BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Te Tegelen (Limburg) had jl.
Zondag een zonderlinge wedstrijd plaats
tusschen twee oudjes, respectievelijk 69
en 67 jaar tellende. De weddenschap
zou bestaan in het doorloopen van een
pl. m. 200 meter langen afstand. Een
groote drom nieuwsgierigen was op de
been, om den zonderlingen wedloop gade
te slaan. De 69-jarige won het. Hij legde
den afstand in ruim twee minuten af.
De andere, de jongere, was ontmoedigd
bij het zien van de vlugheid, die zijn
mededinger ontwikkelde, en droop hal
verwege af.
De vermoedelijke dader van den
moord te Wageningen, die te Aalten is
aangehouden en naar Arnhem getrans
porteerd werd, heet Willem Regeling,
is 28 jaar oud, heeft reeds vroeger, ge
lijk wij meldden, 6 jaar op den Kruis
berg gelucht wegens moord op eene
vrouw, die hij met een schop de hersens
had ingeslagen en was eerst dezer dagen
uit de gevangenis te Utrecht van eene
celstraf van 9 maanden, wegens diefstal,
ontslagen. Het onderzoek wordt door den
rechter-commissaris met den meesten
ijver voortgezet. De verdachte liet zich
ten allen tijde door verregaande bruta
liteit kennen.
Voorloopig kan worden vermeld, dat
enkele getuigen in Regeling den persoon
hebben herkend, die op Maandagmorgen bij
het huisje van den verslagene B. Jansen,
te Wageningen, is geweest.
De heeren Jhr. A. F. M. van Asch
van Wijck te Utrecht, Prof. Brummelkamp
te Kampen, van Oosterwijk Bruin te Zeist,
Gunning te Zetten, Kuytenbrouwer te
Zeist, van 't Lindenhout te Neerbosch,
van Minnen te Utrecht, Poste te Char-
lois en Roosmale Nepveu te Doorn roe
pen alle belangstellenden, die met hen
den zegen der bijbelverspreiding door
het Britsch en Buitenlandsch Bijbelge
nootschap erkennen op, tot het bijwonen
eener vergadering door hen belegd te
Utrecht, in het Militair te Huis op Don
derdag 16 April, des voormiddags te 12
uren.
De conservatieve kiesvereeniging,
«Vaderland en Koning" te 's-Gravenhage
heeft tot Candidaat voor een lid der
Tweede Kamer, in de plaats van den
heer Wintgens, gesteld den heer A. Ba
ron Schimmelpenninck van der Oye, oud
lid der Tweede Kamer, laatstelijk voor
Arnhem.
In de vergadering van 17 Maart
II van de afdeeling Haarlem en Omstre
ken der »Ned. Maatschappij t.b. der
Geneeskunst," werd, hlijkens de Haarl.
Ct. door eenige leden mededeeling gedaan
van verscheiden gevallen van vergiftiging,
waarvan twee met doodelijken afloop,
die in den laatsten tijd voorgekomen
waren door het gebruik van Haarlem
mer-olie. De afdeeling rekent het zich
tot plicht, die in ruimeren kring bekend
te maken en er aan te herinneren, dat
Haarlemmerolie bestanddeelen bevat, die
bij gebruik gevaarlijke ziekten, ja, den
dood kunnen veroorzaken.
Zij meent derhalve ieder het gebruik
van Haarlemmerolie ten sterkste te moe
ten ontraden.
Dank zij den goeden zorgen van
den heer G. J. Schoterman, van Amers
foort zal ook te Hilversum een zwem
en badinrichting tot stand komen. Tot
commissarissen zijn gekozen de heeren
W. F Düker, J. C. Gülcher, J. E. C.
Schook, P. A. De Boer en K. J. Perk.
De aanbesteding van badkamers, afras
tering enz. zal reeds spoedig geschieden,
en men hoopt de zwem- en badinrich
ting vroeg genoeg gereed te hebben, om
dezen zomer met de exploitatie er van
te kunnen beginnen.
Een schipper met zijn vaartuig te
Amsterdam liggende aan de Kraansluis,
hoorde gisterennacht het hulpgeschrei
van een onbekende, in het Open Haven-
j>met hem een nieuw geslacht der Cal
«diero's zal verrijzen, niet onwaardig dat
«hetwelk met mij eindigt
«Herinnert gij u een gesprek, dat wij
«op zekeren avond tezamen hebben ge-
«voerd, wij alleen, toen de dood van den
«armen Arcillo mij zoo zeer had ter neer
«gedrukt?
