NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Beelden uit Net verleden.
AMERSFOORT, BUN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND,
VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
LEUSDEN, SOEST,
Feuilleton.
No. 84.
Zaterdag 20 October 1883.
Twaalfde Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Van den hak op dent ak.
in.
CH AR VO.
De terugkeer naar Nederland.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Yoor het Buitenland0,07*
Reclames per regel0,20.
Oroote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens 10 nur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt sleckts driemaal
ia rekening gebracht.
Een in de Fransche taal geschreven
Zwitsersch blad bevatte onlangs de be
langwekkende mededeeling dat aan een
boom hangende was gevonden het lijk
van een man, den „Berner tongval spre
kende." Begint misschien het publiek zoo
zeer te gewennen aan zelfmoord-berich
ten, dat redactiën van bladen noodzake
lijk een nieuwen vorm moeten trachten
te vinden
De statistiek leert, dat gevallen van
zelfmoord menigvuldiger voorkomen in
het najaar dan in eenig ander jaargetijde.
De meestal bewolkte lucht, de nevelen
die den dampkring verzadigen, het allengs
korter worden der dagen, het verloren
gaan van de schoonheden der natuur,
dat alles werkt neerdrukkend op sommige
droefgeestige gemoederenen verveelt
ze met een onverwinbaren afkeer van het
léven, met een onweerstaanbare neiging
tot zelfvernietiging.
Dit moge eenigermate het treurig ver
schijnsel verklaren, op een groot aantal
gevallen is het niet van toepassing. De
zer dagen vond men binnen twee dagen
in een middelmatige stad van Frankrijk,
te Dyon, vier lijken van zelfmoordenaars
toevallig behoorlijk gesorteerd, want één
had zich door verstikking met kolendamp,
een door ophanging, de derde door vei4
drinking en de vierde door middel van
een strop van het leven beroofd. Som
tijds kan men letterlijk spreken van een
epidemie van zelfmoord als zich binnen
II. LATER.
door
Slot
't Is vroeg in den morgen; een heldere zon be
schijnt de reede, langzaam stoomt de mailboot de
reede op, zoekende naar eene geschikte plaats om
het anker te laten vallen. Havenstoomboot, ka-
draaiers en roeibooten komen reeds van den wal
het binnengekomen schip te gemoetde machine
stopt, de vaart vermindert, de ketting rammelt,
het anker grijpt, het schip zwaait bevallig voor
stoor», hoezee, hoezee welkom aan het vader
land, welkom aan passagiers, aan kommandant
en officieren, geluk met de volbrachte reis Een
gevoel van dankbaarheid, eene gewaarwording
van vreugde, die 't gemoed van aandoening doet
trillen, een overmaat van zielsgenot hij 't aan
schouwen van den dierbaren vaderlandschen
hodem bij de gedachte aan 't kort ophanden
zijnde wederzien, vervullen het hart. In allerijl
worden de kleine voorbereidingen voor het debar-
kement voltooidde declaratie aan den visiteur
heeft met haast van den eenen, met welwil-
een bepe'rkten omtrek een paar gevallen
voorgedaan hebben, volgen er niet zel
den meerdere slachtoffers. Veelvuldig zijn
ook de voorheelden in den militairen
stand, het meest wel bij het militaire
volk bij uitnemendheid, in Pruisen,
maar ook ten onzent niet zelden. Wei
nige weken geleden nog twee onderoffi
cieren op één dag, een te Leiden cn een
te Arnhem.
Wij hebben hier te doen met een
zorgwekkend verschijnsel, dat de aan
dacht overwaard is van allen die zich
bezighouden met maatschappelijke zoo
wel als met zielkundige vraagstukken.
Want afgescheiden van die gevallen,
waarin een bepaalde krankheid des gees-
tes als de oorzaak kan worden gecon
stateerd, moet er in den mensch die op
zelfvernietiging bedacht is, eerst iets zijn
vernietigd dat als een onmisbaar levens
element is te beschouwen. Wat is dat
Een diep besef van plicht, waardoor liet
bestaan wordt beschouwd als een nood
zakelijkheid, die door algeheele toewij
ding aan een bepaalde roeping wordt
geheiligd? Is het geloof aan de mensch-
heid, het bewustzijn van de waarde van
ieder individu, het opwekkend gevoel van
liet genot dat een welgeslaagde arbeid
schenkt? Arbeid, het kan niet genoeg
herhaald worden, is het merg des levens
wie zijn taak flink en breed, blijmoedig
en vastberaden opvat, heeft het leven
lief, hecht zich er aan en is dankbaar
voor de genietingen die het schenkt.
