NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST, VUUHSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG In het verre Westen. Feuilleton. No. 35. Woensdag 30 April 1884. Jüertienae jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, BuitenlandscR Overzicht. Staten-Generaal. AMERSFOORTSGHE COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsf 0,40. Iedere regel meer 0,05 Voor het Buitenland0,07 Reclames per regel 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Adverteutiën kunnen ingezon den worden tot uiterlijk 's mor gens ÏO uur des Woensdags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt sleckts driemaal in rekening gebraclit. In de vergadering Zaterdag gehouden door de Commissie uit den Rijksdag die belast is met het onderzoek van de so cialistenwet herinnerde de heer J. Rich ter, nationaal-liberaal, (niet te verwarren met den veel meer bekenden fortschritt- man Eugen Richter,) dat de Regeering beloofd had een ontwerp in te dienen speciaal gericht tegen het gebruik van dynamiet voor misdadige doeleinden er, tevens regelen stellende voor het vervoer dier gevaarlijke stof. Hij verklaarde dat zijn partij socialisten en anarchisten geenszins op dezelfde lijn plaatst, en deelde mede dat twee dier laatsten, met zeven anderen gearresteerd wegens on lusten te Elberfeld en te Frankfort, be kend hebben dat zij gedurende het nationale feest op den Niederwald in de water-afvoerbuizen van hetgedenkteeken zestien pond dynamiet verborgen hadden; de vochtigheid van den grond had een ontploffing op den dag der inwijding ver hinderd. Klaarblijkelijk hadden de mis dadigers het toen gemunt op den Keizer en zijn familie, benevens de vele Duitsche vorsten die het feest bijwoonden. Twee dagen later hadden zij het dynamiet weer weggenomen, dal toen in een feesttent op een weide aan den Rijn ontplofte zonder schade te veroorzaken. Dergelijke aanslagen, zei Richter, zouden door geen socialistenwet te voorkomen zijn, noch «Aarzelt gij? Komaan indien gij een mede- mensch, wel is waar onder eenigszins buitenge wone omstandigheden, niet met uw raad en hulp wilt bijstaan, zeg het dan ronduit, dan moet ik mij tot een ander wenden. Gij zult het echter op uw geweten hebben, wanneer gij door uw dralen ongeluk over onschuldige hoofden brengt." «Gij kunt ten minste eenigszins aangeven van welken aard deze onderneming is, Mijnheer. «Mijn naam doet niets ter zake," viel de vreemdeling hem in de rede, en steeds barscher fronste hij de wenkbrauwen, «als gij dat ge makkelijker vindt, zoo kunt gij mij Webster noemen; wat die onderneming echter betreft nu, die zult gij op de plaats zelve beter leeren kennen, dan ik u die met enkele woorden kan beschrijven." Hij stond met een ongeduldige beweging op. «Aarzelt gij nu nog?" ging hij voort, «denkt gij dan dat ik bij dit hondenweer dien langen weg gekomen ben, om mij als een schooljongen te laten uithooren? Wilt gij met mij mede gaan, of niet? Antwoord met ja of neen. Zijt gij soms bang voor uwe eigen persoon, vraag dan uzelven af, of iemand, die u nooit eerder gezien heeft, er belang bij kan hebben u nadeel te berokkenen. Het is waar, de manier waarop ik uwe hulp ben komen inroepen, boezemt geen bijzonder vertrouwen in, ten minste niet aan een vreesachtige ziel." «Vrees ken ik niet," hernam Harold vastbe raden, «maar zal ik mij steken in een zaak, toen, noch in het vervolg. Zijne mede- deeling maakte veel indruk, en met al- gemeene stemmen werd besloten de Regeering te vragen, het aangekondigde ontwerp betreffende de ontplofbare stof fen zoo spoedig mogelijk in te dienen. 't Is wel opmerkelijk dat, hoezeer er ook overal met dynamiet en ander tuig wordt geknoeid en gemorst, de nadeelen die men er mede teweegbrengt betrek kelijk gering zijn, met hoeveel sluw over leg de boosdoeners ook te werk gaan. Zondag waste Dublin een helsche machine geplaatst onder een der vensters van de kazerne in Shipstreet, vlak bij een ver trek waar de soldaten toen een gods dienstoefening bijwoonden. De knal ver oorzaakte natuurlijk groote ontsteltenis, maar slechts geringe schade aan het ge bouw, terwijl niemand werd gekwetst. De Soedansche zaken worden voort durend duisterder. De Engelsche Regee ring heeft naar Cairo bericht gezonden dat het haar niet mogelijk is een expe ditie te zenden tot ontzet van Berber, dat zooals men zich herinneren zal even nauw wordt ingesloten als het Zuidwaarts van daar gelegen Khartoem, dewijl er vier maanden mede gemoeid zouden