NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR II, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMEI VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG, AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELÖ, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOESÏ, Bericht. No. 100. Zaterdag 15 December 1883. Twaalfde Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Zij die zich thans abon- neeren ontvangen de Cou rant tot T Januari gratis. Schoolbouwpolitiek' Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsf 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het Buitenland0,07s Reclames per regel 0,20. tiroote letters worden berekend naar plaatsruimte Misschien vindt de lezer dit opschrift niet mooi wij ook niet, en nog minder mooi vinden we de allerjammerlijk- ste zaak die er door wordt vertegen woordigd. Ons pplitiek leven dreigt ge heel vernietigd te worden in een maal stroom van kleingeestigheid, en de leuze waaronder dit proces plaats vindt, staat hierboven. Een tiental jaren geleden en veel vroeger nog werd luide geklaagd over de weinige zorg, over het algemeen aan lagere scholen besteed, wat de in richting betreft. Men noemde het een schande voor ons land, dat onze jeugd niet zelden een aanmerkelijk deel van de beste levensjaren moest doorbrengen in een te bekrompen ruimte, met bedor- ren lucht gevuld, slecht verlicht, waar die kinderen'op banken zaten die aller lei nadeelige houdingen in de band werk ten, enz. Men oordeelde dat het kwam, orndat bij het bouwen en verbouwen van scholen met te groott lichtvaardigheid werd te werk gegaaneen deskundige werd niet altijd geraadpleegd, en ieder «architect" die een bestek voor een dorps kroeg kon maken, meende dat hij mans genoeg was om ook het plan voor een schoolgebouw te ontwerpen en uit te voeren. Daardoor gebeurde het dat men voor veel geld dikwijls een zeer slecht gebouw kreeg, - althans dat er, ware slechts een weinig hoogere som op oor deelkundige wijze besteed geworden, een school gebouwd zou zijn die èn voor het onderwijs èn voor de gezondheid der kinderen geen bezwaren opleverde. Men vroeg of het niet mogelijk ware dat voor ons klein landje, waar de plaatselijke toestanden toch niet zoo verbazend ver uiteenloopeneenige algemeene voor schriften ontworpen konden worden, die hij den bouw van lagere scholen in acht te nemen waren, behoudens de vrij heid natuurlijk, voor de besturen der ge meenten, om de niet in die voorschrif ten genoemde punten naar eigen goed vinden te regelen. De nieuwe onderwijs wet huldigde dat gezond beginsel, en bepaalde eenvoudig dat de vaststelling zou geschieden bij algemeene maatregel van inwendig bestuur. Men zou zeggen hoe is het mogelijk van een zoo weinig ingewikkelde quaes- tie, waarvan het gezond verstand een zoo gemakkelijke oplossing geeft, een politiek vraagstuk te maken Ja, wat is er niet mogelijk in een land waar de werkelijk staatkundige vraagstukken worden weggebabbeld, en men dan toch toonen moet zich de dingen ernstig aan te trekken Een commissie werd dan benoemd om de Regeering voor te lichten omtrent de eischen aan een goede schooi te stellen. Men heeft die commissie heel wat be schuldigingen naar het hoofd geworpen, omdat zij een bloot wetenschappelijke vraag naauwgezet en volgens haar beste weten heeft beantwoord we zullen dit thans onbeoordeeld laten. De Regeering stelt dan eenige bepalingen vast, aan welke voortaan nieuwe scholen moeten voldoen, geeft op in hoeverre de reeds bestaande scholen aan die voorschriften zullen moeten beantwoorden,en stelt vrij lange termijnen om liet een en an der voor te bereiden. Dat was niet onnoodig. Want let wel, in een groot getal gemeenten, waar men overtuigd was van de noodzakelijkheid van eene nieuwe school of van een ver bouwing, had men de laatste jaren, in afwachting van de wet die eerst ver scheen lang nadat zij was toegezegd, volstrekt niets gedaan en toen eindelijk