NIEUWE
I,
- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
EEMNES, HM HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
VUUHSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
ff J. COCK BL010FF.
ff J. DE LOUTER.
ff F. H. m PERSIJN.
Feuilleton.
ALICE'S GEHEIM.
w.
No. 42
Zaterdag 26 Mei 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
PUBLICITEIT.
PASSAUER.
4)
AMERSFOORTSGHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk 1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,075
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Wij noodigeii de Kiezers drin
gend nit om a. s. Dinsdag den
SO. Mei, hunne stem uittebren-
gen voor leden van de Provin
ciale Staten van Utrecht op de
aftredende leden, zijnde:
De Minister van Binnenlandsc-he Zaken
in Rusland heeft aan alle Russische bla
de verboden melding te maken van aan
slagen of rustverstoringen door nihilisten.
En om voorts te maken dat zij er de be
richten niet van overnemen uit buiten-
landsehe courantendie natuurlijk overal
waar een nihilist zijn booze streken kan
uithalen, hun corespondenten hebben
zitten, kregen de laatsten aanzegging,
dat hun mededeelingen per brief of per
draad niet verder worden gezondendan
na door het hoofd van politie ingezien
en, zoo noodig, gewijzigd te zijn.
Het is voor de rust van de leden van
het Russisch gouvernement te hopen, dat
zij zich van het succes dezer maatrege
len geene illusies maken. Men bezweert
het gevaar niet, door er moedwillig de
oogen voor te sluiten, en de struisvogel
valt toch onder het schot des jagers, al
verbergt hij den kop in het zand. Het
geheim der Russische voortreffelijkheid
kan al evenmin bewaard blijven als dat
van koning Midas' ezelsoorendoor de
NOVELLE
van
Hier waren allen nog druk in de weer met
het opruimen der verschillende zaken, in den
afgeloopen nacht door de gasten gebruikt.
Zwijgend en met gebogen hoofd, als zocht
hij een verloren schat, liep hij ook hier rond,
den bedienden niet weinig schrik aanjagend
door zijne sombere stemming, want zij vrees
den dat dit slechts de stilte was, die gewoon
lijk den donder voorafgaat.
Ditmaal echter hadden zij zich vergist en
zeker zoude hun een steen van het harte
gevallen zijnindien zij geweten hadden dat
hun meester heden niet gekomen was, orn,
zooals dikwijls gebeurde, hen gedurende hun
werk nauwkeurig gade te slaan, doch dat
hij zich als een blind mensch te midden van
hun bewoog zonder het zich zeiven bewust
te zijn. De eenzaamheid was hem ondragelijk
gewordenen eene onweerstaanbare implusie
volgend, was hij gegaan, waar hij zeker was,
menschen te vinden.
Nog liep hij hier, in gedachten verzonken,
heen en weder, toen een knecht hem kwam
zeggen, dat het ontbijt gereed was, en zijne
zuster en dochter hem wachtten.
Nu eerst scheen hij uit zijne droornerijen
ontwaakt en zonder den kelner te antwoor-
onbescheidenheid zijns barbiers wereld
kundig gemaakt.
En toch ligt er aan die behoedzaam
heid, door een despotieke regeering te
genover de pers aan den dag gelegdeen
onbetwistbare waarheid ten grondslag.
Het is dezedat de journalistiek meer
dan men soms zou vermoedendeel heeft
aan de gebeurtenissen walfcrvan zij de
berichten naar alle hemelstreken ver
spreidt.
Vooreerst kent men de geheimzinnige
en onweerstaanbare macht van de na-
iotsing. Tot haar voelt ieder zich in
een of ander opzicht aangetrokkenhet
verhaal van een zekere daad brengt ons
in een soort van spanning, die ons opwekt
hetzelfde te beproevenzoodra er eenige
overeenkomst bestaat tusschen de motie
ven welke tot de d tad voerden en onze
eigen omstandigheden. In vroegere tijden
waren, meer, veel meer dan in de onze,
toestanden aanwezig die met volle recht
onhoudbaar mochten heeten en het ont
brak ook niet aan pogingenom ze met
geweld te verbeteren; maar de strijd
tusschen overheersching en verzet bleef
gelocaliseerdnaar buiten vernam
men er bijna niets van, omdat het he-
dendaagsch middel van publiciteit niet
bestond. Zou het niet aan deze ruchtbaar
heid voor een groot deel zijn toe te
schrijven, dat de dynamiet-koorts zich
over het oostelijk en westelijk halfrond
heeft uitgespreid, en men bijna zou
denken aan een internationale overeen
komst? En zou het dan wel zoo heel
dwaas zijn te onderstellendat de Rus
sische malcontenten, als zij volstrekt
niets meer lezen van complotten en aan
slagen minder zullen geraken onder den
invloed dier overprikkelingdie hen doet
grijpen naar allerlei misdadige middelen
om tot de vervulling hunner wenschen
te komen?
denging hij heenorn zich bij de zijnen te
voegen.
