Officiëele Publicatien.
Staten-Generaal.
De Eerste Kamer sloot Zaterdagna
middag haar vergaderingen tot nadere
bijeenroeping. Omtrent haar verrichtin
gen van de laatste dagen slippen wij nog
het volgende aan
De zitting van Woensdag 9 Juli was
nagenoeg geheel gewijd aan de behan
deling van het wetsontwerp tot vast
stelling van nadere bepalingen omtrent
den accijns op de suiker, hetwelk werd
aangenomen met 32 tegen 4 stemmen.
In den aanvang der zitting van Vrij
dag werd een vergadering met gesloten
deuren gehouden ter bespreking van de
Atjeh-zaak, waarna de ontwerpen, uit
makende de Indische begrooting voor
1884 met algemeene stemmen werden
goedgekeurd. Alleen over de voltooiing
der Indische spoorwegen werden door
den heer Van Naamen van Eemnes
eenige opmerkingen gemaakt, die de Mi
nister van Koloniën beantwoordde.
Zaterdag deed de Minister van Binnen-
landsche Zaken mededeeling van de
maatregelen door hem genomen om ver
spreiding der cholera te weren. De heer
Fransen van de Putte gaf in overweging
de stoomvaartmaatschappij „Nederland"
te verzoeken haar schepen voorshands
Napels in plaats van Marseille te laten
aandoen. De Minister beloofde zich dien
wenk ten nutte te zullen maken.
De voordracht betreffende de geldlee-
ning werd, na discussie, aangenomen
met 29 tegen 3 stemmen; het crediet
tot aankoop van grond voor den bouw
eener gevangenis te Amsterdam verwor
pen met 21 stemmen tegen 11, dat tot
bestrijding der longziekte aangenomen
met 27 tegen 2, en het handelstractaat
met Frankrijk aangenomen met alge
meene stemmen.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op art. 18 der wet van den 14.
September 1866 (Staatsblad no. 138), hou
dende bepalingen betrekkelijk de in
kwartiering enz.
Doen te weten, dat de bij art. 17 dier
wet bedoelde lijst door hen aangelegd,
in afschiift aan de bergplaats bij het
raadhuis aangeplakt is en gedurende
veertien dagen, te rekenen van heden,
op de Secretarie der gemeente voor een
ieder ter inzage ligt alle werkdagen van
10 tot 1 uur.
Amersfoort, den 12. Juli 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
W. A. CROOCKEWIT,
De Secretaris, Weth. I. B.
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER, en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gezien de aanschrijving van den heer
Commissaris des Konings in de provincie
Utrecht, dd. 14. dezer, No. 1 A.z.;
Brengen ter kennis van de ingezetenen,
dat op den 17. Juli eerstkomende, den
voor de begrafenis van het stoffelijk
overschot van Z. K. H. den Prins Alexan
der der Nederlanden. Prins van Oranje
bepaalden dag, geene tooneelvoor-
stellingcn of openbare veruiake-
lyklicden worden toegelaten.
Amersfourt den 15. Juli 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
W. A. CROOCKEWIT,
Weth. L. B.
De Secretaris
W. L. SCHELTUS.
Amersfoort, 16 Juli 1884.
Hoogere Burgerschool te Amersfoort.
le toelatings-examen voor den
cursus "18884/85.
Aantal aspiranten: 16.
Toegelaten tot de 1ste kl:
L. Bolkestein, Th. C. van Gelder, Edgard
W. van Holthe. Pieter A. van Holthe,
H. J. Leinwebcr, C. J. van der Plank,
A. C. vati Vlaanderen, D. Zivep.
Voorwaardelijk: N.van 4s, G.A. Malga;
afgewezen2 aspiranten.
Toefe4aten tot de 2e klA. D. S.
Colenbrander, S. Meyers. W. Moens en
A. Haanschoten.
De heer E. van Manen, onderwijzer
aan de Openbare Kostelooze School
(Koningstraat) alhier is benoemd tot
Hoofd der School te Bekkum.
Naar wij vernemen werd dezer dagen
door eenige bewoners van de Kamper
binnenpoort onderstaand schrijven aan de
gezondheids-commissie gezonden
Ondergeteekenden nemen de vrijheid de
aandacht uwer Commissie te vestigen op de
stadsgracht alhier, vooral op dat gedeelte
waaraan hunne woningen onmiddellijk gele
gen zijn.
