NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST, STOUTENBURG, VÜURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG, Feuilleton. ALICE'S GEHEIM. No. 39. Woensdag 16 Mei 1883. Twaalfde Jaargai Uitgever: A. M. Slothouwer, De kenmerkende ^richting van onzen tp. W. PASSAUER. Buitenlandsch Overzicht. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt dés Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsf 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,07s Reclames per regel0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Advertentiën kunnen ingezon den worden tot uiterlijk 's mor gen» 10 uur de» Woensdag» en Zaterdags. dene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slecht» driemaal in rekening gebracht. i. Wij kennen hen, waarde lezers! die met hand en tand het oude trachten vast te houdenen voor wie vooruitgang en verlichting woorden van verdachte be- teekenis zijn. De resultaten der weten schap negeeren zij hun oog ontwaart den geest der duisternis daarwaar anderen den Engel des Lichts aanschouwen. Zij zien niethoe de Genius der menschheid met vasten tred voortgaat en zijn spoor door de eeuwen achterlaat. Zelfstandig denken wordt door hen geschuwd; ge- looven op gezag is hunne leerstelling. Den vrijen geest aan banden leggen om, alle ontwikkeling te belemmeren, dat is hun doel. Zij doen onophoudelijk aanval len op het zoogenaamde «realisme» of «materialisme» als kenschetsende richting van onzen tijd ook op hooger gebiedop dat des geestesder gemoedsbevrediging, der hoop en der liefde. Die klacht is niet nieuw maar zij is en blijft eenzij dig. Merkwaardig! Juist onze tijd, als atheïstisch en materialistisch uitgekreten ziet talrijker philantropischeecht gods dienstige werken verrijzen dan elke vori ge eeuw; getuigen de talrijke instellin gen van weldadigheid, de vereenigingen ter verbreiding van kunsten en weten schappen onder alle klassende offers aan de vermeerdering van kennis en be schaving gebracht, de stichtingen voor onderwijsopvoeding en zedeverbetering, de ondersteuning van allerlei pogingen NOVELLE van 2) «Lompert,» voer deze hem boos te gemoet, «waarom beu jij hier en waarom wordt je be taald? Jij zult het mij voorlezen!» «Welnu dan,» sprak de andere bedaard «hier staat: ««De vraag kan niet beantwoord worden, daar de geadresseerde in beschonken toestand verkeert.»» «Verduiveld!» riep Howitt woedend uit, «die schurkdurft hij het wagen hij voleindigde den zin niet en zich tot Brown keerend, vroeg hjj: «En wanneer kan ik nu op antwoord reke nen?» «Zoo gauw als bedoelde heer nuchter is .«her nam Br>wn droogjes. «Stuu' het me, zoo gauw als je het ontvan gen hebi, hoor. 't Kan me niet schelen op welk uur van len dag. Goeden nacht!» Evenalè hij een uur te voren gedaan had deed lij ark nu, hij keerde zich om en ging al monpéend naar zijn hotel terug, waar nog steeds de lansrnuziek ruischte. Toen hij den grooten trap, die naar de feest zaal leJdel beklommen had, trad hij eene zij- en plannen tot veredeling van den volks geest verleendde maatschappijen en verbonden, om, dikwijls in strijd met het belang van beurs en inkomstaan zedelijke beginselen de zege te ver schaffen. De geest onzer eeuw is wars van alle utopiën, mijmeringen, D&spiegelingen en droomerijen. Geen zich verliezen meer in bovenzinnelijke spheren geen ronddwa len langer in het rijk van overgevoelig heid dweeperij en phantasie. Hij wil on derrichten en veredelenbevrijden en vereenigenontwikkelen en volmaken welvaart en geluk verbreiden en wat hij wil, volbrengt hij. Wat al wonderbare uitvindingenwat al verscheidenheid van krachten, wat al grootsche ondernemin gen, wat al reusachtige resultaten! Zelf de vrucht van het gezond verstand, is hij bestemd om dat der menigte te ernanci- peeren, vooroordeelen weg te nemen, dwa lingen te vernietigen, kerkelijke overheer- sching te bestrijden, vorstentyrannie tegen te staan en vooral onr alle volken door af slijping der scherpe hoeken en bij een heid van belangen nader tot elkander te brengenom ze eindelijk in een alge- rneene menschenfamilie op te lossendat alles heeft onze tijd begrepen. Een be tere waardeering van het gemeenschaps gevoel in maatschappelijke vraagstukken is doorgedrongenzoodat