NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BillRN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
EDELMAN EN FABRIKANT.
Officiële Publicatie.
F euilleton.
No. 28.
Zaterdag 7 April 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
SPELEN.
A. J. C. KREMER.
x.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden i,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regels f 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland-0,076
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
■p—
Advertentiën knnnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens ÏO uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
ia rekening gebracht.
i.
Yooi de gymnastiek hebben we een
we durven wel zeggen onbegrensden
eerbied. We zijn er stellig van over
tuigd, dat Jong Nederland ook binnen
een halve eeuw een kloek Nederland
zou zijn, indien het opkomend geslacht,
van beide sexenvan de kindsheid tot
den volwassen staatzich dagelijks eeni
gen tyd bezig kon houden met turnen
en gaarne gaven wij alle biljarten
over welke onze jongelingschap zich zoo
sierlijk buigt om een koninklijken caram
bole te maken, voor een zeker aantal
parken met gymnastiektoestellen present.
Dus ook den kinderen gunnen wij
gaarne die kunstmatige lichaamsoefenin
gen ondanks het bezwaar van een
blauwen plek misschien en een scheur
in de kleeren nu en dan; in weerwil
ook van de verzuchting dat de jongens
er nog ondeugender door worden. „Geen
muur zoo hoog of ze klauteren er op
me lieve mensch 't lijken wel katten!"
Toch hebben we ook wel een paar
bedenkingen, volstrekt niet tegen de
gymnastiekmaar wèl tegen de ma
nier waarop zij somtijds wordt toegepast
tegen haar algemeene verspreiding, en
tegen den niet voordeeligen ruildien
onze jeugd er zich voor moet getroosten.
Primo. Toegegeven dat er waarheid
isen veel waarheid zelfs in de bewering
omtrent de hooge eischentegenwoordig
aan de verstandelijke ontwikkeling ge
steld en dat mendoor de langste school-
door
alk kan niet begrijpen hoe iemand zulk een
afschuwelijken baard kan dragen,» had zij eens
gezegd, doch dat schijnt bij die Duitschers
mode een leelijke mode intusschen.»
«Zoo kon mijn Hugo er thans hebben uitge
zien,» dacht de baron toen een oogenblik bij
zich zeiven, niet zonder eenige jaloerschheid
op de ouders van den vreemdeling.
De notaris vervolgde.
aHoewel de heer Gewerbe geen fortuin heeft,
heeft hij het door zijne bekwaamheid, eerlijk
heid en zijn goed gedrag zoover gebracht en
zich de achting van zijn patroon zoozeer ver
worven dat deze hern niet alleen als deelgenoot
in de zaak wilde opnemen, maar hem zelfs de
hand van zijne dochter Cilia, die zich eindelijk
•ioor den knappen jongen heeft laten verbidden,
schenken zal."
«Zoo, gaat Cilia trouwen?" riep de baron
«enigszins verwonderd.
«Men spreekt van eene vroegere genegenheid,"
antwoordde de notaris, adoch daar die liefde
hopeloos was, heeft zij de verstandigste partij
gekozen. Toen de jonge Beekman in Duitsch-
land het fabriekwezen en den handel leerde,
maakte hy daar kennis met den heer Gewerbe.
Be' '-u gevoelden zich tot elkander aangetrok-
tijden te breken met een half of heel
uur gymnastiekhieraan kan te gemoet
komen: dan vragen we: Wordt dit altijd,
daar waar zij op het programma een
plaats inneemt, zoo gedaan? Wij kennen
voorbeeldendat rnen de jongens 's mor
gens een uur vroeger laat komen orn te
gymnastiseerendaarna moeten zij drie
uren op de banken zitten. Zou Hïer het
doel wel bereikt worden? De knapen
zijnna zich eenigen tijd lichamelijk
vermoeid te hebbenniet frisseher voor
hun arbeid dan wanneer zij regelrecht
van huis kwamenzelfs gelooven we
dat zij onder deze omstandigheden de
studie niet zoo lang zullen volhouden.
Ook weten we, dat ergens de gymnas
tiekles onmiddellijk na de schooluren
wordt gegeven: zou het in dat geval
niet veel beter zijn, de jongens moor
huiswaarts te doen keerenvooral omdat
bij velenna een schooltijd van drie
urende maag haar rechten reeds weer
doet gelden en de geschiktheid voor
krachtsinspanning dan meer dan twijfel
achtig is?
Niet te lang achtereenen tusschen
de les-uren, dat is voor de jongelieden
de hoofdvoorwaarde om er nut van te
trekken.
