gezonde lichaamsbeweging. Eindelijk zijn dan op den lsten October eenige jonge lieden er in geslaagd ook hier zulk een club in 't leven te roepen. Haar naam is "Achilles" en het aantal harer leden is tot nu toe twaalf. Wij juichen deze ver- eeniging van harte toe. In de vorige week nam de Heer Kol- lewijn afscheid van zijn leerlingen aan de Hoogere Burgerschool alhier. Op recht hartelijke en gevoelvolle wijze bracht de oudste leerling der vijfde Klasse een woord van dank uit voor het degelijk en opvoe dend onderwijs, dat .zij van hunnen hoog- geachten leeraar genoten hadden. Dat woord getuigde van de achting en liefde, die de Heer Kollewijn zich van zijn leerlingen heeft weten te verwerven. Ook de leeraren der school wilden het heengaan van hunnen verdienstelijken Collega niet ongemerkt laten voorbij gaan. Zij hadden behoefte hem een blijk te geven van waardeering zijner vele ver diensten, van hoogachting en genegenheid. In een vergadering, voor dat doel bij eengeroepen op Vrijdagavond j.l. richtte de directeur der H. B. tot den Heer Kollewijn een hartelijk woord, dat de waardeering uitdrukte van zijn vele ver diensten als leeraar en paedagoog en van zijn veeljarige toewijding aan de be langen der Hoogere Burgerschool. De warmte en het gevoel, waarmeê dat woord werd uitgesproken en de bij val, dien het bij al de leeraren vond, waren een sprekend bewijs van de ach ting, die de Heer Kollewijn zich in ruime mate van zijn Collega's had weten te verwerven. Na deze toespraak reikte de Heer Campert, namens de leeraren, aan den heer Kollewijn een huldeblijk uit, bestaande in een prachtwerk getiteld »Spaniën". De Heer Kollewijn, zichtbaar getrof fen, bedankte den directeur en al de leeraren voor het stoffelijke bewijs van waardeering en de hartelijke woorden, door den directeur tot hem gesproken. Hij gaf de verzekering, dat het hem zwaar was gevallen te besluiten, om zich los te maken uit een kring van leeraren waarin hij steeds met het grootste ge noegen werkzaam was geweest. Hij besloot met de beste wenschen voor den bloei der Amersfoortsche Hoo gere Burgerschool. In de najaarsvergadering voor de Prov. Commissie van onderwijs te Utrecht van den ie tot de 6e October j.l. gehouden hebben met goed gevolg examen afge legd, ter verkrijging eener acte voor on derwijzer of onderwijzeres onze stadge- nooten, leerlingen der Rijks-Normaalin richting alhier; n.l. Mejuffrouw C. E. A. W. van Asperen en de Heeren A. Th. van Rijnberk, J. W. 't Hart en C. A. Heunks, zoodat alle candidaten van onze gunstig bekende Normaalinrichting zijn geslaagd. Door een onzer kennissen werden wij in de gelegenheid gesteld eene plaat te beschouwen, welke door den H.Eerw. Heer H. BLOM aan zijne gemeenteleden werd vereerd. Deze plaat, zeer net af gewerkt, munt uit door eenvoud en sier lijkheid; geen bonte mengeling van kleu ren, eenvoudig zwart met licht bruine tint en enkele goude lijnen stelt zij voor bovenaan een zwevenden engel, dragende een lint waarop deze woorden „Soli Deo Gloria" daaronder in een lauwerkrans het zeer goed gelijkend portret van ZH.E. een paar vaandels waarop voorkomt, ge boortejaar, plaats, en het jaar van zijne priesterwijding; zijne stichtingen n.l. de St. AlouisiusschoolSt. Jozef gesticht St. Agatha weeshuis alsmede de zusters van de congregatie van den H. Jozef zich toewijdend aan ziekenverpleging en verzorging van ouden van dage. Alle teekeningen zijn vervat in medaillons, het geheel ziet er zeer net uit en zal menige Kamer tot sieraad zijn. Door eenige H. H. officieren van de alhier in garnizoen liggende korpsen, werd heden aan den geachten station chef, den Heer van Asperen, als blijk van belangstelling in zijn onlangs gevierd jubilé, aangeboden een sierlijk album, be vattende hunne fotografische portretten. De H. H. kapitein Jh. Barnaart en de ritmeester Jh. van Reigersberg Versluijs, overhandigde hem dit geschenk, onder het uitspreken van een kernachtige en hartelijke toespraak, door den laatstge noemde. Aangenaam moet het den chef wezen zijne diensten zoo gewaardeerd te zien, niet alleen door de Amersfoortsche bur- geiij, maar ook door de, aldaar tijdelijk verblijfhoudende officieren. De Heer Horsting, leeraar in de ge schiedenis en aardrijkskunde aan de H. B. School te Harlingen, heeft voor zijne be noeming aan de H. B. School bedankt. Door de Kamerleden van Delden, Gleich- man, de Jong, van der Linden en Zijlker is gisteren een wetsvoorstel ingediend, strekkende om ter voorziening in het tekort der schatkist een inkomstenbelas ting in te voeren. 