NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEMNES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND, LEUSDEN, SOEST, STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL ES WOUDENBERG In het verre Westen. Feuilleton. No. 42. Zaterdag 24 Mei 1884. Dertiende Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Spoorwegzaken. AMERSFOORTSGHE t i,— 1,10. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden Franco door het geheele Rijk Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des W oensdags en des Zaterdags. tf. Amersfoort. Advertentiën van 1—6 regels 0,40. Iedere regel meer 0,05 Voor het Buitenland0,07 Reclames per regel 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Advcrteiitittn kunnen ingezon den worden tot uiterlijk 's mor gens ÏO uur des Woensdags en Zaterdags. £ene viermaal geplaatste ad vertentie wordt sleehts driemaal lu rekening gebracht. De beraadslagingen der Tweede Kamer over de exploitatie van de spoorweglijn Amersfoort Nijmegen hebben een uitbrei ding gekregen en tot een uitslag geleid, waaraan de Afgevaardigde uit Tilburg, die door zijn interpellatie het debat beeft uitgelokt, aanvankelijk wellicht niet beeft gedacht. Daar we van hetgeen op het Binnenhof geschiedt slechts zeer kerte aanteekeningen kunnen geven, en we verleden week dien uitslag nog niet kenden toen ons weke- lijksch artikel ter perse moest, ver oorloven we ons thans op de quaestie terug te komen, die gelooven we, voor de ingezetenen onzer gemeente en van haar omstreken belangrijk genoeg is. Werd met onze wenscben rekening gehouden, alsmede met de belangen van den handel door onze voornaamste koop steden vertegenwoordigd, ontegenzegge lijk zou de Hollandsche ijzeren spoorweg maatschappij de aangewezene zijn voor de exploitatie van de nieuwe spoorweglijn, of van de vier aansluitende spoorweg vakken, volgens de nauwkeurige definitie van den Minister van Waterstaat, die onze gemeente met Nijmegen verbinden. De noodzakelijkheid dat één Maatschappij de beschikking erlangt over den handels weg van Amsterdam naar Duitschland, springt zoozeer in het oog, dat, elk argu ment waarmede men de toekenning aan Zoudt gjj nu nog in staat zijn, haar ook maar door een gebaar verdriet aan te doen, en den vrede, welken zij van hier met zich hoopt te nemen, voor altijd te verstorensprak hij met een bijzonderen nadruk op de laaUte woorden. De laatste droppel bloed week uit Mapelton's gelaat. «Margaret, ga bid ik u," zeide hij met eene vergeefsclie poging om zijn stem vast te doen klinken, «volg uw vrienden laat mij alleen." ,.Neen, laat zij nu blijven," viel Webster hem een weinig levendiger in de rede, „u zal de laatste vriendentroost niet ontnomen worden en zij zal een dankbare herinnering aan dit uur behouden. Komt mede," voegde hij er tot Ilarold en den dokter bij, „laten wij hen een korten tijd ongestoord bij elkander laten," en door hen gevolgd verwijderde hij zich. Hij schrikte toen hij zag dat Mis. Mapelton, nog altijd op de knieën liggende, voorzichtig den bebloeden doek van het hoofd van haar man losmaakte, en het verband begon te vernieuwen. Buiten kwamen de beide wachters met een achte vraag tot hem. «Gij behoeft niet meer zoo scherp de wacht te houden," antwoordde hij even zachtjes, «ster kere banden dan touwen en kogels weerhouden hem nu." Hij verzocht den dokter om, voor het geval dat zijn hulp noodig mocht zijn, in de nabijheid der hut te blijven, dan schreed hij met Harold een eind weegs het duistere woud in. Aan den genoemde Maatschappij zou kunnen be strijden, daartegen haar kracht verliest. De heer Bahlmann, die in de Kamerzit ting van den 15en zijn interpellatie over deze quaestie voordroeg, was van dezelfde meening; zijn redevoering vormt een be langrijke bladzijde in de geschiedenis van onze spoorwegpolitiek. Dat het ten slotte niet is gelukt van de Regeering een be paalde toezegging te verkrijgen, en het debat zich opgelost heeft in een strijd over de vraag of al dan niet bij de wet deze uitgifte in exploitatie behoort te ge schieden, de motie waarbij dit wen- schelijk wordt verklaard werd aan het eind der volgende zitting met een kleine meerderheid aangenomen, stippen wij slechts even aan, om ons verder met de rede van den Tilburgschen Afgevaardigde bezig te houden. »De Regeering dient bij haar keuze omtrent de exploitatie dezer lijn volko men vrij te zijn,'.' zei de heer Bahl mann, zeker niet