Zorgwekkende maatschappijlijke ver
schijnselen zijn er meer. Men kan te
genwoordig bijna geen courant in han
den nemen, of men leest van groote
faillissementen, vooral in Engeland en
in Amerika, waardoor handelshuizen die
een lange en eervolle geschiedenis ach
ter den rug hebben, ineenstorten. Alweer
vragen we: wat kan daarvan de oorzaak
zijn? Dat de val van één firma soms
vele kleinere medesleept, ligt in den aard
der wederzijdsche betrekkingen, maar
lendheid van den anderen kant plaats. De ont
vangen toiletstukken, dank zij de zorgen der
liefhebbende familie, juist van pas te Nieuwe-
diep aangekomen, doen uitstekend dienst, de
havenstoomboot brengt de passagiers naar de
binnenhaven. De bezorging der bagage wordt
aan den kommissionnair opgedragen, een paar
vigilantes nemen den repatriëerende met zijn
gezin op en brengen hem naar het spoorstation,
waar hij z.ijne broeders zal afwachten. Wat duurt
het lang eer die trein aankomt; hoe verlangend
is hij hen het eerst terug te zien, die hij tal
van jaren geleden te Ilellevoetsluis aan boord
van de F. S. het laatst van allen had vaarwel
gezegd. Eindelijk komt de trein snuivend aan,
de passagiers stappen uit en de drie broeders
liggen in elkanders armen. Wat een gelukkig
moment dat oogenhlik van wederzien, na zulk
eene langdurige scheiding. Wat een tal van vra
gen en antwoorden, wat al berichten ingewon
nen, wat al onderwerpen aangeroerd in znlk
een korten tijd. Vrouw cn kinderen worden
voorgesteld de kennismaking geschiedt spoe
dig en is hartelijk. De plaatsen worden genomen,
het uur van het vertrek breekt aan en voor
waarts gaat het om ook hen te zien, waarnaar
het hart zoo innig verlangt, 't Is een lange rid
de zomerhitte doet zich in het compartiment
buitengewoon gevoelen, de reis is langdurig en
vermoeiend en het ongeduld maakt minuten
tot uren. Ten laatste is de eindpaal der reis
bereikt, nog één uur van het station naar de
zelfde plaats, van waar hij in 1852 vertrok en
de zoon vliegt zijne bejaarde moeder ia de ar-
dat zoovele reuzen die gewoon zijn op
eigen beenen te staan, die niemands
steun ooit behoefden, niettemin ornvei
vallen, dat geeft te denken Zou het waar
zijn wat door velen wordt beweerd, dat
crediet zijn eigen krachten heeft over
schat, dat de solide handel, die het
evenwicht tracht te bewaren in de boek
houding, overvleugeld wordt door de
speculatiegeest, zeilende onder de vlag
waarop te lezen staatEr op of er
onder
Er zijn toestanden die men helder en
moedig onder de oogen moet zien, en
van welker verschillende oorzaken het
verband moet worden opgespoord. De
menschheid schijnt onderhevig aan koorts
aanvallen, die haar het eene oogenhlik
met zenuwachtigen haast en tot overspan
ning toe doen voortijlen, terwijl onmid
dellijk daarna een staat van uitputting
wordt waargenomen welks gevolgen zich
op onderscheiden wijzen openbaren. We
leven als het ware met horten en stoo-
ten, 't is hollen of stilstaan. Het eene
uur zouden we alle geniettngen tegelijk
willen smaken en niet rusten vóór wij
aan eiken beker de lippen hebben gezet,
het andere keeren wij ons met eensooit
van walging af van alles, zoowel van
het alledaagsche genot als van de bui
tengewone opwekkingen. Een uur van
overmatige krachtsinspanning, die ons de
onmogelijke dingen licht doet vinden,
wordt terstond gevolgd door bijna to
tale verdooving, waarin geen uitwendige
noch innerlijke prikkel ons tot ijver kan
opzweepen. In de eeuw die ten einde
spoedt hebben de gebeurtenissen die van
blijvenden invloed waren op het lot der
volken elkander met een duizelingwek
kende vaart opgevolgd, en hebben we
omkeeringen tot stand zien komen die
voorheen over honderden van jaren lie
pen; met de familiën en individuen
is het eveneens gegaan. Nieuwe geslach
ten van staatslieden, welker namen uit
het duister zijn opgeklommen, verrezen
Straks komt de beurt aan de zustersvrouw
en kinderen worden liefderijk en harteijk inden
gelukkigen familiekring opgenomen, niets ont
breekt aan de verrukking van dit oogenbhk dan
alleen, des vaders plaats is ledig; ledig
sinds jaren, ach kort reeds na het vertrek des
zoons. Met weemoed wordt de brave vader her
dacht, maar 't is thans het oogenblik niet om
te treuren. Het geluk van het wederzien ver
dringt alles. Daar komt de oude knecht, dezelf
de die hem naar Harderwijk bracht en toen
reeds meende zijnen jengdigen heer voor goed
vaarwel te hebben gezegd, aangestrompeld. Ook
nu weer biggelen groote tranen langs 's grijsaards
vermagerde wangen, maar thans zijn het tra
nen van dankbaarheid, tranen van trouw en
oprechte genegenheid. De in Nederland ach
tergebleven kinderen worden naar lichaam en
geest, goed ontwikkeld teruggevonden. Toch
is 't in den beginne alsof de vertrouwelijkheid
tusschen ouders en kinderen te wenschen over
laat. 't Is ongetwijfeld teleurstellend en grie
vend dat de gewoonte daarin boven de natuur
zegeviert, maar het is gelukkig slechts een
kortstondige zegepraal, want spoedig herneemt
eerstgenoemde hare rechten, om die voor goed
te handhaven. Gaandeweg komen ook andere
familieleden den teruggekeerde verwelkomen.