Secundo. Op' onze gewone lagere scholen
voor onvermogenden doet de gymnastiek
minder nut dan haar vurigste voorstan
ders meenen. Vooreerst is de hersenin
spanning die er gevergd wordt betrek
kelijk gering, alhoewel het bezwaar van
drie uur achtereen zitten niet is weg te
redeneeren. Maar wanneer men de kin
deren zich een kwartier of een half uur
laat „vertreden" door een of ander spel
of een kleine wandeling, dan is alles
weer in orde. De regelmatige bewegin
gen van de gymnastiek vorderengoed
uitgevoerdmeer van de spieren dan het
gebrekkig gevoede lichaam kan geven;
en de erkentenis dat we zulks diep be
treuren is niet voldoende om de droe-
ken en werden boezemvrienden. Evert kwam
hier të land terug en trad in de fabriek van
zijn vader. Gewerbe bezocht nog onderscheidene
fabrieken in Duitschland, en was hier te land
ook eenigen tijd in verschillende fabrieken werk
zaam gedurende welke hij wat geld bespaarde
en het Hollandsch zoo goed leerde, dat geen
mensch hem voor een Duitscher zou houden.
Hij is onbegrijpelijk vlug naar het schijnt. Toen
hij nu op voorstel van Evert Beekman Junior
als directeur in de fabriek werkzaam waswas
het natuurlijk, dat hij veel bij Beekman aan
huis kwam, vooral ook door zijne vriendschap
met den zoon des huizes. Zoo is, naar het schijnt,
de liefde langzamerhand in beider harte geslo
pen," lachte de notaris, «doch ik raak geheel
en al van de wijs, heer baron."
«Ga maar voort,» antwoordde de baron die
in de beste luim was. «Ik stel zeer veel belang
in dat juffertje. Ik geloof dat mijn Hugo» hij
zuchtte «tamelijk verliefd op haar geweest
is, die arme jongen!»
De notaris keek vreemd op. «Baron,» zeide
hij, «ik zou het nooit gewaagd hebben daarvan
te spreken, maar nu u daar over begint, durf
ik wel zeggen dat Beekman zeer in zijn nopjes
is dat Cilia eindelijk trouwen zal. Zij moet zich
een paar woorden hebben laten ontvallenwaar
uit hare ouders opmaakten dat zij wezenlijk
zeer veel van uw zoon gehouden heeft, en dat
hij de persoon was om wien zij al dien tijd ge
treurd heeft.»
«God zegene haar!» zeide de baron uit de
volheid des harten, terwijl zijn hand te vergeefs
naar zijn zakdoek zocht om een traan, die tegen
wil en dank in zijne oogen opweldeaf te wis-
vige reden, om welke wij bij zulke kin
deren tot een hoogst bescheiden gebruik
van de gymnastiek aanmanen, weg te
nemen.
Tertio. Denkt u eens een vergadering
van duizend jongens,, die te stemmen
had over de vraag: „Gymnastiek of bal
slaan?" hoe zou dan de beslissing
uitvallen
Inderdaad, bij al wat er gedaan is
om de opvoeding der jeugd te verbeteren,
is het een bedenkelijk verschijnsel
dat het eigenlijk „spelen" meer en meer
tot de zeldzaamheden gaat behooren.
Wijt dat niet aan het schoolonderwijs,
noch aan het huiswerk: er schiet van
beide tijd genoeg over. En nu geven we
gewonnendat de gymnastiek het vrije
spelen niet behoeft uit te sluitendoch
waar is het, dat het beoefenen van de
eerste ons veel lichter dan wenschelijk
is doet heenstappen over het gemis van
het laatste.
Vooral voor de jongens uit den mid
denstand is het in dit opzicht een slechte
tijd. Waar, vragen wij u, kunnen zij
eens lekkertjes ravottenop ouderwet-
schen trant? De ouders zijnvooral wan
neer zij in de stad wonenklein behuisd
een tuin hebben zij niet, en, zoo al,
dan is deze niet bestemd voor Jantjes
en Heintjes bokkesprongenmaar wordt
netjes afgepast in perkjes en met bloemen
gevuld voor 't mooi. Owe zeggen
er niets tegen, het gevoel voor natuur
schoon heeft ook zijn rechtenwe
constateeren alleen de gevolgen voor onze
jongens. Op straat spelendaar kan
geheel niets van komen: bedenkt eens,
onze jongen zou da;.r in aanraking zijn
met de klompendragende straatjeugd,
en thuis komen met manieren en uit
drukkingen die in een fatsoenlijk gezin
in 't geheel niet geduld kunnen worden.
Ofschoon wij nu juist niet zooveel ver
schrikkelijks zien in dien omgang, kun
nen we toch niet tegenspreken dat eenige
schen.
«Om tot de zaken terug te keeren,» begon
de notaris nu weder, terwijl hij deed alsof hij
niets bespeurde van de gevoeligheid van den
edelman. «De heer Gewerbe zal nu in de firma
worden opgenomen en dit zal eene uitbreiding
der fabriek ten gevolge hebben, daar Evert
Beekman Junior ook in het huwelijk zal treden
met eene duitsche dame, eene freule Von
Clauspruch. Men moet voor drie families meer
geld verdienen, dan voor eene, en nu heeft de
firma weder het oog gevestigd op uwen volmo
len, het spijt mij, maar hij heeft nu bijna
niets meer te doen.»