Door den lagen waterstand, de bijna tropi
sche hitte en het volmaakt stilstaan van het
water, ontwikkelt zich in deze met faecaliën,
krengen en verrotte planteu opgevulde gracht,
een moerasgas dat, afgezien nog van zijne
kwalijk riekende eigenschappen, niet anders
dan zeer nadeelig voor de gezondheid zijn
kan. Ook met het oog op de nadering der
Aziatische cholera, zoude ons inziens eene
verandering in deze zoo hoogst ongezonde
toestand zeer wenschelijk zijn.
Wij verzoeken derhalve uwe Commissie
dringend spoedig zoodanige maatregelen te
willen nemen als zij noodig oordeelt om
dezen toestand te verbeteren.
De schrijver van de Haagsche kroniek
in de Prov. Gron. Ct. meldt, dat het
Regenten-wetsontwerp kant en klaar moet
zijn,zoodat het, nu verleden week de Eerste
en Tweede Kamer bijeen waren, best in
eene vereenigde zitting behandeld had
kunnen worden. «Maar het schijnt wel,
dat Z. M. de koning aan de Eerste en
Tweede Kamer eene gewichtige mede
deeling te doen heeft, die met die Re
gentenkwestie in verband staat, zoodat
er met dat wetsontwerp voor 't oogen-
blik zulk een haast niet gemaakt wordt
en het vermoedelijk niet vóór de opening
der beide Kamers het daglicht zal zien.
Welke aewichtige mededeeling zal dit
zijn?-.Alen mompelt van een heuchelijk
verschijnsel, dat ons wellicht over eene
maand of vier, vijf een nieuwe loot aan
den nu dorien Oranje-stam zal doen toe
juichen Mocht dit zoo wez<m, hoe zou
den we dan juichen als we zingen moch
ten: »A1 is ons prinsje nog zoo klein!"....
Door de leden van de Sociëteit „Ver-
eeniging" wordt aan H. H. leden van het
Landhuishoudkundig Congres, gedurende
het Congres, vrijen toegang tot hunne
sociëteit aangeboden.
Gisteren namiddag ongeveer 3'/j uur
brandde het. schuurtje, gelegen achter de
woning van den eigenaar, den heer V. A.
geheel af.
Hoogland. Het zware onweder van
Zondagavond jl. heeft alhier groote schade
aangerichtonze gemeente welke zeer
uitgebreid is, werd voor het gedeelte be
kend onder den «langen oord" door hagel
geteisterd; er vielen stukken grooter dan
kippeneieren, de zwaarte van die hagel-
steenen werd op ongeveer vijf ons ge
schat; vele ruiten zijn ingehageld, de
schade aan de kerken moet groot zijn,
zoo ook dat gedeelte van de te veld
staande vruchten waarover de bui trok.
Soest. Vrijdagavond werd een arbeider
die voornemens was een aardappelkelder
schoon te maken, door een groote rat
aangevallen. Het dier dat den kelder
waarschijnlijk als zijn eigendom be
schouwde, scheen woedend, omdat het
in zijn rust gestoord werd en bracht den
man belangrijke verwondingen toe. Niet
dan met de grootste moeite gelukte het
eenige ter hulp toegeschoten personen
de gevaarlijke bewoonster af te maken.
BINNENLAND.
De koninklijke familie te Wurtemberg
zal zich vermoedelijk bij de plechtigheid
op 17 dezer doen vertegenwoordigen.
De begrafenis zal ook worden bijge
woond door Prins Roland Bonaparte, die
persoonlijk bevriend was met Prins
Alexander. Hij kan zich niet in den stoet
begeven, omdat hij niet behoort tot een
regeerend vorstenhuis.
Z. K. H. de Groot-Hertog van Saksen,
door Z. K. H. Prins Albert van Pruisen,
die Z. M. den Keizer van Duitschland,
Koning van Pruisen, zal vertegenwoordi
gen, en Z. K. H. den Prins van Wied
zullen mede, wijlen onzen Kroonprins, de
laatste eer bewijzen.
Vrijdag den 18en zullen de Commissie
uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal
des voormiddags te 10 uren en die uit
di' Tweede Kamer te l()Vj ure door Z. M.
den Koning worden ontvangen.
Een Engelsch blad verneemt, dat de
Regeeringen van Engeland en Nederland
tot een overeenstemming zullen komen
betreflende de te nemen maatregelen in
de Msero-zaak.
De burgemeester van Delft heeft op
den gedenkdag van het sterven van Willem
den Zwijger een hoogst ongepaste houding
aangenomen tegenover de Nederlandsche
pers.