men meer en meer op den voorgrond stelt, dat het leven een samenleven en samenwerken isdat het hoogste geluk daarin bestaat, zegen aan anderen te geven. Wie daaraan poëzie en ideaal ontzegt, leeft nog in het oude geloof, dat het ideaal van al wat goed, edel en schoon is slechts aan het denkbeeldige moet worden ontleend. Een Raphael en Tassoeen Handel en Bacli zijn onbetwistbaar grootmaar niet minder zijn het GalvaniWatt, Stephen son en Faraday. Zij hebben wonderen verricht, die elk dichter van den voor tijd slechts aan de goden zou hebben kamer binnen en bleef hier, in diep gepeins verloren, onbeweegelijk voor zich uit zitten staren. Het duurde echter niet lang, of de to nen der muziek verstomden en eene menigte van dansers en danseressen verlieten de schit terend verlichte zaal en stroomden onder luid gelach en scherts de kamer binnen, waar Ho witt zich bevond, om er de verhitte longen met eene goede dosis versche lucht en de dorstige kelen met een Uinke teug wijn te verfrisschen. Al kon men op het eerste gezicht niet met zekerheid bepalen, tot welken stand dit prach tig uitgedoschte gezelschap behoorde, al wist men zelfs de namen niet, toch kon men er hun geen verwijt van makendat zij het leven moede waren, zich verveelden of hun geld liever had den dan zich zeiven, want met kwistige hand wierpen zij reusachtige sommen op de tafel ne der en genoten met volle teugen, hetgeen hier werd aangeboden. Er heerschte eene bijna Ba bylonische spraakverwarring, want alle talen en dialekten der wereld schenen hier gesproken te worden door mannen en vrouwen van allerlei aard en allerlei stand. Hier bewoog zich eene reusachtige mannen figuur, in wiens scherpe bleeke trekken men duidelijk las, hoe groot het deel was, dat hij had gehad van de genietingen der werelddaar weer zag men een jeugdigen, krachtigen knaap, die nog weinig wist, van hetgeen er dagelijks af gespeeld wordt in het groote drama des levens en die zich in zijn nieuwen rok en witte das even stijf en onhandig bewoog als een beer, die men voor het allereerst rondleidt om zijne kunsten te vertoonen. Ginds hebben zich benige dandies, toegeschreven. Er is poëzie en ideaal in dat opheffen van grenzen en verkorten van afstanden, in dat bliksemsnel wis selen van gedachten langs draad en lijn over de bergendoor de woestijnen en onder de zeeën. Er is poëzie in die on eindige bevruchting van krachten en mid delen ten dienste van landbouwindus trie en fabriekwezen door de ontdek- dingen der Chemie. Er is poëzie in het vermogen van Daguerre, om de zon te dwingen ons afbeeldingen te gevenge trouwer dan de grootste schilder ver mag. Er is poëzie in Darwins leer dei- verst denkbare geleidelijke ontwikkeling van den menschpoëzie in het streven dei- nieuwere theologen en litteratoren, orn te schiften echtheid van onechtheid en het gezag van den geest te stellen boven het gezag \an letter en schrift; poëzie in het stelsel van Spinozadat de mensch toebehoort aan en een deel uitmaakt van het ontzagwekkende geheel met zijn eeuwigdurende naar vaste wetten plaats hebbende stofwisseling en stofverplaatsing. Wij mogen het er niet eens mede zijn en er geen bevrediging in vinden, goed; maar wij zien daarin de goddelijke wel daad van het menschelijk verstand in het volle licht verschijnen. Excelsior steeds betersteeds hoo ger! is het wachtwoord dat de eeuwen door in de maatschappij heeft weerklon ken. Ontwikkeling, voortdurende ont wikkeling en volmaking is de eisch, die vooral in onzen tijd gesteld wordt aan al, wat zich een duurzaam bestaan wil verzekeren. Geen oude vorm kan blij ven bestaanwanneer hij niet meer in overeenstemming is met nieuwe behoef ten en eischen. Geen nieuwe vorm krijgt recht van bestaanzoo hij niet tot hoo ger ontwikkeling voert. Voor de Duitsche Rijksdag zijn ver- wier uitgezochte costumes zoo pas uit het kleereimagazijn van den alom bekenden Blear and Co. te New-York gekomen schijnen te zijn, - rondom een groepje blanke, slanke dochters van Germaansch ras geschaard, terwijl weer anderen zich vermaken met de geestige gezeg den van enkele donkeroogige schoonen uit het weelderige Zuiden. Doch van welke kunne, van welken stand zij ook mochten zijn, allen gevoelden heden avond slechts