Zijne zuster Ellen, eene tamelijk oude
dame, had sedert den dood zijner vrouw het
bestuur over de huishoudelijke zaken op zich
genomeu en zich tevens gedeeltelijk aan de
opvoeding van zijn eenig kind gewijd. Zij
hield veel van haren broeder en zoo groot
was haar eerbied voor hem, dat zij het nim
mer wagen zoude plaats te nemen, dan voor
hij zich aan tafel gezet had en eerst dan
volgde zij zijn voorbeeld. Dit was ook thans
het geval.
Alice echter lag in een keurig ochtendge
waad op een chaise-longuedie tot vlak voor
de ontbijttafel geschoven was. De bleekheid
van haar gelaat en de diepe kringen onder
de donkerbruine oogen verrieden maar al te
zeer, dat gedurende den afgeloopen nacht geen
weldadige slaap hare oogen geloken had.
De heer Howitt had bij het binnentreden
de beide vrouwen vluchtig toegeknikt en zich
toen, zonder een woord te spreken aan tafel
nedergezet, om als naar gewoonte zijn kop
thee en een paar geroosterde broodjes te nut
tigen.
Het wasals wilde hij zijne dochter iets
zeggen, doch telkens vermeed hij haren blik
en keek dan weder schuw voor zich en eerst
toen hij tot groote verbazing zijner zuster drie
a vier glazen Madeira haastig achter elkander
uitgedronken had, scheen hij moed gekregen
te hebben en was zijn besluit om te spreken,
tot rijpheid gekomen.
«Heb je gisteren veel gedanst, Alice?» begon
hij min of meer aarzelend.
«Ja, papa!»
«En met wien alzoo?» vroeg hij verder haar
scherp in de oogen ziende.
Een Britsch romanschrijver van groo-
ten naam, Wilkis Collins, legt aan een
zijner heldinnen de bewering in den mond
dat de oorlogen meest te wijten zijn aan
de mannen van de pers. Er moge over
drijving liggen in die stelling, wan
neer men nagaat welk een machtige
drijfveer de zucht naar roem of althans
naar vermaardheid isen hoezeer zoowel
vorsten als volken niet kunnen dulden
dat hun eergevoel schijnbaar of in wer
kelijkheid wordt gekrenkthoe elke ques-
tie, die zich bij de betrekkingen der
volken openbaart, door de pers breed
wordt uitgemeten, en de slimheden der,
diplomatie liet terrein bij uitnemendheid
zijn, waarop de journalist zijn netten
uitwerpt om stof voor zijn mededeelingen
in te zamelen; hoe een vredebreuk som
tijds voorkomen zou geworden zijn ware
het nietdat het gerezen geschilten
algemeene kennis gebracht, slechts door
een volledig herstel van zoogenaamde
grieven uit den weg kan geruimd wor
den, en partijen ten slotte wel genood
zaakt zijn, de beslissing aan het zwaard
op te dragenja dan zal men wel moeten
erkennen dat die bewering niet zoo ge
heel en al uit de lucht is gegrepen.
"We hebben bewijzen bij menigte, dat
publiciteit van invloed is op de maat
schappelijke verschijnselen. Moordverha-
len prikkelen de zenuwen van zwak
hoofden en doen nieuwe moorden ont
staan onder nagenoeg gelijke omstandig
heden men denke slechts aan de histo
ries van aan stukken gesneden slachtof
fers, die verleden jaar telkens weer in
Frankrijks hoofdstad voorkwamen. Zou
men niet hetzelfde kunnen zeggen van
de zich immer herhalende geschiedenissen
van voortvluchtige bankiers? We hebben
een tijd gehad dat het schrijven van
dusgenaamde brand- of dreigbrieven aan
de orde van den dag was, en meenen
«Met verscheidenen, papa,» antwoordde het
meisje op onverschilligen toon.
Haar vader bleef haar doordringend aankij
ken, doch zweeg.
«Ik bedoel,» zoo ging hij na een poosje voort,
«met wien hebt gij wel het meest gedanst? Bij
voorbeeld met Fred Oliver, of Willy Kuningharn,
of met den jeugdigen Woorms?»
Alice hief haar hoofd op en opende hare
oogendie zij gedurende de laatste vraag haars
vaders gesloten haden zag hem met een rus-
tigen blik aan, waarvoor hij de zijne neer
sloeg. Het meisje echter zeide niets legde het
hoofd weer op het kussen neder en sloot ander
maal hare oogen.
Nadat de heer Howitt zijne broodjes genuU
tigd had, stond hij niet, zooals anders zijne
gewoonte was, op, doch bleef zitten en begon
een eendehoutje op te peuzelen, waarna hij
zich nog een glas Madeira inschonk.
