NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST,
STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG,
Feuilleton.
MARIANNE.
No. 92.
Zaterdag 17 November 1883.
Twaalfde Jaargang.
Voormaals en nu.
AMERSFOORTSCHE
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f '1,Advertentiën van 1 6 regelsf 0,40.
Franco door het geheele Rijk1,10. Uitgever I A. M. SlotllOUWer Iedere regel meer 0,05.
r o Voor het Buitenland0,07*
Afzonderlijke nummers 3 Cent. TE AMERSFOORT. Reclames per regel .0,20.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. f juij
J Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiteriyk 's mor
gens ÏO unr des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slecbts driemaal
la rekening gebracht.
In het prachtig stukje van Washington
Irving „Een bedevaart" (Zondagsbl. N. v.
d. Dag 28 Oct.) wordt gezegd: „Hij, die
roem in de wereld gezocht en hare volle
gupst ingeoogst heeft, vindt ten slotte,
dat er geen liefde, noch bewondering,
noch toejuiching zoo zoet is, als die uit
zijne geboorteplaats, waar hij ook in vrede
wenscht te rusten, op de plaats waar hij
als kind gespeeld heeft.
„En als het moede hart en het zwakke
hoofd hem begint te waarschuwen, dat
de levensavond nadert, dan gaat hij, even
zachtkens als een kind in moeders armen,
ter ruste, op de plaats, waar hij als kind
gespeeld heeft."
Hoezeer wordt die idyllische voorstel
ling door de wezenlijke werkelijkheid
weersprokenHoe weinigen is het gegeven,
op de plek waar eenmaal hun wieg door
het zorgvol moederoog werd bewaakt, de
vruchten te genieten van hun denken en
werken, van hun lijden en strijden
Vol levensmoed verlaat de jongeling het
oord zijner opleiding, om elders de wor
steling met het lot te aanvaarden, ver
gezeld van de beste wenschen van hen
die hem dierbaar zijn. Van de moeilijk
heden, op zijn pad nedergelegd, heeft hij
nog geen denkbeeld, en zoo al eenig
NOVELLE
VAN
ALMA WEISZMANN.
De goede vrouw was op het hooren hiervan
zoo gelukkig, dat zij Marianne uit den grond
haars harten bedankte, en ook de kleine Gret-
chen legde haar verkleumd handje in die van
de jonge bruid en knikte haar toe met een lachje
zoo lief en vriendelijk, dat het was, alsof zij de
kostbaarste schatten gekregen had. Vooral de
doek viel zeer in den smaak der kleine en toen
deze nu hare moeder verzocht, hein voor haar
om te knoopen, stapte zij er de kamer mee op
en neer, alsof zij een prinsesje was. Lachend
keek Marianne het kind aan en dacht: „Zoo
gaat het in het leven ook, wat den een verdriet
geeft, ja bijna wanhopend maakt, is voor den
ander niets dan vreugde eu geluk," en nog lang
nadat zij de schamele woning verlaten had,
klonk haar de vroolijke stem van het kind in de
ooren.
Toen zij eindelijk weer in hare kamer geze
ten was, trad tante Therese naar haar toe en
sprak min of meer aangedaan „Laat ons nog
eenmaal samenpraten, vóór gij voor goed van
mij heen gaat. Ik weet, ik ben niet altijd zoo
lief en vriendelijk voor u geweest, als ik wel
had moeten zijn, integendeel ik was dikwijls
boos en knorrig. Wat mij zoo maakte, weet gij
reeds, het wa# de gedachte, nooit werkelijk
door iemand bemind te zijn geweestHiervoor
nu heb ik u willen bewaren, Marianne, en ik
hoop, dat gij er mij uw levenlang dankbaar
voor zult zijn. Wees er ook hem dankbaar voor,
die u morgen zijnen naam schenken zal, beschouw
besef daarvan hij hem aanwezig is, hij
gevoelt in zich de kracht om alle be
zwaren te overwinnen. Zonder dat hij
zich in alle opzichten rekenschap geeft
van 't geen hij van de wereld vraagt,
zweeft hem toch een ideaal voor den
geest van nuttig zijn, van een goe
den, een beroemden naam zelfs te er
langen, en zeker verwacht hij wel
dat, indien hij wederom de welbekende
straten betreedt, een betuiging van goed
keuring, een handdruk van aanmoediging
hem zal ten deel vallen.
