NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. N°. 50. Woensdag 24 Juni 1885. Veertiende Jaargang Brieven over Volapiik. Maggie Wilson. abonnementsprijs VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentiEn: Zij die zich met 1 Juli op de Nieuwe Amersfoortsche Courant abonneeren ontvangen de voordien tijd te verschij nende nos. gratis. BINNENLAND. Feuilleton. minora. AMEBSFOORTSÜHE COURANT. VOOR Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door liet gcheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. lugezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. Uitgever A.M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Kö no lil, no piikolöd! Kö stupel, seilolöd Tweede Brief. Jleyer, J. M. d. i. Waar geen oor is, spreek daar niet, Waar een dwaas is, moet gij zwijgen. J. M. Schleyer. Waarde Vriend, De stelling uit mijn vorig schrijven, «dat voor onzen tijd eene interna tionale taal noodzakelijk is," kondigt daarmede reeds het thema voor dezen brief aan. Voor onzen tijd een internationale taal! Onwillekeurig denk ik bij die woorden dat anioma had ik bijna gezegd aan de grootsche uitvin dingen onzer negentiende eeuw. Sinds Savary, Watt en Bulton den stoom als beweegkracht hebben aangewend is de eene geniale uitvinding de andere met stoom gevolgd. Spoorweg, Stoom boot, Telegraaf, Telefoon en Wereld post met al hunne bestaande en toe komstige variaties, hebben eene ge- heele omkeering in onze maatschap pelijke toestanden teweeggebracht. Reeds onze Maestro da Costa zong in zijn «Lied van 1840" met zijne gewone zienersgave: vergun mij de aanhaling van het zoo bekende gedeelte: Een nieuwe loopkring is voor heel deez aard be gonnen Het zeegevaarte voelt zijn ingewanden leven, En roept geen drijfkracht meer van buiten om te zweven. Jameer! de vrije zee, waarin de stoomboot zwemt, En'saardrijks vaste korst in ijz'ren band geklemd, Waarop de spoortrein gonst, wedijveren met elkander. Zie langs zijn tweelingslijn dien feilen Salamander. Vuur sist het uit zijn buik, die rammelt over de aard Hij voert bevolkingen en legers in zijn staart, Metalen tenten, die met bliksemende wielen Wat stand houdt waar hij schreeuwt, verplett'ren en vernielen. Hij runt, hij vliegt, hij rukt, verwaten en verwoed Afgronden in 't gezicht, en bergen te gemoet, Die wijken, of doorboord een open heirbaan laten. De steden uaad'ieu tot elkander; Volken, Staten, Dooi kruisen, mengen zich. Een zelfde stoom- krachtvaart Sleept heel ons menschdom voort, en effent heel onze aard. Ja, die «feilen Salamander", wij vergeven da Costa om de schoo- ne schildering gaarne dat woord van zijn verstokt conservatisme ja, die felle Salamander, alias sooor- trein, heeft met zijne aanverwanten stoomboot telegraaf en teleloon een machtigen bond tegen de afstanden van voorheen gesloten. Zoo gespierd mogelijk geelt ons da Costa van dat verbond eene voorstelling. Als een besje in de vorige eeuw het wagen dorst per trekschuit van Amsterdam naar Rotterdam te rei zen ge kondt zeker zijn, dat zij onderweg zonder overhaasting een paar kousen gebreid had. Enthans? O tempora, o moresOnderstel dat hetzelfde besje hetzellde paar kou sen in onzen wagon le klasse zou afmaken. Ik ben er overtuigd van dat zij te Madrid reeds lang, even als Rosaura van Fiore, op een mata dor verliefd was, eer zij hare taak volbracht had. Mocht gij ooit reiziger worden, mijn Waarde L., 't zij voor een han delshuis, 't zij als erfgenaam van Rothschild, dan heb ik medelij den met de vuurproef, die gij eerst ondergaan moet. Neem aan, dat gij alleen ons kleine Europa bereizen wilt: