BUITENLAND. de afwisselende schoone natuurtooneelen. Ook over de degelijk'en smaakvol inge richte vertrekken van de villa Stickl zoowel die voor hemzelven als die voor de Koningin, is Z. M. zeer tevreden. Kort na zijn aankomst bezichtigde de Koning het nieuwe badhuis, met den directeur, Dr. Kohn, wien de leiding van de nakuur is opgedragen, en Z. M. be tuigde zijne tevredenheid over de doel matige inrichting daarvan. De Koningin kwam hier met het Prin sesje den 16en per extra-trein uit Teplitz Schönau aan. Zij werd aan het station verwelkomd door den Koning en den eigenaar der heerlijkheid Königswart, Vorst Karl Metternich. Laatstgenoemde had de beleefdheid gehad een rijtuig ter beschikking van de Konining te stellen. Nu en dan komt Vorst Metternich over dag of 's avonds het koninklijk gezin ge zelschap houden. De Koningin betoont zich ook hier, evenals te Teplitz, zeer milddadig. Zij schonk reeds vele armen vrij aanzienlijke giften. Wanneer het koninklijk gezin weder van hier vertrekken zal is nog niet be paald. Z. M. heeft benoemd tot commis saris des Konings in Drente den oud minister mr. Pijnacker Hordijk. Door de Ned. regeering is wegens het heerschen van de cholera asiatica in Spanje, rnet ingang van 24 Juni, de in- en doorvoer van lompen, gebruikte klee- dingslukken en ongewasschen lijf- en beddegocd, uit Spanje verboden. Gebruikte kleedingstukken, als bagage door reizigers medegebracht, zijn onder dit verbod niet begrepen. Ingevolge de machtiging des Konings, is jhr. W. A. Baud erkend en toegelaten als consul van Rusland te Batavia. Den 18. Juli a.s. vertrekt uit Rot terdam met het stoomschip Gelderland naar Oost-Indië, eene afdeeling verster kingstroepen, sterk 2 onderofficieren en 40 minderen, onder bevel van den kapi tein der Inf. van het leger in Oost-Indie F. A. Kleian, onder medegeleide van den 2en luit. van dat wapen J. W. H. van Eede. Den 29. Juli a.s. vertrekt uit Amster dam per stoomschip Prinses Amalia naar Oost-Indië een dergelijke afdeeling, sterk twee onderofficieren en 30 minderen, onder bevel van den Jen luit. der Inf. E. W. E. Kok, en onder medegeleide van den 2en luit. der Inf. W. B. van de Gronden. Het Deensche stoomschip Christi- ansborg, waarvan men dezer dagen meld de hoe wegens eene vordering tot schade vergoeding van f285,000 beslag op dien bodem was gelegd, is Zaterdag naar men uit Maassluis bericht onder be hoorlijke borgstelling vrijgelaten. Een bruidspaar te Andijk zoo leest men in de N. R. Ct. vergezeld van familieleden, begaf zich Zaterdagmor gen per rijtuig naar het raadhuis ter voltrekking van hot huwelijk. Onderweg schrikte het paard en stortte met wagen en al in eene vrij breede sloot. Wel werden allen gered en kwamen met den schrik vrij, doch voor de bruid was de schrik zeer geweldig. Tusschen wagen en paard bekneld geraakt, was de toestand, waarin zij een oogenblik vèrkeerde, hoogst hachelijk, en toen het eindelijk gelukte haar te bevrijden, scheen het eerst of men een levenlooze had opgehaald. De onmiddellijk ingeroepen geneeskundige hulp kwam zeer ter stade, en na eenigen tijd slaagde men er in de bedwelming te doen ophouden. Het doel van den tocht werd, ofschoon na lang oponthoud, toch bereikt; het huwelijk werd voltrokken, doch het spreekt van zelf, dat de rechte fleur van de bruiloftspartij af was. De gewestelijke vereeniging Gel derland van het Nederlandsch Onderwij zers Genootschap heeft Zaterdag hare jaarvergadering te Wageningen gehou den. De besprekingen, welke over het schrap pen van de paedagogiek op het program ma voor de hoofdakte plaats