Maar laat diezelfde jonge man eens
twintig, laat hem tien jaren verwijderd
blijven van het tooneel zijner kinderspe
len laat hem gedurende dien tijd een
eervollen loopbaan volgen, zoodat hij in
zijn nieuwe omgeving met achting wordt
bejegend en toch hoe koel is de ont
vangst hem bereid door hen die niet tot
zijn allernaaste betrekkingen behooren
Men herinnert zich zijner niet meer
men weet eigenlijk niet meer dat hij be
staat. De makkers zijner jeugd zijn hem
totaal vreemd geworden, er is geen over
eenstemming van gevoel meer. Of, zoo
men eindelijk zijn geheugen wat heeft
geraadpleegd, en er ja, een flauw her
denken Oprijst: als daarbij de ontdek
king wordt gedaan dat de man, die nu
weder terugkwam na in den vreemde
met succes te hebben gewerkt, veel an
deren die niet heengingen en zeer kalm
den levensstrijd opvatten over het hoofd
is gegroeid, dan heet het: „Nu, die
heeft ook geboft
Maar laat ons, de ideale voorstelling
bewonderende en niettemin de werkelijk
heid voor oogen houdende, ons niet al
te zeer beklagen. De levenstoestanden
hebben een belangrijke wijziging onder
dokter Sturm voortaan als den man, die u al
les schonk om het leven te veraangenamen,
eer.e positie in de maatschappij, zijn huis, zijn
vermogen en zijne bescherming, terwijl gij zel
ve hem daarvoor niets in de plaats geeft."
„Niets?" hernam Marianne met kwalijk ver
borgen woede, „niets Voorwaar gij zijt vleiend.
Of denkt gij soms, dat mijn leven, hetwelk ik
voortaan aan het zijne ga wijden, dat mijne
wenschen die ik volgaarne aan de zijne wil on
derwerpen, dat mijn geheele wezen, hetwelk
weldra geen anderen wil meer zal erkennen
dan den zijne, denkt gij dat dit alles niets
is?"
De oude vrouw haalde onverschillig de schou
ders op, toen zij deze hartstochtelijke woorden
hoorde en sprak „O ja, zeer zeker is het iets,
maar niet veel in vergelijking van hetgeen hij
u schenkt. Dit nu mag uwe ijdelheid kwetsen,
doch het is niettemin zoo, kindlief. Ook ik heb
al die schoone zaken, welke gij daar zoo even
opnoemdet, eenmaal bezeten, en had hetzelfde
willen doen als gij, en toch" voegde zij er
bitter bij, „bleef ik eenzaam." Toen, als wilde
zij met kracht deze pijnigende gedachte verdrij
ven, ging zij voort: „Dus, kind nog eenmaal,
blijf hem dankbaar, dankbaar gedurende uw ge
heele leven!"
„Dat zal ik, indien hij mij werkelijk bemint
dacht Marianne bij zich zelve en verliet het ver
trek.
Vier en twintig uren daarna had Marianne
haren echtgenoot eeuwige liefde en trouw ge
zworen; hare jeugd lag achter haar en een nieuw
leven ontsluierde zich voor hare oogen.
De dagen werden korter en de zomer moest
wijken voor den naderenden herfst.
