
hier,» vervolgde zij, toen Willem een papier
openvouwde.
Hij reikte 't haar over en zij las:
«Ik stond in een ondoordringbaar woud; vogels
van de heerlijkste vormen en schitterendste
kleuren, zaten op de takken der eeuwenoude
boomen, en zongen zoo wegsleepend schoon,
dat mijn hart trilde van een wonderbaar genot.
Het was mij alsof ik daar jaren en jaren had
geleefd; en toen ik dacht aan vroegere tijden,
herinnerde ik mijhoe vrienden en vriendinnen
vruchteloos hadden getracht mij van liet bosch
terug te houden maar ik had niet naar beu
gehoord, en was doorgedrongen, verder en ver
der tot ik haar had gevonden, de schoone
fee, die nu naast mij stond en het lokkige hoofd
op mijn' schouder vleide en ik zag haar aan,
en een zalig gevoel doorstroomde mijne borst
De avond was gevallen; de maan scheen op
de donkere, grootsche boomen, en een heldere
heek vloeide murmelend door het woud
en de fee sloeg haren zachten arm om mijn'
hals en kuste mij.
«Wij hebben lang genotenwij zijn langen tijd
gelukkig geweest», fluisterde zij. «Nu moeten
wij scheiden.»
«Scheiden?» riep ik verschrikt, «o lieve, blijf
hij rnij, verlaat mij niet!»
Zij schudde zachtkens het hoofd. «Ik moet
heen, ver, ver, van hier», zeide zij, en wederom
drukte zij mij een kus op het voorhoofd.
«Arme jongen!»
presidium met een redevoering, waarin
hij zijn medeleden dank zeide voor het
hem geschonken blijk van vertrouwen,
en verklaarde dat hij hen zoo mogelijk
in hun belangrijken arbeid zou onder
steunen. Hij wees op de weldaden van
eendracht en goede verstandhouding, en
niet minder op de voordeelen van stabi
liteit der regeering. Zijn slotwoord was:
«De ontwikkeling der republiek is het
beste middel om onze dooden te eeren
en trouw te zijn aan ons mandaat.
De Engelsche nota betreffende Egypte
is door den Britschen gezant aan den
Minister Duclerc overhandigd. Sommige
Fransche bladen zijn weinig gesticht
over de wijze waarop de Engelschen
de zaakjes in het land der pyramiden
opknappen: de «Temps» voorziet dat de
Engelsche politiek in Egypte het Oos-
tersche vraagstuk weer zal openendaar
zij aan Rusland een voorwendsel zal geven
om Armenië te bezetten, en aan Oosten
rijk om meer tot Salonika te naderen.
Voor het hof te Lyon wordt het proces
gevoerd tegen de anarchisten, betrokken
in de jongste woelingen inzonderheid te
Monceau-les-Mines. De hoofdbeschuldigde
is de bekende Russische agitator, Prins
Krapotkiri. Hij heeft zich, ofschoon zeer
rijk zijnde, niet van rechtskundigen 1 ij-
stand voorzienmaar is voornemens zelf
zijn verdediging voor te dragen. Nu en
dan ontving de president van het Hof
dreigbrieven.
Van de rampen, door de jongste over
strooming teweeggebracht heeft ook
Hongarije zijn deel gehadde stad Raab
is door het bezwijken van een dijk geheel
ondergeloopenzoomede het omliggende
landschap. De Hongaarsche bladen noe-
lk beefde. «O, laat rnij met u gaan naar uw
rijk! Neem mij mede, ik wil er alles, mijne ziel.
mijne zaligheid voor geven! Neem mij tot u!»
Bn weder schudde zij het hoofd. «Het kan
niet», sprak zij zacht.
Toen kwam het mij plotseling voor den geest,
dat ik gewaarschuwd was; «Ga niet!» had men
gezegdmaar ik had het gewild en ik boog
het hoofd en fluisterde: «Gij zijt schoon, gij zijt
goed als een engel ik mag u niet weer
houden ga, waar ge gaan moet.»
