NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR lï, BURN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG, DE POKINENTING Feuilleton. No. 31. Woensdag 18 April 1883. Twaalfde Jaargang. Buitenlandscli Overzicht. AMERSFOORTSCHE Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,Advertentiën van 4 6 regelsf 0,40. Franco door het geheele Rijk 4,10. Uitgever: A. M. SlOtllOUWerIedere regel meer 0,05. q Voor het Buitenlandt 0,07* Afzonderlijke nummers oCent. ~p AupocrnfiRT j AMERSFOORT. Reclames per regel0,20. Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. f Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Advertentiën knnneii ingezon- i'en worden tot uiterlijk 's mor gens ÏO uur des Woensdags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts driemaal la rekening gebracht. In Duitschland regeert de Keizer en bestuurt Fürst Bismarck. Wel heeft men er instellingen als Rijksdag en Landdagen en deze kunnen maatregelen, door den Keizer en den Rijkskanselier gewild eenigen tijd tegenhoudenmaar richting geven aan het regeeringsgebieddat kun nen zij niet. Waar zijn plannen weinig of geen instemming vindentracht Bis marck op de partijen te werken tot het bekomen van een tijdelijke meerderheid die weder uiteenspat als het doel is be reikt. Daartoe is het noodig nu en dan den schijn aan te nemen, als zou aan den wensch der partij aan welker hulp men behoefte heeft, worden tegemoet gekomen, en de ofiicieuse pers zij wordt er trouwens voor betaald! is steeds gereed om quasi-mededeelingen of geruchtendie men in den een of anderen vorm weer zoo kan tegenspreken dat de belanghebbenden er alles van be grijpen onder het volk rond te strooien. Op die manier werd door vele couran ten een „gerucht" bevestigddat de Prui sische Regeering plan heeft bij de Kamer van Afgevaardigden een voorstel aan te bieden waarbij aan de Katholieke geeste lijkheid het opdragen der mis en het toe dienen der sacramenten wordt vrijgela ten, ook daar waar niet de bij de wet gevorderde kennisgeving van aanstelling heeft plaats gehad. Van officieuse zijde volgde natuurlijk een tegenspraak, en in dezen vorm is het bericht dan ook onjuist. Men heeft alleen willen voorspiegelen, NAAR HET DUITSCH van. Fr. GEESTACKER. door LOBÉ. EERSTE HOOFDSTUK. Dr. JULIUS FORBACH. Dr. Julius For bach was een ongetrouwd heer, die, niettegenstaande zijn vijftig jaaq, zijne grijze haren, zijn gerimpeld gezicht en een weinig rhumatiek aan het linker heen, er nog jong uitzag, ten minste in zijne eigene oogen. 's Morgens bracht hij geregeld twee uren aan zijn toilet door, om zijne valsche tanden in te zettenzijn haar te verven en zich aan te kleeden, en ging dan met zijn kleinen wandel stok in de hand, er op uit om de dames te bezoeken, die hij jaren geleden het hof had gemaakt en die in dien tijd getrouwd waren, en moeder, sommigen zelfs grootmoeder, waren geworden. Klokke twaalf uur dronk hij, bij Rörichs op de markt, zijn glas bier, gebruikte dan zijn tweede ontbijt in een hotel, las daarna in het eene of andere koffiehuis de couranten, bracht zijne avonden door in den schouwburg of in eene concertzaal, of ook wel eens in het casino onder een partijtje omber en keerde juist om tien uur in zijne vriendelijke, maar toch zeer eenzame woning terug, waar eene oude wat toegestaan zou kunnen worden in geval de leden van het centrum de éco nomische politiek der Regeering steunen. Misschien heeft het gerucht reeds eenige uitwerking gehad: althans de Rijksdags commissie belast met het onderzoek van de voordracht tot verhooging van de invoerrechten op het hout, nam met 44 tegen 40 stemmen het Ontwerp aanmet een kleine wijziging tot vermindéring van de rechten op het hout benoodigd voor de mijnen. Men gelooft dat Bismarck op dien weg, vermeerdering der Rijksin komsten door indirecte belastingen, wil voor't; annaar zijn meening vordert de éénheid van Duitschland ook onafhan kelijkheid van de geldelijke bijdragen der afzonderlijke statenen alle krachten moeten worden ingespannen om dat doel te bereiken. Bovendien moet de mindere man ge heel aan het Staatsbestuur ondergeschikt gemaakt wordenziedaar het tweede punt op de agenda van den Rijkskanse lier. Vandaar zijn streven om de denk beelden van het staats-cosialisme in toe passing te brengen en zijn strijd tegen de sociaal-democratiedie niet slechts alles voor maar ook door het volk gedaan wil hebben. De middelen voor het groote doel aangewendzijn vooreerst de instel ling van een