NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT, BAARN, BUNSCHOTEN, EEUES, HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLANO, LEUSOEN, SOEST, STOUTENBURG, VUURSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG De FATALIST F euilleton. No. 59. Woensdag 23 Juli 1884. Dertiende Jaargang. Uitgever: A. M. Slothouwer, Buiteniaiidscli Overzicht. E COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1, Franco door het geheele Rijk'1,10. Afzonderlijke nummers3 Cent. Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags. te Amersfoort. Advertentiën van 16 regelsf 0,40. Iedere regel meer0,05. Voor het Buitenland0,07 Reclames per regel 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Advertentiën kunnen ingezon den worden tot uiterlijk 's mor gens ÏO uur des Woensdags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts driemaal iu rekening gebracht. Het Britsch Hoogerhuis beraadslaagde, als men dien naam mag geven aan één redevoering vóór en één tegen Donderdag over de motie van lord Wen- nyss, strekkende om de behandeling van het kieswet-ontwerp voort te zetten ook na de verwerping bij tweede lezing, mits de Regeering zich verbond om in een herfstzitting van het Parlement de ver deeling in kiesdistricten aan de orde te stellen, en zulks in overeenstemming met het door de Regeering den leider der oppositie, lord Salisbury, vóór gezegde tweede lezing aangeboden vergelijk, het welk door dezen echter van de hand was gewezen. Velen verwachtten dat de sterke afkeuring, die de houding van de con servatieve meerderheid reeds dadelijk alom in den lande had ontmoet, de lords tot inkeer gebracht en ten minste een deel der oppositie genoopt zou hebben zich vóór de motie te verklaren, doch de uitkomst is anders geweest. Salisbury bestreed het voorstel met een kalm be roep op het waardigheidsgevoel van het Huis: als men thans zwichtte voor de bedreigingen, in de partij-vergaderingen uitgesproken, zou telkens wanneer een belangrijke beslissing moest genomen worden, het Huis zich geplaatst zien te genover de heft'e des volks. De vrij zwakke verdediging van den Minister Granville maakte minder indruk dan dit argument, en toen beide heeren gespro ken hadden riep men om stemming. De motie werd met 205 tegen 146 stem- j men verworpen. Daarna werd zondef beraadslaging een voorstel aangenomen j van lord Cadagan, om de Regeeririg uit te noodigen in de herfstzitting de geheele kieswet-hervorming, dus met inbegrip: van de distiicten-indeeling, aan de orde I te stellen. De quaestie is nu metterdaad een »bran- dend vraagstuk" geworden. Maandag is Londen getuige gewee*t van een demon stratie zooals nooit te voren is aan schouwd. Ruim 120.000 personen, meest werklieden, begaven zich van verschil lende punten der stad, met de vaandels hunner corporatiën voorop, naar Hyde- park, waar op ondeischeidene spreek plaatsen tegelijk door erkende voorgan gers der liberale partij over uitbreiding van het kiesrecht werd gesproken. Ce beweging zal wel tot October gaande worden gehouden, als wanneer ongetwij feld de verlangde hervorming tot stand zal komen. Gladstone heeft in het Lagerhuis me degedeeld dat de Egyptische conferentie waarschijnlijk Dinsdag haar tweede ver gadering zou houden. Daar de financieële adviseurs tot eenstemmigheid waren ge komen, verwachtte hij dat de conferentie in een klein getal bijeenkomsten haar taak ten einde zou kunnen brengen. Omtrent Soedan komen slechts nu en dan enkele onsamenhangende berichten. Gladstone vertelde in 't Lagerhuis, dat te Soeakin menschen uit Khartoem wa- jren aangekomen, die meldden dat gene- Jraal Gordon nog altijd de aanvallen der opstandelingen afweert, en hij geen ge brek heeft aan levensmiddelen of am munitie. Te Assioet, in Egypte, heeft een Engelsch officier, kolonel Grant, bijge- DOOR IWAN TURGENJEFF. »Nu," beweerde ik, »ik ben overtuigd dat dit pure verbeelding van u is." Tegleff zette een somber gezicht. «Zoudt gij denken?" «Gij zegt dat gij hebt hooren kloppen »Ik heb nog wat anders gehoord," viel hij mij in de rede. «Nog wat anders Tegleff boog zich voorover en beet zich op de lippen. Blijkbaar aarzelde hij het mij te zeggen. »Ik ben geroepen!" zeide hij eindelijk