«Vaarwel», zeide zij en de hoornen boven ons,
suisden het na: Vaarwel! Vaarwel!
Zij reikte mij hare hand: «O, kon ik u red
den!» zuchtte zij er blonk een traan in
hare oogen en zij drukte rnij een kus op
de lippen en vervolgde: «Wees moedig! Keer
terug.»
Eu ik hief de oogen opmaar de fee was ver
dwenen. Ik wilde mij wenden tot het pad
van waar ik gekomen was; maar er was lood
ïn mijne voeten en wanhoop in mijne borst.
Het gezang der vogelen was verstomdde
boomen lieten hunne takken hangen en een
koude wind streek door de bladeren.
Ik zag om mijen een oud man zat aan den
weg, dien ik voorhij moest.
«Kent gij rnij? Ik ben de Dood,» sprak bij
zacht; maar ik wist het, ik had het gevoeld,
reeds vóór hij het zeide ik rilde maar
hij stond op van het mos en knikte mij vrien
delijk toe
Het was of mij het hart in den boezem zou
springen, en ik dacht aan de fee, aan hare
schoonheid, aan hare liefde en ik wist,
dat zij in eeuwigheid voor mij verloren was,
en ik breidde mijne armen uit naar den Dood,
en riep: «O, geef Gij de ruste weder aan mijn
hart, neem Gij mij tot u!»
En hij naderde en legde mij zijne ijskoude
hand op het hoofd
men deze gebeurtenis een tweede »Ize-
gedin»een menigte huizen zijn reeds
ingestortduizenden personen zijn zonder
dak en rnen vreest dat zeer velen het
leven verloren hebben. De laatste dagen
der vorige week vroor het vrij sterk
waardoor het brengen van hulp op vele
plaatsen bijna onmogelijk washetgeen
den nood niet weining verergerde.
Uit Petersburg komt het bericht, dat
circus-Beldistreff geheel door brand is
vernieldwaarbij ongeveer 300 menschen
zijn omgekomen. Ook meldt men van
daardat de Czaar binnen kort zich voor
goed in zijn hoofdstad zal vestigenmet
het gereed maken van een paleis tot
zijn bewoning is men bijna gereed.
Te Dublin zijn Zaterdag twintig per
sonen in hechtenis genomen: onder hen
bevindt zich de heer Careylid van den
gemeenteraad. Verscheidene der gearres
teerden worden \erdacht van deelneming
aan een complotdat ten doel had eenige
politie-heamhten te vermoorden.
De afgetreden Spaansche Minister van
Financiën Comacho heeft in den Senaat
een redevoering over zijn bestuur ge
houden. Toen hij in het Ministerie kwam
was er een tekort van 95 rnillioen pesetas
en 194 rnillioen vlottende schuld; hij zijn
heengaan liet hij een saldo in het budget
na van 6 rnillioen. (Een peseta is circa
51 cent.) De rente van de schuld was
gewaarborgden het evenwicht zou be
waard blijven indien de nieuwe Regeering
slechts krachtig optrad bij het innen der
belastingen. Aan het eind ontving Coma
cho de gelukwenschingen van al de Mi
nisters.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT doen te weten,
dat de Raad dier gemeente de navolgende
verordeningen heeft vastgesteldluidende
DE RAAD der gemeente AMERS
FOORT.
Gezien zijn besluit van den 23 Mei
1882 tot het oprichten van een Gymna
sium
Gezien art. 24 der wet van 28 April
1876 (Staatsblad No. 102);
Artikel 1.
Voor iederen leerling aan het Gymna
sium te Amersfoort wordt ter gemoet-
koming in de kosten gevorderd eene
bijdrage van f 60 in het jaar.
Art. 2.
Voor iederen toehoorder, die slechts
de lessen in enkele vakken aan het Gym
nasium bijwoont, wordt daartoe gevor
derd yoor elk vak
f 6 's jaars indien eenmaal 's weeks
9 tweemaal
»12 driemaal
»15 vier-of meermalen
's weeks onderwijs in dat vak wordt ge
geven.
