NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
AMERSFOORT, 6AARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
Feuilleton.
VROEG GEKNAKT.
No. 6. Zaterdag 20 Januari 1883. Twaalfde Jaargang.
Van zekere bescherming.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,Advertentiën van 1 6 regelsf 0,40.
Franco door het geheele Rijk'1,10. Uitgever: A. M. SlOtllOUWer, Iedere regel meer *0,05.
o f. Voor het Buitenland0,075
Afzonderlijke nummers o Cent. A MPasrnoRT
r, j AMERSFOORT. Reclames per regel0,20.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
J Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens ÏO uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt sleckts driemaal
in rekening gebraebt.
Wanneer een gouvernement, teneinde
de vervaardiging binnenslands van eenig
nijverheids-product te bevorderen, of,
erger nog, alleen met het doel om den
inlandschen fabrikanten van dat artikel
zekere voordeelen te doen genietenden
aanvoer van datzelfde artikel van buitens
lands door inkomende rechten zoekt te
beperken dan wordt het onrecht begaan
dat de belangen van velende gebruikers
worden opgeofferd aan die van enkelen
de voortbrengers. Want het artikel wordt
op die wijze duurder gemaaktzoodat op
de ingezetenen een belastingdruk wordt
gelegdwaarvan slechts een klein ge
deelte de schatkist ten goede komthet
welk kleiner wordt naarmate de vreemde
importeur zich terugtrekt, omdat hij de
binnenlandsche concurrentiedoor de
hooge rechten beschermdhet hoofd niet
kan bieden. De tusschenhandel is in dat
geval de tweede lijdende partij.
Deze waarheid is niet slechts hoogst
eenvoudigzij is bovendien alles behalve
nieuw. Reeds in de geschriften van Frank
lin vinden wij een zeer duidelijkeen door
voorbeelden toegelichte bestrijding van het
protectionismeen ook de groote Ameri
kaan was niet de eerste woordvoerder
van het vrijhandelsbeginsel.
Erger wordt de zaakwanneer de
heffing van invoerrechten geschiedt op
Ken oorspronkelijke novelle.)
IV.
«Goed; geloof je, dat tij eene coquette zou
zijn?»
«Ik heb er waarachtig nooit óver gedacht.
Clara coquet? Ik geloof van niet.»
«Zoo denk ik er ook over. Welnu Karei, je
weet, dat er gezegd wordt, dat zij in 't geheim
met Cone geëngageerd is: maar ik heb haar
lief, jaren lang heb ik haar bemind, en altijd
was zij even goed, even hartelijk voor me
Zeg, zou ze mij niet anders behandeld hebben,
wanneer ze hém liefhad?»
Willem had opgewonden en haastig gesproken;
zijne oogen vonkelden.
Verbaasd zag Karei hem aan. «Heb je haar
dan nooit gezegd, datje haar beminde?» vroeg hij.
Willem schudde het hoofd. «Neen, ik heb het
altijd uitgesteldik was bang, ik durfde niet
misschien moest ik er al mijne hoop mede ver
liezen. Maar van avond wil ik het doen, want
ook die onzekerheid i, verschrikkelijk!»
«Dat is 't beste; mocht het nu eens verkeerd
uitkomen, trek het je dan niet te sterk aan
er zijn meisjes genoeg.»
«Ik kan 'tmij niet voorstellendat zij aan een
ander zou behooren», sprak Willem half tot zich
zeiven «ik heb alleen geleefd om haarik
zou niet zonder haar kunnen zijn....»
«Er is toch veel kans op, dat je 't zal moe
ten,» zei Karei, «ik hoop met hart en ziel het
beste voor je maar ik ben waarachtig bang.
Wat ben je van plan te doen, als zij meer van
Cone houdt
voorwerpen van dagelijksch gebruik 't zij
in verwerkten toestand't zij als grond
stof, op aller noodzakelijkste levensmid
delen. Van algemeene bekendheid is de
strijd, dien in Engeland Richard Cobden
en zijn geestesverwanten hebben te voeren
gehad om de graanwetten afgeschaft te
krijgendie honger deden heerschen in
de huizen der arbeidende klasse en de
landeigenaars in weelde deden baden.
Maar oude waarheden worden niet
altijd op den waren prijs geschatvooral
niet door regeeringen, die er belang in
hebben of meenen te hebben ze te mis
kennen. Dan wordenom het afwijken
van den door natuurlijk verstand aan
gewezen weg te verdedigenallerlei fraaie
théorieën uitgevonden en gepredikt, die
bij oppervlakkige beschouwing waarlijk
eenig recht van bestaan hebbendoch
niet proefhoudend zijn wanneer het licht
van wetenschap en critiek ze bestraalt.
