NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N°. 32. Woensdag 22 April 1885. Veertiende Jaargang VOOR Uitgever A. M. SLOTHOUWER. A m e r s fo o r t. BINNENLAND. Feuilleton. VERLOOCHEND. AME1SF00BTSCII COURANT. abonnementsprijs Per 3 maanden/ 1.Franco per post door het geheele Bijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. advertentiên: Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. In ons nummer van Zaterdag deel den we mede, dat het volstrekt niemand zou behoeven te bevreemden, als de be grooting voor finantiën bij de eindstem ming werd verworpen, en dat de Minister van Binnenlandsche Zaken, toen van alle zijden de storm opstak en Z.Exc. voor het lot van zijn ambtgenoot voor Finan tiën bevreesd werd, haastig verklaarde, dat de regeering met den Minister van Finantiën solidair was. Die verklaring hielp want kort daarop werd Finantiën aangenomen met 25 tegen 10 Stemmen. 's Ministers portefeuille was gered al was de uitslag der stemming volstrekt niet eervol. De Eerste Kamerleden schenen bevreesd voor eene cabinetscrisis, en spaarden daarom nog het ministrieel leven van den heer Cirobbée, die blijkbaar niet voor zijn taak berekend is en niet be antwoord aan het programma, waarmee dit Ministerie optrad: herstel van het even wicht in 's lands finantiën, te bereiken door bezuiniging en door versterking van 's Rijks middelen. Zóó zeker evenwel, had men verwacht, dat de heer Grobbée, na de hevige op positie tegen zijn beleid, bedanken zou, dat reeds Zaterdag in de voornaamste bladen werd medegedeeld, dat de Minister van Finantiën aan den Koning ontslag had gevraagd. Al spoedig echter werd dit bericht, dat zeker een los gerucht was, weer tegen gesproken. Voor het oogenblik is dus het onweer afgedreven, misschien zet het uit een anderen hoek wel weer op. Nu in ons land de constitutioneele regeeringsvorm eene onmogelijke zaak geworden is door de samenstelling der Tweede Kamer, 43 tegen 43 zou het misschien niet ongewenscht geweest zijn, dat het Ministerie ware afgetreden. Die aftreding kon vrij zeker eene ver andering in de samenstelling er van ten gevolge hebben, waardoor de eve naar naar de rechter- of linkerzijde over sloeg. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft in de regeeringsantwoorden op de afdeelingsverslagen der Eerste Ka mer over de Staatsbegrooiing medege deeld, »aat de groote mogendheden met veel welwillendheid erkend hebben, dat Nederland, met het oog op zijn Koloniaal bezit en op de plaats, die het inneemt onder de mogendheden, waarvan de schepen het Suezkanaal ooortrekken, bil lijke aanspraak maken moet op de deel neming aan de uit meerdere hoofden voor Nederland belangrijke beraadsla gingen der bedoelde conferentie." De woorden niet veel welwillendheid verbazen ons niet weinig. Moet ten op zichte van ons land, dat eene tweede Koloniale mogendheid is, gesproken wor den van welwillendheid, vragen wij Meer misschien dan velen der groote mogendheden heeft Nederland belang bij de regelingen betreffende het Suezkanaal. Dus mag hier geen sprake zijn van wel willendheid. -De Minister van Justitie heeft eene circulaire tot de Commissarissen des Ko- nings gericht betreffende de Zondagswet. Hij gaat uit van de overweging, dat de tegenwoordige wet van 1815 niet wordt nageleefd en wenscht aan dezen heer- schenden toestand een einde te maken. Twee wegen staan nu open: op eenvou dige intrekking der wet, of hare vervan ging door een andere. Alvorens nu een keuze te doen, verzoekt de Minister aan genoemde hooge ambtenaren, om hun adres, waarbij de volgende vragen tot leiddraad kunnen dienen I. Behoort in den tegenwoordigen toe stand met betrekking tot de Zondagswet verandering te wóiden gebracht II. Zoo ja, door eenvoudige intrekking der wet van 1 Maart 1885, Staatsbl. No. 21, of door invoering eener nieuwe Zondags wet? III. Van welke beginselen behoort die nieuwe wet uit te gaan? lo. Is vast stelling van een wettehjken rusttijd, be houdens noodzakelijke uitzonderingen, hetzij gedurende den geheelen Zondag, hetzij gedurende een deel daarvan, wen- schelijk of noodzakelijk? 