zijn. De Egyptische Regeering heeft dit beiicht gezonden naar den gouverneur van Berber, en hem machtiging verleend om, zoo hij kon, terug te trekken. Ge lukkig was de uitweg naar het Noorden hem nog niet afgesloten, en dadelijk be gon hij 150 personen weg te zenden, terwijl binnen vier dagen alles de stad uit zal zijn. De vraag is, of die lieden heelhuids hun bestemming zullen berei ken Van de troepen die de gouverneur tot zijn beschikking had is het grootste gedeelte dadelijk naar den vijand over- geloopen. Van Khartoem werd in de laatste dagen niets vernomenmen troost waarvan ik den omvang niet ken, en waarvan ik niet eens weet of zij met mijne betrekking wel iets te maken heeft? Mijn bedenken is, dunkt mij, zeer goed te verdedigen. Intusschen, ik zal aan uw wensch voldoen. In allen gevalle kan ik nog terugtrekken, als ik aan iets mocht gaan twijfelen." Over het bijna verweerde gelaat schoot een bijna dreigende lach. «Dat kunt gij natuurlijk," klonk het Harold spottend in de ooren, «maar ik verzeker u op mijn woord, dat het niet geschieden zal. Nu hoop ik dat hiermede aan uw laatsten twijfel een einde gemaakt is. Vijf minuten hebt gij tijd, om u gereed te maken; dan moeten wij voort. Wij hebben tien Engelsche mij Ier. afteleggen, en het is nog twee en een half uur vóór mid dernacht." «Hebt gij een paard voor mij?" «Wij zullen met een wagen gaan. Te paard zouden wij er vlugger geweest zijn, maar bij zondere omstandigheden dwongen mij een wagen te nemen." «Binnen vijf minuten ben ik tot u dienst," zeide Harold, en hij begaf zich naar zijne slaap kamer, die aan het bureau grensde. Uit de ge jaagdheid, waarmede hij zich voor den nachte lijken rit gereedmaakte, bleek echter duidelijk, in welke spanning hij verkeerde over het ge heimzinnige optreden van den raadselachtigen vreemdeling. Want deze had nauwelijks eenige malen met gebogen hoofd en met de handen op den rug de kamer op en neer geloopen, of Harold was weder bij hem, hing een tasch met schrijfmaterialen over den schouder en ver klaarde zich bereid om te vertrekken." «Tegen de koude en regen zijt gij niet best beschut" merkte Webster op, terwijl hij den advokaat met een vluchtigen blik van het hoofd tot de voeten opnam, «maar in het rijtuig vindt zich met de gedachte dat Gordon veilig is, omdat hij nog voor een maand of drie voedsel voor de bevolking en de be zetting heeft. De Pall Mall Gazette, een courant van gezag, is over de houding der Britsehe Regeering verontwaardigd. »Haar eenige zorg," zegt het blad, «schijnt te zijn om Gordon weer levend en wel thuis te krijgen. Laat hij de zesduizend man bezetting en de vijftienduizend inwo ners die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, in den steek om zijn eigen leven te red den, dan zal de Regeering zich van alle verdere verantwoordelijkheid ontheven achtenweigert hij dit te doen, dan zal men den fatalen uitslag aan zijn eigen stijfhoofdigheid toeschrijven, en daarmee uit." Voorts is de slotsom van alle be richten, dat de «opstand" zich uitbreidt, dat de macht en invloed van den mahdi toenemen. Nu de Franschen in Tongkin nage noeg kiaar heeten te zijn, n.en spreekt reeds van den aanstaanden terugkeer van den opperbevelhebber generaal Millot, schijnt het Kabinet te Parijs de zaken op Madagascar eens wat krachtiger te willen aanpakkenaan de Kamers zal te dien einde een crediet worden aange vraagd. Het plan eener conferentie tot regeling van de Egyptische financiën, dat door Engeland is voorgesteld en van lieverlede weer vorm begint te krijgen, ofschoon men nog niet heeft bepaald waar zij zal moeten plaats hebben, te Londen, te Konstantinopel of wel in een meer neutrale stad, Genève bijvoorbeeld, vindt het minst in Frankrijk bijval. Men is er daar tegen om twee, zeer ver schillende redenen.Volgens sommigen gaat het volstrekt niet aan, er de Mogendhe den bij te roepenvoorheen had men in Egypte de controle van Engeland en van Frankrijk samen, en deze beiden moesten gij paardedekens." «Bekommer u daar maar niet om," antwoordde Harold, «als ik een weekeling was, dan zou ik mij uit eigen beweging wel beter instoppen -- maar wees zoo goed de deur te openen, ik zal de lamp uitblazen en u volgen." «Nog een oogenblik," begon de vreemdeling weer, terwijl ïüj zijn hand ophief, en Harold scherp in de oogen keek, «ik herhaal: een on verbreekbaar zwijgen wordt van u verwacht. Verder raad ik u, naar niemand te kijken, on verschillig wie er ook met ons meegaan. Gij moogt niets