INGEZONDEN. Brand op de Marinewerf te Amsterdam. BRAND GE Y AAR IN HOTELS. Collecteür te Amersfoort zijn gevallen: Prijs van f200. No. 99. Prijs van flOO. No. 19738. Prijzen van f70. 30, 57, '251, 275,278,282,995,2486, 2490, 2546, 2550, 2592, 6823, 6833, 8036, 12593, 12735, 19214, 19272, 19344, 19377, 19432, 19503, 19563, 19598. De navolgende nummers zijn mede uit getrokken (zonder prijs): 2, 4, 16, 20, 22, 44, 76,84,89,104, 109, 124, 126, 155, 196, 220, 222, 230, 231, 243, 245, 257, 2419, 2468, 2479, 2496, 2547, 6407, 6417, 6449, 6813, 6825, 6827, 6847, 6850. 6853, 6854, 6855, 6864, 8026, 8032, 8046, 12050, 12067, 19113, 19122, 19136, 19137, 19153, 19164, 19185, 19222, 19280, 19289. 19330, 19338, 19343, 19354, 19370, 19375, 19387, 19391, 19396, 19411, 19446, 19452, 19455, 19466, 19472, 19507, 19508, 19524, 19530, 19533, 19540, 19546, 19547, 19576, 19705, 19720, 19728, 19796, 19797. Trekking van 22 Juni. Prijzen van f70. 5, 85, 232, 277, 903, 968, 984, 1463, 2410, 2446, 2471, 2476, 6837, 6848, 19401, 19431, 19454, 19489, 19550, 19578, 16582, 19591, 19752. 19780. De navolgende nummers zijn mede uitgetrokken (zonder prijs). 18, 28, 77, 81, 163, 209, 224, 246, 2412, 2453, 2458, 2487, 2515, 2523, 2539, 2568, 2589, 6836, 6861, 6868, 7987, 8038, 11959,19115,19141,19188, 19206, 19209, 19268, 19322, 19413, 19497, 19513, 19529, 19562, 19572, -19584, 19596, 19764, 19785, 19787. Door den keurmeester van vleesch en spek werd jl. "Woensdag in de stal van zekere B. aan het Bloemendaal alhier een reeds geslacht rund afgekeurdals zijnde ongeschikt voor de consumptie, en onmiddellijk onder toezicht der politie op het Vilderskerkhof alhier begraven. Zijn wij goed ingelicht dan was het vleesch het eigendom van den winkelier M. in de Krommestraat en bestemd om te worden uitgepond. Scherpenzeel. De collecte Donderdagjl. gehouden voor den gewapenden dienst heeft f30,60 opgebracht. Bij tal van ge meenten vergelekenis deze opbrengst zeer flink te noemen. Veenendaal. Aan de wolmarkt werden niet minder dan 5773 vachten aangevoerd. De eerste partij van circa 700 KG. kwam reeds gisteren uit Asperen aan. De han del was flauw. Men besteed de voor ge- gewassen kleiwol fl a f 1,27'/2zandwol fl a f1,17'/,, smeerwol f0,72 a f0,92'/, per KG. BINNENLAND. De Minister van Marine heeft bepaald dat voortaan in Zr. Ms. zeedienst kunnen worden aangenomen als jongens zij die hun 17e en als licht matrozen zij die hun 18e jaar nog niet hebben bereikt. Onder Amerongen, Eede, Renswoude en Veenendaal heeft de Vorst groote schade toegebracht, vooralaan de boekweit. Te Deventer heeft «Floralia» prachti ge bloemperken voor en in de stad aan gelegd. Op «den Brinkeen groot markt plein is een groot sierlijk bloemperk aangelegd. Bij het station van den Staats spoorweg prijkt een bloemperk, voorstel lende het «Koninklijk wapen.» De graaf en gravin van Vlaanderen hebben H. H. M. M. den Koning en Ko ningin te Luxemburg een bezoek gebracht. Nauwelijks hadden de werklieden, die Donderdagmorgen, als naar gewoonte te 5 uren op 's Rijks Marinewerf kwamen er een kwartier gearbeid, toen in de eerste der twee grootste loodsen, tot den bouw van ijzeren schepen bestemd, brand werd ontdekt, en wel op de helling die het bijna voltooide stoomschip Doggers- bank, droeg. De helling, is door het langdurig ge bruik geheel doortrokken van vet, teer en andere brandbare stollen. Geen won der dus, dat zij in een oogenblik in lichtelaaie stond. Spoedig deelden de vlammen zich aan het schip medeen weldra grepen zij ook de houtenen ijzeren wanden der twee loodsen en het aangrenzende ijzermagazijn aan. Het was een ontzettend schouwspel toen het vu\ir over die uitgestrektheid in zijn volle kracht woedde. Een huivering voer alle toeschouwers door de leden, toen te half negen de ijzeren wagen bestemd