vermoedende dat 24 uur later de Kamer een opinie zou onder schrijven met deze stelling in strijd, »maar ik ben van oordeel dat ieder volks vertegenwoordiger niet alleen gerechtigd maar ook verplicht is zijne meening on bewimpeld te doen hooren, wanneer door de Regeering maatregelen worden voor bereid, die niet in overeenstemming zijn met het algemeen belang." Spr. ging het doel van den aanleg dezer spoorweglijn na. »Om in de verbinding met midden- en Zuid-Duitschland te voorzien zou Amster dam in het genot worden gesteld van een eigene zelfstandige verbinding en daarom werd de lijn AmersfoortRlie- neuNijmegen in de wet van 1875 op genomen. Destijds stond op den voorgrond, dat deze lijn zou geëxploiteerd worden door voet van een dikken boom, die in het licht stond dat door de bouwvallige deur viel, zette hij zich op het vochtige gras neer, en verzocht Harold naast hem plaats te nemen. III «Wie kan de drijfveeren van een edel vrouwen hart kennen of van te voren schatten," was de inleiding tot Websters mededeelingen, «al hare heilige verzekeringen waren vergeten op het gezicht van den ellendeling, aan wien zij, hel slachtoffer van een ongelooflijk godvergeten be drog, zich eens vol vertrouwen overgaf." Hij dacht eenige oogenblikken na, en streng, bijna hard klonken zijn woorden, toen hij voort ging«Uit alles, wat gij tot nu toe gezien en gehoord hebt, kunt gij u eenigszins een denkbeeld vormen van de gebeurtenissen, die tot de zooeven volbrachte trouwplechtigheid leidden. Doch gij zoudt ook een valsclie gevolgtrekking kunnen maken, en dat moet nietik aarzel daarom niet u van alles op de hoogte te brengen. Het zal u dan geruststellen dat gij, hoewel eeniger- rnate gedwongen, hieraan deel hebt genomen, en ik zelf verkrijg daardoor de zekerheid, dat gij alles wat hier is voorgevallen als een diep geheim zult bewaren, opdat niet een onbezonnen uitgesproken woord onheil brenge over onschul dige hoofden. Ik zou er nog een bedreiging bij kunnen voegen, en gij weet dat wij heden van het veiligheids-comité het in onze macht hebben om een bedreiging, waar het de rust en het goede recht van vreedzame burgers geldt, ten uitvoer te brengen maar wat zou ik er aan hebben om mij te wreken over een ongeluk, dat misschien zonder opzet veroorzaakt werd? Daardoor zou niets ongedaan gemaakt worden, en gij zoudt onttrokken worden aan de zware straf, die uw knagend geweten u tot het einde de H. IJ. Sp. Maatsch. Toen de wet van 1875 in behandeling kwarn, vroeg de heer Godefroi of er zekerheid bestond dat de maatschappij die den Oosterspoor weg exploiteert, de geheele lijn Amers foort—Nijmegen exploiteeren zou, dan wel of die lijn reeds aan de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen aan geboden was, en of deze al dan niet de prioriteit zou hebben. Het antwoord van den Minister Heems kerk was »De heer Godefroi heeft gevraagd of het mijne meening is, dat de exploitatie van dezen weg in dezelfde handen moet worden gesteld als de Oosterspoorweg. Dit is zeker de meening van de Regee- ring." in de zitting van de Tweede Kamer van 21 October 1875 betoogde de lieer Van "Wassenaer Catwyck de noodzake lijkheid om de lijnen AmsterdamNij megen en DordrechtEist ieder afzon derlijk ter exploitatie in één hand te geven, zonder splitsingpunt hij Kesteren. De Min. van Binn. Zaken antwoordde: «De onderstelling van den heer Van Wassenaer is juist." Den 23en October zeide de heer Bre- dius: »Be lijn Amersfoort—Nijmegen zal voor de Hollandsche Spoorsvegmaatschap- pij wezen het complement van haar Oosterspoorweg. De nieuwe lijn is de zichtbare voltooiing van een bestaande." En zoo ging de lieer Bahlmann voort met historisch te bewijzen, dat tot 1 Nov. 1872, het tijdstip van de opening der lijn Geldermalsen—Eist, niemand aan iets anders heelt gedacht, ja, dat zelfs de Exploitatie-maatschappij zich over deze zaak geen andere voorstelling heeft ge maakt. Doch nu deze laatste met pasge noemd spoorwegvak de verlangde ver- uwer dagen zou veroorzaken." «Bedreigingen kunnen mij niet vaster hinden dan mijn vrije, eerlijke wil," zeide Harold op vasten toon, toen Webster ophield rnet spreken. „Daarvan ben ik overtuigd," hernam deze, maar ik dacht dat het niet kwaad zou zijn u op het heilige van dit geheim te wijzen. En een vreeselijk geheim is het, vreeselijk in zijne ge volgen, als het ooit ter kennis kwam van de veelbeproefde vrouw daar binnen. Want hoor