313de STAATS-LOTERIJ. VIJFDE KLASSE. Trekking van 8 en 9 October. Ten kantore van den gekwalificeerden Collecteur der Staats-loterij te Amers foort zijn op de navolgende nummers gevallen Prijzen van f200. No. 20338 en 20594. Prijzen van flOO. No. 4675, 1679, 20316 en 20327. Prijzen van f70. 1655, 5688, 5739, 7435, 9234, 9336, 9363,9368,9401,9407,9473, 9479,10573, 20216,20253,20282,20302,20363,20375, 20388, 20394, 20416, 20539, 20578, 20581, 20658, 20693, 20708 en 20754. Te zamen 35 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken 250, 1659, 1662, 5613, 5620, 5640, 5642, 5679, 5685, 5710, 5721, 5726, 5745, 7443, 7445, 7447, 9120, 9125, 9162, 9185, 9200, 9201, 9206, f9223, 9250, 9266, 9270,9279,9287, 9292,9295, 9321, 9399, 9421, 9424, 9433, 9441, 9447, 9462, 9471, 9475, 9490, 10568, 14195, 14199,20266,20344,20356,20376,20379, 20387,20396,20400,20420,20429,20500, 20506,20513,20515,20585,20592,20664, 20667,20676,20709,20722,20725,20756, 20763. BINNENLAND Nadere bijzonderheden omtrent den ramp te Krakatau. De pas ontvangen Indische bladen zijn vol van bijzonderheden over de vei schrik kelijke ramp die Java en Sumatra teisterde. De Javabode schrijft o. a. Batavia, 1 September 1883. De week, die heden ten einde loopt, is zeker een der gedenkwaardigste en ver schrikkelijkste, die West-Java en Zuid- Sumatra ooit hebben beleefd. De hoofdpoort van onzen Archipel Straat Sunda, is door een hevige uitbarsting van den vulkaan op het eilandje Krakatau geheel van gedaante veranderd. Verschei dene eilanden daar zijn verzonken, het midden van Krakatau, zelf allereerst, an dere uit de diepte opgeheven, weer an dere in stukken gespleten, gelijk Dwars- in-den-Weg; en de kuststreek rechts en links is door het in oproer gebrachte zeewater zoo vreeselijk geteisterd, dat alle stadjes en dessa's rnethun bewoners zijn weggevaagd. Waar de reiziger, die van uit het Zuid-Westen, Nederlandsch In- dië binnenvoer, vroeger getroffen werd door het lieflijk natuurschoon, is thans alles een tooneel van dood en verwoesting. Alle vuren en bakens, zelfs de meeste bekende herkenningspunten in een der voornaamste handelswegen van de ge- heele wereld, zijn vernietigd. Anjer be staat niet meer Tolok Betong bestaat niet meer; Merak, Karang Antoe en hon derden dessa's langs de kust bestaan niet meer. Hun inwoners, Europeanen en inlanders, voor zoover zij zich niet Zondagavond of nacht bijtijds hebben kunnen redden in de bergen en uitge nomen een paar, die als door een won der zijn ontkomen, werden allen door de met bliksemsnelheid oprijzende zeebe ving bereikt en gedood. Van de ééne afdeeling Tjeringing in West-Bantam, zijn alleen 40,000 menschen omgekomen. God weet hoevele duizenden in de Lam- pongs en ook Zuid-Lebak, van welke bei de men nog niets weet. Tot hier vlak bij Batavia zijn menschen door de vloed golf verdronken. Kortom, op Maandag 27 Augustus heeft West-Java en Zuid-Suma- tra zijn dag van Herculanum en Pom- peji gehad. LI. Zondag 26 Augustus, vernam men in deze residentie eensklaps een zwaar gerommel, door geweldige schoten afge broken, kennelijk uit het Westen. Ieder een begreep terstond, dat men hier met een herhaalde uitbarsting te doen had van Krakatau, dat, na zijn eerste herle ving uit tweehonderdjarigen slaap op den 20sten Mei 11. eigenlijk nooit rustig was geweest en onverpoosd asch en vlammen had gebraakt. De dampkring was buiten gewoon drukkend en de lucht strak. Nie mand dacht echter nog aan eenig on heil, zelfs niet te Bandong en omstreken, waar men een vrij sterken verticalen schok van aardbeving voelde en het hier in Indië zeldzame van een hagelbui beleefde. Toen ongeveer te 2 uur hier vandaan naar Anjer geseind werd, vragende om inlichting over de geluiden, antwoordde men van daar „Hier zoo