dof en met afgewend gelaat. »Zijt gij geroepen? Wie heeft u dan ge roepen «Een zekere Tegleff zag nog altijd op zijde. »Een wezen, dat ik tot nu toe dood waande, zonder het zeker te weten, maar nu ben ik er vast van overtuigd." »Ik zweer u, Ilja Stepanowitsch!" riep ik uit, »dat is alles maar verbeelding." «Verbeelding?" hernam hij. «Wilt gij u zeiven overtuigen «Zeer gaarne." «Goed, kom dan mee." VIII. Ik kleedde mq vlug aan en ging met Tegleff naar buiten. Tegenover de hut op de andere zijde der straat stond geen huis; hier zag men een lage, half vergane schutting, waarachter een tamelijk sterk hellend terrein naar de vlakte liep. Nog steeds waren alle voorwerpen in den nevel gehuld, en op twintig schreden afstand kon men niets onderscheiden. Wij klommen het hek over en bleven toen staan. «Hier is het," zeide hij, en liet het hoofd op de borst zakken. «Houd u stil, spreek geen woord en luister." Evenals hij luisterde ik in gespannen aandacht, maar behalve het gewone, bijna onhoorbare gemurmel, dat men het ademen van den nacht zou kunnen noemen, kon ik niets hooren. Terwijl wij elkaar van tijd tot tijd aanzagen, bleven wij onbeweeglijk cenige minuten staan, en wilden reeds verder gaan «Ilja!" mompelde een zachte stem, die achter het hek scheen vandaan te komen. Ik keek Tegleff aan, maar hij scheen niets gehoord te hebben en stond nog altijd met het hoofd voorover gebogen. «Ilja! Ilja dan!" klonk het weder, en dezen keer iets duidelijker, op dringenden toon; ja men kon zelfs onderscheiden dat het een vrou wenstem was. Wij huiverden beiden en zagen elkaar gelijk tijdig aan. »Nu?" zeide Tegleff zachtjes tot mij. «Twijfelt gij ook nu nog?" Ik antwoordde kalm op denzelfden zachten toon: «Dat bewijst nog volstrek niets. Wij moeten eerst zien of daar ook iemand zit. Misschien de een of andere grappenmaker .rt Ik sprong over het hek en liep voort in de richting, waarin naar ik meende de stem geko men was. De weeke bodem zonk weg onder mijne staan door vijf Egyptenaars, de muiterij bedwongen van 33 Turksche soldaten. Deze hadden de plaats verlaten Grant haalde hen in en eischte dat zij zich zouden overgeven. Zij beantwoordden de sommatie met op hem te schieten. Toen i trok Grant zijn revolver, schoot één j Turk dood, kwetste er twee, greep de vierde bij den kraag en dreef toen de geheele kudde voor zich uit naar Assioet terug. Ofschoon het getal slachtoffers van de cholera te Toulon en te Marseille nog groot is, en ook te Arles zich meer sterf gevallen voordoen, wordt toch het cijfer der dooden iets kleiner, hetgeen men toeschrijft aan de verminderde hitte. Uit Parijs wordt melding gemaakt van vijf sporadische gevallen. De Regeering heeft dr. Koch het kruis van het Legioen van Eer geschonken. In de Senaatscommissie voor de grond wetsherziening bepleitte de Minister Ferry de aanneming van het wetsontwerp, ver klarende dat het Congres onmogelijk kan worden bijeengeroepen indien het besluit van Kamer en Senaat niet eensluidend is. Mocht dat van den Senaat verschillen van dat der Kamer, dan zou hij deze verzoeken het hare te wijzigen, en de Kabinetsquaestie stellen indien de Kamer van het gestelde programma afweek. De Commissie heeft zich thans met het ont werp vereenigd, met uitzondering van die artikelen waarbij het begrootings- recht van den Senaat wordt ingekort. Zater dag heeft de Kamer definitief het ontwerp tot weder-invoering van de echtscheiding aangenomen, met de wij zigingen door den Senaat daarin ge bracht. Bisschop Treppel bleef tot het laatste toe protesteeren. Omtrent de verwikkelingen met China worden uit Shangaï goede berichten ont- voeten, en in den nevel zag ik een lange rij staken. Ik was in een moestuin. Maar noch om mij, noch voor mij bewoog zich iets; alles scheen in diepen sluimer te liggen. Ik ging nog eenige schreden verder. «Wie is daar?" begon ik plotseling even door dringend te roepen, als Tegleff. PrrrEen kwartel vloog plotseling vlak voor mijn voeten verschrikt op en in rechte lijn pijlsnel weg. Onwillekeurig beefde ik hoe onnoozel Ik zag om. Tegleff stond nog altijd op dezelfde plaats waar ik hern gelaten had. Ik ging weer naar hem terug. «Het roepen helpt u niets," zeide hij. «Deze