Mi eensMARGUERITE GAUTIER. INGEZONDEN. Amersfoort, 10 Februari 1883. Naar wij zooeven vernemen komen op de voordracht voor collecteur der Staats loterij alhier voor de Heeren Mr. J. van der Leeuw en J. C. Leinweber beiden alhier. Daar het contract tusschen de gemeente Amersfoort en den Concessionaris dei- gasfabriek met 1 Augustus 1884 expireert, benoemde de raad ongeveer een jaar geleden eene commissie uit zijn midden om advies over de toekomstige straat verlichting uit te brengen. Volgens de meening dezer commissie is de tegenwoordige gasfabriek niet meer geschikt om in de behoefte te voorzien wel zou dit mogelijk worden door uit breiding en verbetering, iets wat onge veer f 75.000 kosten zal. Met den bouw eener geheel nieuwe fabriek zou een kapitaal van ongeveer 2 ton gemoeid zijn. De commissie oordeelt dat het niet in 't belang der gemeente zijn zouzich aan den bouw eener nieuwe fabriek en het exploiteeren daarvan voor eigen rekening te wagen. Het komt haar wenschelijker voor die risico door een ander te laten loopen en zij doet den raad twee voor stellen aan de hand. Het eene is eene geheel nieuwe fa briek te laten bouwen en den eigenaar daarvan de concessie te gunnen voor een tijdvak van 30 jaar, of wel de bestaande fabriek over te nemendie te laten uit breiden verbeteren enz. en dan de con cessie te verleenen voor 10 jaren. Dinsdag 13 Februari zal de Gemeen teraad omtrent deze voorstellen eene beslissing nemen. Lijst van brieven geadresseerd aan onbekendenverzonden van het post kantoor te Amersfoort over de le helft der maand Januari 1883. Wed. Van Drie Amsterdam R. Bingeli H. Jacobsj Arnhem. P. Tuunnissen Herwen. Mej. W. v. Leeuwenberg Nijmegen. G. A. Nijhuis Rotterdam. Uit BUNSCHOTEN. Wed. J. Mekes Rotterdam. Uit WOUDENBERG. Van Meettern Rotterdam. De Eerste Aflevering van het Tijd schrift «DE HUISVRIEND uitgaaf van H. A. M. Roelants te Schiedamis dezer dagen verschenen. Dit werk beij vert zich om door keur van platenen daaronder fraaie oorspronkelijke hout gravuren hoe langer hoe meer de gunst van het publiek te winnenterwijl ook de inhoud hiertoe al het mogelijke bij draagt. Het eerste Nommer toch bevat oorspronkelijke Bijdragen van E. Lau- rillard Mevrouw Bakker Korff-Hoo- geboom P. Louwerse, Sally A. A. Vorsterman van Oijen en de overige kleinere opstellenbij de vele platen getuigen van eene voor hare taak uit stekende Redactie. Met volle gerustheid mogen wij dezen Huisvriend aanbevelende prijs dertig cents in de maand kan voor niemand een bezwaar zijn waarom wij de hoop koesteren, dat de uitgever door een uit gebreid debiet in staat moge zijn een werk te blijven leveren, dat, door zijn uitgebreiden inhoud èn door zijn lagen prijs, éénig in ons Vaderland mag ge noemd worden. de A. Woudenberg. Op 1 Januari 1S82 bestond de bevolking uit 1244 mannen en 1097 vrouwen. Vermeerd. door geboorte 45 m. 36 vr. vestiging 72 64 Verminderd sterfte 18 15 vertrek 75 61 Vermeerdert alzoo 24 24 Zoodat de bevolking op 9j| Dec. 1882 bestond uit 1238 mannen %L 1121 vrou wen, totaal 2359. BINNENLAND. Van de werf der heeren Rijkée Co.te Katendrecht (gemeente Rotter dam), liep woensdagmiddag met het beste gevolg de Alblasserdam van stapel, welk schip op die werf is gebouwd on der toezicht van den heer J. De Hoog, van Amsterdam. De plechtigheid was te 3 uren bepaalddoch uit aanmerking van den aanwakkerenden