donker, dat men geen hand vook oogen zien kan. Krakatau is geheel in rook gehuld." Helaas, dit is het laatste bericht ge weest dat Anjer ons toezond In den achtermiddag, te 4 uur of half 5, werd het geluid echter sterker, het gerommel ging over in met langer of korter tusschenpoozen terugkomende scho ten, veel heviger dan die welke men vóór eenige maanden bij de eerste uit barstingen vernomen had. Langzamer hand namen die slagen in kracht toe, zoodat een inmiddels opgekomen donder bui, die tegen donker worden ons eeni ge droppelen van den zoo lang verbeiden regen schonk, geheel overstemd werd door het dreigende en vreeselijke geluid van den vulkaan. Toen te 8 uur van het fort Prins Frederik het gewone nacht schot viel, dat anders door zijn gedreun menigen ouden en nieuwen bewoner van Batavia hinderlijk is, geleek dit geluid, voor onze sinds jaren aan die machtiger klanken gewende ooren, wel de knal van een kinderpistool. Nog eenige spanning,"zoo niet met be klemdheid, ging men den nacht in, en even na twaalven werden zij die zich ter ruste hadden begeven^ opgeschrikt door een slag, die alle vorige in geweld over trof, op vele plaatsen de gaslichten uit doofde en zelfs hier en daar kleine voor werpen van hun plaats wierp. De huizen dreunden en de vensters en deuren rin- keldendievigen deze verschijnselen her haalden zich gedurende den nacht nog ontelbare keeren, zoodat velen, uit voor zorg, wakker bleven, niet wetende wel ke gevaren ons misschien boven het hoofd ngen. Daar brak de Maandag aan, en elk begroette met vreugde het morgenlicht, waardoor het akelige, dat de nacht uit zijn aard aan vernielende natuurverschijn selen bijzet, werd weggenomen. Weinig dachten wij, dat deze dag eindelijk geen dag zou zijn, en dat zij den ondergang van tienduizenden onzer natuurgenooten en van vele bloeiende streken in zijn schoot borg. De lucht was strak en beneveld en er heerschte een onheilspellende stilte en gedruktheid in de atmosfeer; geen blad geen grashalm bewoog zich. Doch het gewone leven moest zijn gang gaan en de drukte van een Bataviaschen werk dag, met zijn geratel van rijtuigen en karren, en zijn stroomen Europeanen, die naar hun kantoren en werkplaatsen in de benedenstad gingen, begon de stra ten te vullen. Eensklaps, te 9 uur onge veer, werd de lucht donker, een gelijk matige steeds toenemende duisternis, die niet door zwarte wolken veroorzaakt werd en uit geen waarneembare oorzaak verklaard kon worden, overdekte het uit spansel. Al spoedig werd het schemering en tegen elf uur was het zóó pikdonker, dat men in de toko's geen hand voor oogen zien kon en kaarsen en gaslampen wer den aangestoken. Verscheidene kantoren, ook de regeeringsbureaux en de scholen, werden gesloten, en die er zich in bevon den gingen naar huis. De geluiden van de uitbarsting bleven steeds voortduren en de duisternis hield aan; er viel reeds asch, terwijl de lucht aan den oostelij- ken horizon een wonderlijken matgelen rand vertoonde. Alleen door de uiterste krachtinspanning, daar het gas, wegens het gemis aan toevoer op zulk een on- gewonen tijd, in den voormiddag gedu rig uitging, kon men op de drukkerijen met de couranten klaar komen. Daar ontvingen wij de eerste telegram men, uit Serang, in Bantam, orn en bij elf uur afgezonden, en luidende „Gister namiddag drie uur werking Krakatau hier hoorbaarden ganschen nacht het licht duidelijk zichtbaar. „Van elf uur af slagen heviger en on afgebroken, tot na hevige aschregen de „zon hedenmorgen onzichtbaar en het «donker werd als te halfzeven 'savonds. y>Chineesche kamp te Poeloe Merak door «zee weggeslagen. «Volslagen duisternis hier, zware re- «gen van kiezel, zonder regenscherm niet «buiten te wagen." Zooals later bleek, was het geheele etablissement, te Merakop Bantams noordkust, vernield. De ramp zou al spoe dig bekend worden, als veel ontzettender dan de angstige verbeelding zich die had kunnen voorstellen. Westelijker dan Serang kon men door de telegraaf geen tijding bekomen. De draad naar Anjer, die den vorigen mid dag te 2 uur nog gewerkt had, was ge stoord, eveneens die naar Telok Betong. Wat viel daar voor, in de omgeving van Straat