Naar aanleiding hiervan heeft de Neder
landsche Journalistenkring op eene verga
dering. gehouden den llen Juli te Amster
dam, met algemeene stemmen protest
aangeteekend tegen eene handelwijze,
waardoor het hoofd der gemeente te
Delft toonde volstrekt niet te begrijpen,
dat de pers bij belangrijke gelegenheden,
de natuurlijke vertegenwoordigster van
het publiek is.
Met het oog op het gevaar voor cho
lera is door den gemeenteraad van Ren-
kum eene verordening vastgesteld, waar
bij de ingezetenen uitgenoodigd worden,
hunne woningen voortdurend rein te
houden, terwijl het daarenboven verbo
den is vergaarbakken of tonnen met
drekstoffen in de huizen te bewaren. De
mestvaalten moeten minstens twee meter
van de openbare wegen verwijderd zijn
en behoorlijk met plaggen, strooofzand
overdekt gehouden wordende plaats
rondom deze mestvaalten moet dagelijks
drooggelegd en de daarop uitkomende
goten moeten met schoon water gerei
nigd worden. Aan behoeftigen wordt op
aanvrage witkalk tot reiniging van hunne
woningen van wege de gemeente gratis
verstrekt.
GEMENGDE BERICHTEN.
Op Zaterdag is de boerenarbeider T.
v. d. H., in het hooiland te Leerboek,
aan een zonnesteek bezweken. Hij laat
eene weduwe met 4 jonge kinderen achter.
Door den burgemesster van Edam is
proces-v erl aal opgemaakt tegen een
schoenmakersknecht, die in den winkel
van zijn baas twee kinderen van 6 en 8
jaar heeft gelokt en aan beide knapen
stetken drank heeft gevoerd. Het jon
getje van 8 jaar was dronken geworden
en was in dien toestand op straat ge
vallen, waardoor het nog lichtelijk ver
wond werd.
De verwonde nachtwacht die in het
Gasthuis te Bergen op Zoom verpleegd
wordt is verhoord door den Officier van
justitie uit Breda. Ook de vermoedelijke
dader is vooi den rechter verschenen,
begeleid door eene groote menigte, die
hem de grofste verwenschingen naar het
hoofd wierp. Zoolang hij in het stadhuis,
waar het verhoor plaats vond, was, bleef
het volk bijeen en toen de zaak een
einde genomen had, uitte men opnieuw
zijne woede. Policie en maréchaussées
hadden heel wat werk. Van het verhoor
is alleen uitgelekt dat hij blijft ontken
nen de dader te zijn, hoewel bij toestemt
op den avond van den moord met v. P.
in gesprek te zijn geweest,
Te Otterloo (Gelderland) brak Vrijdag
avond brand uit bij een bakker. Twee
meisjes van 7 en 3 jaar zijn in de vlam
men omgekomen.
Toen men pogingen aanwendde hen te
redden was het kamertje waarin zij slie
pen reeds geheel in vlammen gehuld.
Eene dame te 's Heerenberg stak zich
in den aanvang der vorige week, bij het
helpen van haar kind met een speld in
den vinger. De zwelling van het gewonde
deel breidde zich weldra uit, en na een
smartelijk lijden van vier dagen bezweek
de jonge vrouw Vrijdagavond aan bloed
vergiftiging.
Een zekere L. horlogemaker te Amster
dam ontmoette de vorige week op een
avond twee aardige meisjes, die hem
vriendelijk en lief toelachten, waarop hij
verteederd de jonge dames een glas bier
aanbood in een der bierhuizen in de
Warmoestraat. Men praatte en zat gezellig
en scheidde na eenigen tijd in de beste
verstandhouding. L. ontwaarde tehuis-
komende tot zijn schrik dat een der
meisjes hem zeer handig twee gouden
horloges ontstolen had. De politie heeft
de zakkenrolster reeds in hechtenis ge
nomen.
De vrouw van L. zal wel niet vrien
delijk gekeken hebben toen zij vernam
dat haar man des avonds aardige meisjes
in bierhuizen tracteerde.
Een boertje dat de Schagermarkt had
bezocht, scheen daar een stevig glaasje
te hebben gedronken. Toen hïj naar huis
zou gaan, nam hij 't paard van een an
deren boer voor zijn wagen en liet zijn
eigen ros in den stal staan.
Buiten het stadje reed hij een venter
achterop, die verlof kreeg mee te lijden.
«Dat paard loopt goed," zei de venter.
»Ja," antwoordde de boer trotsch, »en
met een paar maanden moet hij voolen
ook."