het Kon. Besl. betreffende den school- bouw de vereischte zekerheid gegeven had, ja, toen moest men wel overal aan het bouwen en herstellen. Dat op sommige plaatsen de ijver voor het la ger onderwijs toen weieens belette, angst vallig na te gaan of eenig plan ook voor vereenvoudiging in aanmerking kon ko men, is niet te ontkennen, en het is wel te betreuren dat niet alle regeerings- ambtenaren rnet de noodige stiptheid hierop gelet hebben. Doch ook al ware dit overal geschied, toch zouden gedu rende de eerste jaren èn voor de ge meenten èn voor het Rijk de kosten vrij hoog moeten zijn, dewijl men zooveel te herstellen had wat vroeger was verzuimd. Was dit eenmaal klaar, en had men ge zorgd voor soliden houw, in tijden waarin heele forten inzakken en omval len zonder dat men er veel om schijnt te geven een niet onnoodige aanbeve ling, dan zouden die hooge kosten eerlang zeer verminderen. Maar toen men ontdekte dat scholen en onderwijs geld kosten, en dat, zoo men dat er niet voor over had, het be ter ware geweest alles te laten in den gebrekkiger, toestand van voorheen, toen kwamen de klachten. Het trof juist, dat deze hoogere uitgaven plaats hadden in een tijdperk van algemeenen financi- eelen druk, en waarin ook op ander ge bied een minder te rechtvaardigen uit zetting van uitgaven viel waar te nemen. Welk een schoone gelegenheid nu, om de schuld der verbreking van het finan cieel evenwicht geheel en al op de schou ders van het lager onderwijs te werpen Het "geroep bleef niet zonder uitwer king. Twee malen werd het getal voor schriften in het Kon. Besluit verminderd met verlenging van termijnen. Op die manier is het oogenblik voorbereid waar op met het goede beginsel der wet kan worden gebroken. Dat oogenblik is, naar de meening van de vijanden der openbare school, thans gekomen. Het ingediende voorstel Mac- kay c. s. behelst in het eerste artikel de intrekking van de schoolbouwbepaling. De heeren voorstellers zeggen dat zij de onderwijswet zullen verbeteren, op gevaar af van uit hun gelederen te zien wijken hen die tot dusver slechts wegens de financiëele bezwaren tegen gezegde wet met hen mede gaan. Hoe belange loos dit ook schijnen moge, we hopen dat des «vogelaars gefluit" hier te ver geefs zal klinken. De schoofwet is waarschijnlijk niet vol maakt welke wet is het dan wel Maar de liberalen en in het algemeen zij, die niet gezind zijn de secteschool te aanvaarden ah de hoogste uitdrukking onzer natio nale eenheid, zullen wèl doen haar eerst eens geheel in werking te zien tre den alsdan kan worden uitgemaakt of zij verbeteringen moet ondergaan en welke. En dat werk ''behoeft dan niet aan de vijanden van het openbaar on derwijs te worden overgelaten de vrien den zullen en moeten de zaak ter harer tijd in ernstige overweging nemen. «De financiëele nood van het Vaderland", over 'welken de heeren zich bekommerd ma ken, moet op geheel andere wijze wor den bezworen dan door verknoeiing en verwaarloozing van wat tot de allereer ste zorgen der Overheid behoort. Ongeveer twee maanden geleden von den we in de Nieuwe Rotterdamsche Courant deze woorden, die we dringend ter overdenking aanbevelen «Wat denkt men te bereiken, door de schoolwet thans met financiëele argu menten te bes!rijden? Dat de verbete ring van ons onderwijs geld kost, en dat het cijfer der uitgaven aanmerkelijk zou dalen, als de Staat de hand van het on derwijs aftrok, weet ieder. Maar wie zijn verstand heeft, weet óók, dat een natie, ilie het onderwijs verwaarloosde, haar ondergang met grooter zekerheid zou te gemoet gaan dan eene, die tijdelijk met achterstanden en tekorten te worstelen heeft. Een verbroken evenwicht op het budget is te herstellen, maar het nadeel dat een volk lijdt, hetwelk in ontwikke ling achterstaat hij andere \olken, is on herstelbaar." De op Woensdagavond 12 December te 7 uren gehouden vergadering van den Gemeenteraad van Amersfoort, gepresi deerd door den heer