«Gij zeide ik u toen gij zoudt
«den moed hebben te blijven leven, indien
«de stervende u toeriep en indien gij
«daarnevens al de afgestorven voorge-
«slachten onzer voorouders u hoordet
«toeroepen
«Leef, leef en wees de moeder van
«een krachtig geslacht, dat tot in ver
«verwijderde eeuwen onzen naam en onze
dapperheid doe voortleve!
«Ach! eennevel daalt over mijn oogen....
«verdikt zichdrukt mijne oogleden
«toe Zal mij de kracht resten dezen
«brief te eindigen, en te verzegelen?...
«Ik hoop het!... ik wil het!.... Eene
«ontzettende koude doorschokte mijn
«lichaam. Nog een woord mijn dood
«zal Orazio weinig minder, misschien eveu-
«zeer doen lijden als u. Indien gij hem
«zaagt des nachts wanneer hij aan mijn
«leger waakt I De angst waarmede hij
«zich over mijne sponde heenbuigt, zijn
front onder de oostelijke doorvaart te
water gevallen. Zonder verwijl werd door
hem hulp verkregen van politfe-agenten
en sloeproeiers van de havenpolitie, die,
toen eenige malen ter plaatse met een
dreg was gevischt, een man bewusteloos
boven water haalden. Bij de komst van
een geneeskundige bleken de levensgees
ten reeds te zijn uitgedoofd. Het lijk,
vermoedelijk dat van een schippersknecht
of poldeigast, is voorloopig op de Ooster
begraafplaats bijgezet.
Te Hilversum is een vrijwillige
brandweer tot stand gekomen. Zij telt
reeds dertig leden.
Er zijn gewone of werkende en bui
tengewone ledendeze laatsten verbinden
zich alleen tot eene geldelijke jaarliiksche
bijdrage.
Voor het gewoon lidmaatschap wordt
vereischt: een onbesproken gedrag; leef
tijd van 18 jaar; lichamelijke geschikt
heid; eene jaarlijksche bijdrage van
hoogstens f 1.
Gewone leden, verdeeld in klimmers,
spuitgasten en redders, tevens hand
havers der orde, onderwerpen zich aan
een organisatie op militaire wijze en
dragen bij oefening en brand een onder-
scheidingsteeken, welks kosten door hen
betaald worden. Zij nemen de verplich
ting op zich, zoowel bij brand als bij
oefening, nauwgezet de bevelen en de
voorschriften te volgen van de in rang
boven hen gestelden.
Voorshands heeft de commandant der
d.d. schutterij toegestaan, dat de eerste
tien leden der schutterij, die zich bij de
vrijwillige brandweer aansluiten, vrij zul
len zijn van brandpiket.
We behoeven voor dit nummer onzen
politieken kijker niet te richten van En
geland naar Rusland en laten dus voor
ditmaal ook de Afghanen onbesproken;
want sedert Zaterdag is niets voorgeval
len, dat vermeldenswaard is. 't Is voor
't oogenblik nog een gewapende vrede.
Eerder dan we hadden gedacht wordt
onze aandacht gevraagd door Egvpte en
de twee mannen, die in het land der
Farao's huishouden. Engeland heeft rust
en zal geene krijgsoperatiën meer onder
nemen voor het najaar, dachten we, en
ziet, op eenmaal wordt de wereld ver
rast door een hevigen strijd, die in Egypte
plaats had. Generaal Graham, zoo luiden
de berichten, was uit Soeukin in Noord
westelijke richting met zijn legertje op
marsch gegaan. Osman Digma komt hem
te Hasheen tegen en tast hem aan. 't Ge
vecht duurde 5 uren, toen was 't beslist,
wie de baas was. Toen kon de Engel-
sche Generaal naar zijn gouvernement
telegrafeeren, dat hij den vijand versla
gen had, dat deze met zware verliezen
uit zijne stellingen verdreven was en dat
zijn leger van 4000 man ongemakkelijk
gedund was, zeker wel tot 2800 man.
Het hoogste cijfer voor de verliezen
der Engelschen was 21 dooden en 42
gewonden.
Heeft bij dezen strijd Osman Digma
het onderspit moeten delven; de Engel
schen hebben de zege moeten bevechten,
want de Arabieren legden de grootste
dapperheid en roekeloosheid aan den dag.