slechtsde man, die daareven wettig met haar Verbonden werd, is niemand anders als Badger, de roover en moordenaar, die zoovele lange ja ren aan den arm der wet heeft weten te ont komen, en die heden nog, zijn afschuwelijk be roep zou uitoefenen, als het veiligheids-comité zich niet buiten liet gerecht om met de zaak had bemoeid. „Badger," herhaalde Harold verrast dezen naam, dien hij dikwijls in verband met bloedige gebeurtenissen had hooren noemen, „Badger en tusschen dien misdadiger en die oogenschijn- lijk fatsoenlijke vrouw weid een huwelijk ge sloten zij heeft dus „Oordeel niet rnet overijling," viel Webster hem streng in de rede. „want zij huwde Char les Mapelton, en niet Badger. Van dezen weet zij even weinig, als mijn helpers behalve de dokter van een Mapelton. Om echter eene ongelukkige van den schandelijken last die haar drukte, te bevrijden, om haar een noodzakelijke zielsrust terug te geven, mochten wij niet aar zelen in de keuze van het eenig denkbare middel." „Maar haar toekomst! Op den een of anderen dag zal zij de waarheid toch vernemen." „Dat zal zij niet," antwoordde Webster met eer. vertrouwen, dat Harold onaangenaam aan deed, ^„neen, dat is onmogelijk, zoolang wij drieën ons niets laten ontvallen. Badger daaren eeniging had van haar noorder- en zui- dernet, wilde zij ook haar zelfstandige verbinding met de hoofdstad veroveren. Daartoe vroeg haar directeur, de heer Vrolik, de concessie aan voor den zoo- genaumden luchtspoor weg NijkerkAm sterdam met een zijtak naar Amersfoort. Amsterdam schenkt aan dat plan weinig bijval. Toekenning aar. de Holl.IJ. Sp. Maatsch. is ook zeer in 't belang van Noord-Hol land. want daardoor verkrijgt tr.en vrijen doorloop van den Helder en Hoorn tot Nijmegen. Ook in 's lands belang. De Exploitatie maatschappij moet zicli belangrijke re- ductiën van vracht getroosten om den expeditiehandel van Rotterdam te doen concurreeren met dien van Antwerpen. Een eigen verbinding verkrijgende met de hoofdstad, zou zij zulks ook ten be hoeve van deze moeten doen, en alzoo den Staat weinig voordeel opleveren. Ten slotte staat het te vreezen, dat als dan een tarievenstrijd tusschen de drie groote maatschappijen zou ontstaan, die zeer verderfelijk zou worden voor het algemeen belang. We hebben slechts vluchtig eenige hoofdpunten kunnen aanstippen uit de bewuste redevoering. En al heeft de heer Bahlmann geen bevredigend antwoord be komen op zijn vragen, en albetoogdede Min. van Waterstaat, gelijk men weet een specialiteit in spoorwegzaken, dat de Regeering door geenerlei toezegging aan de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat schappij is gebonden, toch vertrou wen wij dat de herinnering aan hetgeen voorafgegaan is haar uitwerking op de eindbeslissing niet zal missen. i tegen heeft een lienvoudigen dood verdiend, en die zal gekomen zijn vóór hij het geheim van Mapelton aan de groote klok kan hangen. Spoedig zal hij vergeten zijn, terwijl Mapelton nog langen tijd als een verdwenen ongelukkige door een trouw hart beweend en beklaagd zal worden. «Ontzettend," kon Harold niet nalaten te zeggen. «Ja, ontzettend, klonk het somber, «en toch koos ik van al het kwaad nog maar het minste. De kennis, die ik aan de tegenwoordige Mrs. Mapelton heb, dateert, zooals gij wel vermoeid zult hebben, uit lang vervlogen jaren. Gij hebt hare dochter gezien gij hebt met haar gesproken. Zij is een lieve verschijning, en bij dat schoone uiterlijk heeft zij een nog edeler inborst. Welnu stel u het lieve kind voor den geest, en gij hebt de moeder voor u, zooals zij was toen de jeugd haar nog met al haar bekoorlijkheid tooide. Zij woonde toen met hare ouders in den staat Kentucky, waar ook ik geboren ben. In den tijd dat ik haar leerde kennen was haar jong hartje nog vrij. Geen wonder voorwaar, dat ik mij van het eerste oogetiblik af met onweerstaanbare kracht tot haar voelde aangetrokken hoe meer, ik haar zag. hoe meer ik er van overtuigd werd dat haar bezit en levensquaestie voor inij was. Ja, ik beminde haar trouw en innig, zoo trouw, dat de vervlogen jaren zoomin als de noodlottige gebeurtenissen eenige verandering in mijn ge voelens teweeg brachten, hoewel ik niets meer te hopen heb; heden nog ben ik bereid mijn leven voor haar ten offer te brengen; en zij heeft zich zulk eene aanhankelijkheid nooit on waardig betoond. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1884 | | pagina 1