Sunda Wij wisten het niet, alles bepaalde zich tot gissingen. Te 1 uur werden degenen die nog in de benedenstad waren gebleven, opge schrikt door het ijlings verbreid bericht, dat de vloed der zeebeving onze reede en ons havenkanaal bereikt had en met geweld over het lage gedeelte der stad en in de strandkampongs stroomde. Wat vluchten kon vluchtte en gelukkig had men in het overstroomde gedeelte, hier te Batavia, wel schade, maar geen men- schenlevens te betreuren. De vloed liep een el hoog op de kaden, zetten prau wen en zelfs een klein stoombootje boven op den dam van het havenkanaal, maar liep ook dra weder terug, om nog ver scheidene malen dien dag en verdere da gen weder te keeren en gedurig even plotseling te verdwijnen. Inmiddels was het vinnig koud gewor den Europeanen en inlanders liepen te huiveren. De thermometer was ruim 5 graden gedaald, van 79 op 74 Fahren heit, terwijl de barometer den geheelen dag door in beweging was. Zoo ging de middag voorbij en tegen den avond arriveerden hier, in snelle op volging, de Jobstijdingen, die ons stuk voor stuk hoewel tot nutoe nog niet eens volledig! de verwoesting, door de uitbarsting en de zeebeving aange richt, en den dood van velen onzer na tuur- en landgenooten verhaalden. Van een volledige herhaling aller on heilsberichten deze week bij ons aan geland, moeten wij ons, zoowel om de beschikbare ruimte als met het oog op onze Indische lezers onthouden. De Hol- landsche lezer sla ze in de nummers der overige dagen na. Maar dit neme men in aanmerking, dat noch de pers hier noch zelfs de Regeering ook, op dit oogenblik nog tenvolle met alles wat de ramp betreft bekend zijn. Gaandeweg komen de in lichtingen omtrent de afgelegen posten. Bantam, dat is bekend, heeft, over zijn grootste uitgestrektheid, den genadeslag gekregen. Alles ligt onder de vulkanische asch. De beesten hebben geen voer. Maar hoe slecht, hoe fanatiek kwaadaardig de stemming in dit ongelukkige gewest de zer dagen is, kan blijken uit het feit, dat de arme vluchtelingen, de dames en kin deren uit Anjer, op hun radeloozen tocht naar Tjelegon, overal in de kampongs afgewezen werden. Zelfs aan moeders werd water geweigerd voor hare stervende kin deren. En overal klonk het:Datisulieder strafvoor hetgeen gij den Atjehers doet Ziedaar den heilloozen invloed der had- jies en der Arabieren, een invloed waarop wij zoo dikwijls wezen, doch waarvoor de Regeering in de laatste aren verkoos blind te zijn. Maar blind of niet, de Regeering is thans handelende, hoewel 1 of 2 dagen te laat begonnen. Inspecteurs voor loodswezen en kust- verlichting voor den geneeskundigen dienst voor den post- en telegraafdienst zijn reeds naar Bantam. Naar Karang Antoe is reeds veevoeder op weg. Op de open bare liefdadigheid wordt een beroep ge daan, en ons nummer van heden ge tuigt het niet ie vergeefs. Laat nu ook Holland toonen, dat het een moeder land is en het helpen met geld en met wijze, liberale regeeringsmaatregelen. Want bij den Hemel, West-Java heeft hulp noodig, thans meer dan ooit. De Resident van Batavia seinde dd. 29 Augustus, aan de regeering. „Eergisternacht deden geluiden zich nog meermalen hooren. Het zeewater steeg af en toe weder, doch met minder geweld dan te voren. Verwoesting door vloedgolf in Chineesche kamp te Kramat zeer groot. Bijna alle bamboezen huizen vernield en weggeslagen. Slechts een plan ken huis, een paar steenen huizen, het landhuis, met bijbehoorende bijgebouwen en goedangs bleven staan, doch zijn erg beschadigd. Van omgekomen personen ruim 300 lijken teruggevonden en begraven. Kam pongs Moeara Monk Ketapang, kebon Baroe, Toasia Fandjong Kait en Tand jong Pasir mede door vloedgolf zwaar geteisterd. Bijna alle huizen weggeslagen. Verscheidene personen omgekomen, aan tal onbekend. Ook Chineesche Kamp, Mauk en eenige dicht bij strand gelegen kampongs, behoorende tot land Karang Serang, Dalem district Blaradja, genaamd Tjileles, Kendal Krawang Selatip en Lon- tar onder water gestaanschade onbe duidend. Van het omkomen van men schen in deze kampongs niets vernomen En de Resident van Bantam o. a.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 4