om zware platen, balken, enz., in het aanbouw zijnde schip te lichten, met de ijzeren brug, waarover hij loopt, van boven uit de kap der loods in de brandende Doggersbank viel. De schok was zuo hevig, dat het ijzeren gevaarte sidderde, trilde en eensklaps met een donderend geweld op zijde stortte. In zijn val nam het den eenen zijwand der loods mede, terwijl de andere wand weldra volgde, de groote ijzeren kap dei- loods medeslepende, die beide op het schip neerkwamen. Daar ligt het nu te midden van een ordelooze hoop machines, ijzeren balken die braken als riethalmen, ijzeren platen, die omkrulden als papier. Ook het uitgestrekte gebouw/dat in de Kattenburgerstraat uitkomt, was bin nen eenige oogenblikken aangetast. Slechts kort woedden hier de vlammen, toen een zijmuur en het dak bezweken en de gan- sche voorraad ijzeren balken, welke hier geborgen stonden, tegen den zijmuur in de Kattenburgerstraat aandrong. Hier viel een nok neerde vlammen sloegen over de muren heen, en ware de wind niet Oostelijk geweest, zeker zouden eenige hier staande huizen |in de ramp gedeeld hebben. De bewoners vluchtten van alle verdie pingen, want reeds brandden enkele ge vels. Maar de brandweer zorgde er voor den muur te stuiten en het gevaar af te wenden. Met 6 stoomspuiten 2 drijvende en 2 voor het land - -2 handspuiten en een hydrant (brandkraan) werd gewerkt, ter wijl het marinepersoneel met 1 drijven de en 2 landstoomspuiten hulp verleende. Om een denkbeeld van de hevigheid der rookkolommen te geven, zij het vol doende te vernielden, dat te zes uren voor hen die op de werf en in den om trek waren, de zon als verduisterd was. Brandende stukken hout werden door de lucht geslingerd en o. a, op de Prinsen gracht bij de Lehegrhcht gevonden. Op verschillende in het Dok liggende schepen moesten de matrozen in het want klimmen om de zeilen te bergen, die groot gevaar liepen. Persoonlijke ongelukken heeft men niet te betreuren. Toen de Doggersbank om viel, geraakten aan den voorsteven 6 man te water, die echter spoedig gered wer den. De schade wordt op ongeveer drie mil- lioen begroot. Een stoomschip alleen ver tegenwoordigt reeds een waarde van één millioen, terwijl hier loodsen, gebouwen en voorraad bovendien verwoest zijn. Het gereedschap van twee a driehonderd werklieden moet mede door den brand zjjn vernield. De brand kan nu als gebluscht be schouwd worden. Proces Jaantje Struik. (Milliocnen Juffrouw.) Requisitoir van den Officier van Justitie. Spreker meende dat al het geheimzin- zinnige 't welk zich in deze zaak heeft voorgedaan reeds is opgehelderd en dat niet alleen door particulierenmaar ook door een blad crediet werd verleend aan Jaantje. Ten bewijze van het laatste leest spreker een artikel voor uit het Politie Nieuws dd. 13 November 1881. In dat artikel werd gunstig over Jaantje en hare streken geoordeeld. «Zij bewees «wel dadigheid op groote schaal» wordt daar in gezegd, terwijl het eindigde met de woorden «zij maakte een voortreffelijk gebruik van hare schatten. Strooit rozen. Amsterdammers, op het pad dier wel doende dame.» Gerrit Struik was de man, Jaantje de handelende persoonHoetink het reclame middel zegt de Officier. Hij acht de schuld van alle beklaagden op in 't breede ontwikkelde gronden be wezen en stelt den volgenden eisch. Voor Jaantje Struik, wegens op lichting 4 malen gepleegd met bedriege- lijke handelingen en diefstal gevange- uisstraf van 5 jaren en 5 geld» boeten ad flOOO, subsidiair O maanden gevangenisstraf. Voor Gerrit Struik, wegens mede plichtigheid aan de oplichtingen een ge vangenisstraf >an 5 jaren en 4 geldboeten van f ÏOOOsubsidi- air O maanden gevangenisstraf. Voor Antonie Hoetink, wegens idem, 2 jaren celstraf en 2 geld boeten ad f25, subsidiair 3 da gen voor iedere boete. Voor Van Zutphen, wegens