BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Te Tegelen (Limburg) had jl. Zondag een zonderlinge wedstrijd plaats tusschen twee oudjes, respectievelijk 69 en 67 jaar tellende. De weddenschap zou bestaan in het doorloopen van een pl. m. 200 meter langen afstand. Een groote drom nieuwsgierigen was op de been, om den zonderlingen wedloop gade te slaan. De 69-jarige won het. Hij legde den afstand in ruim twee minuten af. De andere, de jongere, was ontmoedigd bij het zien van de vlugheid, die zijn mededinger ontwikkelde, en droop hal verwege af. De vermoedelijke dader van den moord te Wageningen, die te Aalten is aangehouden en naar Arnhem getrans porteerd werd, heet Willem Regeling, is 28 jaar oud, heeft reeds vroeger, ge lijk wij meldden, 6 jaar op den Kruis berg gelucht wegens moord op eene vrouw, die hij met een schop de hersens had ingeslagen en was eerst dezer dagen uit de gevangenis te Utrecht van eene celstraf van 9 maanden, wegens diefstal, ontslagen. Het onderzoek wordt door den rechter-commissaris met den meesten ijver voortgezet. De verdachte liet zich ten allen tijde door verregaande bruta liteit kennen. Voorloopig kan worden vermeld, dat enkele getuigen in Regeling den persoon hebben herkend, die op Maandagmorgen bij het huisje van den verslagene B. Jansen, te Wageningen, is geweest. De heeren Jhr. A. F. M. van Asch van Wijck te Utrecht, Prof. Brummelkamp te Kampen, van Oosterwijk Bruin te Zeist, Gunning te Zetten, Kuytenbrouwer te Zeist, van 't Lindenhout te Neerbosch, van Minnen te Utrecht, Poste te Char- lois en Roosmale Nepveu te Doorn roe pen alle belangstellenden, die met hen den zegen der bijbelverspreiding door het Britsch en Buitenlandsch Bijbelge nootschap erkennen op, tot het bijwonen eener vergadering door hen belegd te Utrecht, in het Militair te Huis op Don derdag 16 April, des voormiddags te 12 uren. De conservatieve kiesvereeniging, «Vaderland en Koning" te 's-Gravenhage heeft tot Candidaat voor een lid der Tweede Kamer, in de plaats van den heer Wintgens, gesteld den heer A. Ba ron Schimmelpenninck van der Oye, oud lid der Tweede Kamer, laatstelijk voor Arnhem. In de vergadering van 17 Maart II van de afdeeling Haarlem en Omstre ken der »Ned. Maatschappij t.b. der Geneeskunst," werd, hlijkens de Haarl. Ct. door eenige leden mededeeling gedaan van verscheiden gevallen van vergiftiging, waarvan twee met doodelijken afloop, die in den laatsten tijd voorgekomen waren door het gebruik van Haarlem mer-olie. De afdeeling rekent het zich tot plicht, die in ruimeren kring bekend te maken en er aan te herinneren, dat Haarlemmerolie bestanddeelen bevat, die bij gebruik gevaarlijke ziekten, ja, den dood kunnen veroorzaken. Zij meent derhalve ieder het gebruik van Haarlemmerolie ten sterkste te moe ten ontraden. Dank zij den goeden zorgen van den heer G. J. Schoterman, van Amers foort zal ook te Hilversum een zwem en badinrichting tot stand komen. Tot commissarissen zijn gekozen de heeren W. F Düker, J. C. Gülcher, J. E. C. Schook, P. A. De Boer en K. J. Perk. De aanbesteding van badkamers, afras tering enz. zal reeds spoedig geschieden, en men hoopt de zwem- en badinrich ting vroeg genoeg gereed te hebben, om dezen zomer met de exploitatie er van te kunnen beginnen. Een schipper met zijn vaartuig te Amsterdam liggende aan de Kraansluis, hoorde gisterennacht het hulpgeschrei van een onbekende, in het Open Haven- j>met hem een nieuw geslacht der Cal «diero's zal verrijzen, niet onwaardig dat «hetwelk met mij eindigt «Herinnert gij u een gesprek, dat wij «op zekeren avond tezamen hebben ge- «voerd, wij alleen, toen de dood van den «armen Arcillo mij zoo zeer had ter neer «gedrukt? «Gij zeide ik u toen gij zoudt «den moed hebben te blijven leven, indien «de stervende u toeriep en indien gij «daarnevens al de afgestorven voorge- «slachten onzer voorouders u hoordet «toeroepen «Leef, leef en wees de moeder van «een krachtig geslacht, dat tot in ver «verwijderde eeuwen onzen naam en onze dapperheid doe voortleve! «Ach! eennevel daalt over mijn oogen.... «verdikt zichdrukt mijne oogleden «toe Zal mij de kracht resten dezen «brief te eindigen, en te verzegelen?... «Ik hoop het!... ik wil het!.... Eene «ontzettende koude doorschokte mijn «lichaam. Nog een woord mijn dood «zal Orazio weinig minder, misschien eveu- «zeer doen lijden als u. Indien gij hem «zaagt des nachts wanneer hij aan mijn «leger waakt I De angst waarmede hij «zich over mijne sponde heenbuigt, zijn front onder de oostelijke doorvaart te water gevallen. Zonder verwijl werd door hem hulp verkregen van politfe-agenten en sloeproeiers van de havenpolitie, die, toen eenige malen ter plaatse met een dreg was gevischt, een man bewusteloos boven water haalden. Bij de komst van een geneeskundige bleken de levensgees ten reeds te zijn uitgedoofd. Het lijk, vermoedelijk dat van een schippersknecht of poldeigast, is voorloopig op de Ooster begraafplaats bijgezet. Te Hilversum is een vrijwillige brandweer tot stand gekomen. Zij telt reeds dertig leden. Er zijn gewone of werkende en bui tengewone ledendeze laatsten verbinden zich alleen tot eene geldelijke jaarliiksche bijdrage. Voor het gewoon lidmaatschap wordt vereischt: een onbesproken gedrag; leef tijd van 18 jaar; lichamelijke geschikt heid; eene jaarlijksche bijdrage van hoogstens f 1. Gewone leden, verdeeld in klimmers, spuitgasten en redders, tevens hand havers der orde, onderwerpen zich aan een organisatie op militaire wijze en dragen bij oefening en brand een onder- scheidingsteeken, welks kosten door hen betaald worden. Zij nemen de verplich ting op zich, zoowel bij brand als bij oefening, nauwgezet de bevelen en de voorschriften te volgen van de in rang boven hen gestelden. Voorshands heeft de commandant der d.d. schutterij toegestaan, dat de eerste tien leden der schutterij, die zich bij de vrijwillige brandweer aansluiten, vrij zul len zijn van brandpiket. We behoeven voor dit nummer onzen politieken kijker niet te richten van En geland naar Rusland en laten dus voor ditmaal ook de Afghanen onbesproken; want sedert Zaterdag is niets voorgeval len, dat vermeldenswaard is. 't Is voor 't oogenblik nog een gewapende vrede. Eerder dan we hadden gedacht wordt onze aandacht gevraagd door Egvpte en de twee mannen, die in het land der Farao's huishouden. Engeland heeft rust en zal geene krijgsoperatiën meer onder nemen voor het najaar, dachten we, en ziet, op eenmaal wordt de wereld ver rast door een hevigen strijd, die in Egypte plaats had. Generaal Graham, zoo luiden de berichten, was uit Soeukin in Noord westelijke richting met zijn legertje op marsch gegaan. Osman Digma komt hem te Hasheen tegen en tast hem aan. 't Ge vecht duurde 5 uren, toen was 't beslist, wie de baas was. Toen kon de Engel- sche Generaal naar zijn gouvernement telegrafeeren, dat hij den vijand versla gen had, dat deze met zware verliezen uit zijne stellingen verdreven was en dat zijn leger van 4000 man ongemakkelijk gedund was, zeker wel tot 2800 man. Het hoogste cijfer voor de verliezen der Engelschen was 21 dooden en 42 gewonden. Heeft bij dezen strijd Osman Digma het onderspit moeten delven; de Engel schen hebben de zege moeten bevechten, want de Arabieren legden de grootste dapperheid en roekeloosheid aan den dag. Toen de Bengaalsche lanciers eene poging deden, om een sterk korps, dat van de heuvels verjaagd was, in zijne vlucht op te vangen, keerden de