Toch laten de volken zich nog maar al
te zeer door die soort van praatjes in
slaap wiegenen al ondervinden zij latei-
in dubbele mate de nadeeleu van het
met zooveel ophef verheerlijkte stelsel
zij zijn machteloos om tegenover de
economische kwakzalverijen waarmede
men hen orn den tuin leidt, hun wil te
doen gelden.
Een van die fraaie redeneeringendooi
de voorstanders van beschermende rech
ten ten beste gegevenis het argument
Invoerrechten vormen een belastingdie
de buitenlanders betalen, 't Is duidelijk
dat we hier slechts woordenspel hebben.
Inderdaadde vreemdeling betaaltmaar
uit den zak van den burger. Op den ge
bruiker komt in laatste instantie alles
neer, de tusschenhandelaar regelt zijn
prijzen naar zijn kostenen kan hij die
prijzen niet makendan trekt hij zich
terug.
«Ik weet het niet. O Karei, ik heb oogen-
blikken gehad, dat ik het hoofd, vermoeid van
hopen en vreezen, op de borst liet zinken, en
dat ik van haar af wilde zien, en dat ik wilde
berusten maar als ik dan uit die afgematheid
ontwaakte, was ook mijne liefde ontwaakt
krachtiger dan ooit!»
«Maar als je dan volstrekt niet wilt, dat Cone
met haar trouwt, duelleer dan....»
«Ik heb geene aanleiding.»
«Die is makkelijk genoeg te vinden. En dan is
't spel gewonnen. Zoo'n schermer als jij, kan
't best tegen hem opnemen.»
«En dan! en dan! Zou Clara mij ooit kunnen
beminnen, als ik haar 't liefste wat zij bezat, had
weggenomen? 't Zou ook wel eene oprechte,
edele liefde van mij zijn!» vervolgde hij bitter.
«Je bent dwaas, jongen. Je treurt en denkt
en redeneert maar, en voor handelen schrik je
terug!» en de levenslustige Karei Dégérard nam
Willems arm in den zijnen en sloeg neuriënd
den weg in, die naar A. terugvoerde
Clara Van Ransberg stond voor 't venster der
huiskamer. Hare wangen waren met een zacht
rood gekleurd en een blijde lach was op hare
lippen. In hare kleine hand hield zij een' brief,
een' brief met blijde tijding van hèm, van
Eduard.
Reeds langen tijd had zij daar gestaan
haar hart was geheel vervuld van alles wat hij
schreef zij drukte het papier aan hare lip
pen, en zag toen blozende om, als vreesde zij
dat iemand 't mocht hebben gezien maar zij
was alleen in de huiskamer.
Een poëziealbum lag naast haar op esn werk
tafeltje bij een vers door Eduard er inge
schreven, was het opengeslagen. Zij las het nog
eens na en bladerde toen door het boek, om
ze wist zelf niet wat, te zoeken, plotseling viel
Toch is er een soort van bescherming,
die voor nadere beschouwing alleszins
vatbaar is. Wij bedoelen de gunning van
aanbestede werken aan inlandsche aan
nemers.
Er wordt gezegd: wanneer de Regee
ring de buitenlandsche industrie ter zijde
laat, zal het werk meestal worden ver
richt door landgenooten. Een groot voordeel
inderdaadnu er zoo velen zijn die be
hoefte hebben aan bezigheiddie onop
houdelijk en niet zonder reden klagen
dat er niets te verdienen valt. In critieke
tijden ziet men wel buitengewone en
geenszins onmisbare werkzaamheden ter
hand nemenopdat men maar aan de
vraag naar arbeid eenigermate zou kun
nen te goed komenwaarom zou dus de
Regeering onder gewone omstandigheden
niet hetzelfde doen'? Daarbij blijft dan
het geld in het landwat ook alweer van
niet weinig waarde is te achten.
Doch nu doet zich de vraag voor: Als
de Regering tot dien maatregel overging,
zonder de buitenlandsche concurrenten
vooraf te waarschuwen, zou dat wel
overeen te brengen zijn met de voor
schriften van de goede trouw?
Die vreemdeling is langs officieëlen weg
indirect uitgenoodigd tot mededingen.
Ook hij heeft zijn berekeningen moeten
makenmisschien informatiën moeten
inwinnen die den landgenoot meer van
nabij ten dienste stondenenz. Schrijft
hij nu lager inen zijn de waarborgen
dat hij goed werk zal leveren even vol
doende als die van zijn mededingers
dan moet hem de aanneming worden
gegund, anders zou voor hem de aan
besteding eenvoudig een mystificatie zijn.
Misschien zou het noodig zijndat voor
hem als buitenlander een eenigszins ver
scherpt toezicht werd aangesteld
ofschoon er waarlijk in ons vaderland
haar oog op een gedichtje, dat zij nog nooit ge
zien had het moest er zonder haar mede
weten zijn ingeschreven. Zij keerde het blad om.