De notaris zweeg. Hij was zelf een weinig
verschrikt over dat gezegde.
«Gij hebt gelijk, notaris,» zeide de baron,
«'t is waar, de volmolen brengt mij niet meer
het vierdepart op van vroeger.»
«Welnu, dan hebt ge nu gelegenheid hem
goed te verkoopen. De heer Gewerbe wenschte
hem gaarne te hebben, vooral wegens de lig
ging. Als u er wat grond bij wildet afstaan zou
hij daar een huis bouwen en er gaan wonen."
«Had ik dien ongelukkigen molen vroeger
maar afgestaan,» antwoordde de baron op treu-
rigen toon: «Ware ik toen maar meester ge
weest over mijn misnoegen, een ongeluk dat
mij nu alle levensvreugd beneemt, mij en de
barones, zou dan allicht niet gebeurd zijn, maar
ik was verblind, ik haatte alle kooplieden en
industrieelen; te laat vielen mij de schillen van
de oogen.»
De baron zweeg een oogenblik, als belette
de smart hem te spreken. De notaris, die diep
medelijden met den edelman gevoelde, eerbie-
bezorgdheid van de zijde der ouders best
te begrijpen is. De straatjeugd bezit zekere
eigenaardigheden in haar handelingen en
uitdrukkingen, die het raadzaam maken
de verspreiding niet te bevorderen.
Vergeet ook niet, dat het drukkere
verkeer in onze steden het vrije spel
vijandig is. Hebben we niet in Amster
dam hooren voorstellen het vliegers-
oplaten te verbieden omdat de paarden
ei schichtig van worden En nu jade
kinderen kunnen zich niet vrij bewegen
waar het stadsgewoel de ruimte in be
slag neemt; hun werpoefeningen zijn te
midden der gevels met spiegelruiten
ijselijk misplaatst De straat is niet
meer het geschiktste speelterrein.
Wat dan? Spelen is voor onze kinderen
noodig als broodde behoefte daaraan
is even groot als aan leeren. Er gaat
van het vrije spel een opvoedende kracht
uitdie voor de karaktervorming onmis
baar is.
Het spelen moet vrij zijn, maar toe
zicht kan niet worden gemist, al ware
het slechts om in tijds te waken tegen
den verderfelijken invloed van knapen
wier ruwheid tot afzondering dwingt.
Met het oog op hetgeen hier is aan
gevoerd wenschen we in het volgend
artikel een woord te zeggen tot aanbe
veling' van hetgeen naar onze meening
onder de eerste behoeften moet gerekend
worden voor elke gemeenteEen open
baren speeltuin.
De BURGEMEESTER van AMERS
FOORT brengt ter kennis van de be
langhebbenden dat de blanco verzoek
schriften tot het bekomen van jachtacten
vischacten en kostelooze vergunningen opa
te visschenbenevens voor de registratie
van eendenkooien en duiventillenalle
digde zijn leed door te zwijgen, 't geen welde
grootste zelfverloochening was waartoe men hern
in staat kon achten.
«Enfin, wat geschied is, is geschied. Gelijk
gij wel begrijpt, notaris, hecht ik niet aan het
bezit van den volmolen. Ik hecht aan niets meer.
Wat belang heb ik nog op deze wereld dan
mijne overige dagen in rust en vrede te slijten
en te doen wat mijne hand vindt om te doen;
om liefde te hebben voor God en mijne mede-
menschen. Kon ik voor dien molen het geluk
koopen mijn zoon slechts een oogenblik aan
mijn hart te drukkenMaar wat zou ik daar
voor niet afstaan? Geloof mijals hij terugkwam,
als hij mij zeide: «Vader ik ben het, die met
Cilia Beekman zal huwen,» wij,mijne vrouw
en ik zouden haar met liefde als onze doch
ter ontvangenhoe vijandig haar vader ons ook
zijn moge.»
«Cilia moet veel van den jonker gehouden
hebben.» merkte de notaris op, «en ik geloof
dat haar vader juist daarom u zoo vijandig is.»
«God zegene haar!» zeide de baron, terwijl
hij een traan wegpinkte, die zijns ondanks over
zijne nog frissche wangen vloeide. «Dus ook
zelfs in dat gehate huis leeft een wezen, dat
zijne herinnering met liefde in eere hield
zoovele jaren lang. Als het proces, wat ik
thans met haar vader voer, is afgeloopen, en
zij gehuwd is, zal ik naar haar toe gaan. Dan
zal ik vergeving vragen voor de beleediging,
die ik haar aandeed. Dat is recht! Ik zal haar
verzoeken haar en haar man bij ons te
komen. Ik wil vrede sluiten, ook met haar vader.
Ik wil zonder vijanden uit de wereld scheiden."
(Wordt Vervolgd.)