hadden, na de inleiding door den Heer Colenbran der, leidden tot de navolgende met al- gemeene stemmen aangenomen conclu sie: »IIet schrappen van de paedagogiek als examenvak voor de hoofdakte, zonder dat daarbij een betere regeling voor het onderwijs in de plaats gesteld wordt, moet hoogstnadeelig voor het onderwijs werken®. Het onderwerp: »De lagere school en het landbouwonderwijs,® ingeleid door den Heer G. Reinders, heeft geen be paalde conclusie uitgelokt. Men was al gemeen van oordeel, dat landbouwkunde niet op de lagere school, vooral ten plattelande, tehuis behoort; doch dat bij het herhalingsonderwijs gevoegelijk eenig landbouwonderwijs zou kunnen gegeven worden, al was het ook bij het rekenen waartoe de vraagstukken dan over Land- bouwaangelegenheden konden opgegeven worden. Tot afgevaardigde voor de algemeene veigadering te Arnhem werd de Heer G, Kouwenaar, van Zutfen, en tot diens plaatsvervanger de Heer H. Yerbeeten, van Arnhem, gekozen. De volgende jaarvergadering wordt te Lochem gehouden. Na een bezoek aan de Rijkslandbouw school en hare aanhooi igheden, werd de bijeenkomst met een gemeenschappelij- ken maaltijd besloten. Spoorweg Amersfoort—Kesteren—Nijmegen. Aan 'ie goedkeuring der Wetgevende Macht is onderworpen eene door de ministers van wa terstaat en van financiën krachtens machtiging des Konings gesloten overeenkomst met de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij, betredende de exploitatie van den spoorweg AmersfoortKes terenNijmegen. In overeenstemming met de strekking der wet van 10 November 1875 (Staatsblad no. 205), waarbij is voorgeschreven de aanleg van een spoorweg van Amersfoort langs Reenen naar Nijmegen, die een deel zou uitmaken van eene rechtstreeksche spoorwegverbinding tusschen Amsterdam en de Djitsclie grenzen in de rich ting van Nijmegen, heeft de Regeering er naar gestreefd orn nopens de exploitatie van het spoorweggedeelte AmersfoortKesteren eene regeling te treffen waardoor, overeenkomstig de bedoeling van den wetgever, de exploitatie van de geheelc lijn van Amsterdam via Amersfoort naar Nijmegen door eene enkele maatschappij zou verzekerd worden. Dit kon op tweeërlei wijze geschieden; hetzij door aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, die den spoorweg van Keste ren tot Nijmegen in gebruik heeft, de exploitatie van het gedeelte Kesteren Amersfoort op te dragen, en te haren behoeve aan de Holland- sche IJzeren Spoorwegmaatschappij de verplich ting op te leggen om te gedoogen, dat de aan deze in eigendom toebehoorende spoorweg van Amersfoort naar Amsterdam tegen betaling van schadeloosstelling, ook door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen zou gebruikt worden; hetzij door de fiollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij te belasten met de ex ploitatie van den spoorweg van Amersfoort tot Nijmegen, behoudens eene schadeloosstelling door haar te betalen, wegens het medegebruik der aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen afgestane, tot deze spoorweg verbinding behoorende gedeelten van Kesteren tot Nijmegen. Rij het ter zake ingesteld onderzoek is het der Regeering voorgekomen, dat het plan om aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen het gemeenschappelijk gebruik van den Oosterspoorweg der Holiandsche IJzeren Spoor wegmaatschappij toe te staan, om financiëele redenen op dit oogenblik geene aanbeveling verdient, omdat daaruit de verplichting zou voortvloeien, vooreerst tot het vestigen van nieuwe kostbare inrichtingen te Amsterdam ten behoeve van het goederenverkeer der Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, en ten andere tot het betalen van eene schade loosstelling aan de Holiandsche IJzeren Spoor wegmaatschappij voor het medegebruik van den Oosterspoorweg. Ook het denkbeeld om aan de Holiandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij de verplichting op te leggen om den gcheelen spoorweg van Amersfoort tot Nijmegen van stonde af dat is van het oogenblik dat de lijn Amersfoort Kesteren gereed zal zijn te cxploiteeren, kwam der Regeering niet uitvoerbaar voor. In dezen stand van zaken zijn de Ministers te rade geworden aan de bovenaangehaalde wet van 10 November 1875 (Staatsblad No. 205) uitvoering te geven, waardoor de exploitatie van de spoorwegverbinding van Amsterdam naar Nijmegen door eene enkele spoorwegmaatschappij mogelijk wordt, zoodra de tegenwoordige wet gever door de aanneming van dit voorstel blijk zal hebben gegeven van zijn wil, dat deze zaak overeenkomstig de zienswijze der regeering moet worden geregeld. Rij art. I der overeenkomst nu wordt aan de Holl. IJzeren Spoorwegmaat schappij verleend en door haar aanvaard de ex ploitatie van den Staatspoor Amersfoort—Kes teren. In dezen gedachtengang kwam het raadzaam voor, aan de Holiandsche IJzeren Spoorweg maatschappij de verplichting op te leggen om de exploitatie van het spoorweggedeelte van Kesteren tot Nijmegen op zich te nemen zoodra dat door de Regeering zal verlangd worden, en dat wel onder de voorwaarden nopens de bedie ning der stations, het onderhoud en de bewaking van den weg en de werken en al hetgeen verder onder het begrip van exploitatie van een spoor weg te verstaan is, zooals die krachtens art. 5 der spoorwegwet, bij koninklijk besluit kunnen vastgesteld worden. De Regeering bekomt dientengevolge tegen over de Holiandsche IJzeren Spoorweg-maat schappij volkomen vrijheid van handelen ten opzichte van de beslissing over quaesties, welke zich bij de regeling dezer aangelegenheid tus schen de beide betrokken spoorweg maatschap pijen mochten voordoen. Zij zal derhalve, wanneer onverhoop mocht blijken dat dergelijke quaesties bij gemeen overleg tusschen belanghebbende partijen niet zijn uit te maken, door deze over eenkomst tegenover de Holiandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij, en door de wet van 9 April '1875, (Staatsblad No. 67), tegenover de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen, de bevoegdheid bezitten, om eene vol ledige regeling nopens het gemeenschappelijk gebruik door de beide spoorweg-maatschappijen van den Staatsspoorweg van Kesteren tot Nij megen tot stand te brengen. De door de Holiandsche IJzeren Spoorweg maatschappij voor het gebruik van den spoorweg Kesteren—Nijmegen te betalen schadeloosstel ling, is vastgesteld op iets meer dan de helft van vier ten honderd, over de aanlegkosten van den voortaan ten behoeve van twee spoorweg ondernemingen te gebruiken spoorweg Kesteren- Ressen en op ruiin een derde gedeelte van vier ten honderd over de aanlegkosten van het voortaan ten behoeve van drie spoorweg-onder nemingen te gebruiken spoorweggedeelte Res- senNijmegen, en mitsdien in het geheel en na afronding van cijfers op f87,000 sjaars. Rovendien zal de Holiandsche IJzeren Spoor weg-maatschappij te betalen hebben eene bij nadere overeenkomst te bepalen vergoeding voor het gebruik van het station Nijmegen. De Regeering heeft zich overtuigd dat er nopens de ten deze te treffen regeling tusschen de Holiandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij en haar overeenstemming van gevoelen bestaat, maar is overigens var. oordeel