Oostenwind kon men zich daaraan niet houdenen lag het vaartuig reeds tegen half drie te waterwaarbij alles met den meesten voorspoed in zijn werk ging. De Alblasserdam is het eerste ijzeren zeestoomschip dat op die werf van sta pel loopt. Het is bestemd voor de groote kustvaart onder directie van de firma Vroege Sc De Wijs te Rotterdam. Kapi tein C. Hoek zal het bevel over het stoomschip voeren. Het heeft eene lengte van 230 Eng. voet, eene breedte van 31V* Eng. voet en eene diepte van 16% Eng. voet. Het meet p. m. 1300 ton en zal van eene compound machine van 108 p. k. worden voorzien door de Maat schappij De Maaste Delfshaven. BUITENLAND. Tekst van het keizerlijk manifest, over de Kroningsplechtigheid van den Keizer van Rusland: »Wij Alexander III enz. enz. doen aan al onze getrouwe onderdanen kond etc. te weten: »Het heeft Gode behaagd ons in een oogenblik van vreeselijke ontsteltenis te roepen op den troon onzer voorzaten in geheel Rusland en op de onafscheide lijk er mede verbonden troonen van het Gzaveniand Folen en het grootvorsten- dom Finland. Onder de pijnlijke gewaar wordingen van rouw en schrik, welke met ons de harten onzer getrouwe on derdanen vervulden, was de tijd niet geschikt om de kroningsplechtigheid te bepalen en te voltrekken. Terwijl wij ons nederbogen voor de ondoorgronde lijke beschikkingen der Voorzienigheid en voor de beproevingen welke God ons oplegt, besloten wij in ons hart deze heilige handeling niet te doen geschie den, vóór dat de gemoederen, die zoo geschokt waren door de ijselijke misda den als wier offer de weldoener zijns volks, onze veelbeminde vader, gevallen isweder tot kalmte zouden zijn ge bracht. Op het voorbeeld der godsvruch tige keizers, onze voorvaderen, hebben wij besloten ons de kroon op te zetten en naar het aloude gebruik de heilige zalving te ontvangen, terwijl wij onze veelbeminde gemalinkeizerin Maria Fedorowna, tot deze heilige handeling met ons vereenigen. Bij deze bekend making van ons voornemen, waaraan met Gods hulp in de maand Mei dezes jaars in de eerste residentiestad Moskou uitvoering zal gegeven worden, roepen wij al onze getrouwe onderdanen op om met ons vurig en vroom te bidden. »Moge God ons allen behoedenons en ons Rijk in vrede bewaren en tegen ge vaar beschermen «Moge Hij den geest der wijsheid over ons uitstorten Moge Hij wanneer wij ons de czarenkroon der eerwaardige voorvaderen opgezet zullen hebben, ons helpen getrouwelijk na te komen onze gelofteons geheel te wijden aan het heil en den roem van ons veelgeliefd vaderland, aan den dienst der waarheid en der waakzaamheid voor de welvaart van het volk, door God aan onze heer schappij toevertrouwd. «Gegeven te St. Petersburg in het jaar van Christus" geboorte 1883, den 24 Januari, en het tweede jaar onzer Regeering." Gelijktijdig met het manifest werden twee ukasen uitgevaardigd. Bij de eerste worden de gouvernements-adelmaar- schalken de hoofden der besturen van de gouvernementshoofdplaatsen (de Sibe rische uitgezonderd wegens den verren afstand) en de voorzitters der geweste lijke besturen uitgenoodigd bij de kro ningsplechtigheid tegenwoordig te zijn. Bij de tweede wordt een bijzondere kroningscommissie benoemd, welke den minister van het huis des Keizers tot voorzitter heeft. Jan, Gerrit van de Klashorst, 03 j. wcdr. van Anna, Hemlrika van Ruijven. 