NIEUWE
- W ADVERTENTIEBLAD YOOR
EEMNESi HAMERSVELD, HOEVELAKEN, HOOGLAND,
VUUBSCHE, SCHERPENZEEL EN WOUDENBERG
LEUSDEN, SOEST,
Laurier en Mirt.
Feuilleton.
No. 30.
Zaterdag 4 October 1884.
Dertiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Politiek.
AMERSFOORTSCHE COURANT
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer0,05
Voor het Buitenland0,07
Reclames per regel 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Advertentiën kunnen ingezon
den worden tot uiterlijk 's mor
gens 10 uur des Woensdags en
Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt sleckts driemaal
in rekening gebrackt.
«De politiek", heeft Bismarck gezegd,
«bederft het karakter."
In den mond der machthebbenden klinkt
dat woord wel eenigszins verdacht. Er
bestaat eenige reden om te vermoeden,
dat zij althans zeer gaarne zouden zien
dat niemand zich met «staatkunde" afgaf.
Het zou wezenlijk, van hun standpunt be
keken toejuiching verdienen als we slechts
hadden twee soorten van menschen een
kleinen groep regeerders en de groote
massa geregeerden.
En ja, er is in 't algemeen iets vóór te
zeggen. Eén kapitein op 't schip, één
chef in 't leger, dar. gaat het goed.
Maar die kapitein kan een domoor zijn,
en dan gaat op zekeren nacht het vaar
tuig naar de diepte, en onmogelijk is het
niet dat dat legerhoofd een baatzuchtige
is, die, om voor zich zekere voordeelen
te verwerven, zijn troepen aan de grootste
gevaren blootstelt.
De onwaarschijnlijkheid dier onderstel
ling wordt door de ervaringen der ge
schiedenis op zeer voldoende wijze weder-
legd. Tegenover één heerscher, die we
zenlijk het welzijn van zijn volk beoogde
en daaraan zijn persoonlijk belangen en
die van zijn huis ten offer bracht als 't
zijn moest, staan er tien of twintig, die
een afgod maakten van hun eigen groot
heid, voor hun begeerte naar pracht en
die hunner gunstelingen het volk uit
putten, aan de bevrediging van hun
Novelle naar het Duitsch
van
A. v. d. ELBE.
5) «Maak mij niet weekl" riep hij en schoof
haar zacht van zich af. »Ik ben soldaat en
ga met vreugde ten strijde voor ons vader
land Ik heb voor mij sedert ik denken kan
niets beters gewenscht dan een grooten ern-
stigen veldtocht tegen Frankrijk. Wees kloek,
zusje, vat moed en waak hier voor mijn geluk."
#0, uwe bruid zal voor mij een kostbaar
legaat zijn!"
«Mijne bruid Het doortrilde hem heerlijk.
«Isidore, zij is niet mijne bruid, ik heb geen
gelofte van haar gewild 1"
«Maar gij hebt haar in uwe armen gehou
den, ik heb uwe kussen gezien, Viktor, zij is
uwe bruid!"
«Noem haar zoo als gij wilt. Ik blijf haar
eeuwig onwankelbaar getrouw, maar uw man
heeft gelijk, ik mag haar niet binden."
Hij ging in de kamer op en neer, bleef voor
zijn zuster staan en ging voort«Ik ben er
niet toegedaan haar een afscheidswoord toe
te fluisteren, o Isidore, ik kan zoo niet van
haar heengaanMorgen vroeg half vijf voor
het oprukken, kom ik nog onder haar balkon.
Spreek met haar, gij kunt het haar in de garde
robe toefluisteren en geet mij een teeken als
zij het inwilligt."
Zuster en broeder klommen hand in hand
heerschzucht den eersten rang toekenden
in de reeks hunner bemoeiingen.
De stelling komt ons dus verdedigbaar
voor, dat het onbeperkt gezag, zooals
bijvoorbeeld een Lodewijk XIV het uit
oefende, het gemoed vergiftigt van wie
er mede bekleed is.
Nu heeft het woord «politiek", al een
heel onderscheiden, zelfs min of meer
nevelachtige beteekenis. Wie het bezigt,
moet zich wel rekenschap geven van 't
geen hij er mede bedoelt.
«Niet aan politiek doen," kan een
zeer leelijk gebrek zijn. Wie zich geheel
afzondert van de staatsgemeenschap, en
niet de minste belangstelling toont in de
wijze waarop deze zich ontwikkelt moge
zich gevrijwaard achten voor veel onaan
gename dingen, de rechte burger is
hij toch niet. Als hij er zich op durft
verheffen, dat hij zich met «die politiek"
niet inlaat, dan zijn wij niet geneigd hem
daarover onze gelukwenschen aan te
bieden. Integendeel, we gelooven beter
te doen met hem tot het inzicht te
brengen dat aan zijn opvoeding nog iets
ontbreekt.