dat de regeering van deze aangelegenheid van ondergeschikten aard evenmin als op zoovele andere plaatsen waar stations door meer dan ééne spoorweg onderneming gebruikt worden, in de practijk tot moeilijkheden aanleiding zal geven en aan haar kan en moet overgelaten worden. (Alg Hbl.) Door een aantal geabonneerden van den Bell Telephoon te Arnhem, zal een adres aan de directie dier Maatschappij worden ingezonden, met verzoek om prijs verlaging, en onder mededeeling dat de adressanten, bij niet inwilliging, na het verstrijken van den termijn, geen nieuwe overeenkomst zullen sluiten. Omtrent de éigenaardige wijze, waarop in den nacht van Vrijdag op Zaterdag te Hengeloo, de aansluiting van de beide spoorweglijnen is tot stand ge bracht, meldt de Zw. Cl.: Overeenkomstig de bevelen van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, handelende op last van den minister van waterstaat, handel en nijverheid, was hedenavond 11 uur besloten de aanslui ting van Geld.-Ov. L. S. aan de S S. tot stand te brengen. Precies op dit uur waren op het be trokken terrein aanwezig de voorzitter van den raad van toezicht, de heer Uldenbeck, en de rijksopziener, de heer J. Van Leeuwen Jr.; van de zijde der S. S. de district-inspecteur, de sectie-in genieur en de stationschef alhier, terwijl de burgemeester met 6 rijksveldwachters en 3 politie-agenten ter plaatse waren verschenen om de orde te handhaven. Te 11 uur liet de voorzitter van den raad van toezicht den stationschef ont bieden en werd deze, boven en behalve den hem reeds hierbij ter kennis ge- brachten last, voor het laatst gesom meerd, den ledigen ballasttrein van het derde spoor, waarop de dienst krachtens daartoe gegeven bevelen gestaakt was, te verwijderen. De district-inspecteur antwoordde: »M. H., ik heb uitdrukkelijken last van den directeur-generaal, trots het door de Regeering gegeven bevel, den trein niet te doen verwijderen, wij blijven ons daartegen verzetten". De sectie-ingeneur wendde zich daarop tot den voorzitter van den raad van toe zicht, met de vraag, op grond van wel ke wetsbepaling hij den dienst op het 3de spoor staakte en last gaf, een trein te verwijderen. sMijnheer, zoo luidde het antwoord, daarvan ben ik u geen verantwoording schuldig; de raad van toezicht volbrengt eenvoudig den haar door de Regeering verstrekten, last. Meent de Expl. Maat schappij dat zij is verongelijkt, dat zij zich tot den rechter wenddeik gelast den opziener van de spoorwegdiensten den trein te verwijderen, daarvoor het roode sein (onveilig) te plaatsen en raad der Expl. Maatschappij aan, zich niet te verzetten". De trein bleef intusschen heen en weer rangeeren. Daarop nam de burge meester het woord en zeide ongeveer het volgendesik ben vast besloten, des noods met hulp van den sterken arm, het door de Regeering zoo uitdrukkelijk gegeven bevel, om den ballasttrein op dit voor den dienst gestaakte spoor te verwijderen, te doen eerbiedigen; onder vind ik daarbij verzet van de zijde der Expl. Maatschappij, zij is gewaarschuwd, de gevolgen komen voor hare rekening". Vooruit ging het, het roode seinlicht werd voor de locomotief geplaatst, doch deze reed door; op het oogenblik echter dat de trein eene seconde moest ophou den om voor- of achteruit te rangeeren, werd achter den tender de verbinding van den Westinghouserem door den ma chinist van de Geld. Ov. L. S. afgeslo ten, waardoor de machine niet zoo di rect vooruit kon; de politie-agenten be klommen en overmeesterden toen de locomotief, echter zonder te kunnen ver hinderen, dat de machinist de kruk of handel