7 Febr, Gijs- berta van den Esliof, 43 j. echtg. van Evert van Orakel. Hoest. Geboren12 Jan. Margarethad. van Jan Zeger de Bruin en Niesa Jasoba van Vliet. 17 Jan. Cornelis, van Peter Wantenaar en Theunisje Hilhorst. 19 Jan. Petrus, z. van Hendrik Ebbenhorst en Antje van Klooster. Gijsberta, d. van Evert Schoonoord en Pietertje Ruij'er. 23 Jan. Wessel, van Joseph Wiss en Wilhehnina Hasselbach. 29 Jan. Lucia, Paulina, Antonia, d. van Elbert van Doorn en Theodora, Hendrica Kokxhoorn. 2 Febr. Ma ria, d. van Geurt lteijerse en Margaretha Schouten. Overleden: 24 Jan. Gijsbertus Broek, 55. j. ongeil. 30 Jan. Anthome van den Berg. 07 j. geil. met Maria van 't Klooster. Gerritje van Es, 9 rn. 4 Febr. Jacobus Schatteleijn11 m. 7 Febr. Petrus, Albertus, Antonius van Rooijen, 7 in., wonende te Utrecht. Woudenberg. Geboren: 3 Febr. d. van Evertje van Beek, geb. van Wessel. 5 Febr. z. van Dina, Jo hanna Bakkernes, geb. Van Manen. z. van Maatje van Lambalgen. d. van Hendrikje Huting, geb. van Ginkel. d. van Gerritje van de Weerd, geb. van Ginkel. Overleden: 4 Febr. Teunis van Voskuilen, ongeil. 00 j. Jacobje Wolfswinkel, wed. van Huibert Pul, 83 j. 5 Febr. Gerrit van Ben- nekom, 9, m. 0 Febr. Albertus Kleinveld, geh. met Evertje van Laar, 33 j. Hoogland. Geboren: 1 Febr. z. van Harmina van Veldhui zen, geh. met Andriesj, Coenraad van Bemmel. Overleden: 3 Febr. Heintje van de Bos, ongeh. oud 01 j. Bunschoten. Gehuwd: 3 Febr. Lammert de Jong en Grietje Muijs. De Awersloortsclie belasting parade. Eenige belastingschuldigen te Amersfoort, waren sints geruimen tijd voornemens aan hun ne mede ingezetenen waaronder vele grondei genaren, die tengevolge der even treurige als onbillijke regeling geen cent Plaatselijke directe belasting of zoogenaamden hoofdelijken Omslag betalen, van hunne belangstelling te doen blijken. Het is daarom, vooral met het oog op het maximum dat dit jaar zal geheven wordendat op den 15 Mei e. k. in het Christiaanspark alhier eene belasting parade zal gehouden, die, te oordeelen naar de toegezegde deelneming luisterrijk zal zijn. Htl. Stalhouders, Stoom bootondernemers en groentenventers zullen dien dag hunne paarden en hitten gratis afstaan, terwijl het Bestuur der Amersfoortsche zahnkweekerijde Comissie voor de electrische verlichting in de bergstraat en Wolfsteeg, als mede de Commissie voor de asphalt bestrating in de St. Jorisstraatde Molenstraat en Wever singel, de belasting parade zullen bijwonen. De muziekanten van het Kootwijker harmonie Corps zullen te paard en in nationaal Costuum, doch zonder klompen gemelde parade opluisteren. De opstelling, indeehng enz., der te houden be lasting parade, zoowel als de deviezen der ver schillende banieren worden nader door ons mede gedeeld. De voorzitter van het comité van uitvoering voor de te houden belasting parade. W. Herculesior. BURGERLIJKE STANDEN. Amersfoort. Geboren: 1 Febr. Aukje, d. van Wiebe Duif en Heike Buwalda. 2 Febr, Gornelis, z. van Jan. Phihppus Heuveling van Beek en Pietje, Cornelia Bruininks. Gerritje, Alberta, d. van Jan, Teunis Breemer en Maria van Leuven. Maria, d. van Elisabeth Veenendaal. Jo hannes, Theodorus, z. van Albertus Theodorus Hogenboom en Catharina, Maria Kraaijvanger. Maria, Wilhelmina, d. van Petrus van der Pol en Clasina Otto. 4 Febr. Antonia, d. van Jan de Jong en Mijntje van de Vlasakker. Johannes, Andries, z. van Andries Waanders en Catharina van Vulpen. 