vragen en ook geen antwoord geven als men u iets vraagt. Gij moet iedere gelegen heid tot gesprek ontwijken, want hierdoor--zoo veel kan ik u wel zeggen zou eene diepge- schokte ziel uit haar treurige rust opgewekt worden." Hier bleef hij steken. In zijn donkere oogen flikkerde het vuur van een onverzoeDlijken haat, toen hij, als tot zich zeiven, er bij voegde: «en zij heeft rust noodig, al is het dan ook maar een schijnbare rust, om al haar kracht bijeen te verzamelen;" toen wendde hij zich af, opende de deur en trad snel naar buiten. Harold was dadelijk aan zijne zijde, en met haastige schreden richtten zij zich naar een afgelegen gedeelte van de stad. Geen van beiden sprak een woord. Harold had genoeg gezien en gehoord, dat Webster niet gestoord wilde worden in zijne overpeinzingen; deze echter gedroeg zich verder alsof de jonge notaris, niets meer was dan een werktuig in zijne handen. Hij lette op hem niet meer dan op de beweeglijke schaduwen, die telkens als zij een lantaarn voorbijkwamen, zich nu eens voor hen uit, dan weer achter of op zijde vertoonden. Voor het weder schenen beiden ongevoelig te zijn, vooral in de stemming waarin zij op het oogenblik verkeerden. Al blies de wind ook ijskoud door de straten, en al sloeg nu maar zien de zaken zoo goed moge lijk te regelen, misschien door herstel van den vroegeren toestand. Volgens an deren zou het noodig zijn niet slechts de financiëele maar ook de staatkundige positie van Egypte tot een punt van be spreking te maken, iets waar de Mogend heden volstrekt geen zin in hebben, dewijl men dan zou moeten gaan roeren aan de geheele Oostersche quaestie, die gelijk is aan de slapende honden van het spreekwoord. De verkiezingen, Zondag in Spanje voor de nieuwe Cortes gehouden, zijn natuur lijk uitgevallen in Conservatieven, dat is in ministriëelen zin. Slechts in enkele districten bekwamen de liberale candida- ten een beduidend aantal stemmen. De deelneming was flauw en alles ging kalmpjes toe. Toch is het in Spanje niet kalm, hoeveel moeite de Regeering zich ook geeft om het te verzekeren, uit vrees voor daling van de fondsen. Op onderscheiden plaatsen geschiedden af en toe arrestatiën te Barcelona eenige offi cieren, onderofficieren en burgers, te Cordova een kapitein der gendarmerie, te Cadix vier burgers, alles ten gevolge van een beraamd plan om het leger in opstand te brengen. Op den spoorweg tusschen Badajoz en Andadreal is door ontsporing een trein in de rivier geraakt ruim zestig menschen, waaronder vijftig met verlof huiswaarts keerende soldaten, vonden den dood. Men vermoedt ook hier de gevolgen van een misdaad. De Eerste Kamer heeft Zaterdag haar taak voorloopig ten einde gebracht en is uiteengegaan. Van de wetsontwerpen waaraan zij de laatste dagen der week haar goedkeuring hechtte vermelden wij de motregen hen ook in het gelaat, zij gingen steeds even snel voort. Toen zij een kwartier hadden geloopen, kreeg de eentoonige rij huizen een ander aanzien, en werd hier en daar door kleine tuinen en bouw terreinen afgebroken. Zij waren toen in een wijk, die voor het handelsverkeer minder gun stig gelegen was, en tot woonplaats diende voor de mindere klasse der bevolking, hoofdzakelijk arbeiders. Ook hier bleven de menschen om het koude, vochtige herfstweer in huis; hier en daar scheen een flauw licht door de slecht ge sloten blinden. Voor een houten huisje van één verdieping bleef Webster staan, en terwijl hij de hand aan den mond bracht, liet hij een kort schel gefluit hooren. Dadelijk daarop hoorde men in de nabijheid het rollen vun een wagen, en gelijktijdig werd d« huisdeur van binnen geopend. Het getem perde licht eener lamp viel naar buiten, en bij dit licht zag Harold in den nauweu gang twee vrouwengedaanten, waarvan de eene geheel ge wikkeld was in doek en mantel, terwijl de an dere, die de lamp droeg, in een eenvoudige huisjapon was gekleed. Van het gelaat der eer ste kon Harold slechts een vluchtigen indruk krijgen. Het was een vrouw op gevorderden leef tijd, op wier doodsbleeke trekken een heftig. smartelijke gemoedsaandoening te lezen stond. Niet minder aangedaan scheen de andere te zijn, een lief meisje, slank en sierlijk gebouwd, wier gestalte de schoonste maagdelijke vormen, had. Ondanks het late uur was liet weelderige bruine haar nog glad langs de slapen gestre ken, en met de zwarte wenkbrauwen deed dit haar zachten tint des te meer uitkomen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1884 | | pagina 1