Toen de Bengaalsche lanciers eene poging
deden, om een sterk korps, dat van de
heuvels verjaagd was, in zijne vlucht op
te vangen, keerden de Arabieren zich
eensklaps om en vielen de ruiters aan,
toen deze voorwaarts renden; zij wier
pen zich op den grond en sneden de
paarden in de pooten met hunne scherpe
zwaarden. Na een hardnekkig gevecht,
man tegen man, waren de lanciers ge
noodzaakt af te houden, met verlies van
vier hunner. Gedurende hot gevecht deden
een 150-tal Arabieren een aanval op de
brigade der garde, maar werden met een
zóó heftig vuur ontvangen dal zij in al
lerijl op de vlucht sloegen en hun ge-
«adem, zijne tranen bedwingend Ik
«zie hem zelfs in de oogenblikken, dat
«ik mijn bewustzijn gedeeltelijk heb ver-
«loren. Somtijds mengen zich zijne trek-
«ken met de uwe en is het mij alsof ik
*u beiden om mij heen heb in mijn
«hart zegen ik hem en u zegen
«ik u beiden I... Hij zal troost behoeven:
«dat hij die bij u vinde.
«Ik kan niet meer. Vaarwel Aldo-
«vira.Vaarwel voor altijd."
«Alessandro."
Aldoviia was doodsbleek, onbeweeglijk,
koud als een marmeren beeld zij weende
niet; zij zuchtte niet; zij uitte geene
enkele klacht. Zij wilde verdere bijzon
derheden weten. De reiziger verhaalde
alles en verborg ook zijne bewondering
voor Spaturzi nieteene diepe aandoening
vervulde haar, toen zij hoorde, hoe de
jongeling den stervende mijlen en mijlen
ver in zijne armen had gedragen door
die brandende zandwoestijn, onder die
verzengende, verschrikkelijke zon!
Toen zij alleen was achtergebleven,
stortte zij bewusteloos neder.
Twee dagen zweefde zij tussehen leven
en dood, toen zegevierde hare jeugd en
begon zij langzamerhand te herstellen 1
wonden chef achterlieten. Een andere
vijandelijke afdeeling, welke poogde door
te breken in de richting der opgewor
pen verschansingen, werd bijna geheel
vernietigd. Gedurende een halfuur had
den ook de Schotsche garde en de Cold-
streams een heftiger, aanval te verduren,
hoewel het vuur van den vijand op dit
punt zeer slecht gericht was. Binnenkort
verwacht men een nieuw gevecht. Korti
zal spoedig door de Engelschen worden
ontruimd. Misschien wel tegen het einde
van deze maand.
Omtrent de kwestie tusschen Enge
land en Rusland verneemt men nader
nog, dat Bismarck geweigerd heeft Rus-
lands eischen, met betrekking tot de
grensregeling in Afghanistan, tegenover
Engeland te ondersteunen.
Verder, dat in Britsch-Indië bevel
ontvangen is, een sterk leger aan de
noordergrenzen te consentreeren.
Zaterdagmiddag bedroeg het aantal
dooden, die uit de mijn Camphausen bij
Saarbrücken te voorschijn werden ge
haald, 159.
Van de 51 mannen, die nog levend
boven kwamen, zijn sedert 2 overleden.
Thans is men ijverig bezig, om ook
de 15 overigen, die nog vermist worden,
te zoeken.
Een treurige misdaad is te Pode-
bice, in Polen, gepleegd. Een watermo
lenaar aldaar vond dezer dagen bij zijne
tehuiskomst tot zijne ontzetting zijn vrouw
en kinderen en dienstboden, te zamen
10 personen, vermoord.
Men kwam door den hond van den
molenaar op het spoor van de misdadi
gers. Het dier wees der politie den weg
naar de woning van een der schuldigen.
De man bekende en noemde de namen
van zijne negen medeplichtigen, die ook
allen gevat werden.
Een som van 7000 roebel, welke bij
den molenaar in huis was, had de be
geerte der roovers opgewekt en aanlei
ding tot de misdaad gegeven.
De erfgroothertog van Oldenburg
wordt tegen 20 April in de residentie
terugverwacht. De zaken van prinses
Hendrik zullen zoodanig worden geregeld
dat op 1 Mei a. s. het paleis in het Voor
hout ontruimd en het personeel van
II. K. H. ontbonden zal zijn. Na het
huwelijk zal het vorstelijk echtpaar voor
loopig een buitenverblijf nabij Dresden
betrekken.