afdraaide; door de even korte als krachtige en afdoende bevelen van den burgemeester en vooral ook door de flinke optreding van den lieer Van Leeuwen, die zich eveneens op de machine begaf, werden sectie-ingenier, machinist, stoker en leerling-machinisten van de locomotief verwijderd en deze door de politie en een gediplomeerden machinist der G. O. L. S. bezet. Achter den ballasttrein een rail uit te breken was toen het werk van een oogenblik, zoodat van de zijde van het station geen tweede machine kon komen opdagenalsnu werden de leege wagens op een ander spoor geduwd, en met de aansluiting een aanvang gemaakt en krachtig voortgezet. De burgemeester en de voorzitter van den raad van toe zicht verlieten het terrein te l'/j uur. De aansluiting is daarop des nachts geheel gereed gekomen. Te Oostermeer (Tietjerksteradeel) heeft men aan den oever van het meer een dooden bruinvisch gevonden van 35 K. G. zwaarte. Tegen een melkboer te Groningen, wien wegens het heerschen van rood vonk in zijn gezin van bevoegde zijde de wenk gegeven was, om tijdelijk den verkoop en aflevering van zijne melk te staken, werd door de justitie, ingevolge art. 8 der wet op de epidemische ziek ten, eene vervolging ingesteld. De melk boer had zich aan den hem gegeven wenk slechts gedeeltelijk gestoord, bracht wel zijne koeien in het land, hield de gemolken melk buiten zijn woonhuis en droeg den verkoop op aan een knecht, die buiten de ziekenkamer bleef. Des ondanks meende de Justitie de termen te vinden om de zaak voor den rechter te brengen, en werd door het Openbaar Ministerie eene veroordeeling tot eene boete van f 10 geëischt. De Burgemeester van Zunder bij Breda, de Heer G. van Beekhoven, her dacht Zaterdag den dag, waarop hij 45 jaren geleden tot Burgemeester dier ge meente werd benoemd, De Rechtbank te Rotterdam heeft den 19 Juni in Raadkamer besloten de zaak tegen Jeanne Marie Lorette te ver wijzen naar den Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het openbaar ministerie in deze zaak zal door den Procureur-Generaal Jhr. mr. A. J. Ph. H. van den Bergh zelfs worden waargenomen. De beklaagde werd Maandag vroeg tijdig gevankelijk van Rotterdam naar het huis van arrest te 's-Gravenhage overgebracht. Twee beschonken personen geraak ten Zondagnacht bij de Oostelijke Viaduct te Amsterdam handgemeen en zij vielen onder het worstelen te water. Een derde man, die eveneens beschonken was, sprong henna om hen te redden, maar alledrie liepen groot gevaar van te verdrinken. Een wakker politieagent van de 2e sectie mocht echter, geholpen door eenige burgers, met een vlet er in slagen de drie dron ken drenkelingen op het droge te dreggen. Een veldartillerist werd Maandag nacht op den Zeedijk te Amsterdam in hechtenis genomen, omdat hij in beschon ken toestand met zijn sabel rustige bur gers bedreigd had. Hij is heden aan de militaire overheid overgeleverd. Een tamboer, die uit Vlissingen na volbrachten straftijd (naar het schijnt met weinig goed gevolg volbracht) bij de klasse van discipline weder naar zijn garnizoen te Arnhem was teruggezonden, verkocht onderweg al zijne equipement- stukken, verteerde de opbrengst, kwam te laat op de plaats zijner bestemming aan. Hij zit nu natuurlijk voorloopig in de provoost. Te Arnhem is op klaarlichtendag in een onbewoond, doch gemeubeld huis in - geklommen en ingebroken. Daarbij wer den eenige paardentuigen, dekens, enz. benevens een traplooper ontvreemd. Een der twee dieven is kort daarna in hech tenis genomen, doch de andere is voort vluchtig. Zondag zijn te 's-Hage gekozen tot grootmeester