Burgemeester Jhr. Mr. T. A. J. van Ascli van Wijck, werd bijgewoond door 14 leden afwezig met kennisgeving de heer B. W. van Burg steeden. Na voorlezing en goedkeuring van de notulen der vorige vergadering, stelt de Voorzitter aan de orde 1. Voorstel van Burg. en Weth. aan gaande de heffing van het vuur-, haven en tongeld, waarin B. en W. zeggen dat, naar aanleiding van 's Raads besluit van 23 Januari 1.1., door Z. M. bij besluit van 1 Mei 1883, No. 14, goedgekeurd werd dat door de gemeente Amersfoort gedu rende het jaar 1883 werd geheven 50% van het bedrag voor vuur-, haven- en tongeld bepaald bij liet tarief, goedge keurd bij K. B. van den 1. Mei 1830, No. 3. Dientengevolge gaan zij voort zal Uwe vergadering voor den 1. Ja nuari 1884 de percentage voor het vol gende jaar behooren te bepalen, om bij vernieuwing de koninklijke machtiging te kunnen aanvragen. Alvorens daarom trent aan U de noodige voorstellen te doen, vermeenden wij laten B. en W. volgen aan de kamer van kooph. en fabr. alhier te moeten vragen of naar hare meening eene vermindering van be taling voor schepen die meer geregeld varen, in het belang van de scheepvaart wenschelijk wordt geacht, en zoo ja of de door ons aangegeven percentage bil lijk voorkwam. Met overlegging van het door die ka mer uitgebracht advies strekkende om, ten einde de bevrachting van schepen naar Amersfoort te bevorderen, te be palen dat schippers die per jaar 20 of meermalen naar Amersfoort komen, eene zoodanige restitutie zullen ontvangen dat het door hen betaalde vuur-, haven- en tongeld 25% van het tarief of met an dere woorden van de dit jaar geldi ge heffing bedraagt waarmede B. en W. zich in hoofdzaak vereenigen, merken zij op, dat in '1882 er. in den loop van dit jaar 2 schippers alhier meer dan 20 maal per jaar hebben gehavend, en het ook hun wenschelijk voorkomt eene vermindering toetestaan voor hen die meer geregeld varen,welke maat regel, naar zij vermeenen eene meerdere scheepvaart zal uitlokken. Eene vermin dering zooals de K. v. K. verlangt, ach ten zij echter te belangrijk; naar hun oordeel behooren twee klassen te wor den aangenomen, n. 1. en in dien geest bieden zij den Raad een ontwerp besluit aan, voor hen die 30 maal of meer varen 25% en voor meer dan 20 malen 15% restitutie te verleenen van het aan 50% van het bestaande tarief aan vuur-, haven en tongeld betaalde. De heer van Beek stelt voor, met het oog op de groote opofferingen die wel licht hij eene verbetering van de rivier de Eem van de gemeente zullen gevor derd worden, over 1884 evenals in 1883 50% van het bestaande tarief te heffen. De heer Visser stelt voor in plaats van het door B. en W. voorgestelde, in het algemeen 40% te heffen, welk voor stel, als niet ondersteund, geen punt van beraadslaging kan uitmaken. De heer Zandijk ondersteunt het voor stel van den heer van Beek, en ver meent dat de door B. en W. voorgestel de wijze van heffing tot moeilijkheden aanleiding zal geven, wanneer men be denkt dat het aantal door de schippers te doene reizen van de weersgesteldheid afhankelijk is, en schippers die geregeld om de 3 weken op Rotterdam en Kam pen varen geene restitutie zullen erlan gen ook in afwachting van het lot der gedane voorstellen tot overname van de rivier de Eern en buitengewone uitga ven die voor onvoorziene gebeurtenissen zouden kunnen moeten worden gedaan, vjndt hij geene vrijheid om eene heffing van minder dan 50% te ondersteunen. De heer v. d. Wall Bake verklaart zich in het belang van den kleinhandel voor het verleenen van restitutie. De heer Gerritsen deelt mede dat hij op zijn verzoek van den Burgemeester i heeft ontvangen eene opgave van de na men der schippers welke 16 malen of meer per jaar te Amersfoort havenen hij betuigt daarvoor zijn' dank. Uit die lijst blijkt, zegt spreker, dat een lOtal i schippers, waaronder die op Kampen en

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1883 | | pagina 1