Een merkwaardig geval van schijn
dood heeft zich te Essen (Duitschland)
voorgedaan, waar de vrouw van een
algemeen geacht koopman, die sedert
jaren aan krampen leed, naar men meen
de, eindelijk gestorven was, maar, na
36 uur lang bij volle bewustzijn in een
staat van volkomen roerloosheid gelegen
te hebben, plotseling het gebruik van
spraak en ledematen terugkreeg. Zij was
van alle uitingen der droefheid van man
en kinderen en de toebereidselen tot
hare begrafenis getuige geweest.
De verjaardag van den grijzen Kei
zer Wilhelm, die Zondag zijn 88ste ge
boortefeest vierde, heeft buitengewone
belangstelling gewekt.
De feesten, die er gegeven werden,
waren schitterender dan ooit. Tal van
rijksvorsten en prinsen waren te Berlijn
tegenwoordig. Onder degeen, die den
Keizer kwamen gelukwcnschen, werden
opgemerkt de Koning van Saksen met
den Kroonprins, de Prins van Wales met
zijn oudsten zoon, Prins Albert Victor,
Prins Wilhelm van Wurtemburg, de
Groothertogin-moeder van Meckelen-
borg-Schwerin, de Prinsen van Hessen,
Waldeck-Pyrmont en anderen. Sinds de
kroning in 1871 te Versailles, was er
zoo'n groot aantal rijksvorsten niet bijeen
gezien.
De gezondheidstoestand van den Keizer
liet, eenige verkoudheid uitgezondert,
niets te wenschen over.
nog tengerder, nog aetherischer, nog
schooner dar. te voren.
Orazio vervulde met vrome trouw de
opdracht waarmede de stervende hem had
belast.
Ieder vond hem na zijne terugkomst
geheel verschillend van wat hij voor zijn
vertrek was geweest. De ontberingen, de
gevaren, aan welke hij het hoofd had ge
boden, en die hij had overwonnen, de
hevige droefheid, die hem het overlijden
van Alessandro veroorzaakte, hadden aan
zijne manlijke schoonheid iets fierders,
bijna zou ik zeggen iets waardigers toe
gevoegd.
De dood waarmede hij had geworsteld,
die zijn vriend van zijne zijde had weg
gerukt, maar die hem niet had kunnen
ten onderbrengen, scheen eene edelere
uitdrukking op zijne gelaatstrekken te
hebben achtergelaten, als een stralen
krans om zijn voorhoofd.
Hij vervoegde zich alleen aan het paleis
Santospero, om naar de gezondheid van
Aldovira te vernementoen deze hersteld
was bleef hij weg. Later schreef hij den
volgenden brief aan de hertogin
«Markies Alessandro Galdiero de Sot-
«tardo heeft mij zijn naam en zijne be-
In het Lagerhuis van Engeland is
op nieuw eene poging aangewend, om
het Rijksmuseum voor natuurlijke historie
ook op den Zondag voor het publiek
opentestellen. Die pogingen zijn echter
mislukt.
Eerst staakten de stemmen, 64 togen
64, maar de Voorzitter gaf den doorslag.
De Koning van België ontving
Maandag den Brusselschen gemeenteraad,
welke hem het adres van gelukwensching
over de Congo-regeling kwam aanbieden.
In zijn antwoord sprak de Koning de
hoop uit, dat Brussel de zetel van den
nieuwen Staat zal blijven. Hij zal België
geen enkele opoffering vragen, daar de
nieuwe Staat voldoende hulpbronnen
heeft. Hij vertrouwt, dat België zal weten
te profiteeren van den nieuwen debouehé
voor zijn producten en wijst er op, dat
geen Belg, die naar Congo trekt, zijn
nationaliteit zal verliezen.
Ook de Schouwburgen te Parijs
gaan gebukt onder den druk der tijds
omstandigheden. In 1884 hebben zij na
melijk 1 millioen fiancs minder ontvan
gen, dan in het vorige jaar. Dit zal
gedeeltelijk ook wel zijn toeteschrijven
aan een geringer bezoek van vreemde
lingen door de Cholera-vrees.
Voor het fonds ten behoeve van
het gedenkteeken van Gordon is nu een
som van 8.500 102.000) aan bijdra
gen ontvangen.
De familie Gordon zou het, met alle
waardeering voor het plan van het hos
pitaal te Port-Said, meer in den geest
van den overledene achten, als men zijne
nagedachtenis eerde door een gesticht, om
verwaarloosde knapen tot nuttige leden
der maatschappij op te voeden, een doel,
waarvoor de overleden held altijd veel
ijver betoonde.