Goddank, weinigen ontbreken slechts, het weder
zien beantwoordt grootendeels aan de verwach
ting, 't was eene van de illusiën des levens die
zich inderdaad hebben bewaarheid.
Nu wordt liet noodige overlegd om zich te
vestigen en krachtdadig de hand te leggen aan
om den toon aan te geven, en verdwe
nen weer even spoedig in het onbekende
als de drager van een klinkenden naam
in het graf was nedergezonken. Uitvin
dingen die als van gisteren dagteekenen,
veranderden als door tooverslag de mid
delen van gemeenschap, van bestaan, van
aanval, van verdediging; en wat de men-
schelijke vlijt voorheen in een lange ja-
renreeks tot stand bracht, wordt over
troffen door de hedendaagsche scheppin
gen van enkele jaren. Wie zou nu nog
kunnen gelooven, dat éénmaal langer dan
een halve eeuw aan één kerk werd ge
bouwd? Onze tegenwoordige architecten
stellen zich met een minimum van tijd
ruimte te vreden.
De koortsige haast waarmede wij leven
is een der voornaamste oorzaken van te
leurstelling, van afgematheid, van levens
zatheid, waarvan we zoo dikwijls de
droevige uitingen opmerken. De mensch
heid leeft met de zenuwen, meer nog
dan met de hersenen. In vele gevallen spe
len de laatste slechts de ondergeschikte
rol, want menigwerf is de handeling
reeds de gedachte vooruitgeloopen.
Een meer kalme wereldbeschouwing en
levensopvatting zou een weldadige ver-
frissching geven. Waar vinden wij die
zekerder dan in de reine, rustige natuur,
in de onmiddelijke nabijheid, hetzij
de najaarswind door het eenzaam ge
boomte ruischt en de laatste grashalmen
het hoofd doet buigen, hetzij de ter
kimmen neigende avondzon ons spreekt
van rust na een wèlvolvoerde dagtaak
O, niet in de verte, na een afmattende
sneltreinreis van vele uren moeten wij
verademing zoeken, maar in ons eigen
Thuis, in den schoot van 't gezin, in de
oorden waar elk voorwerp ons van nabij
bekend is en een herinnering te voor
schijn doet treden. We hebben kalmte
noodig, de heilzaamste artsenij voor een
overprikkeld zenuwleven, welnu, waar
om ontvlieden wij de bronnen, die ge
nezing kunnen aanbrengen?
de genezing van den lijder.de vvien nog eene
zware beproeving wacht. De genezing komt even
wel tot stand en hoezeer de gezondheidstoe
stand wankelend blijft en een terugkeer naar
Indië wel niet meer mogelijk zal zijn, toch is
de vader voor het gezin, voor zijne moeder en
familie behouden en kan hij nog eenige geluk
kige jarer. doorleven.
Sedert zijn er na zijne terugkomst in het
vaderland reeds eenige jaren verloopen. De ou
derlijke plichten drukken meer en meer op het
ouderenpaar, dat zich in het koude vaderland
met zijn veranderlijk klimaat maar niet geluk
kig kan gevoelen en vurig terug verlangt naar
de geliefde streken, waar een eeuwigdurende
z.omer heerscht, waar de levensvoorwaarden zoo
veel gunstiger zijn en dat de bakermat was van
't gene zij tot dusverre goeds en waardeerbaars
genoten.
De noodzakelijkheid legt hun evenwel hare
harde wetten op; de plichten jegens een talrijk
kroost moeten, zal het levensdoel bereikt worden,
stipt, angstvallig zelfs worden nagekomen, zij
spreken gebiedend en dulden geen tegenspraak,
geen inbreuk, geene zwakheid.
Leidzaam onderwerpt zich de vader van het
gezin aan die harde noodzakelijkheid en gewoon
lijk ziet men hem, wanneer hij gezond is, tevre
den en opgewekt de op hem rustende taak naar
vermogen vervullen maar toch zijn er oogen-
blikken waarin hij slecht gemutst, met zijnen
toestand geen vrede kan nemen en dan kan
men hem meermalen met grappigen onwil hoo
ien zeggen 't is hier geen klimaat 1 't is geen
land! Heilig Indië!