rijks-pensioenfonds, ten tweede van een rijks-fonds tot verzeke ring bij ongelukken. J.l. Vrijdag werd de Rijksdag verrast met een Keizerlijke bood schap daarin verzocht Z. M.met ver wijzing op zijn hoogen ouderdom, ten spoedigste de verzekeringswet in behan deling te nemen. Dewijl de tijdruimte in de voorjaarszitting te beperkt is, wenscht de Keizer dat de zitting van aanstaanden herfst van alle andere dingen zoo mogelijk worde ontlast, opdat uit sluitend de verzekeringwet dan aan de orde kan gesteld wordendaarvoor is het noodigdat reeds nu de begrooting voor de beide eerstvolgende jaren wordt be handeld. vrouw zijne huishouding bestierde, en een ta melijk vuile jongen, in een soort livreirok, de andere noodige diensten verrichten. Overigens stond hij bij al zijne kennissen als een duivels toejager aangeschreven, die men, zonder afge wezen te worden, met allerlei kleine diensten kon belastenboodschappen in de stad te be zorgen, brieven in de brievenbus te doen, een rijtuig te bestellen, advertentiën in couranten te lal en plaatsen, boeken in de bibliotheek af te geven, al dergelijke zaken werden hem door de dames met het grootste vertrouwen opge dragen en zulke diensten te weigeren kon hij met zijn goed hart en zijne onvermoeide be leefdheid niet overeen brengen. Daarom zag men hem overal gaarne; de kinderen juichten als hij kwamwant hij had altijd de zakken xfSl bonbons, de moeders lachten hem vriendelijk toezij waren er immers zeker var. dat ii\j hun all nieuwtjes uit de stad zou vertellen. Hij kende ook alle familiegeheimen, daar niemand zich voor hem geneerde, en als hij soms eens eene dame in haar rnorgentoilet ov rviel, dan schrok zij wel op het eerste oogenblik, maar als zij hem herkende, stelde zij zich dadelijk gerust met een: „och, 'tis de dokter maar!" en dit „de dokter maar," verzekerde hem op ieder uur en overal eene vriendelijke ontvangst. Dr. Julius Forbaeh was eigenlijk geen genees heer, ofschoon hij tallooze huismiddeltjes voor alle kwalen kende, en ook altijd zekere pilletjes bij zich droeg; hij was eenvoudig doctor in de philosophiën, en een van de duizende menschen, die, „hunne roeping gemist hebben." Hij had de wetenschap lief, maar veel meer nog zijne eigene bekwaamheden, hij had vroe- Men herinnert zich dat de Rijksdag beslist geweigerd heeft het stelsel van tweejarige begrootingen goed te keuren. Maar zooals men zietde Regeering laat niet los, en de Keizer oefent zelfs, door de mogelijkheid voor te stellen dat hij niet lang méér op het wereldtooneel zal vertoeven op de Afgevaardigden een pres sie uit die in een ander constitutioneel land niet eens beproefd zou worden. Geen wonder dan ook dat de Boodschap opzien wekte: de hoofden der partijen beraad slaagden denzelfden dag over de aan te nemen houding. De liberale afgevaardig den wenschen de Boodschap te beant woorden met een adres waarin de inzich ten van den Rijksdag over den tegen- woordigen toestand der regeling der werkzaamheden aangetoond zal worden. Latere berichten zeggen dat van dit plan, in de eerste opgewondenheid gevormd reeds is afgezien. Uit Engeland krijgen we hoofdzakelijk dynamiet-nieuwsde meeste gearresteer den zijn reeds voor den rechter geweest. De hoeveelheid nitro-glycerine die White head in een groot vat te Birmingham klaar had staan, op het oogenblik dat hij ingepakt werd, was zoo ontzaglijk, dat men er de heele stad wel mee in puin had kunnen leggen. Te Dublin is het proces van Brady, een der hoofdbeschuldigden in zake den moord in het Phoenixpark geëindigd met zijn veroordeeling tot de doodstraf. In het Lagerhuis zijn een paar voor stellen behandeld die betrekking hebben op Ierland. Het eene had ten doelvan overheidswege gelden beschikbaar te stellen om Ieren uit de dichtstbevolkte naar de minder bezette streken te doen verhuizen. Het andere gaf den weg aan langs welken plaatselijke zelfregeling zou kunnen worden ingevoerdbij de discus sie bracht Parnell in herinnering dat Gladstone zelf vroeger zich voorstander van dat systeem had verklaard. Omtrent het eene gaf het gouvernement te ken- ,ger wel eens eene poging gedaan om de eene of andere betrekking te krijgen maar het ge lukte hem niet, hij had te veel kennissen die hij niet kon verwaarloozenin 't korthij verknoeide zijnen tijd en, daar hij toch een klein vermogen bezat waarvan hij zonder zorgen kon leven, gaf hij eindelijk alle verdere pogingen op en werd wat hij nu nog was: „Dr. Julius Forbaehde goede menschenvriend. In de Ferdinandstraat