der Vrijmetselaarsorde mr. P. J. G. Van Diggelen, te Zwolle tot gedeputeerd grootmeester, mr. H. W. Wierdsma, te Leewardentot verdere leden van het hoofdbestuur dr. L. J. Egeling, te 's-Hage, B. J. A. Kallenberg van den Bosch, te Teteringen, mr. A. M. Maas Geesteranus, te 's-Hage, J. Van Lelyveld, te Leiden en mr. J. P. Vaillant, te 's-Hage. In de maand Mei jl. werden bij het koloniaal werfdepot 87 man, w. o. 64 Nederlanders, 17 Duitschers, 1 Zwit ser. 3 Belgen en 2 Oostenrijkers, aan genomen, terwijl 25 man van andere korpsen werden overgenomen. Geduren de die maand werden 250 man in 4 detachementen naar Oost-Indië uitge zonden, nl. 208 Nederlanders, 36 Duit schers, 3 Zwitsers, 2 Belgen en 1 Oosten rijker, en vertrokken 39 man, w. o. 33 Nederlanders, naar West-Indië. Uit Oost- Indië keerden 57 man terug, en wel 35 Nederlanders, 12 Belgen, 9 Duitschers en 1 Oostenrijker, deze waren gemid deld 8 jaren in Indië verbleven, 16 hun ner werden gepasporteerd, 18 tijdelijk afgekeurd en 19 gepensionneerd met pen sioenen van ƒ100 tot 450, terwijl op de reis 4 overleden. Uit West-Indië keerden 4 soldaten terug, die aldaar gemiddeld 12 jaren waren verbleven. Een hunner ontving een onderstand van ƒ140, een werd gepasporteerd en twee zijn nog in afwachting van hun pensioen. Voor eenigen tijd hebben wij mel ding gemaakt van de veelbesproken werkstaking der Gemeenteraadsleden te Bergharen (Gelderland), die vooitdurend allen ter vergadering afwezig bleven en weigerden met den nieuwen burgemees ter samen te werken. Thans hebben al de Raadsleden hun ontslag genomen. Met groote belangstelling ziet men nu de beslissing der kiezers tegemoet in zake de al of niet herkiezing van de afgetreden leden. Te Sliedrecht, alwaar in den laat- sten tijd veel behoefte is ontstaan door gebrek aan werk, zal eerlang eene brood bakkerij worden opgericht, waar goed brood tegen matigen prijs zal te krijgen zijn. De oprichters hebben gemeend het kosteloos verstrekken van brood te moe ten overlaten aan de armbesturen en de weldadigheidscommissie, welke intusschen door het oprichten van zulk een bakke rij gebaat zijn, daar zij met dit goede en goedkoope brood hunne weldadigheid op ruimer schaal zullen kunnen beoefe nen. De uitdraagster J. v. R., vrouw van J. S. te Tiel, die door de Rechtbank aldaar werd veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf en een boete van f25, wegens het houden van een geheim pandjeshuis, heeft tegen dat vonnis hoo- ger beroep aangeteekend. De residentie-briefschrijver van het D. Z., maakt melding van het volgende feit, dal voorviel in eene gemeente bij 's Gravenhage, waar bij de openbare school twee bijzondere scholen bestaan. In die gemeente woont een slachter, die meer dan één zoon heeft. Van den kant van een voornaam en bekend antirevo- lutionnair, die in de bedoelde gemeente een buitengoed heeft, werd hem aange zegd, dat hij de klandisie verliezen zou als hij zijne kinderen niet zond naar de schristelijke school.® Vanwege de voor standers van de openbare school gaf men hem te kennen: Zendt gij uwe kinderen niet naar de gemeenteschool dan halen wij bij u geen vleesch meer. Ten einde raad, stuurt nu de vleeschhouwer in ge schil, die geen klanten missen kan, één jongen naar de openbare en één jongen naar de christelijke school. De corr. voegt hieraan toeïArrne vader, arme jongens, maar bovenal, beklagens waardige tijdWaar gaan we heen. Dat men toch in 's hemelsnaam de ouders volkomen vrij late en ze niet dringe naar den eenen of anderen hoek. Men stichtte zooveel scholen als men wil en dienstig