NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD YOOR
AMERSFOORT, BAARS, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
VOURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
Beelden uit liet Terleien.
Stemmen TËr Mermiit.
Officiële Publicatie.
Feuilleton.
No. 64.
Zaterdag II Augustus 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
I. KADET EN OFFICIER
CHARVO.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland 0,07'
Reclames per regeli 0,20.
Orootc letters worden berekend naar plaatsruimte
Adverteiitiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens 10 unr des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts driemaal
ia rekening gebracht.
De jongste buitengewone algemeene
vergadering, onlangs in de Residentie
samengeroepen door de „Vereeniging van
en voor Nederlandsche Industriëelen," had
uitsluitend het doel te spreken over een
„niet onwaarschijnlijke poging der Re
geering om het tarief van invoerrechten
te herzien, en om het Bestuur in staat
te stellen, zoo veelzijdig mogelijk de wen-
schen van de verschillende takken der
Nederlandsche nijverheid te leeren ken
nen." Vandaar dan ook, dat niet-leden
mede ter vergadering waren uitgenoodigd.
Genoemde Vereeniging vertoont een
bepaald protectionistisch karakter, en
staat in dit opzicht tegenover de Maat
schappij tot bevordering van Fabrieks-
en Handwerksnijverheid, die het vaandel
voert van den vrijen handel. De Vereeni
ging beschouwde reeds de tarieven van
in- en uitvoerrechten als een der onder
werpen, die allermeest haar aandacht
verdienen.
We kunnen ons voorstellen dat som
mige nijverheidsmannen, wier blik niet
verder reikt dan de grenzen van hun
eigen bedrijf, en die zich niet kunnen
verbeelden dat nog andere belangen dan
hun persoonlijke de overweging waard zijn,
door
4)
Hoe goed hij zich ook tracht te houden, hoeveel
moeite hij ook aanwendt, om, vooral zijne moeder
moed in te spreken en aan het denkbeeld eener
scheiding, waarop een gelukkig wederzien zal vol
gen, te gewennen, toch benauwde ook hem meer
en meer de gedachte, dat hel vreeselijk uur spoe
dig zal slaan en vraagt hij zich zeiven meer
malen af, hoe hij die gevreesde oogenblikken
doorleven zal. Reeds heeft hij zich laten over
halen om ernstige pogingen in 't werk te stel
len om bij het Nederlandsche leger te worden
overgeplaatst, maar vruchteloos. Het korps der
Nederlandsche artillerie is nog steeds overkom
pleet, dat in Indië heeft gebrek. Met moeite
gelukt het, wel is waar, dat de ministers van
oorlog en koloniën eene ruiling zullen goed keu
ren, maar hoe zal men dat bewerkstelligen,
het ver de garnizoenen waar zoo iets voorbe
reid kan wordenhoe zal rnen het bekend ma
ken dat men een ruiling zoekt? 't is alles te
vergeefs. Indië is ook niet gewild. Ondanks dat
men reeds de eerste helft der 19e eeuw achter
zich heeft gelaten, niettegenstaande tal van op
betrekkelijk jeugdigen leeftijd en in hoogere
rang teruggekeerde officieren, als even zoo vele
bewijzen, daar zijn, dat men in Indië eene vlug
ge carrière rnaken, dat men er gezond en le
venslustig blijven kan, het gros der natie is af-
keerig van de Oost. Weinige ouders gaven zon
der langdurigen en hevigen gemoedsstrijd hun-
veel goeds opmerken in en veel heil ver
wachten va-n bescherming, 't Ligt zoo
voor de handWanneer de Staat den
invoer belemmert van nijverheids-arti
kelen, dan kunnen dezen niet in con
currentie treden met het inlandsch fabri
kaat. De producent is daardoor in de
gelegenheid, hoogere prijzen te bedingen.
Nu is het wel waar, dat de belangen
van het publiek in dit opzicht lijnrecht
staan tegenover die van de industrieëlen
maar dat schijnt niet in aanmerking te
komen. En daar een groot aantal men-
schen gewoon zijn, de dingen te beschou
wen door den bril van hun persoonlijke
belangen, behoeft het bestaan van een
protectionistisch-gezinde Vereeniging van
fabrikanten ons niet te verwonderen.
Laat ons nu eens zien, op welke gron
den een verhooging van de bestaande
invoerrechten wordt aanbevolen.
1. In het belang der schatkist. I)e amb
tenaren zijn er toch eenmaal, dus of zij
wat meer of minder hebben in te vor
deren, hun getal behoeft niet vermeer
derd te worden, en de hoogere opbrengst
komt geheel ten voordeele van onze fi
nanciën.
Die redeneering is juist. Maar als
industrieëlen bijeenkomen om de belangen
der industrie te bespreken, dan behooren
zij aan deze alleen hun argumenten te
ontleenen. Al het andere is dan als bij
zaak te beschouwen.
2. Als tijdelijke aanmoediging voor de
vestiging hier te lande van ontb ekende
takken van nijverheid.