idem, 3 jaren gevangenisstraf. Voor Van der Heem, wegens het helen van gestolen goederen6 maan den celstraf. Voor Jools, wegens idem, 6 maan den gevangenisstraf. Voor Consenheiniwegens idem 1 jaar gevangenisstraf. GEMENGDE BERICHTEN. Het Reddingsleger wordt in Zwitser land uit kanton na kanton verjaagd en heeft in plaats van zielen te redden thans zichzelf te redden. Zoo heeft nu de Groo te Raad van Neuchatel het besluit van den R: ad van state aldaar bekrachtigd, om de vergaderingen van het leger te verbieden. Petitiën met 10,000 handtee- keningen waren ingekomen om dien maat regel te steunen. Dezer dagen is te Osch eene afschu welijke handeling aan het licht gekomen van een ontaard vrouwspersoon. Door de buren gewaarschuwd, drong de politie onverwachts hare woning binnen en vond twee kinderen van haar tweeden man op baalzakken en lompenten prooi aan honger en gebrek. Uitgeteerd door de ellende en de onmenschelijke mishan deling, zijn de kinderen, warrvan het eene IVi en het andere 2/j jaar, met toestemming van hun vader, door de politie weggehaald en naar het Liefdege sticht overgebracht. De buren geven door geschreeuw en gehuil aan hun afschuw lucht, en zoo de politie het huis niet be waakte, zouden zij de onmenschelijke moeder zeker eene gevoelige kastijding toedienen. De justitie heeft zich eveneens met de zaak bemoeid. Te Coevorden wilde een jonge doch ter zich verdrinken. Zij sprong in eene put maar ze kon 't hoofd niet onder water krijgen en moest zich getroosten, dat zij levend werd opgehaald. 19 Juli a. s. zal het 250 jaren geleden zijndat de droogmaking van de Scher mer is voltooidde inwoners van den polder zullen dien dag feestelijk herden ken. De politie te 's Hage waarschuwt het publiek op zijn hoede te zijn bij het aan- knoopen van handelsbetrekkingen met Willem Jacobus Heystek, ook handelen de op naam van Lambrechts (naam zijner vrouw) wonende te 's GravenhageWa- teringsche straat 83sedert April 11., en vroeger te Rotterdam, waar ook tegen hem gewaarschuwd werd. Hij blijkt te schrijven naar allerlei deelen des lands. Den 15den dezer vertrokken per Pacifie uit Kopenhagen ongeveer 500 Mormonen naar Hull, van waar zij per spoor naar Liverpool gaan, om zich aldaar voor Utah in te schepen. Eenige priesters, die zich den laatsten tijd in Denemarken en Zwe den en Noorwegen hebben opgehouden om proselieten te maken, gaan mede, ten einde de groote kudde onder hunne hoede naar de Zoutzee te geleiden. Te Neisse, in Silezië, is in de laatst- verloopen 24 uren het water tot een schrikbarende hoogte gestegen. Sedert 1829 is de was zoo sterk niet geweest. De Evangelische school, de kerk, kazer nen en vele huizen staan onder water. In een der vroegere nummers van het Deutsche Familien blatt, een der beste Duitsche tijdschriften met platen en door onzen landgenoot, den heer J. H. Schorer, te Berlijn uitgegevenvinden wij het volgende medegedeeldter beantwoording der vraag: hoe men zijne dankbaarheid voor genoten weldaden behoort te too- nen? Een Berlijnsch hoogleeraar, zoon van rijke ouders, kende in zijn studententijd geen grooter genoegendan zijn overmogende medestudenten geldelijk te ondersteunen, soms met aanzienlijke sommen. Of veel dan weinig daarvan werd terugbetaald blijven in liet midden. Maar twee gevallen - waarin het wel plaats vondverdienen in verband met de gestelde vraag de aan dacht. De professor begon reeds grijze haren te krijgen toen hij op zekeren dag het bezoek ontving van een der vroeger ondersteun den die hem nu het voorschot met de renten kwam terugbrengen. Wat deed de professor 7Hij Schelde den huisknecht en zeide toen het volgende tot den voor- maligen studievriend; »Dat ge mij het geld terugbrengt, doet mij genoegen, maar dat ge zoo min van mij denkt om mij rente aan te bieden, dat vergeef