NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, H00GLAN0, LEUSOEN, SOEST, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG, UIT MIJN DAGBOEK. Feuilleton. Woensdag 31 Januari 1883. Twaalfde Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Buitenlandsch Overzicht. AMEBSFOORTSCHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsf 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,075 Reclames per regel0.20. firoote letters worden berekend naar plaatsruimte Advcrteutiën kunnen ingezon den worden tot uiterlijk 's mor gens 10 uur des Woensdags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts driemaal in rekening gebracht. Jéróme Bonaparte is nog altijd in de Conciergeriemen zegt dat het gebrek aan- beweging hem dreigt ziek te maken reden waarom afentoe twee dokters hem komen bezoeken. Bovendien ontvangt hij dagelijks zijn vijf rechtsgeleerde raadslieden, terwijl zijn adjudantKolo nel Brunet, hem een gedeelte van den dag gezelschap houdt. Zieker dan hij is echter de Fransche president minister Duclercdeze moest eenige dagen achtereen het bed houden, zich koppen laten zetten enz. dat alles niet vanwege de politiekmaar ten ge volge van gevatte koude, 't Is anders wel om zijn gezondheid te verliezenzoo gek als die manifest-geschiedenis de lui maakt, en Jéróme heeft bepaald voldoe ning van zijn werk. De Commissie voor de Regeeringsvoorstellenwaarvan de groote meerderheid geneigd is met het voorstel Flocjuet mede te gaanbeproeft allerlei middelen om tot op zekere hoogte aan de radicalen en aan het Ministerie tegelijk hun zin te geven, maar noch besprekingen metde Ministers, noch onder linge overwegingen hebben tot dusver een uitweg aangewezen. Intusschen heeft de Minister van Binnenlandsche zaken de Commissie uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk met haar rapport in de Kamer te verschijnen: men beweert voorts dat II. De heer Briefly was eigenaar van eenige lan derijen, maar zijn meeste geld was belegd in verschillende fondsen. Aan speculeeren deed hij niet: want, ofschoon zijn zaakwaarnemer daartoe zeer genegen was, zeide de oude heer dat hij meer dan genoeg had en als hij wist dat zijn geld goed geplaatst was liet hij het staan: dien tengevolge had zijn zaakwaarnemer weinig te doen en waren de renten betrekkelijk gering.» Men wist weinig of niets van den heer Briefly toen hij zich bij Hamwell vestigde, waar hij een mooie plaats kocht en in strenge afzondering leefde met zijn eenige dochter, een kind van tien of elf jaren. Verschillende praatjes waren in omloop over wie hij was en waar hij van daan kwam. Sommigen spraken van een weggeloopen vrouw: anderen meenden dat hij weduwnaar was. ik geloof dat het laatste waarheid was. Hijvan zijn kant, voldeed nooit aan de nieuwsgierigheid zijner huren maar leefde voortdurend stil en scheen slechts geluk en genoegen te hebben hij zijn kind. Zooals ik reeds zeide, was hij vol strekt geen man van zaken en stelde, zooals hij zulke menschen vaak gebeurt, het volste ver trouwen in zijn agent of liever agentenwant het bestuur van zijne bezittingen was in handen van Dibden, Knollys en Dibden notarissen van Bellyard, Doctor's Comnoms. De firma was Dih den en Knollys totdat de eenige zoon, Stephen Dibden, in de zaak kwam en zijn naam er aan toevoegde. Kort daarna stierf Knolly's, maar zijn de Ministers hun voorstellen zullen intrek ken en dat alleen admiraal Jauregui- berry de portefeuille van Marine zal nederleggen. Zóó ver reiken de gevolgen van de dwaasheidom het beruchte manifest als een ernstig feit op te nemendat de handel er door gedrukt en het crediet des lands benadeeld wordt. De Fransche rente daalten de kooplieden klagen dat zij zoo weinig bestellingen ontvangen4- alles uit vrees voor politieke verwikke lingen. Onder deze omstandigheden is een brief van Léon Say niet van belang ont bloot, waarin hij bedankt voor de uit- noodiging om in een vereeniging van radicalen het woord te voeren. «Het kan nimmer,» zegt hij, «in mijn bedoeling liggen den schijn aan te nemen dat ik mij aansluit bij hen die de Republiek vijandig zijn. Tot het vestigen dier llepu bliek heb ik medegewerkt, en ik zie voor Frankrijk geen andere toekomst dan deze regeeringsvorm. Daarom zal ik dien ook altijd verdedigen tegen de drie groote vijanden van alle Republieken, namelijk: uitzonderingswettenwillekeur en dicta tuur.» Men zou zoo zeggen: «Die kunnen de heeren in hun zaksteken!» "Wantinder daad het belachelijk streven, om de prinsen van welke