Daarentegen, ofschoon ieder moet
trachten zooveel mogelijk de dingen te
begrijpen, die rondom hem plaats vinden
en het aandeel dat de wet hem toekent
in de mede-regeering van zijn land, op
gepaste en nuttige wijze te gebruiken,
is het er toch zeer ver van af, dat elk
burger een gevestigd oordeel kan hebben
over alle onderdeelen van het regeerings-
beleid. Al stijgt de verstandelijke ont
wikkeling eener natie nog zoo hoog, de
kring van het weten en kennen der
groote massa zal wel altijd zeer beperkt
blijven. Alleen kan men verlangen, dat
men algemeene beginselen huidige, scher
per begrends naarmate men meer heeft
kunnen nadenken, maar die toch alle in
den trap af naar beneden. Isidore snelde heen
om haren last te volvoeren en bracht den broeder
een »ja" terug.
Toen beurde hij Stephanie in het rijtuig,
nog één handdruk, een zacht gefluisterden dank
en de vreugde van dien avond was voor hem
ten einde.
Als met goud getooid steeg de Julizon boven
de boomen van het park te voorschijn, in
zachte rust nog lagen de stadsbewoners voor
wie de dagelijks voorvallende troepen-transpor
ten al lang niets nieuws meer waren, toen een
enkele ruiter van de huzaren-kazerne door de
van menschen ledige allee heenjoeg, de met
villa's bezette straat inreed en voor een der
elegantste huizen stilhield.
Het gebouw lag evenals de geheele reeks
dezer villa's iets verwijderd van den wandelweg
De eene inrijpoort stond open, men zag nog het
spoor van het rijtuig, dat voor weinige uren
daar was binnen gereden.
De ruiter Vikter v. Strieszen reed terstond
den tuin in. Voorzichtig stierde hij zijn paard
om het huis. Met hartkloppen gaf hij acht op
de toegetrokken gordijnen der vensters, nu
hield hij stil onder het balkon aan de achterzijde
van het gebouw.
Hij overlegde nog, of hij het zou durven
wagen een teeken te geven, in welk oogenblik
de balkondeur zacht openging en de zoo vurig
gewenschte geliefde verscheen.
De stralen van den jongen dag speelden als
een gouden schemer om het jeugdig gezicht
in een wit ochtendkleed, het bruine haar in
losse trossen om hare schouders vallend, stond
zij daar en stak voorover buigend de eene hand
over de ijzeren leuning van het balkon, in de
andere hield zij zijn bloemruiker van gisteren
avond. Het was een beeld, dat zich onuitwisch-
baar in zijne ziel prentte.
een bepaalde richting liggen, die men bij
de toepassing op de onderdeelen van het
staatsbestunr gevolgd wil zien. De controle
op dat bestuur wordt dan eenvoudig op
gedragen aan mannen van wie men'weet
dat zij er toe in staat zijn.
Maar nu gelooven wij niet, dat in een
zwemwedstrijd de prijs moet worden
toegekend aan den man, die het best kan
biljarten, en de flinkste hardlooper een
medaille moet hebben voor uiterlijke wel
sprekendheid.
Evenmin komt het ons gewenscht
voor, dat bij verkiezingen voor welk be
sturend lichaam ook, de voorkeur juist
gegeven wordt aan leden van een bepaald
kerkgenootschap, of aan voorstanders van
een of andere keikelijke richting. Dat
nu is in de laatste jaren in ons vader
land en ook elders, al te veel ge
schied. Bekwaamheid in de beoordeeling
van de vraagstukken, waarover men een
meening zal hebben uit te spreken, in
verband met de richting, die men aan
het staatsbestuur gegeven wenscht te
zien, moet den doorslag geven, en boven
dien mag de vraag niet onuitgesproken
blijven of de man, die zich de opdracht
van een mandaat laat welgevallen, ge
neigd is in die richting door samenwer
king met en aansluiting bij geestver
wanten het gemeenschappelijk doel te
helpen bereiken. Het is een zeer slechte
politiek, die de rechten en plichten van
het staatsburgerschap ondergeschikt
maakt aan het al of niet bezit van eigen
schappen die, hoe eerbiedwaardig ook
op zichzelf, daarmede niets te maken
hebben, en in dien zin is het volkomen
waar dat zij «het karakter bederft."
Wanneer in de politieke kringen zelf
de partijschappen het eerste en het laat
ste woord hebben, zoodat er van eerlij-
«Stephanie, geliefde, duizendmaal dank, dat
gij mij veroorlooft, te komen 1 Ik moest u
slechts een enkelen keer zien." Hij richtte zich
hoog in de stijgbeugels op en kon hare hand
omvatten.
Toen hij die weer losliet, trok Stephanie
een paar takken uit haar bouquet het wa
ren laurieren en mirten en reikte ze hem
toe.