2o. Is een ver bod van openbaren arbeid in het alge meen wenschelijk, of alleen voor zoover die arbeid en ook niet-openbare hinder toebrengen zou aan de openbare gods dienstoefening? 3o. Behooren het verkoo- pen in winkels, het venten op de open bare straat en het houden van publieke vermakelijkheden te worden beperkt? 4o. Welke voorschiiflen zijn noodig om trent heibergen en dergelijke inrichtin gen? Van tweeën één, zeggen wij, óf de be staande wet moet gehandhaafd worden door allen, óf worden uitgevoerd door niemand. Eene wet, waai bij ieder doen kan naar eigen zin en keuze is geen wet. Ondertusschen is het te hopen, als we een andere wet krijgen, dat daarin alle openbare arbeid op Zondagen ten streng ste verboden en herbergen op die dagen gesloten zullen zijn. Van de ontworpen tabaksbelasting door onze regeering komt niets. Nadat naar aanleiding van dat ontwerp zoovele pennen in beweging werden gebracht en duizenden geruimen tijd in angst en spanning verkeerden, vreezende dat aan hun middel van bestaan een einde zou worden gemaakt, heeft de berg een muis gebaard. De Minister van Finantiën n.l. heeft in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag uer Eerste Kamer over zijne begrooting' medegedeeld, dat de adviezen van de Kamers van Koop handel de regeering tot de overtuiging geleid hebben, dat het voorshands raad zaam is dergelijke belasting niet inte- voercn Ook deze poging van den Minister om 's lands geldmiddelen te verbeteren, heeft dus schipbreuk geleden. Zou Z.Exc. het niet eens probeeren willen met eene belasting op de Wijnen De bij uitstek constitutioneele staat België heeft nog niet de verdraagzaam heid, die Dr. Schaepman verlangt, dat de Nederlanders zich ten eigendom zullen maken. Men heeft n. 1. aangevraagd de bijbeltent, die verleden jaar ook te Am sterdam op de tentoonstelling stond en zoo nuttig werkte, ook te Antwerpen te plaatsen, maar mis was het! Wel mag de tent geplaatst worden, maar het is verboden Bijbels uit te rei ken, of te verkoopen. Men zegt, dat eene colportage met Romans op die wijze beter kans, van slagen hebben zou. Verleden week waren te Barneveld aan de markt niet minder, dan 2000 kilo's boter aangebracht, 't Was jammer dat deze aanvoer vergezeld ging van een tragen slappen handel. Als April en Mei achte» den rug zijn zullen op de spoorweglijnen in Ne derland rondreis-biljetten worden afge geven, geldig voor den tijd van 20 dagen. Wie dan de Belgische tentoonstelling be zoeken wil en tegelijkertijd een reisje door België maken, kan daarvan heerlijk profiteeien. Te Elshout heeft dezer dagen eene kip van den heer Blok een buitengewoon groot ei gelegd, niet met één, ook niet met twee, maar met drie dooiers. Een hoeve onder Zevenhuizen, die voor eer.ige jaren 15000 gulden gold, kon thans bij openbaren verkoop niet meer dan 9000 gulden opbrengen. Wel een bewijs dat de landprijzen dalen. De Haagsche bankvereeniging in de Papestraat heeft hare betalingen gestaakt. De directeur, Felix Polak is voortvluchtig, zijn vennoot Wolff moet zich te Antwer pen voor het hoofd hebben geschoten. De officier van Justitie heeft de failliet verklaring aangevraagd, het faillissement is uitgesproken. Naar aanleiding van den drievou- digen moord te Maastricht en enkelvou dige moorden op verschillende andere plaats (men vergete ook de afschuwelijke moorden der Eeidsche giftmengster niet) rijst als van zelf hier en daar de vraag of men de doodstraf niet weder zou in voeren. De proefjaren hebben lang ge noeg geduurd en zullen wel geleerd heb ben, dat gedurende den tijd der afschaf fing het aantal moorden eer vermeerderd, dan verminderd is. Maandagmiddag brak in een hooi schelf en daarbij staande