Zijne zuster was zoo verbaasd over deze
buitengewone wijze van handelen van haren
anders zoo matigen broeder, dat zij vork en
mes nederlegde en allen eerbied vergetend hem
onbewegelijk bleef aanstaren. Doch de man letto
hierop niet. «Zeg eens, Alice,» begon hij op
nieuw en met een veel vastere stem dan te vorer.:
«ik vind het alles behalve aangenaam, dat gij
gisteren zooveel met dien vreemden heer ge
danst hebt en je vroegere aanbidders zoo schan
delijk veronachtzaamd hebt!»
Ook nu weder lichtte Alice het hoofd op en
wierp de wit casherniren shawl, waarin zij het
slanke lichaam gehuld had, van zich als maakte
zij zich ten strijde gereed.
Dus weet gij, papa, dat ik met dien vreem
den heer gedanst, ja zelfs veel gedanst heb?»
vroeg het meisje op kalmen toon. «Waartoe
dienden dan die eerste vragen? Dat zoude ik
dat het vermoeden niet ongegrond is, als
zou de ruchtbaarheid aan deze kinder
achtige methode van geldafpersing gege
ven anderen tot navolging hebben aan
gespoord.
Maar het zou wel wonder zijn, indien
deze bijzondere werking der publiciteit
zich alleen in het booze openbaart. Wij
gelooven dat ook edele handelingen, da
den van zelfopoffering, door de pers
verbreid, tot navolging aansporen. De
Koningin der Aarde zwaait haar schepter
in alle richtingenen spreidt niet uit
sluitend haar macht ten toon in de duis
tere schuilhoeken van het kwaad. Zij
wekt alle krachten tot verhoogde inspan
ning, en bevordert het maatschappelijk
ontwikkelingsproces dat, gelijk men weet,
met vallen en opstaan voortschrijdt.
Voor den journalist, den dienaar der
alvermogende Vorstin ligt in dat feit
echter een waarschuwing. Maar al te
veel wordt door hem jacht gemaakt op
«sensatie-nieuwsop mededeelingen, die
de slechte hartstochten in beweging bren
gen. Hij meent aan den wansmaak des
publieks te moeten offerendoor geen
enkele bijzonderheid van een droevig voor
val te verbergenen vergeet dat hij op
die wijze onnoemelijk veel kwaad sticht.
De zegeningen der publiciteit verkeeren
daardoor in een vloek
De mannen der pers, die het bewust
zijn hebben van het grootsche hunner roe
ping, zullen zich wel wachten een smet
te werpen op het reine kleed der Konin
gin die zij dienen. Niet de smaak van
een aan ongezonde prikkels verslaafd pu
bliek moet hun richtsnoer zijn maar de
overtuiging dat ook zij behooren werk
zaam te wezen aan de verovering van
hetgeen waar, goed en schoon is.
gaarne willen weten.»
De heer Howitt deed zich geweld aan om
te lachen. «Gij zijt geestig, julfrouw Alice,
maar ik denk toch wel, dat gij op de kost
school te New-York genoeg geleerd hebt, om
niet te wetendat uw vader niet zoo ver
nuftig is als gij ik maak geen grappen dat
ligt niet in mijn aard! Maar ik moet je toch
zeggen, Alice,» ging hij woest voort en sloeg
daarbij het glas, dat hij in de hand had, aan
stukken, «dat ik niet duld, dat je nog langer
met dien vreemden man verkeert! Heb je mij
begrepen?»
Alice zag hem eerst een poos zwijgend aan,
ditmaal sloeg hij zijne oogen niet neder
toen stond zij op en met de linkerhand op de
tafel geleund, sprak zij op be venden toon:
«Ik weet het wel, papa, dat gij mij aan
Woorms verkoopen wilt. Die zaak is reeds
tusschen u beiden beklonken. Maar ik ben nu
eenmaal geen pakje, wien liet onverschillig is,
in wiens bezit het geraakt. Daarom zeg ik u
voor eens en voor altijdik laat mij niet ver
koopen ik wil de vrouw van Woorms niet wor
den Ik zal doen wat mij behaagt, en niet blin
delings opvolgen, wat gij beveelt!»
«Alice,» begon Howitt en sloeg daarbij de
oogen op zijne grove handendie hij gevou
wen op de tafel liet rusten. «Alice, Iaat ons
de zaak in der minne schikken en luister
naar hetgeen ,'k u te zeggen heb. Ik heb je
gisteren avond gade geslagen en maar al te
goed gemerkt, dat jij en dien vreemden man
elkaar liefhebt; je oogen, je heele gelaat, je
manier van dansen en spreken, alles toonde
zulks duidelijk genoeg aan, toen ge samen
waart. Bedrieg mij dus niet langer.
(Wordt vervolgd.)