Wij meenen dat ook onder de tegen
woordige omstandigheden een industrie,
die levensvatbaarheid bezit, welker voort
brengselen in Nederland afnemers vinden.
nen zoons vergunning om derwaarts te vertrek
ken. Indië blijft voor het groote meerendeel
eene wereld vol verschrikking een ballingsoord
of eene strafplaats niet geschikt voor den op-
passenden jongeling, het land der fortuinzoe
kers of van hen die niet willen deugen.
Zoo dacht men nog in 1851 over Indië; denkt
men er heden beter over We hoopen 't wel,
maar veel geeft aanleiding om het niet, dan
onder een krachtig voorbehoud te gelooven.
Genoeg, de ruiling komt niet tot stand. Het
welwillend door de ministers verleend onbe
paald uitstel tot vertrek gaat snel voorbij en
steeds sneller, naarmate men zelf begint in te
zien, dat het einde nabij is. Het jaar 1851 is
inmiddels verstreken, reeds een gedeelte van
1852 is ook in den Oceaan der vergetelijkheid
verdwenen en eindelijk gevoelt de jonge officier
de mannelijke opwelling, om zich niet langer
aan zijnen plicht te onttrekken. Moedig ver
zoekt hij eene indeeling bij een der eerst ver
trekkende detachementen supletie troepen en,
als wordt dit sein slechts afgewacht, het an
woord luidt: het vertrek is op 24 April bepaald.
Een detachement van 150 man zal op dien da
tum te Rotterdam op stroom overgaan aan boord
van het barkschip F. S. kapt. S. en worden
gecommandeerd door den van verlof naar Indië
terugkeerenden kapitein NOnze jonge 2e
luitenant wordt als medegeleider ingedeeld.
Wel klinkt deze tijding de bezorgde moeder
als een donderslag in de ooren, maar de vader
kan zijne goedkeuring aan het gedane niet ont
houden en de jonge 2e luitenant, wiens initia
tief in dezen zijne eerste handeling als man
was, schijnt daarmede ook den zedelijke moed
te hebben verkregen het gevaar, dat naakt, in
de oogen te zien. Hij bewijst dat door de ijve
rige en wel overlegde voorbereidingen voor de
langdurige zeereis. Eene kortstondige rondreis
dient om van de familieleden en verdere be
trekkingen afscheid te nemen. Reco mmandaties
hiervan worden verzameld door de zorg van
den inwendig niet weinig bedroefden vader, die
zoodat het buitenland ze in zekere hoe
veelheid invoert, ook zonder beschermen
de maatregelen zich hier kan vestigen.
Alleen moeten haar beoefenaars zorgen,
van den aanvang of minstens op dezelf
de hoogte te staan als de buitenlandsche
fabrikant. Moge dan in de eerste maan
den de gewoohte, nog de voorkeur doen
geven aan het vreemde product, zoodra
slechts de kennismaking is geschied krijgt
de Nederlandsche fabrikant de klandisie.
Het gelukkigste is maar, dat met de
overbrenging van deze of gene industrie
nogal eens wordt geknoeid. Een voorbeeld
zien we in het artikel bieren van ver
schillenden naam, die niet zelden, hier
nagemaakt volstrekt niet gelijken op de
Duitsche producten waarvan zij den naam
zich aanmatigen en door lagere prijzen
het buitenlandsch debiet trachten te ver
dringen. Verhooging van invoerrechten
zou dit kwaad in de hand werken en
het van uitzondering wat het, gelooven
we, tot dusver isregel maken.
Nu zal men zeggen: Voor de hier ge
vestigde nieuwe industrie blijft dan toch
zelfs in het gunstigst geval, het land
waar een hoog tarief geldt, gesloten.
Volkomen waar, en het is dus ondoen
lijk, daar te gaan concurreeren. Maar de
wereld is groot, en het wordt tijd dat
ondernemende landgenooten de blikken
eens wat verder laten gaan. In de dagen
van den bloeitijd onzer Republiek, wer
den alle havens door Nederlandsche sche
pen bezocht, terwijl thans onze prouuc-
ten onder vreemde vlag worden aange
voerd en verwijderde volken bijna niet
meer weten dat er een Nederlandsche
natie is die er handel en scheepvaart op
nahoudt. Daarheen met onze fabrikaten,
naar de denkbeelden van die dagen, in een aan
beveling van vrienden aan vrienden naar oud
hollandschen trouw aan woord en belofte, een
zeker paladiurn ziet voor het succes van zijnen
zoon in het verre oosten. De laatste beschik
kingen worden getroffen, laatste wenschen wor
den opgeteekend, afspraken en beloften worden
gemaakt en gewisseld en zoo staat de 2e luite
nant andermaal aan den vooravond van een
vertrekmaar nu is het geen reis van vreugde
en blijdschap. Ach 't is nu een hevige strijd tus-
schen gevoel en plicht, tusschen liefde voor zij
ne ouders en liefde voor zijne roeping, een strijd
tegen de noodzakelijkheid.Het leven dat hij
eigenlijk nog niet kent zal hij nu eerst intre
den, nu zal hij eerst de groote worsteling met
het lot beginnen, die, wie weet het, hoevele ja
ren duren zal en met welken uitslag? De moe
dige jongeling aanvaardt den strijd die hem
wacht, is voor de worsteling bereid, ook al weet
hij, en al moet hij 't nog wel beter ondervinden,
dat die strijd niet gemakkelijk is en dat velen
schipbreuk lijden op de tallooze klippen van
het leven.
n. HET VERTREK
Eene Zeereis naar N. Indië in 1852.