familie ook buiten het gewone recht te plaatsenhun het ver blijf in Frankrijkde rechten van bur gers te ontzeggen kan niet anders genoemd worden dan het begin van het eindetenzij men nog ter elfder ure tot bezinning mocht komen. De verdere loop der historie was deze In de Commissie werd een voorstel goed gekeurd van den heer Faburebepalende dat' aan de prinsen «de toegang tot be trekkingen welke door verkiezing worden naam werd door de firma behouden. In den tijd duswaarvan ik spreekbehoorde de geheele zaak aan de beide Dibdens, vader en zoon. Waar om de heer Briefly aan hen de voorkeur gaf en hoe hij met hen in kennis kwam, had ik nooit geweten maar hij stelde in hen het onbeperktst vertrouwen en was gewoonvooral gedurende de twee laatste jaren voor zijn doodtoen hij sukkelende was en tegen de moeite opzag om naar de stad te gaan, den ouden heer Dibden bij zich te ontbieden. Of de heer Briefly zoo bijzonder ingenomen was met de bekwaamheid van Dibden als man van zaken, dan of men lis tig met hem omging, weet ik niet, maar het is zeker dat Dibden grooten invloed op hem had weten te verkrijgen. Bij zijn dood zijne doch ter was toen pas vijftien jaren oud bepaalde zijn testament dat zij onder voogdijschap zou komen van Dibden die tot aan hare meerder jarigheid, of zoolang zij bij hem bleef, jaarlijks vijfhonderd pond zou genieten. Verder was bepaald dat zij niet mocht trou wen, alvorens zij volgens de wet meerderjarig was en dan nog slechts met toestemming van Dibden: na haar vijfentwintigsten verjaardag was zij vrij om te handelen zooals zij verkoos. Het zonderlingste van het testamenten dit bewijst, dat, welken invloed Dibden ook op den ouden man had, deze zijn kind toch niet geheel in diens macht wilde laten, indien zij zijne wen- schen niet nakwam was dat, in geval zij de bepalingen van het testament niet mocht nako men, zij jaarlijks een inkomen van vijfhonderd pond zou hebben gedurende haar leven, maar dat de bezittingen zouden worden vastgezet op hare kinderendie ze na haren dood zouden kunnen in bezit nemen. Het was een harde bepaling voor een geliefd en eenig kind om nog vier jaren na hare meer derjarigheid het voorrecht te moeten missen verkregenzoowel als tot ile burgerlijke en militaire ambten is ontzegd». De Minister Duclerc, nog altijd lijdende, berichtte den President der Republiek en zijn ambtgenootendat hij dit voorstel niet kan aannemen. De ministers van Oorlog en van Marine deelden zijn ziens wijze en het geheele Kabinet bood zijn ontslag aandat door den President werd aangenomen. Een poging, om Ferry met de samenstelling van een nieuw be wind te belastenmisluktewaarop Fallières, de afgetreden Minister van binnenlandsche zaken, als premien op trad met zijn vroegere ambtgenooten in afwachting dat voor Oorlog, Marine en Buitenlandsche zaken nieuwe titula rissen gevonden worden. Laatstgenoemde portefeuille wordt door Fallières ad interim aanvaard. Bij al deze dingen wordt aan de Egyp tische zaken bijna niet meer gedachten dat is misschien de goede zijde van het dwaze voorval. De dubbele controle werd door den Khedive afgeschaft, de Fransche controleur Brédif kreeg een lintje mee naar huis, zijn Engelsche collega sir Auckland Colvin werd aan gesteld als financieel raadsman van den Khediveen daarmee was het goo chelstuk verricht. In alle deftigheid laat de Fransche Regeering dooi' haar Consul te Cairo protesteeren, nu ja, voor kennisgeving aangenomen. Dezer dagen verkeerde de bevolking van genoemde hoofdstad in een soort van spanning, omdat het gerucht was verspreid dat Frankrijk aan Engeland den oorlog had verklaard. Wat die goede fellahs blij geweest zouden zijn! Met Egypte zal de Brit beter klaar komen dan met de regeling in zijn eigen huismet name in dat gedeelte dat Ierland heet. De npsporingen te Dublin als meesteres van haar fortuin op te treden tenzij zij in dien tusschentijd trouwde met toe stemming van haar voogd; maar het /.ou onge twijfeld nog harder geweest zijn als Dihden ge heel vrij was geweest in zijn bestuur. Hij heeft waarschijnlijk den vader niet kunnen overtuigen, dat na haar vijfentwintigste verjaardag eene vrouw niet in staat is haar eigen zaken te bestieren. Iedereen was verbaasd over het testament maar er waren geen familiebetrekkingen en dus bleef de zaak zoo en zoodra de begrafenis had plaats gehad, nam Dihden het meisje met zich naar zijn huis. Nu moet ik een tijdruimte van vijfjaren over slaan. Het kind van vijftien jaren was een mooi meisje