5 Febr. Willem, Johan nes, Franciscus, Agatha, z. van Gerrit, Jan, Ribberink en Johanna, Maria Groenhuizen. Febr. Hendrika, d. van Johannes van Loenen en Margrietha Quint. Ondertrouwd8 Febr. Jan Maij en Johanna Colet. Gerrit de Bree en Maria Mandersloot. Hendrik Bakkenes en Philippina Catharina Oldersom. Gehuwd: 0 Febr. Willem de Vries en Joanna van Vulpen. 7 Febr. George, Casper, Stepha- nus Verdier en Heintje Croon. Frans de Bree en Jacoba, Everarda Rijnders. Overleden: 2 Febr. Gerardus Doesburg, 80 j. echtg. van Johanna Jekel. (i Febr. Janna Uding, 83 j. wed. van Johannes van Beest. De N. Amersfoortsche Ct. van 3 Febr. jl. heeft van de hand des Heeren H. eene veroordeeling der MARGUERITE GAU TIER gebracht, waartegen ernstig protest dient aangeteekend te worden. Niet alleen vereischt zulks de billijkheid tegenover Alexander Dumas fils, maar ook tegen over Amersfoort (waar de kunst toch al niet zoo bijzonder druk beoefend wordt,) zou het eene onrechtvaardigheid zijn, in dien men de door den Heer H. op ietwat declameerenden toon geuite opinies liet voortwoekeren. Deze redenen en ook an dere hebben me tot eene weerlegging van H's critiek gebracht. Een aangenaam werk is het niet, reeds daarom niet, omdat het te behandelen onderwerp het voordeel van actualiteit verloren heeft, doch waar de noodzakelijkheid spreekt, zwijgen alle bedenkingen. Op 't gevaar af van een ongelukkig fi guur te maken, moet ik beginnen met de bekentenis, dat ik tot de hooge vlucht, door den Heer H. aangenomen, niet in staat ben. Doch opgewondenheid, enthu- siasine, gaan dikwijls vergezeld van op pervlakkigheid en eenzijdigheid. Wanneer ik 't alzoo waag tegen 't geschravene een en ander iu 't midden te brengen, dan doe ik dit in de overtuiging, dat het op pervlakkige, dat zich m. i. achter die mooie woorden verbergt, ook anderen dan mij is opgevallen, en in de zekerheid dat het beoordeelen van kunstwerken ook wel een weinigje kalm gezond verstand en onbe vangen oordeel vereischt. De Heer H. steekt het onder geen stoe len of banken op welke wijze hij de M. G. wenscht te critiseeren. Hoewel ik, voor mij, nu niet kan roepen over bijzondere duidelijkheid, daar waar hij 't over het wezen der kunst en het streven van den mensch heeft (het Eeuwig-Volmaakte, het verloren Ideaal, God, die de hoogste schoonheid is), beprijp ik toch uit hetgeen hij laat volgen, wat hij wileene beoor deeling van M. G. als kunstwerk in den hoogeren zin des woords. Voortreffelijk! Geen bespreking in 't wilde, waar alleen desubjectiviteitheerscht, maar volgens de onomstootelijke wetten en principes der schoonheidsleer, het aan leggen van den hoogsten maatstaf der kunst! Nog eens, voortreffelijk! Maar daar de critiek zelf eene kunst is, zal de Heer H. 't natuurlijk vinden, wanneer wij ook bij hem den maatstaf aanwenden, dien hij bij M. G. gebruikt, en ons afvragen of hij wel het recht had zich als aesthetisch criti cus op te werpen. Van eene critische beschouwing nu ver langt men in de eerste plaats de twee volgende eigenschappen: 1° Zij moet blij ken geven van kennis van de wetenschap, volgens welker wetten men wenscht te vonnissen2° moet zij onpartijdig zijn uit de toepassing van deze twee ontstaat een derde eigenschap, welke luidt: de critiek moet blijken van grondige, volle dige bekendheid met het te bespreken kunstwerk. Of de Heer H. de twee eerstgenoemde vereischten bezit zal ons gaandeweg blij ken, een woord over het laatste der drie vinde echter reeds hier zijne plaats. 