ik u nooit. Jan, wijs mijnheer den weg en kom dan het geld halen dat hier ligt; ik wil er niet met den vinger aanraken.» Gelukkig kreeg bij eenige weken later een brief, die als een pleister op de wond werkte. Dat schrijven kwam van een an der, dien hij indertijd geholpen had en die zelf hoog leeraar was geworden aan een buitenlandsche hoogeschool; het be vatte o. a. het volgende«Eindelijk ben ik in staat u mijn schuldvoor zoover die in geld bestaataf te doen. Ge zult het echter zeker goed vindendat ik u het geld zelf niet overmaak, rnaar het hier allengs aan hulp behoevende studenten uitreik. Moge het hun daarmee even goed gaanals het mij is gegaan.» Het antwoord van den hoogleeraar was natuurlijk een woord van innigen dank, dat zijn ambtgenoot ook na zoovele ja ren van verwijdering, zoo juist had in gezien welke wijze van dankbetoon den ouden vriend het liefst zou wezen. Aan de Redactie! Naar aanleiding van den branddie dezer dagen in het logement «Place Royale» te Nijmegen plaats had en de oorzaak die, naar de berichten luiden, daartoe heeft geleid, wensch ik het vol gende onder de algemeene aandacht te brengen. Ten gevolge van mijn werkkring be vind ik mij van tijd tot tijd op reis en verklaar hier gaarne, dat het steeds mijne gewoonte isalvorens mij ter ruste te be geven de localiteit en omgeving, voor zooverre mij dat mogelijk is nauwkeurig op te nemen, ten einde op de hoogte te zijn om mij bij onverhoopt geval van brand zoo mogelijk op de spoedigste en minst gevaarlijke wijze te kunnen red den dat deze voorzorg gelukkig tot hier toe overbodig was, doet niets af aan hare waarde, evenmin als de omstandigheid dat de plaatselijke gesteldheid zeer dik wijls van dien aard is, dat redding niet mogelijk is; doch dit laatste geeft een grond te meer om er ernstig aan te den ken, om de aanleiding tot brand zooveel mogelijk te beperken. Een eerste stap, doch zeker niet de minst afdoende zoude zijn, het afschaffen der gewoonte om den logés een bran dende kaars mede naar hunne kamer te geven; regel is het, dat in alle hotels, onverschillig op welk uur van den nacht, en in welken toestand de gasten te huis komen, hun door den kellner of portier een brandende kaars wordt medegege ven dat men somtijds door dien beambte tot aan de kamer wordt begeleid, ver mindert niets aan het gevaar, waaraan alle huisgenooten bloot gesteld zijnals in de kamer, hetzij door ongeluk, onvoor zichtigheid of roekeloosheid, brand ver oorzaakt wordt. Reeds meermalen heb ik verschillende hotelhouders op dit ge vaar gewezen en hun in overweging ge geven deze gewoonte te vervangen, door het plaatsen in de kamers van een zoo genaamd nachtlichtje, liefst hier of daar aan den wand bevestigd in eon vast voet stuk, terwijl de gasten, zoo noodigtot aan hun kamer door den bediende kon den worden begeleid. Hoezeer enkelen niet ongeneigd sche nen aan mijne uitnoodiging gevolg te geven, is mij tot nu toe van de toepas sing niets gebleken. Ik acht het daarom wenschelijk het denkbeeld in ruimer kring te verspreiden, en verzoek daartoe uwe medewerking. Het onstaan van brand op de wijze zooals dit nu weer plaats vond, en waar door ook voor eenige jaren het hotel Buwalda te Utrecht afbrandde, zal dan onmogelijk zijn, en het gevaar vooralle hotelbezoekers en bewoners zeer veel verminderd. Men achte dit gevaar toch niet te gering, vooral in groote steden waar de hotels gewoonlijk meer bezet zijn, en te meer dikwijls een gedeelte der reizigers in geen geheel normalen toestand te huis komen. Met achting, Uw Dienaar Amersfoort, 16 Juni '83. v. G. Wegens plaatsgebrek in ons vorig nora- mer eerst heden geplaatst. Ter wille van het belangrijke der zaak verzoeken wij de andere bladen boven staand stuk over te nemen. Red.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 2