Men hoort tegenwoordig weder
meer dan ooit van rooverbenden in Italië.
Bij Nanzano een plaatsje op eenige mij
len afstands van Rome, is dezer dagen
een landeigenaar, Moscatelli, door een
twaalftal gewapende mannen in zijn rij
tuig aangehouden, gekneveld, geblind-
doek en naar een afgelegen huis gebracht,
waar men hem gevangen hield, onder
bedreiging hem te zullen dooden, als
zijne familie niet binnen 24 uren een
losprijs van 40,000 lire betaald zou heb
ben. Men drong hem, de zijnen per brief
daarom te verzoeken.
De familie Moscatelli zond al haar
baar geld, 8000 lire. Na eenig beraad
slagen waren de roovers daarmee tevre
den. Moscatelli werd, weer geblinddoekt,
teiuggebracht naar de plaats, waar hij
gevangen genomen was. Eenige boeren
uit den omtrek vonden hem daar bewus
teloos en zonder kleederen liggen.
Ondanks de wraak, waarmede de roo
vers bedreigd hadden, ingeval hij hen
verried, gaf Moscatelli het gebeurde bij
de politie aan. Er werden naspoiingen
gedaan, en weldra waren een twintigtal
boeren uit den omtrek als de roovers
gevat en naar Rome gebracht.
Eenige dagen daarna werd te Monte
Janico de beeldschoone dochter van een
rijken boer door onbekende mannen op
gelicht en weggevoerd. De ouders ont
vingen bericht, dat zij 10.000 lire als
losgeld moesten betalen, als zij hunne
dochter terug wilden zienanders zou
zij de vrouw van den rooverhoofdman
worden. En als zij het gebeurde aanga
ven zou men het meisje vermoorden.
De ouders konden de gevraagde som
niet betalen, maar zij deden aangifte
van de zaak bij de politie. Er wordt
ijverig naar de roovers gezocht, maar
men is hen nog niet op het spoor.
De vader en moeder der ontvoerde
verkeeren in grooten angst, dat de vree-
selijke bedreiging ten uitvoer gebracht
zal zijn.
Twee luchtreizigers, dia Zaterdag
namiddag te Antwerpen opstegen met het
«zittingen nagelaten. Zijn naam is mij
«een trotsch gewin en ik durf hem aan-
«nemen en behouden; de bezittingen
«echter stel ik ter beschikking van de
«naaste bloedverwanten van den gelief-
«den overledene; en van hen hoop ik te
«vernemen, wat ik daarmede moet aan-
«vangen
De wangen van de herstellende Aldovira,
wie hare moeder dezen brief liet lezen,
werden met een lichten blos overbogen.
Schrijf dezen nieuwen markies de
Sottardo dat hij ons kome bezoeken,
zeide zij tot hare moeder.
Orazio kwam.
Langzamerhand werden zijne be
zoeken menigvuldiger. De twee jongelui
spraken over den beminden overledene,
en eene zachte vertrouwelijkheid ontwik
kelde zich van lieverlede uit de uitingen
van hun beider droefheid. Zij eindigden
met den laatsten wensch van den ver
eerden en aangebeden overledene te ver
vullen; zij troosten elkander.
Niemand vermoedde ooit, behalve
professor Fuloi, dat Alessandro Caldiero
de Sottardo met opzet naar de binnen
landen van Afrika was gegaan, om daar
den dood te zoeken.
EINDE.
plan naar Brussel koers te zetten, zagen
zich daarin deerlijk teleurgesteld. Tegen
den avond deed een luchtstroom hen af.
drijven zij raakten den koers kwijt en
toen zij wilden dalen, bemerkten zij tot
hun schrik, dat de golven van den Atlan-
tischen Oceaan onder hun voeten voort
rolden. In groote onrust bleven zij den
nacht zwalken en zagen Zondag-ochtend
bij de eerste schemering niets dan water
en wolken. Dat duurde zoo den geheelen
Zondag. Eerst tegen den avond werd
land gezien, maar de duisternis belette
hen daarheen koers te zetten. Het gelukte
den a;ronauten evenwel den ballon tamelijk
op dezelfde plaats te houden tot Maan
dagochtend, toen zij niet ver van Bromeny
in 't Engelsche graafschap Kent, neer
daalden.