éénen polsslag, ééne stem slechts hoor den zij binnen in zich, die hen toeriep: «Laat ons eten, laat ons vroolijk zijn, want morgen zijn wij niet meer!» Nadat zij aldus volop genoten hadden van den zinbedwelmenden Champagne, stonden zij op en verlieten niet minder vroolijk dan zij geko men waren, het vertrek, om in eene daaraan grenzende zaal hun geluk te beproeven met het onedele hazardspel. Barnabay Howitt, de eigenaar van het kost bare hotel, had zich in een nis van de kamer nedergezet, van waar hij zonder zelf opgemerkt te worden, een ieder, die binnen kwam, kon gadeslaan. Hij zat hier inéén gedoken en loe rend als een spindie op hare prooi wacht. Maar hij zat en loerde tevergeefswant zijdie hij verwachtte, zijne dochter namelijk en den vreemden heer, met wien hij haar heden avond zeer veel had zien dansenkwamen niet. On geduldig stond bij op, trad de balzaal binnen en keek rond naar alle kanten, doch zij waren nergens te vinden. «Duivelsmompelde hij en liep toen eenige malen de gang op en neder, «waar zouden zij gaderingen tot den 22en Mei verdaagde werden den Rijkskanselier, wegens ongesteldheid niet tegenwoordig, twee teleurstellingen bereid. De eerste gold de begrooting van '84 en '85. Terwijl anders de Rijksdag de noodzakelijke posten van het budget da delijk in behandeling neemt, en alleen die waarover de meening twijfelachtig is commissoriaal maaktwerd thans be sloten de geheele begrooting naar een commissie te verzenden. Dit besluit was voornamelijk uitgelokt door een redevoe ring van Bismarcks bekwamen tegenstan der Richter van de fortschritt-partij waarin sterk werd afgekeurd dat de Rijkskanselier, om zijn inzichten op te dringen, den geëerbiedigden naam des Keizers in de politiek mengt. Dit achtte hij hoogst bedenkelijk, allermeest voor de Kroon zelve. «De Volksvertegenwoor diger,» sprak bij, «onderscheidt zich hierin van den hoveling, dat hij onbevreesd zijn meening zegt, ook wanneer deze den Vorst op een gegeven oogenblik zeer onaan genaam zou kunnen wezen. Wie zijn overtuiging het zwijgen oplegt, omdat deze afwijkt van die van den monarch zondigt tegen Keizer en Rijk. Trouw aan beiden is hijdie openhartig zegt wat naar zijn overtuiging het meest overeen komt met de belangen des lands.» Na de korte vacantie zal de begrooting even wel dadelijk in behandeling komen: de commissie bestaat voor het meerendeel uit conservatieven en leden van het cen trum die hun taak zoo spoedig mogelijk trachten te voltooien. Den tweeden tegenstand ondervond Bismarcks beleid door de verwerping van de voorgestelde invoerrechten op het hout. De Pruisische Regeering heeft door middel van haar gezant, den heer Von Schlözer, den Pauselijken Staatssecreta ris Jacobini een nieuwe nota doen toe komen over de Kerkelijke zaken. Men gelooft dat de inhoud den H. Stoel wei nig bevredigt, dewijl er alleen sprake toch zijn?» Weinig vermoedde hij, dat zijne dochter, eene jeugdige, schoone gsstalte, ge kleed in het kostbaarste satijn, versierd met echt Brusselsche kant en diamanten knoopjes gedurende den voorlaatsten dans de zaal ver laten had, het gloeiend gelaat met haren zak doek bedekkend. Eenige minuten later, bijna op hetzelfde oogenblik dat de heer Howitt het telegraafkan toor verliet werd zij gevolgd door een jong rnan in baltoilet en van eene buitengewone schoon heideen echte Appolofiguur, wiens bruin ge laat duideljjk zijne Spaansche afkomst verried. Ook deze sloopnaar alle kanten rondziende of ook iemand hem bespiedde, de breede gang door, die naar eene verranda leidde en daalde den trap af, die toegang verschafte tot den tuin. Hij zag, hoe de fraaie gestalte van het meisje langzaam te midden der welriekende palmbosch- jes voortbewoog hij aarzelde en stond in een volgend oogenblik naast haar. «Alicefluis terde hij zacht, hare hand grijpend en die tee- der aan zijne lippen drukkende. Zij kon echter geen woord uiten, zij wilde iets zeggen doch zij vermocht het niet. Hare hand beefde evenals de zijne, maar zij trok die niet terug. Onbeweegelijk stonden zij daar. Alles scheen hun van liefde te spreken op dezen schoonen, onvergetelijken avond, dezen avond zoo vol van vrede en lentegeuren (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 1