't Ronddwalen in hoogere sferen heeft n.l, m. i, bij H. eene schaduwzijde aan te wijzen. Terwijl hij zich zoo bezighield met hét ideale, het volmaakt schoone enz. is hem ongemerkt de grond onder de voe ten ontschoten en heeft hij de meest al- ledaagsche, allereenvoudigste les, den grondslag van alle wetenschappelijke en kunstcritiek, verwaarloosddie les luidt „oordeel niet, voordat gij daartoe in staat zijt, voordat gij volledig kennis hebt ge maakt met hetgeen waarover gij uw von nis wilt vellen." Dat deze enorme fout nu nog wel begaan wordt, niet door een leek in het vak, maar door iemand, die de hoogste eischen der kunst aan een drama wil toetsen en dus gecenseerd mag worden daartoe de noodige capaciteit te bezitten, is zeker verbazend. Ieder im mers die ook slechts het geringste begrip van aesthetica heeft, weet, dat de dra matische kunstenaar niet werkt om zijne producten gelezen, maar om ze opgevoerd te zien. Of anders gezegdhet drama is een kunstwerk, dat, wil men het recht genieten en goed leeren kennen, uit twee factoren moet bestaanuit de dichterlijke arbeid van den schrijver en uit de sym- pathetische medewerking van den acteur, die aanvult wat door den dichter niet of slechts zeer onvolkomen kon worden aan geduid, die vereenigt wat door den dich ter nog gescheiden is gelaten, en die door zijn spel leven en uitdrukking, vleesch en bloed geeft aan wat bij den dichter nog dood is en slechts op die verlevendiging wacht. Lesedramen zijn, uit een hoog stand punt van kunst beschouwd, gewoon een onding. Tot het ware begrip van een dra ma als kunstwerk (vooral van een Fransch drama, die bijna altijd voor de opvoering als geschapen zijn) moet men het min stens ééne keer in eene goede vertolking hebben aanschouwd. Oordeelt men er ech ter over zonder die ééne goede opvoering te hebben bijgewoond, dan beoordeelt men een oratorium naar de partituur zon der het genoegen gesmaakt te hebben dat een enkel dezer noten voor het oor in klank overging. Welnu, de Heer H. geeft blijken de M. G. niet te hebben zien opvoeren, hij heeft het zelfs, o gruwel! niet in 't ori gineel gelezen; ja, hij weet zelfs niet, o driedubbele gruwel! of hij op de juistheid van liet Duitsche vertalinkje, dat hem ten dienste stond, kon staat maken! (zie zijne aanteekening) En toch oordeelt hij en veroordeelt! Veroordeelt een drama, dat bij de eerste opvoering in Parijs (1852) honderdmaal achter elkaar gegeven werd, dat dertig jaren lang een steeds aantrek kelijk drama is gebleken, dat zich in heel de beschaafde wereld heeft baan gebro ken en dat blijkbaar ook groote drama tische kracht moet bezittenanders toch zouden beroemde kunstenaressen als Sa rah Bernhardt, Beersmans, Jos. de Groot, Frenkel-Bouwmeester niet met voorliefde de hoofdrol ervan hebben vervuld. Ik merk daar, dat ik me een oogen blik heb overgegeven aan iets, dat naar opgewondenheid gelijkt, 't Spijt me zeer, maar hoe zich ook kalm te houden, wan neer men bemerkt, dat een ongeroepene, met zoo onvolledige kennis uitgerust, het waagt een werk totaal af te keuren, waarvan Alberdingh Thym (en met be- doeling kies ik dezen, omdat hij niet al-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 2