Arabieren zich eensklaps om en vielen de ruiters aan, toen deze voorwaarts renden; zij wier pen zich op den grond en sneden de paarden in de pooten met hunne scherpe zwaarden. Na een hardnekkig gevecht, man tegen man, waren de lanciers ge noodzaakt af te houden, met verlies van vier hunner. Gedurende hot gevecht deden een 150-tal Arabieren een aanval op de brigade der garde, maar werden met een zóó heftig vuur ontvangen dal zij in al lerijl op de vlucht sloegen en hun ge- «adem, zijne tranen bedwingend Ik «zie hem zelfs in de oogenblikken, dat «ik mijn bewustzijn gedeeltelijk heb ver- «loren. Somtijds mengen zich zijne trek- «ken met de uwe en is het mij alsof ik *u beiden om mij heen heb in mijn «hart zegen ik hem en u zegen «ik u beiden I... Hij zal troost behoeven: «dat hij die bij u vinde. «Ik kan niet meer. Vaarwel Aldo- «vira.Vaarwel voor altijd." «Alessandro." Aldoviia was doodsbleek, onbeweeglijk, koud als een marmeren beeld zij weende niet; zij zuchtte niet; zij uitte geene enkele klacht. Zij wilde verdere bijzon derheden weten. De reiziger verhaalde alles en verborg ook zijne bewondering voor Spaturzi nieteene diepe aandoening vervulde haar, toen zij hoorde, hoe de jongeling den stervende mijlen en mijlen ver in zijne armen had gedragen door die brandende zandwoestijn, onder die verzengende, verschrikkelijke zon! Toen zij alleen was achtergebleven, stortte zij bewusteloos neder. Twee dagen zweefde zij tussehen leven en dood, toen zegevierde hare jeugd en begon zij langzamerhand te herstellen 1 wonden chef achterlieten. Een andere vijandelijke afdeeling, welke poogde door te breken in de richting der opgewor pen verschansingen, werd bijna geheel vernietigd. Gedurende een halfuur had den ook de Schotsche garde en de Cold- streams een heftiger, aanval te verduren, hoewel het vuur van den vijand op dit punt zeer slecht gericht was. Binnenkort verwacht men een nieuw gevecht. Korti zal spoedig door de Engelschen worden ontruimd. Misschien wel tegen het einde van deze maand. Omtrent de kwestie tusschen Enge land en Rusland verneemt men nader nog, dat Bismarck geweigerd heeft Rus- lands eischen, met betrekking tot de grensregeling in Afghanistan, tegenover Engeland te ondersteunen. Verder, dat in Britsch-Indië bevel ontvangen is, een sterk leger aan de noordergrenzen te consentreeren. Zaterdagmiddag bedroeg het aantal dooden, die uit de mijn Camphausen bij Saarbrücken te voorschijn werden ge haald, 159. Van de 51 mannen, die nog levend boven kwamen, zijn sedert 2 overleden. Thans is men ijverig bezig, om ook de 15 overigen, die nog vermist worden, te zoeken. Een treurige misdaad is te Pode- bice, in Polen, gepleegd. Een watermo lenaar aldaar vond dezer dagen bij zijne tehuiskomst tot zijne ontzetting zijn vrouw en kinderen en dienstboden, te zamen 10 personen, vermoord. Men kwam door den hond van den molenaar op het spoor van de misdadi gers. Het dier wees der politie den weg naar de woning van een der schuldigen. De man bekende en noemde de namen van zijne negen medeplichtigen, die ook allen gevat werden. Een som van 7000 roebel, welke bij den molenaar in huis was, had de be geerte der roovers opgewekt en aanlei ding tot de misdaad gegeven. De erfgroothertog van Oldenburg wordt tegen 20 April in de residentie terugverwacht. De zaken van prinses Hendrik zullen zoodanig worden geregeld dat op 1 Mei a. s. het paleis in het Voor hout ontruimd en het personeel van II. K. H. ontbonden zal zijn. Na het huwelijk zal het vorstelijk echtpaar voor loopig een buitenverblijf nabij Dresden betrekken. Een merkwaardig geval van schijn dood heeft zich te Essen (Duitschland) voorgedaan, waar de vrouw van een algemeen geacht koopman, die sedert jaren