geworden van twintig; mooier en beval- liger was er niet te zien. Wel John, als ge mij, ouden man, niet uitlacht omdat ik wat enthou siast ben in het spreken over een jong meisje, dat mijne kleindochter kon zijn, zal ik trachten haar te beschrijven. Zij had een schoon gevormd gelaat met een paar allerliefste, trouwhartige kijkers. Men behoefde haar maar aan te zien om in hare oogen oprechtheid en vertrouwen te lezen. Haar prachtig goudgeel haar scheen een straalkrans en de vriendelijken glimlach, waarmede zij iemand groette, veroorzaakte het gevoel dat, als men ooit een sterveling den naam van engel mag geven, dit op haar toe passelijk was. Haar neus was recht en smal en hare oogen John, ik zag ze nooit zoo mooi zij waren donker vioolkleurig met lange wimpers. Ja, gij lacht mij uit: ik zal er niets meer van zeggen, alleen dat zij even goed als schoon was. Om Dibden recht te laten wedervaren, moet ik zeggen, dat hij, wat hare opvoeding betrof, flink handelde. Er werd niets gespaardzij had voor alles de beste meesters. Maar het was haar ni,et veroorloofd |uittegaan, Van tijd tot tijd lo- brengen verschrikkelijke di ngen aan den dag: een formeele moordenaarsclub zou daar bestaan en aan dezen zijn de gerucht makende aanslagen van den laatst en tijd te wijten. Ook schijnt er eenig licht te komen in de geschiedenis van de gebeur tenis in het Pboenix-par kden moord van Cavendish en Burke. Drie volksleiders, Davitt, Healy en Quinn, door het gerechtshof veroordeeld tot het storten eener waarborgsom wei geren daaraan te voldoen en getroosten zich liever een half jaar gevangenisstraf. Het overlijden van Prins Carl, broe der des Duitschen Keizersheeft de her denking van de Vijf-en-twintigjarige echt- vereeniging van den Kroonprins hoofd zakelijk tot den familiekring beperkt ofschoon de Berlijnsche bevolking toch niet naliet haar sympathie te betuigen. De eigenlijke festiviteiten zijn uitge steld tot na den hofrouw. De Kroon prins heeft den wensch uitgedruktgeen kostbare geschenken te ontvangenhij hoopte dat men de gelden voor dat doel bestemdzou aanwenden tot leniging van den nood door de overstroomingen. Officieel wordt een brief van den Kei zer aan den Paus openbaar gemaakt, eenige dagen vóór Kerstmis geschreven. Daarin wordt de hoop te kennen gege ven dat 's Pausen tevredenheid over de benoeming van een Duitsch gezant bij den H. Stoel aanleiding zal geven tot verdere stappen in het belang van een gewenschte overeenstemming, vooral in zake de bezetting der vacante bisschop zetels; in welk geval Z. M. gaarne de hand zou willen leenen om vroegere wetten, in dagen van strijd noodig ge oordeeld aan een herziening te doen onderwerpen. De Belgische Kamer nam het wets ontwerp aan, waarbij bepaald wordt dat geerde op zijne kleine villa te Brixton een of ander familielid van Dibden of van zijne vrouw maar dewijl noch hij, noch zijne vrouw tot de zeer beschaafde lui behoordevalt het te be twijfelen of dat gezelschap juist voordeelig was voor zijne pupil. Een van de weinige jongelui die zij ooit zag was Dibdens zoon, nu omtrent dertig jaren oud, een onbehaaglijk menseh en even ruw en onaangenaam van vormen als van voorkomen. Ook bezat hij de bekwaamheid niet van zijn vader, om zijne zedelijke en persoon lijke tekortkomingen te vergoelijken. Als ik zeg dat deze bijna de eenige kennis van het mannelijk gaslacht was, dien zij had, bedoel ik daarmede de eenig openlijk erkende want zij kende een jongmensch 't is /on derlijk zooals de natuur hare voorrechten hand haaft maar dit was een geheim tusschen haar en hem, wion zij de volle genegenheid van een rein, liefhebbend hart had geschonken en wij willen het arme meisje niet hard vallen. Toen zij van kind tot vrouw was opgegroeid], begon zij het treurige van haar toestand te be grijpen en hechtte zich aan den eersten vriend, die met haar in smaak en gevoel overeenstemde. «Zij gevoelde den afkeer van haar voogd, die haar telkens aan zijn wettig gezag herinnerde, steeds toenemen maar gedroeg zich lijdelijk en onderworpen tot op haar een en twintigsten verjaardag, toen zij haar voogd verraste met liet verzoek om den inhoud van haar vader's testa ment te vernemen. Eerst weigerde hij, maar zij hield vol. «Ik ben thans meerderjarig, mijnheer Dibden,» zeide zij, «en mijn eigen meesteres. Gij zijt. slechts voogd over mijn geld. Ik verlang den inhoud van mijn vader's testament te weten ik weet, dat gij eene copie hebt.» (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 1