van de kleine, doch tamelijk drukke stad Buutzlach, woonde notaris Erich, die nog niet lang met zijn lief vrouwtje getrouwd was. Forbaeh kwam reeds jaren lang bij hare ouders aan huis: hij had dus Elise Erich, vroeger Liesje Bertram ais klein kind gekendop zijn arm rondgedragen en op zijne knieën laten dansen. Hij was haar nog altijd evenals vroeger Liesje blijven noemen, en gevoelde zich bij haar even als overal waar hij kwam, alsof hij thui<- was. Op zekeren morgen om 11 uur op een mooie zomerdag kwam hjj na eene kleine wandeling Erich's woning voorbij, en daar hij niets beters te doen had besloot hij even binnen te gaan om te vragen hoe zijne vrienden het maakten. Omstreeks drie maanden geleden was hun huis houdentje vermeerderd met een allerliefst meisje en hij had de kleine eigenlijk nog niet goed bewonderd hetgeen de moeders toch allen verlangen. Hij hield echter veel van kleine kin deren van af de twee jaar, maar zuigelingen trokken hem niets aan. Hij kwam echter heden, hetgeen hem bijna nooit gebeurde, niet op een zeer gunstig oogen blik want hoewel de jonge vrouw hem hartelijk welkom heette, stond zij geheel gereed om uit nendat aan landverhuizing de voorkeur moest worden gegeven boven verandering van woonplaats in Ierland zelf; de ont zaglijke kostenaan de laatste verbonden maakten haar ontuitvoerbaar. Wat de begeerte naar meerdere zelfstandigheid betreftde omstandigheden'veroorloofden niet daarvoor thans in discussie te treden. Beide voorstellen werden verworpen. Over het ontwerp op den parlements- eed werd van regeeringswege medege deeld dat zij zal voorstellen haar alleen toepasselijk te verklaren op eedenna haar uitvaardiging gekozen. Verder is het Huis weer druk aan het debatteeren ge weest over Transvaal. De Regeering ver zekerde dat de reis van den heer Joris- sen slechts een bezoek \tan Holland gold en geen officiéél karaktehr'roeg: hij had alleen van de gelegenheid "ebruik ge maakt en zal dat op zijn terugreis ver moedelijk weer doen, om over sommige zaken, zijn volk betreffendevan gedach ten te wisselen. Er is in het Huis een motie in behandeling gesteld van dezen inhoud„Aangezien het gebleken is dat de Transvaalsche Regeering nalatig is in het handhaven van de grenslijnvastge steld door de Conventie van 1881en dat vrijbuiters uit de Transvaal gruwelen plegen op de inboorlingen in het Beets- joeanen-landis het Huis van oordeel dat onverwijld maatregelen moeten wor den genomen oijn de veiligheid dier inboor lingen te waarborgen." Het bekende parlementslid John Bright, onlangs het jaarlijksche diner van het genootschap der civiele ingenieurs bij wonende sprak in de bij zulke gelegen heden gebruikelijke redevoering ook over het Kanaal-tunnelplan. O. a. zeide hij daaivan het volgende: „Aan u laat ik het over uit temaken, of de tunnel aan gelegd aan de kapitalisten of zij ren egevend kan worden. Maar ik ben van oordeel dat alles wat de bevolkingen van het vasteland in nauwer betrekking brengt met de Engelsche natiehetzij te gaan. Zoorira hij echter binnenkwam riep zij hem verheugd toe „Ach lieve doctor, u komt juist alsof u ge roepen waart; gij kunt mij een grooten dienst bewijzen." „Maar, mijn beste Liesje", zei de vriendelijke man, „gij weet toch dat ik niets liever doen wil. Maar zeg mij eerst eens hoe het met u allen gaat; en hoe maakt de kleine het? Ik moet oprecht bekennen dat ik heden voornamelijk hier gekomen ben om haar mijne eerste visite te maken en naar hare gezondheid te informeeren." „Dat is zeer vriendelijk van ulieve doctor", zei de jonge moeder, „en gij zult haar ook da delijk zien. Zij is tot nu toe, Goddank, zeerwel maar gij weet toch welk eene vreeselijke ziekte in onze stad heerscht, en deze afschuwelijke epidemie is sedert gisteren zoo boosaardig ge worden, dat ik half ziek ben van angst." „Hebt gij haar dan niet laten inenten?" „Dat is het juist, nog niet," riep de jonge moeder bezorgd; „ik heb het nog altijd uitge steld omdat het kind zoo teergevoelig is, en ik de gedachte niet kon verdragen dat een vreemde man, rnet een scherp mesje, mijn arm schatje zou kunnen snijden; nu echter kan ik er niet langer mede wachten. „Nu, 'tis ook nog tijd genoeg", zeide For baeh geruststellend, „want in dit gedeelte der stad is, voor zoover ik weet, de ziekte nog niet voorgekomen. Ik heb mij verleden jaar nog laten inenten, maar de pokken zijn toen niet opgekomen; ik heb geen stof meer bij mij." (Wordt Vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 1