stem klinkt ons klinkt mij uit verre streken in het oor." Hij streek zich met-de hand over het gelaat en keerde daarna langs den straatweg naar de hut ter ug. Maar ik wilde liet zoo spoedig niet opgeven en ging weer naar den tuin terug Dat inderdaad iemand driemaal «liga" geroepen had, daar was geen twijfel aan; ook moest ik toegeven, dat dit geroep iets klagends en ge heimzinnigs had. maar wie weet, misschien scheen dit alles slechts onbegrijpelijk, misschien was het op even pertvoudige en natuurlijke wijze te verklaren als het kloppen, dat Tegleff zoo zeer in de war had gebracht. Ik liep de schutting langs en bleef slechts van tijd tot tijd staan om rond te zien. Niet ver van onze hut, onmiddellijk naast de schutting stond een oude wilg met dicht gebladerte; hij geleek een groote zwarte vlek in dezen witten nevel, die alles nog onduidelijker maakt en den blik nog meer tegenhoudt dan de nachte lijke duisternis Plotseling scheen het mij toe, alsof ik iets groots, iets levendigs bemerkte op den grond iraast den wilg. Met den uitroep «Halt, wie is daar?" snelde ik vooruit. vangen. Reeds zou de Chineesche Re geering bevel gegeven hebben tot ont ruiming van de Tongkinsche grensves tingen ter voldoening aan het vre- des-verdrag van Tientsin. De quaestie der schadeloosstelling zou een onderwerp van nadere onderhandelingen uitmaken. Het schijnt dat in den Keizerlijken Raad de oorlogspartij opnieuw aan het kortste eind is geweest. Te Warschau moet een samenzwering ontdekt zijn tegen het leven van den Czaareen aanslag werd voorbereid om uitgevoerd te worden bij zijn aangekon digd bezoek aan die stad. Een rechter werd, toen hij zich naar huis begaf, on verhoeds door de politie gearresteerd; hij poogde zelfmoord te plegen doch dit werd hem belet. In zijn woning is ook een Russische dame aangehouden sedert eenigen tijd daar vertoevende: ook vond men een niet onbelangrijke hoeveelheid gevaarlijke projectielen en opruiende ge schriften. Een aantal personen zijn ver volgens in hechtenis genomen, en in de geheele stad heerscht een zeer gedrukte stemming. Het Keizerlijk bezoek is voor onbepaalden tijd uitgesteld. De Republikeinsche candidaat voor het presidentschap der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, de heer Blaine, maakt in de dagbladen bekend dat hij de can- didatuur aanvaardt. Tevens geeft hij een soort van politieke geloofsbelijdenis die weinig om het lijf heeft. Hij verklaart te zijn een voorstander van vrede en van internationale scbeidsgerichten, een tegenstander van andere veroveringen dan op het gebied van vooruitgang en ontwikkeling, en dat hij den handel, vooral dien met Spanje krachtig wil bevorderen. Ook op Europa, meent Blaine, zal het vol gen van deze staatkunde van gunstigen invloed zijn. Ik hoorde lichte voetstappen, als van een haas; en een vreemde gedaante of liet een man of een vrouw was kon ik niet zien vloog mij snel voorbij. Ik wilde de gedaante grijpen, maar g. eep niet vroeg genoeg, struikelde, viel en brandde inij het gezicht aar. een brandnetel. Toen ik op den grond steunde om weer op te staan, voelde ik iets hards onder mijne hand: het was de scherpe koperen gesp van een gordel, op de manier zooals onze boeren ze dragen. Verder onderzoek bleek vruchteloos te zijn, en met den gesp in de hand en met een gloei ende wang kwam ik in de hut terug. IX. Ik vond Tegieff op de bank zitten. Voor hem op de tafel stond een brandende kaars, en hij ^chreef iets in een klein zakboekje, dat hij altijd bij zich droeg. Toen hij mij zag, stak hij liet boekje haastig in zijn zak, en begon zijn pijp ie stoppen. «Hier, mijn waarde, is de tropee, die ik als buit meebreng." Ik liet hem den gordel zienen vertelde hem wat er naast den wilg gebeurd was. «Het is duidelijk," voegde ik er bij, «dat ik een dief gestoord heb in zijn werk. Gij hebt immers geboord, dat onzen buurman gisteren een paard ontstolen is?" Tegleff lachte koeltjes en begon aan zijn pijp te trekken. Ik ging naast hem zitten. «Gij zijt dus nog altijd overtuigd, Ilja Stepa nowitsch," vervolgde ik, «dat de stem, die ik gehoord heb, uit dat onbekende land komt, waarvan Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1884 | | pagina 1