dan hebt gij minstens een do zijn talen te leeren om U overal verstaanbaar te maken. Gij zult dat te kras vinden en zeggen, dat gij het met Fransch, Duitsch en Engelsch al vergenoeg brengen zult. Toegegeven, maar gij kunt ook niet ontkennen, dat gij over die drie talen minstens zes jaar noodig hebt. En nu vraag ik U, in gemoede af: is het niet dwaas over een doel zes jaar te besteden, als men evengoed, zoo niet beter, dat zelfde doel (inzake door Volapük) in hoogstens één jaar kan bereiken? Niet alleen het spoorweg- ook het telegraafnet breidt zich dagelijks da Costa zou misschien zeggen schrikbarend uit. De afstand tus- sehen Oude en Nieuwe wereld is door de snelheid der electrische vonk als het ware weggeslonken. Reken zelf maar uit Lubertus; van uwe school jaren al' zijt gij een matador in de edele «cyferkonste" geweest: Ame rika ligt van ons 1UÜ0 uren 40 dagen en nachten wandelens. Eene depêche nu heeft slechts het vijfhon derdste gedeelte van dien tijd noo dig, zegge twee uren, om van den Eamle van Overzee tot ons te komen. Het gebruik van dit zoo prac- tisch correspondentie-middel neemt dan ook hand over hand toe. Hoe gemakkelijk zou het nu zijn, als alle volken daarvoor ééne taal gebruikteneen alfabet heel't men reeds, waarom nu ook geen B ge zegd en een taal er bijgenomen. Daarenboven zijn sommige talen ten eenemale ongeschikt voor telegrafie: de Chinees b.v. neemt zijne toevlucht tot het Engelsch, en daar deze taal op hare beurt eene massa klanken niet kan teruggeven, moet men bij het Fransch of Duitsch leentjebuur spelen ten minste zoo zegt Schleyer, en die zal het met zijne 40 talen wel weten Voorwaar, Volapük zou in deze een onschatba- ren dienst bewijzen, temeer daar hare laconische kortheid ook gelde lijk voordeel oplevert. Ik geloof niet, mijn waarde, dat wij samen de Antwerpsche tentoon stelling zullen bezoeken, zooals wij het genoegen met onze Amsterdam- sche hadden. Nu, liet behoeft ook niet, want wij hebben nu eenmaal een idéé van zoo'n mikrokosmos. Weet ge nog wel: Hier advertenties en opschriften in Engelsch, Duitsch, Russisch, daarltaliaansch, Deensch Fransch, ginds die figuurtjes schijnen wel teekeningen van een scholier in spé foei, spot zoo niet, 't is geschreven door de zonen van het Ilemelsche Rijkhier hebben we weer hiëroglyphen van Maleisch, Arabisch, en ra,-ra,-wat-is-dat? De handelaars der [uitgestalde wa ren zitten er dan ook leelijk mee in de klern; zoo gaarne houden zij eene lofspraak op hunne koopwaar maar, helaas, hoofdschuddend mom pelen zij van de voorbijgangers en toehoorders, iets dat veel gelijken moet op: «Aures habent et non audiunt". Wat raad? Men over handigt U eene reclame in 3 of 4 talen geschreven, en 't zou nu on dankbaar van U zijn, van U Hollan ders, Engelschen, Chineezen, Russen, Italianen, Spanjaarden, Franschen, Turken, enz. enz. zoo ge niet uw eigen landstaal er bij vondt. Of hier voor verkooper zoowel als voor kooper ééne taal gewenscht ware wie zal bij helderen zonne schijn zeggen: de duisternis van den nacht heerscht om mij Evenmin wil ik het nut aanwij zen, dat in dezen tijd van concuren- tie een internationaal handels- en advertentie-blad in ééne taal geschre ven stichten zou. Reeds Schleyers Volapükabled" kan het in minia tuur aautoonen. Ik zal u niet meer vragen, mijn waarde, is eene wereldtaal noodig geworden Vroeger heb ik wel eens met blinden over kleuren getwist, gij weet het; maar met dat onbe gonnen werk heb ik voor goed ge broken. Juist nu ik wil eindigen, valt mij nog iets te binnen. Ik heb onlangs iemand hooren zeggen«Als de be oefening van