boerderij van den heer van der Heijden te Hilversum brand uit, die aangewakkerd door den N. O. wind, weldra alles vernield had. Vee en inboedel zijn echter gered. De oorzaak van den brand is nog on bekend. Tijdens den brand waren de bewoners afwezig. Vacante beurzen aan normaalscholen, waarvoor onlangs examen gedaan is, blijven open, tot er door de regeering bepaald is, welke normaalscholen reeds nu zullen worden opgeheven, ten einde beurzen, aan die op te heffen inrichtin gen vacant, als dan in te deelen bij an dere normaalscholen. Veel geschreeuw, maar weinig wol, mag men wel zeggen van onze Neder- landsche ijzerfabrikanten; want eerst klaagden ze steen en been over gebrek aan werk en nu er eene inschrijving is voor een werk van ƒ26000 bij het Departement van Waterstaat blijven ze thuis en komt niet één ijzerfabrikant voor den dag, maar laat een Duitsche nabuur de levering der Spoorwegwissels aannemen voor ƒ25590. Eenige werkbazen te Wageningen hebben besloten voortaan voor minder loon te werken. Zij doen dit als proef- middel, oin te zien, of het publiek dan ook meer zal laten werken. «Daar heb-je het al weer!" roept een dwarskijker uit, «de werklui moeten het alweer ontgelden. De arbeider blijft het aanbeeld, waarop de hamer van het kapitaal met telkens zwaarder slag neervaltWij zijn van een tegenovergesteld gevoelen en meenen de maatregel der Wageningsche werkba zen te moeten toejuichen, 't Is beter weinig loon, dan geen loon en de ver- bruiksartikelen zijn tegenwoordig zoo buitengewoon laag, als ze in geen 20 jaren geweest zijn. Daarom blijft de werkman, bij minder verdienste nog dezelfde. Onder de werklieden bij de Amers- foortsche werkverschaffing waren er, die wenschten op die wijze maar altijd vast werk te hebben. Morgen (Donderdag) zal aan het Hof te 's-Gravenhage de zoo gerucht makende zaak der Leidsche giftmengster in behandeling komen. Mejuffrouw van der Linde (de beschuldigde) bevindt zich in blakenden welstand. Geen wroeging of naberouw schijnt aan haar geweten te knagen. Te Nijkerk zijn twee vermisten aangehouden van het koloniaal Werfdepot: Hergen en Hurschler. De laatste, die in schamele burgerkleeding gehuld was, wist nog weer te ontsnappen. Te Hilversum heeft eene liberale centrale kiesvereeniging, voor leden der Tweede Kamer, haar beslag gekregen. door C. H. P. VAN OOSTERZEE. 6.) Mijne knieën knikten. Ik had tot't laatste nog op moederliefde gehoopt. Be merkende, dat ik op een onwrikbaar be sluit stuitte, had ik nog slechts één vraag tot haar te richten. «Zien wij elkander weer terug vroeg ik ademloos. «Misschien. Ik jhoop en denk wel zoo I" «Maar misschien ook niet, men kan toch niet weten, daaiom: Waar en wie is mijn vader Bij deze overwachte woorden meende ik haar te zien verbleeken. »Welnu vroeg ik streng, toen zij bleef zwijgen. «Zijn naam zoudt ge op een of ander kerkhof moeten zoeken I" antwoordde zij met een schamperen lach. «En wie hij is? De wereld noemt hem een eerlijk man rnet brave, edele principes, die ha! ha! maar komaan, 'tis genoeg!" «Een oogenblik nog Zijn naam gaf hij u dien nooit?" De vermetele vraag wekte zelfs geen spoor van verontwaardiging op. «De brave man stiei f hiervoor te vroeg althans voor mij Met opgeheven hoofd, met open blik, met duidelijke stem sprak zij de woorden uit, die een opkomende twijfel in mijn ziel versterkten, opnieuw voedsel gaven Waren ze onbedachtzuim geuit of veeleer bestemd mij de volle, giievende waar heid te de doen gevoelen? Waren die woorden haar onwillekeurig ontsnapt of hadden zij tot doel de flauwe nagedach tenis mijns vaders te kwetsen, te doo- den Nog steeds staat zij mij voor den geest, zooals ik haar toen voor mij zag: de fiere gestalte hoog opgericht, het donkere oog fonkelende van drift, de kersroode lippen ontsierd door een ironischen glim lach mijn God, sluimerde er dan geen enkel vonkje van gevoel in dat vrouwen hart Was het