aan krampen leed, naar men meen de, eindelijk gestorven was, maar, na 36 uur lang bij volle bewustzijn in een staat van volkomen roerloosheid gelegen te hebben, plotseling het gebruik van spraak en ledematen terugkreeg. Zij was van alle uitingen der droefheid van man en kinderen en de toebereidselen tot hare begrafenis getuige geweest. De verjaardag van den grijzen Kei zer Wilhelm, die Zondag zijn 88ste ge boortefeest vierde, heeft buitengewone belangstelling gewekt. De feesten, die er gegeven werden, waren schitterender dan ooit. Tal van rijksvorsten en prinsen waren te Berlijn tegenwoordig. Onder degeen, die den Keizer kwamen gelukwcnschen, werden opgemerkt de Koning van Saksen met den Kroonprins, de Prins van Wales met zijn oudsten zoon, Prins Albert Victor, Prins Wilhelm van Wurtemburg, de Groothertogin-moeder van Meckelen- borg-Schwerin, de Prinsen van Hessen, Waldeck-Pyrmont en anderen. Sinds de kroning in 1871 te Versailles, was er zoo'n groot aantal rijksvorsten niet bijeen gezien. De gezondheidstoestand van den Keizer liet, eenige verkoudheid uitgezondert, niets te wenschen over. nog tengerder, nog aetherischer, nog schooner dar. te voren. Orazio vervulde met vrome trouw de opdracht waarmede de stervende hem had belast. Ieder vond hem na zijne terugkomst geheel verschillend van wat hij voor zijn vertrek was geweest. De ontberingen, de gevaren, aan welke hij het hoofd had ge boden, en die hij had overwonnen, de hevige droefheid, die hem het overlijden van Alessandro veroorzaakte, hadden aan zijne manlijke schoonheid iets fierders, bijna zou ik zeggen iets waardigers toe gevoegd. De dood waarmede hij had geworsteld, die zijn vriend van zijne zijde had weg gerukt, maar die hem niet had kunnen ten onderbrengen, scheen eene edelere uitdrukking op zijne gelaatstrekken te hebben achtergelaten, als een stralen krans om zijn voorhoofd. Hij vervoegde zich alleen aan het paleis Santospero, om naar de gezondheid van Aldovira te vernementoen deze hersteld was bleef hij weg. Later schreef hij den volgenden brief aan de hertogin «Markies Alessandro Galdiero de Sot- «tardo heeft mij zijn naam en zijne be- In het Lagerhuis van Engeland is op nieuw eene poging aangewend, om het Rijksmuseum voor natuurlijke historie ook op den Zondag voor het publiek opentestellen. Die pogingen zijn echter mislukt. Eerst staakten de stemmen, 64 togen 64, maar de Voorzitter gaf den doorslag. De Koning van België ontving Maandag den Brusselschen gemeenteraad, welke hem het adres van gelukwensching over de Congo-regeling kwam aanbieden. In zijn antwoord sprak de Koning de hoop uit, dat Brussel de zetel van den nieuwen Staat zal blijven. Hij zal België geen enkele opoffering vragen, daar de nieuwe Staat voldoende hulpbronnen heeft. Hij vertrouwt, dat België zal weten te profiteeren van den nieuwen debouehé voor zijn producten en wijst er op, dat geen Belg, die naar Congo trekt, zijn nationaliteit zal verliezen. Ook de Schouwburgen te Parijs gaan gebukt onder den druk der tijds omstandigheden. In 1884 hebben zij na melijk 1 millioen fiancs minder ontvan gen, dan in het vorige jaar. Dit zal gedeeltelijk ook wel zijn toeteschrijven aan een geringer bezoek van vreemde lingen door de Cholera-vrees. Voor het fonds ten behoeve van het gedenkteeken van Gordon is nu een som van 8.500 102.000) aan bijdra gen ontvangen. De familie Gordon zou het, met alle waardeering voor het plan van het hos pitaal te Port-Said, meer in den geest van den overledene achten, als men zijne nagedachtenis eerde door een gesticht, om verwaarloosde knapen tot nuttige leden der maatschappij op te voeden, een doel, waarvoor de overleden held altijd veel ijver betoonde. Men hoort tegenwoordig weder