Volapük algemeen ge worden is, dan is het nog vroeg genoeg voor mij." Ik wil niet ont kennen, dat in die woorden een glimp van eene garstige waarheid ligt opgesloten, doch ik zog met Placidus Meng een droppeltje waarheid on der een emmer vol leugen, Aanstonds kleurt zich 't geheel, of het geen leugen meer is. En dat droppeltje waarheid is dan de quaestie, dat Volapük in hare be oefening op het conventioneele rust. Dit is zoo; eerst bij algemeene be oefening levert zij hare gewenschte vruchten op. Maar 't is ook waar, dat men daartoe niet geraakt door te wachten: Stilstand is achteruit gang; door Eendracht tot macht, zij hier de leuze. Om de voorstanders niet te ont moedigen, en den vijanden van Vo lapük geen wapen in de hand te geven, zij gezegd, dat de Wereldtaal meer beoefend wordt dan sommigen wel rneenen. (Zie ingezonden stuk van No 48). Want deze schepping op taalgebied, eenig in hare soort, is te groot om ooit verloren te gaan: zij zet de kroon op alle uit vindingen onzer stoomeeuw. Keulen en Aken zijn niet in één dag gebouwd, aanhouden doet win nen; iedere weg, ook die naar het verhevenste doel, moet stapsgewijze worden afgelegd. Deze drie onbe twistbare waarheden heeft Volapük hoog in haar vaandel geschreven. Ontvang, mijn waarde, de oprech te groeten van Juni 85. t. t. T. PLUIM. volapükatidel. Uit Königswart wordt geschreven, dd. 20 Juni De Koning der Nederlanden vertoeft nu vijf dagen in onze vriendelijke bad plaats, en te oordeelen naar de vroolijke stemming, waarvan Z. M. blijken geeft op zijn wandelingen met de Koningin en het Prinsesje, dat ook hier aller lieve ling is, schijnt het den Koning in ons eenvoudig maar aan natuurschoon rijke Königswart even goed te bevallen als in de voorname badplaats Karlsbad. Reeds op den weg van Karlsbad naar hier. welken de Koning zooals men weet per rijtuig 3Üegde, was hij verrast door DOOR 10) Slechts Oswald had het van haar kun nen verkrijgen de piano weder te ope nen, en toen haar eerste lied in de kamer weerklonk, werd het hem le moede als was de weleer zoo gevierde Alice Wilson nit haar graf verrezen om zich in deze reine meisjesziel te nestelen en den ern- stigen, zwaarmoedigen broeder te doen gevoelen welk een strijd haar Berthold eens gestreden had, vóór hij zich geheel aan de kunst en aan haar kon toewijden. Na dat eerste lied waren er meer ge volgd meer en meer gevoelde Oswald de geheime aantrekkingskracht van dit schoon geluid, tot eindelijk ook Maggie zich weder geheel aan haar studie over gaf en er weldra geen dag meer voorbij ging zonder dat de langgesloten piano geopend en bespeeld werd. Langzamer hand waren deze genotvolle uren voor beiden een bron van nieuw leven ge- Worden, en zelfs mevrouw van Velheim luisterde onbespied meer dan eens naar dit aanlokkelijk Sirenengezang. Toen het laatste accoord van Maggie's lied door de lucht klonk, schreed Oswald met zijn moeder langzaam door den grooten tuin naar hun woning toe. Reeds van verre hadden zij Maggie's gezang meenen te hooren en toen zij zich hier van overtuigd hadden, bleven beiden onder de geopende vensterramen staan, waaruit haar stem weerklonk, om ongestoord en ongezien getuigen van haar eenzaamheid te kunnen zijn. Intusschen had het jonge meisje twee lievelingsliederen van Oswald ter hand genomen, het «Es war ein alter Ivonig" van Anton Rubinstein, en het: «Tiefim Herzen trag ich Pein" van Robert Schu mann. Beide zong zij onbeschrijfelijk weemoedig, en wellicht schooner dan zij het tot dusveue voor Oswald had ge daan. «Uw lievelingsliederen, Oswald fluis terde zijn moeder. Als eenig antwoord knikte