mogelijk dat het leven haar dit ontnemen kon? Met stomme verbazing, ja wezenloos van schrik en ontzetting staarde ik de schoone vrouw aan, ik hijgde en snakte naar lucht, naar adem die afschuwe lijke bekentenis mijn vader dood ik een bastaard Een plotseling opkomend denkbeeld drong zich bij mij op, eerst onduidelijk en onzeker, dan sterker en heviger. «Mijn vader leeft!" riep ik wild, «hij leeft, hij is niet dood, zooals gij mij wilt doen gelooven waar is hij, waar kan ik hem zien, hem spreken Een gloeiend, koortsig rood bedekte toen het blanke aangezicht, een oogen blik meende ik haar zelfs te zien wan kelen, toen, als berouwde het haar mij verder te hebben aangehoord, schreed zij naar de deur waaruit oom Eduard verdwenen was. Met een sprong stond ik naast haar en belette driftig don door tocht. «Geen hulp van buiten zal u beletten mij eerst te antwoorden!" zeide ik on geduldig, haar onzacht bij den arm hou dende. «Spreek, waar kan ik hem vinden. Valt het zóó zwaar de volle waarheid te bekennen, mij dunkt..." «Zwijg!" barstte zij heftig los. «Gij zijt de zoon van een man, dien ik haat, hoort ge, dien ik haat en veracht om dat omdat hij mij eerst onteerde, daarna wantrouwde en toen verliet Zijt ge nu tevreden en is dit eindelijk voldoende O God. die pijl trof! Tot diep in mijn hart heeft die zich een weg gebaand, daar, daar zit het in den wond vastge groeid o Engel des Doods, waarom kwaamt gij mij toen niet verlossen, im mers slechts uw hand schenkt Je balsem voor zulk een wond Sedert stond ik alleen. Het sprak van zelf, dat ik het voor stel van oom, of liever het bevel om Maurits Haze te verlaten, de schilder kunst op te geven en mij te A. te ves tigen, niet ben nagekomen. Eenmaal de volle waarheid vernomen hebbende, achtte ik mij voor goed gescheiden van dien man van mijne moeder Gelukkige wezens toch, die hunne moeder ten allen tijde, door alle omstandigheden heen, voor zich rnogen behouden, gelukkige, rijke schepselen, die het bewustzijn heb ben, dat een moederhart in lief en leed hen zal blijven toebehooren, in smart, in beproeving, in teleurstelling hen een veilige haven zal»zijn!... En Maurits Haze, die mij de nagedachtenis zijner moeder had leeren vereeren, door zoo menigmaal van hare trouwe gehechtheid voor den zoon te verhalen. «Moeder liefde is zoo onpeilbaar diep als de oceaan, Sammyklonk het vol eerbied van zijne lippen. «Geen menschelijke, aardsche liefde is zoo diep van gevoel, zoo gren- zenloos, zoo onuitputtelijk in opofferingen van grooteren en kleineren aard, als moederliefde O, wanneer hij wist, wanneer hij vermoeden kon, welk een snaar hij steeds opnieuw in mijn ziel deed beven en trillen van wanhoop Van toen af aan nam ik voor goed mijn intrek bij Maurits Haze, maar vrede noch rust kon ik er vinden, 't Scheen alsof iets mij kwelde en voortjoeg diidr waar ik vroeger jaren achtereen zat te werken, dat gezellige, onvergetelijke hoekje in Maurits Haze's atelier, daar werd 't mij nu meestal te benauwd, ik moest de deur uit, de straat op, lucht, lucht En dan die laatste onzekerheid waarin mijne moeder mij had verlaten.. Zou mijn vader nog leven, zou ik onwille keurig de waarheid hebben gezegd toen ik haar daarvan wilde overtuigen In die eerste dagen doorkruiste ik het stadje in alle richtingen, uren lang dwaalde ik in het bosch, dat zich tot een half uur buiten de stad uitstrekte, ik trachtte Martha te dwingen inij te zeggen waar ik mijn vader vinden kon niets, niets Teleurgesteld, gebogen van vermoeid heid klopte ik weer aan mijn nieuw tehuis aan, om den volgenden morgen, door hetzelfde koortsige verlangen voort gedreven, opnieuw mijn vruchtelooze on derzoekingen te hervatten. Wat de woordelijke inhoud van den brief geweest is, die mijn armen vriend vóór dien rampzaligen dag een stapelooze nacht gekost heeft, heb ik nooit te weten kunnen komen. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1