«WatDat paard?" riep de venter ver
baasd, «moet die hengst voolen?"
Nu werd de boer toch wel ontnuchterd
en goed toekijkende riep hij verbaasd uit:
«Wel heerenmetijd, daai heb ik Janbuur's
hengst voorgespannen en m'n eigen merrie
laten staan
Een bewijs van tegenwoordigheid van
geest werd Donderdagnacht gegeven door
C. Franken, dienstbode in het koffiehuis
van den heer De Rooy, te Oestgeest.
Tusschen twaalven en éénen hoorde ge
noemde dienstbode eenig geraas door het
instompen van een ruit in de gelagkamer,
waarna zij duidelijk hoorde hoe telkens
de stukken glas werden uitgehaald. Zij
stond op om den baas te wekken, doch
vond de deur der slaapkamer gesloten
zij gaf evenwel den moed niet op, maar
ging eerst nog eens zien hoe ver de dief
met het uithalen der stukjes was ge
vorderd. Dit herhaalde zij tot drie maal
toe, totdat eindelijk een persoon naar
binnen trachtte te klimmen, die echter
op het geschreeuw der dienstbode spoedig
het hazenpad koos. Achttien jaren geleden
werd op dezelfde wijze en op dezelfde
plaats ingebroken, doch toen werd de
ongenoode gast gepakt.
De Dahlia is een terecht geliefkoosde,
maar overigens volstrekt geen zeldzame
of bijzondere bloem, hoewel zij nog niet
zoo heel lang geleden in ons werelddeel
inheemsch werd. In haar betrekkelijk
kort leven ten onzent is zij het vooiwerp
van veel zorg en groote bewondering
geweest, en vooral in den aanvang werd
haar bezit sterk benijd.
In 1789 kreeg de directeur van den
kruidtuin te Madrid van zijn collega te
Mexico een toen nog onbekende Mexikaan-
sche plant ten geschenke. Er waren drie
soorten vanrosea, corrinea en purperea,
alle drie met slechts enkelvoudige bloe
men, welke in 1791 voor het eerst te
Madrid bloeiden. De directeur van den
Madridschen tuin gaf van de merkwaar
dige bloem eene beschrijving met afbeel
ding in het licht en noemde de fraaige-
kleurde bloem «Dahlia," ter eere van den
Zweedschen kruidkundige Andreas Dahl.
Van den kruidtuin ging de bloem naar
den Koninklijken tuin van het Escuriaal
over, waar zij als een kostbare gevangene
bewaard werd. Ondanks veel zorg werd
de plant hier evenwel niet veredeld.
Een Fransch edelman, graaf Selinx,
kreeg door tusschenkomst van een
Spaansch edelman heimelijk eenige
Dahlia-bollen, en bracht die naar Frank
rijk, waar ze als een groote zeldzaam
heid in den Parijschen planttuin geplaatst
werden. Men beschouwde de Dahlia als
eene zwakke plant en bracht haar in
eene broeikast, doch toen gingen de bol
len verloren.
Alexander von Humboldt en Bonpland
vonden in 1803 Dahlia's op dorre vlakten
in exico in het wild groeienzij brach
ten bollen er van mede naar Euiopa en
maakten ze daar verder bekend. De Ber-
lijnsche kruidkundige Wildemar gaf aan
de plant den naam Georgine, en sedert
heet ze in Noordduitschland ook zoo,
doch in andere landen Dahlia.
De plant werd nu zeer snel verbreid
en was de wondei bloein van haar tijd.
Reeds in 1806 kon de Koninklijke tuin
te Leipzig 55 verschillende soorten aan
wijzen. Eerst in 1830 echter kwam zij
recht in de mode.
In dien tijd kweekte Engeland pracht
exemplaren. Het gebeurde niet zelden,
dat f 250 of meer betaald werd voor een
nieuwe kleur.
In alle kleuren wist men de Dahlia's
te teelen, behalve in het blauw. In En
geland is zelfs een prijs van 1000 pond
sterling uitgeloofd voor een blauwe Dahlia,
maar ze is nog altijd niet gevonden.
De bloem onderscheidt zich ook door
een eigenaardig phosphorachtige licht
verspreiding, voornamelijk op warme zo
meravonden, doch altijd maar voor kor
ten tijd. Uit het binnenste gedeelte der
k^lk stijgt langs de kelkbladen een zacht
blauwachtig licht op, dat over den om
gebogen rand der bladen verdwijnt. De
bloemen lichten niet allen tegelijk, maar
afwisselend, dan eens sterker dan weer