Het was juist zes maanden geleden, dat Ma
rianne Gebhard haren naam voor dien van een
ander verwisseld en beloofd had, haren man i
gaan. Was vroeger de blik beperkt bin
nen den kring waarin men werd opge
voed, en bleven zelfs de families zoo dicht
mogelijk bijeen, als een voortzetting van
de patriarchale tijden van ouds, de
maatschappelijke behoeften oefenen een
soort van middenpuntvliedende kracht
uit, waardoor vele banden die voorheen
onbreekbaar schenen, nu zoo spoedig los
raken. Niet de geboorteplaats alleen, maar
het geheele land, en zelfs heel de we
reld ligt open voor hem die ernstig
zijn krachten wil wijden aan het welzijn
der maatschappij, die den strijd om het
bestaan met moed wil aanvaarden en
daarin de voldoening wil zoeken voor zijn
geestelijke en lichamelijke behoeften. Te
groot nog is het getal van hen, wien
het daartoe aan krachten faalt, die
zich angstig terugtrekken in den engen
kring, niet omdat zij meer dan anderen
met hun gansche ziel daaraan gehecht
zijn, maar dewijl zij den strijd vree
zen en de mededinging niet durven trot-
seeren. Schoon is de aanblik van een
moeder die haar kinderen om zich heen
heeft verzameld en de rijke schatten harer
liefde gelijkelijk onder hen allen verdeelt,
zóó dat het deel der eenen niets ontneemt
aan hetgeen de ander ontvangt, maar
schooner nog, dunkt ons, het gezicht van
die andere moeder, die haar zoon verge
zelt naar de plaats van vertrek, vanwaar
hij zijn bestemming te gemoet gaat. Een
wereld van gewaarwordingen ligt in de
vermenging van teederheid en vastbe
radenheid, waarmede zij hem de hand drukt
ten afscheid, voor langen tijd voor het
laatst wellicht, en hem aanbeveelt op
God en op zichzelven te vertrouwen.
De kloeke mannen van het voorgeslacht
hebben niet geschroomd, als het moest,
lief en leed getrouw ter zijde te staan.
Zij hadden de eerste weken van hun huwe
lijk in voortdurende afwisseling doorgebracht en
alle bijzonderheden der groote steden, die zij
doortrokken, bezichtigden toen zij nu einde
lijk hunne nieuwe met groen versierde woning
binnentraden en stil stonden voor het open ven
ster, waar zij met volle teugen de verfrisschen-
de lentegeur inademden en zich in het reine
blauw des hemels en de verkwikkende stralen
der zon verheugden, werd het Marianne op een
maal zoo wel te moede, dat zij niet nalaten
kon, beide, handen in die van den dokter te
leggen en uit de volheid haars harten te stame
len
„O Robert, hoe schoon is toch de lente, hoe
heerlijk de intrede is ons huis! God zegene u
voor alles, wat gij mij geschonken hebtwaar
na zij hem met eene ongekende teederheid om
helsde.
De dokter keek haar lachend aan, drukte haar
tegen zijn hart en zeide dat hij hoopte, dat
zij zich steeds zoo gelukkig mocht blijven ge
voelen en dat het haar nooit berouwen mocht,
zijne vrouw te zijn geworden.
Toen noemde hij haar zijn „lief, dierbaar kind,"
kuste haar en streelde in eindelooze liefkoozingen
hare gloeiende wangen.
En de goede man deed alles wat in zijn ver
mogen was, om zijne vrouw gelukkig temaken.
Of hij hierin slaagde Wie, die het zeggen zal!
Opschik noch kleeding, schouwburg noch opera
waren het doel harer wenschen, zij had behoefte
aan iets anders zoo het scheen. Niet dat Mari
anne zich bepaald ongelukkig gevoelde, o neen
dat zij verremaar toch was er iets, dat haar
ontbrak, iets waarnaar zij te vergeefs zocht.