«Neem ze, een goed voorteeken. Breng mij
daarvoor heerlijke Parijsche bloemen mee 1"
glimlachte zij op haren schelmschen trant, die
haar eene eigenaardige aantrekkelijkheid gaf,
omdat men nooit wist, of zij in ernst of
scherts sprak. Hij stak de groene takken in
de snoeren van zijn attila, wenkte haar een kus
toe en riep:
«Moge ik spoedig als overwinnaar mijne
knie voor u buigen, om den laurier- en mirten
krans als hoogste loon uit uwe hand te ont
vangen I"
«Gij zult die domme Franschen zeker verslaan!"
riep zij met het vorig kinderlijk lachtje naar
beneden.
«Vaarwel, zoete Stephanie, de minuten zijn
geteld!" Snel wendde hij zijn paard ora en joeg
weg uit den tuin.
Het jonge meisje keerde rillend van kou
naar de balkonkarner terug. Aan het nabij
zijnde venster leunde achter de toegetrokken
gordijn de vrouw van den President, zij zei
tevreden:
«Het ging heel aardig toe met Romeo en Julia.
Nu echter, mijn hartje, ga gauw wêer naar bed,
opdat gij geen kou vat
«Ach Mama, hij zag er zoo verrukkelijk uit
en getrouw blijft hij mij zeker!"
«Ja, ja, maar het is toch zeer verstandig, dat
gij u niet met hem hebt verloofd. Vrij zooals
gij thans zijt, wacht gij de kansen af, zooals
ke en ijverige samenwerking geen sprake
meer kan wezen, dan ziet men gewoon
lijk een van beiden gebeuren: öf de
vertegenwoordigde natie verliest haar
belangstelling, of de politiek daalt af
tot de kleine clubjes van onbevoegden.
Het een is al even noodlottig als het
andere. Indien de gang van den wet-
gevenden arbeid verflauwt, daalt de ach
ting voor de volksvertegenwoordiging en
de liefde voor de staatsinstellingen bene
den het vriespunt, en met dien achter
uitgang houdt de vermindering van het
gevoel van vaderlandsliefde gelijken tred.
Wanneer dus een politieke partij een
staatkunde van personen in de plaats
schuift van die van zaken, bederft zij niet
slechts haar eigen karakter, maar ook dat
der geheele natie.
Er is voor ons land een belangrijke
gebeurtenis ophanden, de verkiezing van
een volledige Tweede Kamer. De liberalen
zullen alle krachten hebben in te spannen,
om niet in den staatkundigen strijd
het onderspit te delven. Wij zijn niet
geheel gerust, dat zij den ernst der tij
den genoegzaam begrijpen: velen staan
zoo vast in het vertrouwen op de voor
treffelijkheid hunner beginselen, dat zij
het overbodig achten daarvan getuigenis
af te leggen. Daarenboven heeft het ge
mis van eenheid in den boezem van de
vrijzinnige meerderheid in de Kamer niet
weinigen moedeloos gemaakt.
Beide uitersten, een te ver gedreven
optimisme en een te diep gevoel van
onmacht kunnen oorzaak zijn dat de
tegenpartij zegeviert. Wij zouden dat
een ramp achten voor ons volkjuist bij
den overgangstoestand waarin we thans
verkeeren is de eenig mogelijke politiek
Flink optreden voor hetgeen we het meest
in overeenstemming achten met de be
langen van het land onzer inwoning.
Papa zegt."
«Ik moest het u immers beloven, voordat wij
gisteren wegreden," zei Stephanie verdrietig.
«Die schrikkelijke oorlog, nu gaan allen weg, hoe
vervelend zal het worden I" Zij trok zich snel
in hare slaapkamer terug.
Viktor stuurde zijn paard nog niet naar de
kazerne heen: hij beschikte nog over een kwar
tier uur tijds. Gaarne had hij dit onder Ste
phanie's venster verkeuveld, maar een plicht
riep hem, di3wanneer ook op andere wijze
eene hartebehoefte moest bevredigen. Hij moest
van zijn tante Waldemar afscheid nemen.
Dezen nacht van Strieszenhorst terugkeerend,
had hij den ouden Johan, den knecht der baro
nes, gewekt en hem bevolen vroegtijdig bij de
hand te zijn hij werd derhalve ook daar ver
wicht.
Het huis der tante was een der meest afge
legene van de stad. Vroeger een dichtbij ge
legen buitenplaats, werd het na den bouw van
het station en het bouwen van huizen langs
de allee een deftige villa. Maar het oude Stries-
zensche landgoed «de Rosenberg," droeg nog
altoos zijn bijzonder karakter.
Met een ruim park met hooge oude boomen
omgeven, maakte het den hoed uit eener zijallée,
die naar den spoorwegdijk voerde. Een deel
van het park breide zich zelfs onmiddellijk langs
dien spoorwegdijk uit.
Viktor rende door de allée en hield nu voor
het portaal van den Rosenburg stil. De wijde
middelpoort stond open en de trouwe Johan
daarin.
Wordt vervolgd.