«W. B.» stond er aan het einde. «Willem Bonna,»
sprak zij zacht, en las:
«Het zilv'ren licht der mane
Lag over 't blauwe meer
En de oude linden bogen
Zich over 't water neer.
'tWas alom stil slechts ruischte
Het weeld'rige oeverriet.
En zacht klonk in de verte
Een nachtegalenlied.
De droeve visschersjongen
Wierp nu zijn netten uit
En zong zoo schoon en roerend
Van zijn' verloren bruid
En zong zoo schoon en roerend,
Dat in den stillen nacht
Zijn' liederen weerklonken
Met wonderbare pracht.
Maar eindelijk verstomde
Het klagend minnelied,
En lanzaam dreef zijn bootje
In 't suizende oeverriet.
Hij sliepen over 't vaartuig
Boog zich een' nixe neer,
En streelde 'sjonglings lokken
En kuste hem zoo teer.
De maan goot hare stralen
Op 't stille landschap uit;
De visscher sliep, en droomde
Van zijn' verloren bruid.»
ook wel aannemers zijn die men met
twee brillen op de vingers moet kijken:
in dat geval is het billijk hem dat meerdere
te laten betalen. Doch dat zou in de
voorwaarden uitgedrukt moeten worden
om tegenover den buitenlander met open
kaart te spelenbijvoorbeeld door aan te
geven een kostenberekening voor toe
zicht, ten laste van den aannemer, zoo
deze binnen het Rijk woonachtig is of
zijn industrieële inrichtingen heeften
een andere wanneer dit niet het geval is.
Stelt men daarentegen, gelijk sommigen
verlangende mededinging alleen open
voor landgenootendan zullen dezen bij
geringer concurrentie hooger inschrijven,
en zulks in meerdere mate, als het een
vak geldt dat hier te lande op minder
groote schaal dan elders wordt uitge
oefend. Dat meerdere betaalt de schatkist,
dat wil zeggenbetalen de burgers.
Ook in dit opzicht is alzoo protectie
niet aan te bevelen. Zij zou ook op den
duur onzen industrieëlen niet ten goede
komen, daar zij hun den prikkel zou
benemen hun vak tot een zoo hooge mate
van volkomenheid te brengendat zij
ook in het bnitenland als ernstige mede
dingers kunnen optreden.
Er hebben zich reeds enkele verschijn
selen opgedaandie aanduiden dat het
inderdaad dien weg opgaatreeds werden
belangrijke bestellingen van elders aan
landgenooten opgedragenen zagen wij
hen ook bij openbare inschrijving de
overwinning behalen. Dat is de goede,
de eenig mogelijke weg om de inlandsche
industrie in de hoogte te krijgennatuur
lijke ontwikkeling door eigen krachts
inspanning. Al het andere is kunstmatig,
en voor den algemeenen vooruitgang
verderfelijk.
Een bediende opende de deur.
«Mijnheer Bonna verzoekt u te spreken, juf
frouw.»
«Laat mijnheer maar binnen komen.»
Zij sloeg het album haastig dicht. Juist had
Cone haar gevraagd, of zij zich niet te veel met
dien Willem Bonna wilde bemoeien. Ilij had re
denen om dit te wenschen, schreef hij.
Maar zij kon haren ouden vriend toch ook zöö
maar niet wegsturen!
«Kom binnen Willem!» riep zij, toen er ge
klopt werd, en een oogenblik later stond de jonge
man tegenover haar.
«Alléén Clara?» vroeg hij, de kamer rondziende.
Zij knikte.
«Ik wilde afscheid komen nemen.
Zijne stem trilde, en het meisje drukte den
brief krampachtig in hare hand.
«Je vertrekt spoedig, niet waar AVillem?»
«Ja Clara.... en dan zal ik je in lang niet
weerzien en voor ik ga, heb ik je nog iets
te zeggen Clara.» Zijne opgewondheid kon hij
slechts met moeite bedwingen. «Toe, ga hier
even zitten ik heb spoedig gedaan.»
Zij deed wat Willem verlangde en hij vervolgde
«Zie, wij kennen elkaar sinds lang en.... wij
zijn altijd goede vrienden geweest, niet waar?
O Clara, reeds toen ik je de éérste maal zag,
voelde ik, dat ik je liefhad en immer, im
mer is mijne liefde heviger geworden. Mijn hart,
mijne ziel, mijn geheele wezen bemint je vuriger
dan ik ooit een ander had liefgehadO Clara,
je bent mijn ideaal, mijn allesilc heb je
liefonuitsprekelijk liefzeg mij, kan je
mij weer beminnen?»
Hij was haar genaderd en poogde hare hand
te vatten; zij trok die terug. Zij had hem uit
laten spreken, omdat zij niet wist, wat te zeg
gen de stem stokte haar in de keel.
(Wordt vervolgd.)