meer dan ooit van rooverbenden in Italië. Bij Nanzano een plaatsje op eenige mij len afstands van Rome, is dezer dagen een landeigenaar, Moscatelli, door een twaalftal gewapende mannen in zijn rij tuig aangehouden, gekneveld, geblind- doek en naar een afgelegen huis gebracht, waar men hem gevangen hield, onder bedreiging hem te zullen dooden, als zijne familie niet binnen 24 uren een losprijs van 40,000 lire betaald zou heb ben. Men drong hem, de zijnen per brief daarom te verzoeken. De familie Moscatelli zond al haar baar geld, 8000 lire. Na eenig beraad slagen waren de roovers daarmee tevre den. Moscatelli werd, weer geblinddoekt, teiuggebracht naar de plaats, waar hij gevangen genomen was. Eenige boeren uit den omtrek vonden hem daar bewus teloos en zonder kleederen liggen. Ondanks de wraak, waarmede de roo vers bedreigd hadden, ingeval hij hen verried, gaf Moscatelli het gebeurde bij de politie aan. Er werden naspoiingen gedaan, en weldra waren een twintigtal boeren uit den omtrek als de roovers gevat en naar Rome gebracht. Eenige dagen daarna werd te Monte Janico de beeldschoone dochter van een rijken boer door onbekende mannen op gelicht en weggevoerd. De ouders ont vingen bericht, dat zij 10.000 lire als losgeld moesten betalen, als zij hunne dochter terug wilden zienanders zou zij de vrouw van den rooverhoofdman worden. En als zij het gebeurde aanga ven zou men het meisje vermoorden. De ouders konden de gevraagde som niet betalen, maar zij deden aangifte van de zaak bij de politie. Er wordt ijverig naar de roovers gezocht, maar men is hen nog niet op het spoor. De vader en moeder der ontvoerde verkeeren in grooten angst, dat de vree- selijke bedreiging ten uitvoer gebracht zal zijn. Twee luchtreizigers, dia Zaterdag namiddag te Antwerpen opstegen met het «zittingen nagelaten. Zijn naam is mij «een trotsch gewin en ik durf hem aan- «nemen en behouden; de bezittingen «echter stel ik ter beschikking van de «naaste bloedverwanten van den gelief- «den overledene; en van hen hoop ik te «vernemen, wat ik daarmede moet aan- «vangen De wangen van de herstellende Aldovira, wie hare moeder dezen brief liet lezen, werden met een lichten blos overbogen. Schrijf dezen nieuwen markies de Sottardo dat hij ons kome bezoeken, zeide zij tot hare moeder. Orazio kwam. Langzamerhand werden zijne be zoeken menigvuldiger. De twee jongelui spraken over den beminden overledene, en eene zachte vertrouwelijkheid ontwik kelde zich van lieverlede uit de uitingen van hun beider droefheid. Zij eindigden met den laatsten wensch van den ver eerden en aangebeden overledene te ver vullen; zij troosten elkander. Niemand vermoedde ooit, behalve professor Fuloi, dat Alessandro Caldiero de Sottardo met opzet naar de binnen landen van Afrika was gegaan, om daar den dood te zoeken. EINDE. plan naar Brussel koers te zetten, zagen zich daarin deerlijk teleurgesteld. Tegen den avond deed een luchtstroom hen af. drijven zij raakten den koers kwijt en toen zij wilden dalen, bemerkten zij tot hun schrik, dat de golven van den Atlan- tischen Oceaan onder hun voeten voort rolden. In groote onrust bleven zij den nacht zwalken en zagen Zondag-ochtend bij de eerste schemering niets dan water en wolken. Dat duurde zoo den geheelen Zondag. Eerst tegen den avond werd land gezien, maar de duisternis belette hen daarheen koers te zetten. Het gelukte den a;ronauten evenwel den ballon tamelijk op dezelfde plaats te houden tot Maan dagochtend, toen zij niet ver van Bromeny in 't Engelsche graafschap Kent, neer daalden. De groote kerk der Herv. gemeente alhier, bleek voor de godsdienstoefening van Zondagavond te klein, zoovelen wa ren opgekomen, om de bevestiging bij te wonen van een aantal nieuwe leden, dat nimmer zoo groot was. 