hij slechts met het hoofd en zond een dankbaren blik naar boven. Toen alles verstomde en zij duidelijk het raam hoorden sluiten, begaven beiden zich zwijgend naar het woonvertrek. Juist toen zij wilden binnentreden, ver scheen Maggie op den drempel, die, niet wetende, dat het reeds vrij laat was, nog eens een eenzame wandeling door den tuin had willen maken om dan aan het hek grootmama en Oswald af te wachten. «Is 't dan reeds zoo laat was 't eerste, wat haar uit den mond viel. «Ik had u juist een eindweegs tegemoet wil len gaan de avond is zoo onbeschrijfelijk zacht Veel werd er dien avond niet meer ge sproken vooral Oswald muntte uit door zwijgen. Spoedig werd daarom het goede nacht toegewenscht en weldra hadden allen zich ter ruste begeven. Had de zoete vergetelheid van den slaap Maggie en haar grootmama spoedig de uitspanningen van den dag doen vergeten, Oswald daar entegen had nog geen oog geloken, toen de eerste zwakke stralen der opkomende zon den horizon kleurden. Ditmaal waren het geen gewichtige brieven of zaken, waar hij over nadacht en peinsde ditmaal was 't Maggie's beeld dat hem steeds bezighield en niet wilde verlaten. De allerliefste gestalte van zijn nichtje had hern steeds meer en meer geboeidhij had zich dit echter steeds uit hoofd en hart willen praten. Hij, een man, die, ofschoon in de kracht van zijn leven, toch niet meer tot de jeugdigen van dagen kon geteldd worden hij zou de hand uitstrekken naar dien parel'? Immers, de liefelijke gestalte van 18 jaren kon slechts vadei lijke, hoogstens broederlijke liefde voor dezen ernstigen man ondervinden en deze zou haar dan niet gelukkig kunnen maken zooals hij het wel wenschte Neen, voorwaar! Dat kón, dat mócht niet 1 Het was slechts een zuiver droombeeld zonder leven, zon der hoop En toch had hij niet in Maggie een zekere verandering kunnen bespeuren? Meende hij niet in haar onvermoeide, kleine zorgen voor hem méér dan kin derlijke genegenheid te bemerken Mis schien 1 Zóó zij hem eens kon lief hebben welk een hemel op aarde Gedachten van liefde en hoop kwelden hem dezen nacht meer dan anders en toen eindelijk de eerste heldere zonne straal op zijn gelaat viel, sloot zich het vermoeide oog en hij droomde, dat zijn schoonste wensch vervuld werd. Eenige dagen later ontving mevrouw van Veldheim een briefje van haar goede Hollandsche kennis, die voorstelde den volgenden morgen gezamenlijk de Drachen- fels te bestijgen. Oswald en Maggie had den dit plan ten zeerste toegejuicht en zonder talmen werd een toestemmend antwoord gegeven. Den volgenden morgen om 7 uur ver- eenigde zich het gezelschap op Villa Maggie, bestaande uit mevrouw de douarière Van Langenfeld, haar dochter Eugénie, bene vens haar zoon André. Welgemoed gaf men zich aan de zorg van den voerman over, die hen tot Königswinter zou bren gen, van waar dan de tocht zou aange vangen worden. Vergezellen wij hen niet op dit uitstapje, maar stellen wij u een oogenblik de nieuwe gasten voor. Mevrouw de douarière van Langen feld keerde met haar dochter van een buitenlandsche reis naar Holland terug. Op de zwakke gezondheid van Eugénie had dit verblijf in het Zuiden echter geen bijzonder heilzamen invloed uit geoefend, ofschoon zij haar moeder reeds meermalen had verzekerd, dat zij zich thans veel beter en sterker ge voelde. Deze alleen wilde de waarheid der bekentenis niet inzien. Voor haar was en bleef Eugénie de teringachtige doch ter van den vader, die reeds in de kracht van zijn leven aan deze verraderlijke, meedoogenlooze kwaal oveileden was. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1