acht, doch op de beslissing der ouders, waarheen zij hun kroost wenschen te sturen, oefene men geen dwang, aller minst door stoffelijke middelen, uit®. Door B. en W. te Tiel zijn op het tweetal voor gemeente-ontvanger geplaatst de heeren J. Abeleven en B. Frieswijk. Aan den heer P. G. van Krieken, die sedert vele jaren die betrekking bekleedde, is op verzoek eervol ontslag verleend. De heeren A. Schurer c. s., te Makkinga, hebben bij den gemeenteraad een adres ingezonden. Het is een protest tegen de levering van bouwmaterialen ten behoeve van het schoolgebouw, door den heer S. Posthuma, wethouder der gemeente. Adressanten verzoeken, wegens dit feit, in strijd zijnde met de gemeente wet, genoemden wethouder in zijne qua- liteit als raadslid te schorsen. In de Lekstreken werd dezer da gen op verscheidene plaatsen het gras gewas der uiterwaarden verpacht. De sommen, welke besteed werden, bedroe gen op verre na zoo veel niet als in vorige jaren. Voor het hooigras werd 50 a 60 per H. A., voor naweiden on geveer de helft besteed. Te Zwolle heeft de verpachting van een gedeelte van het grasgewas der ge meente ƒ2683 opgebracht, tegen ƒ2653 in 1884. Op het Oude Maasje, onder de ge meente Doeveren, heeft men Donderdag II. een grooten zeehond ontdekt. Sedert 14 dagen klaagde men aldaar over de ge ringe vangst in dat vischwater. De dorpelingen, die, zoover van zee wonende, natuurlijk nooit zulk een dier gezien hadden, kwamen met hooivorken en zeisen gewapend, om den vreemden indringer te bevechten en smaakten de voldoening den zeehond in het nauw te jagen en te bemachtigen. Het dier, dat 50 kilogram woog, werd in triumf door het dorp gedragen. Een achttien-jarig meisje te Jubbega- Schurega, Fokje J. genaamd, had in den nacht van 8 op 9 Maart jl., bij den koffiehuishouder Zijnstra aldaar, toen daar na eene tooneelvoorstelling gedanst werd, een wollen omslagdoekje van Gooiske de Jong weggenomen, dat deze onder het dansen had afgelegd. Voor dit misdrijfis Fokje J. door het Gerechtshof te Leeu warden, wegens diefstal bij nacht ih een bewoond huis veroordeeld tot twee maan den celstraf. De jeugdige leeftijd van de beschuldigde en geringe waarde van het ontvreemde werden door het Hof als verzachtende omstandigheden aangeno men. De heer J. Kaiser, te Venlo, is eigenaar geworden van het plafond-schil derwerk in negen vakken op eikenhout uit het priesterkoor der collegiale Her vormde kerk te Alkmaar, voorstellende het laatste oordeel. Te vergeefs werden voor dezen aankoop reeds vroeger po gingen gedaan door het bestuur van het Rijks-Museum. De Ned. Rijnspoorweg-maatschappij heeft voor de in September a.s. te hou den tentoonstelling van Landbouw te Purmerend, besloten het vee en de voor werpen welke van die tentoonstelling onverkocht terugkomen, vrachtvrij terug te vervoeren, voor zooverre het vervoer over haren weg heeft plaats gehad. Naar men verneemt, zouden tus schen de leiders der liberalen en conser vatievenpartij, de moeielijkheden over wonnen zijn en lord Salisbury de regeering aanvaarden. Weder heeft een daad der Engel- sche regeering in Egypte kwaad bloed gezet onder de muzelmannen. Door sir Evelyn Baring zijn brieven van naturalisa tie verleend aan prinses Zeinab, schoon zuster van den Khedive, welke bij rech terlijk vonnis van hare burgerschapsrech ten was vervallen verklaard. Deze maatregel maakt inbreuk op de muzelmansche wet en verwekt groot misnoegen. Van tijd tot tijd worden de ge ruchten herhaald volgens welke Gordon niet vermoord zou zijn. Zoo bevat de

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 2