Dikwijls toch stond zij na het eenofandere ge
sprek met haren echtgenoot van tafel op. Het
de handen slap naar beneden hangen, zuchtte
diep en vond, dat de zon, die een oogenhlik
vroeger nog zoo helder geschenen had, niet
meer zoo vroolijk was en dat alles om haar heen
hun geboorteplaats den rug too te kee-
ren, en wij gelooven dat onze jeug
dige tijdgenooten ook in dit opzicht aan
hen een voorbeeld kunnen nemen.
Vooral een koloniale natie, dieook in
de verte een arbeidsveld bezit waarop
veler krachtsinspanning noodig is, mag
niet te veel toegeven aan de zucht om
haar kinderkens bijeen te houden, en
haar zonen moeten zich bij toeneming
gedrongen gevoelen, om de eer van hun
Vaderland ook daar te doen gelden, om
den Nederlandschen naam groot te doen
blijven ook onder de verzengde lucht
streek.
En al blijkt het ten slotte, dat de ge
boorteplaats slechts aandacht heeft over
gehouden voor de zeer enkelen, wien
het is gelukt de hoogste rangen te be
reiken; al vindt de eervol ontslagen ar
beider ook niet altijd juist in haar schoot
aan het eind der baan de welverdiende
rust, geen nood! De menschheid is
aan geen plaats gebonden en het bewust
zijn, naar vermogen te hebben medege
werkt aan het algemeen welzijn, spreidt
overal een zachte legerstede.
Amersfoort, 17 November 1883.
Donderdag 15 Nov. had alhier de eer
ste Nulslezing plaats, gehouden door den
Heer P. H. Hugenholtz, voorganger der
vrije gemeente te Amsterdam. Zijne re
devoering werd met groot genoegen aan
gehoord en was zoo merkwaardig, dat
wij willen trachten daarvan een en an
der mede te deelen-
Naar aanleiding van een beeldhouw
werk ten toon gesteld in Arti et Ami-
citise voorstellende Asschepoetser begon
hij met het sprookje nog eens voor den
er minder aantrekkelijk uitzag.
Doch daar zij geen bepaalden vorm aan dit
onbepaald verlangen kon geven, verzette zij er
zich tegen met alle kracht, die in haar was,
want voorkwam niet haar echtgenoot tot zelfs
hare kleinste wenschen
Het was heden later dan gewoonlijk en Ma
rianne zat vol verlangen op de komst van haren
man te wachten, want de eenzaamheid was haar
ondragelijk. Juist had zij het boek, waarin zij
te vergeefs had trachten te lezen, dicht gedaan
en wilde zij aan het venster treden, toen de
huisbel vroolijk weerklonk en, eer zij nog de
kamer had kunnen verlaten om, zooals zij ge
woon was te doen, haren echgenoot te gemoet
te treden, stond hij reeds met uitgestrekte armen
en blijmoedig gelaat voor haar, luid roepende:
„Zie nu eens hier, kindlief, hier breng ik u
eenen gast mede, die gaarne een paar dagen
bij ons zoude willen doorbrengen. Verbeeld u,
ik ontmoette hem zeer toevallig op straat, en
ofschoon hij zijnen ouden oom wel wat verwaar
loosd heeft, zoo zal ik mij toch maar over den
deugniet ontfermen en hem niet van rnij stoo-
ten". Dit zeggende, leidde de dokter een jong-
mensch binnen, dien hij aan zijne vrouw voor
stelde als zijn neef, Julius Sturm, sedert eeni-
gen tijd als ingenieur bij verschillende spoorweg
maatschappijen werkzaam en tijdelijk hier ge
plaatst.
„En nu, lieve Marianne," ging de goede man
opgewonden voort, „geef uwen nieuwen neef de
hand en heet hem recht hartelijk welkom.
En gij, gij moet heden het eenvoudige voor
lief nemen. Had mijne vrouw kunnen vermoeden
dat gij in plaats van in het verste hoekje van
Beieren, waar men ons vertelde dat gij waart,
hier zoudt dineeren, dan, wees er verzekerd van,
zoude zij het vette kalf voor u geslacht heb
ben 1
CWordt veruolgd.J