Art. 3.
De voormelde bijdragen zijn verschul
digd dooi de ouders ol' voogden dei-
leerlingen en toehoorders; zoo die ouders
of voogden niet in de gemeente Amers
foort wonendoor de verzorgers der
leerlingen en toehoorders.
Clara was ernstig geworüen. «Je droom is erg,
erg treurig; weet je wat beter was geweest?
Had vóóraf eens gevraagd of de fee wel altijd
blijven kón of wilde. En had zij «neen»
gezegdhad dan het bosch nog eens vroolijk
doorloopen, wie weet of je niet eene andere
had gevonden, die wél altijd bij je was gebleven.
«Laten wij er maar niet meer over spreken
zei Willem en hij wendde zich af, om door het
venster te zien.
In gedachten verzonken zag Clara hem aan.
Eén oogenhlik kwam de gedachte bij haar op,
dat hij haar beminde maar spoedig ver
wierp zij dit vermoeden. Willem was ook jonger!
Zij had hem lief als een broederen wanneer
hij gevraagd had, of zij hem eene zuster wilde
zijn, met vreugde zou zij «ja!» hebben geant
woord en kon zij gelooven, dat hij meer
verlangde
«Kom juffrouw! onswaak uit je gepeinzen!»
riep Willem, die zich spoedig hersteld had van
de ontroering, die kort te voren op zijn gelaat
te lezen stond.
Clara glimlachte.
«Je moest eens weten waar ik aan dacht,»
zei ze blozend, terwijl ze hukte om naar 't
theewater te zien.
De laatste dag werd zoo aangenaam mogelijk
doorgebracht. Willem had alle kwellenen ge
dachten van zich afgezet, en Clara was vroolijk
als altijd maar toch, toch scheen zij eenigs-
z'ns veranderd.
Nu eens was zij voor Willem hartelijker dan
ooit, dan weer ontweek zij hem; en toen hij
den volgenden ochtend naar huis terugspoorde,
vroeg hij zich zeiven telkens, telkens af: «Heeft
zij rnij lief?»
111.
Het was ruim een jaar later. De zomer met
zijn lachenden zonneschijn was reeds voorbijge
gaan de bladeren begonnen te vallen en de
hemel was den gansehen dag in grauwe wolken
gehuld. Het najaar was gekomen; en de aan
houdende buien, de gure wind en het kaal wor
den der hoornen 't gaf alles iets sombers
aan de natuur. Op zulk een treurigen dag was
het, dat een paar jongelieden door de bosschen
dwaalden, welke om het stadje A gelegen waren.
«Eindelijk dan van school af!» sprak de een,
«ik had 'ter waarachtig ook niet langer uitge
houden!»
«Ja, nu zal het prettige leventje ook voor ons
beginnen. Ben je al met je afseheidsvisites klaar,
Bonna?»
«Hier in de stad wel maar van avond ga
ik nog even naar B., naar Van Ransherg.»
«En dan vindt er eene roerende afscheidsscène
plaats met de schoone Clara viel de ander hem
vroolijk in de rede. «Weet je wel, dat je een
geluksvogel bent, daar je zoo hij Van Ransherg
in en uit kunt loopen als hij je eigen thuis?
Je hebt daar Cone ook zeker leeren kennen
nu, die kan je protegeeren
«Ik verlang geene protectie van hem», sprak
Willem; zijne stem trilde.
«Dat is dwaas, kerel! Hij is gezien onde.i de
lui.»
«'t Kan best zijn, dat liet een aardige, beste
vent is maar ik zie hem liever niet, danwèl.»
«Ik geloof, dat je jaloersch op hem bent.»
zeide zijn vriend lachend, «lleh ik liet geraden?»
ging hij voort, «heb je ook een goed oogje op
zijn meisje?»
«Op wie?» vroeg Willem heftig.
«Wel Clara Van Ransherg, bedoel ik.»
«Luister eens Karei. Ken je haar?»
«Wie. Clara? Jawel: niet zoo als jij. maar
toch
Wordl vervolgd.)