't Was dus wel noodig, dat buitengewone maatregelen genomen werden, wat de zitplaatsen be treft. Ds. Immink, door wien de bevestiging plaats had. deed dit naar aanleiding van 2 Thirn. 1 vers 14»Bewaar het goede pand, dat u is toebetrouwd. Na de be vestiging werd aan twee meisjes en een militair den doop toebediend. «Vader Klomp", zooals hij in de wandeling bij voorkeur genoemd werd, is Maandagmorgen te halftwaalf begraven. De lijkstoet werd onmiddelijk gevolgd door de leden van het metalen kruis, afd. Amers foort, terwijl het Bestuur dier afdeeling als slippendragers fungeerde. Voorts volgden met droeven tred ook «de gast huismannetjes" den lijkwagen, terwijl de vrouwelijke verpleegden in dat gesticht zich op het kerkhof bevonden. Vele belangstellenden en een drietal regenten van het gasthuis sloten zich op het kerkhof aan den stoet aan. Aan het graf sprak de heer G. Hubers, President der afdeeling Amersfoort, een enkel wooid, waarin hij zeide, dat nog maar weinigen van hen waren overge bleven en den wensch uitte: dat, als ook voor hen het appèl zoude geslagen zijn, ook zij dan de eeuwige rust mochten binnengaan. De paden, door de vereeniging tot werkverschaffing alhier, op den Amers- foortschen berg aangelegd, zijn wandel paden en dus niet bestemd, noch ook geschikt, om bereden te worden. Hoewel dit van algemeene bekendheid mag ge acht worden, heeft naar mij vernemen, een heer in burgerkleeding, ze toch te paard bereden. Daar eensdeels deze pa den hiervoor niet zijn ingericht en ander deels het publiek verkeer, vooral voor kinderen, hierbij niet meer veilig is, ver trouwen wij, dat heeren ruiters genoemde paden, door palen afgezet, niet meer zullen berijden. Tot den verkoop van sterken drank in het klein is door B. en W. vergun ning verleend aan S. van Vinken, Kamp straat C, No 68 en aan F. D. de Gans, Zand F, No 549. De plannen tot restauratie van de Koppelpoort te Amersfoort, waarvan wij onlangs hebben melding gemaakt, onder vinden geen onverdeelde, althans geen onvoorwaardelijke instemming. In het jongstverschenen nummer van De Op merker (het orgaan van Architeetura et Amiciliavindt men daaromtrent eenige opmerkingen, welke o. i. wel eenige over weging verdienen. Er wordt daarin vooral gewezen op de velerlei schijnbaar kleine veranderingen, welke de herstellers van oude gedenkteekenen vaak meenen te moeten makennatuurlijk met de goede bedoeling, om nog beter in den stijl van het oorspronkelijke te blijven, maar toch met het gevolg, dat men een ander ge bouw terugkrijgt dan men eeuwenlang in werkelijkheid gehad heeft. Ook wordt door dergelijke herstellingen en verande ringen het dichtelijke waas van oudheid, hetwelk tot dusver daarover verspreid lag, meedoogenloos weggevaagd. Alles ziet nu veel frisscher en netter, maar het oude gebouw, dat men liefhad, heeft men intusschen verloren. Als voorbeelden wijst de schrijver van het bedoelde opstel op de groote zaal van het Binnenhof te 's-Gravenhage (de zoogenaamde Loterijzaal) het Stadhuis te Gouda, het Stadhuis te Alkmaar, den Kloostergang naast den Dom te Utrecht, de ruïne van Bi ederode e. a. Hij eindigt dan ook met den wensch, dat men de Ivoppelpoort niet «restaureere", maar al leen door doeltreffende maatregelen het gebouw voor verderen ondergang behoede. Misschien is daartoe evenveel geld noo dig, als voor eene restauratie, maar de vrienden van kunst en oudheid zullen daardoor meer gebaat zijn. N. v. d. Dag. Op verzoek geven wij aan het on derstaande plaatsing Het Departement Delft der «Neder- landsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid" heeft het voornemen een

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 2