De vreeselijke dag is aangebroken. Het gan-
sche huis is in beweging. Ieder is op zijne wij
ze bezig om den vertrekkende van dienst te
zijn. Kisten en koffers worden gesloten, geopend
en wéér gesloten: Nu is dit, dan dat vergeten,
kleine souvenirs die geborgen moeten worden,
in een woord eene onophoudelijke drukte, die
nogtans niet in staat is, om de droefheid te
temperen zoo min die van den vertrekkende als
van de achterblijvenden. De uren vliegen om;
meer en meer beangst drukt de diepbedroefde
moeder den zoon hij is de jongste telken-
reize aan 't hart en weenend en snikkend han
gen hem de zusters orn den hals.'t Isorn krank
zinnig te worden, die oogen blikken van name
en we zullen aan beschermende rechten
niet meer denken.
3. Als maatregel om andere landen te
dwingen hun tarieven te verlagen of met
Nederland voordeelige tractaten te sluiten.
Ware dit argument in de eerste plaats
genoemd, het zou meer tot recht komen,
want inderdaad is dit de eenige grond
op welken, naar wij meenen, verhooging
van invoerrechten kan worden bepleit.
En toch komt ook die grond ons niet
houdbaar voor. Wil men pressie uitoefe
nen op het buitenland, dan moet juist
de nadruk worden gelegd op zulke arti
kelen, die van elders in groote menigte
worden aangevoerd, en waaraan dus de
behoefte hier groot is, anders geeft het
niet. Met nijverheids-artikelen is dit wel
het minst het gevalmeer zullen bij ta
riefsherziening, de gewone levensmidde
len in aanmerking moeten kornen. En de
Vereeniging weet zeer goed, wat daarvan
het gevolg moet zijn. Duurder brood voor
den werkman, toenemend slechte voe
ding, vermeerdering van zijn grieven en
verlaging van zijn zedelijk feit. Dat alles
zien we duidelijk in Duitschland, en
waarom zouden we nu geen gebruik wil
len maken van de elders zoo duur be
taalde lessen der ervaring?
De Vereeniging ziet de gewenschte ver
hooging reeds in 't verschiet, wat men
wenscht gelooft men licht. Wij voor ons blij
ven nog altijd hopen dat de heeren zich
vergissen in de gezindheid der Regeering.
De COMMISSARIS DES KONINGS IN
DE PROVINCIE UTRECHT,
Gezien het besluit van heeren Gede-
looze smart van innige droefheid, die het ge
moed van allen als verscheurt, die het hart
verbrijzelt. Eindelijk sloeg het noodlottige uur
en de wagen, met opgeladen bagage wacht
reeds verscheidene minuten voor de deur. De
moedigste waagt het om aan het hartverscheu
rende tafereel een einde te maken; hij maant
tot vertrek, want de lastbrief van den officier
heeft niet alleen den dag, maar ook het uur
bepaald, waarop hij zich te Harderwijk moet
aanmelden.
Het laatste afscheid begint. Sprakeloos liggen
moeder en zoon in elkanders armen; zij de ra-
delooze, omknelt hem zoo krachtig dat hij zich niet
los kan wringen, 't Is eene eeuwigheid van on
uitsprekelijke smart en wee, die in deze weinige
seconden wordt doorleefd. Toch moet er een
einde aan komen. De droefheid dreigt allen te
overweldigen en kan der moeder noodlottig wor
den. Met zacht, maar beslist geweld, onttrekt
zich de officier eindelijk aan de steeds hartstoch
telijker omhelzingen zijner moeder, een kus, een
lange, een heilige kus, besluit dit lang gevrees
de, onvergetelijke afscheid, een laatste omhel
zing scheidt hem nu ook van de zusters, die de
moeder zullen bijstaan en snel zonder om te zien
stijgt hij in den wagen. De paarden zetten aan,
de wagen stelt zich in beweging; nog klinken
hem daar binnen de jammerkreten der achter
blijvenden in de ooren. Hij hoort het, maar hoe
zeer zelf stikkende in tranen, roept hij „voort
voort!" koetsier en paarden doen hun plicht en
spoedig is het ouderlijk huis uit het gezicht
verdwenen, 't Waren vreeselijke oogenblikken
en nog wacht hen meer. De vader zal hem in
Amsterdam, waar hij zich voor zaken bevindt,
vaarwel zeggen, de broeders zullen hem tot op
het schip te Rotterdam vergezellen.
(Wordt vercolgd).