De groote kerk der Herv. gemeente
alhier, bleek voor de godsdienstoefening
van Zondagavond te klein, zoovelen wa
ren opgekomen, om de bevestiging bij te
wonen van een aantal nieuwe leden, dat
nimmer zoo groot was. 't Was dus wel
noodig, dat buitengewone maatregelen
genomen werden, wat de zitplaatsen be
treft.
Ds. Immink, door wien de bevestiging
plaats had. deed dit naar aanleiding
van 2 Thirn. 1 vers 14»Bewaar het goede
pand, dat u is toebetrouwd. Na de be
vestiging werd aan twee meisjes en een
militair den doop toebediend.
«Vader Klomp", zooals hij in de
wandeling bij voorkeur genoemd werd, is
Maandagmorgen te halftwaalf begraven.
De lijkstoet werd onmiddelijk gevolgd door
de leden van het metalen kruis, afd. Amers
foort, terwijl het Bestuur dier afdeeling
als slippendragers fungeerde. Voorts
volgden met droeven tred ook «de gast
huismannetjes" den lijkwagen, terwijl de
vrouwelijke verpleegden in dat gesticht
zich op het kerkhof bevonden.
Vele belangstellenden en een drietal
regenten van het gasthuis sloten zich op
het kerkhof aan den stoet aan.
Aan het graf sprak de heer G. Hubers,
President der afdeeling Amersfoort, een
enkel wooid, waarin hij zeide, dat nog
maar weinigen van hen waren overge
bleven en den wensch uitte: dat, als
ook voor hen het appèl zoude geslagen
zijn, ook zij dan de eeuwige rust mochten
binnengaan.
De paden, door de vereeniging
tot werkverschaffing alhier, op den Amers-
foortschen berg aangelegd, zijn wandel
paden en dus niet bestemd, noch ook
geschikt, om bereden te worden. Hoewel
dit van algemeene bekendheid mag ge
acht worden, heeft naar mij vernemen,
een heer in burgerkleeding, ze toch te
paard bereden. Daar eensdeels deze pa
den hiervoor niet zijn ingericht en ander
deels het publiek verkeer, vooral voor
kinderen, hierbij niet meer veilig is, ver
trouwen wij, dat heeren ruiters genoemde
paden, door palen afgezet, niet meer
zullen berijden.
Tot den verkoop van sterken drank
in het klein is door B. en W. vergun
ning verleend aan S. van Vinken, Kamp
straat C, No 68 en aan F. D. de Gans,
Zand F, No 549.
De plannen tot restauratie van de
Koppelpoort te Amersfoort, waarvan wij
onlangs hebben melding gemaakt, onder
vinden geen onverdeelde, althans geen
onvoorwaardelijke instemming. In het
jongstverschenen nummer van De Op
merker (het orgaan van Architeetura et
Amiciliavindt men daaromtrent eenige
opmerkingen, welke o. i. wel eenige over
weging verdienen. Er wordt daarin vooral
gewezen op de velerlei schijnbaar kleine
veranderingen, welke de herstellers van
oude gedenkteekenen vaak meenen te
moeten makennatuurlijk met de goede
bedoeling, om nog beter in den stijl van
het oorspronkelijke te blijven, maar toch
met het gevolg, dat men een ander ge
bouw terugkrijgt dan men eeuwenlang
in werkelijkheid gehad heeft. Ook wordt
door dergelijke herstellingen en verande
ringen het dichtelijke waas van oudheid,
hetwelk tot dusver daarover verspreid
lag, meedoogenloos weggevaagd. Alles
ziet nu veel frisscher en netter, maar
het oude gebouw, dat men liefhad, heeft
men intusschen verloren.
Als voorbeelden wijst de schrijver van
het bedoelde opstel op de groote zaal
van het Binnenhof te 's-Gravenhage (de
zoogenaamde Loterijzaal) het Stadhuis te
Gouda, het Stadhuis te Alkmaar, den
Kloostergang naast den Dom te Utrecht,
de ruïne van Bi ederode e. a. Hij eindigt
dan ook met den wensch, dat men de
Ivoppelpoort niet «restaureere", maar al
leen door doeltreffende maatregelen het
gebouw voor verderen ondergang behoede.
Misschien is daartoe evenveel geld noo
dig, als voor eene restauratie, maar de
vrienden van kunst en oudheid zullen
daardoor meer gebaat zijn.
N. v. d. Dag.
Op verzoek geven wij aan het on
derstaande plaatsing
Het Departement Delft der «Neder-
landsche Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid" heeft het voornemen een