NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
N. 104.
Veertiende Jaargang.
Dri Afrikaanse Versies.
Woensdag 30 December 1885.
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentiën:
Brieven over Volapiik.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOOBTSCHE CODRANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Hummer! 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags cn Vrijdags.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
lak binom gegol.
(Stilstand is achteruitgang.)
Vijfde Brief
Waarde L.
Sinds ik mijn vorigen brief schreef,
zijn er ruim drie maanden verloopen,
en menigeen zal in dien tijd gedacht
hebben, dat Volapiik reeds lang ter
ziele was. Doch het oude «Schijn
bedriegt," verzaakt ook hier zijne
waarheid niet. Nu men den allengs
breeder wordenden stroom der We
reldtaal niet meer stremmen kan, nu
zwijgt de anders zoö heftige men
doodstil, ja, legt zich zelfs op de
oevers van dien stroom te rusten.
En ofschoon het gebruisch, voor
men allen slaap verjaagt, men dom
melt maar in zijne rustige (?j ruste
voort, hoorende doof en ziende blind.
Men wil niet weten, dat de stroom
steeds in kracht toeneemt en zijne
bedding voortdurend verwijdt; het
is ook zoo hard voor men zich in
zijne eerste liefde bedrogen te zien.
Doch, goddankde naakte waar
heid is sterker dan de geharnaste
leugenhet glorende licht machtiger
dan de tastbare duisternis. Daarom
verwondere het niemand, en U,
mijn waarde, het allerminst, dat de
«doodgewaande" wereldtaal meer dan
ooit in jeugdige kracht opgroeit en
uitdijdt, weliswaar langzaam, doch
des te zekerder. Zij is ook niet de
wilg, die vluchtig opschiet, om spoe
dig door wilden wind geveld te
worden, zij is veeleer de krachtige
eik, die onmerkbaar uitzet en opwast,
doch zooveel te veiliger trots storm
en orkaan zijne kruin omhoog hellen
kan.
Neen, nogmaals neen, de Wereld
taal kwijnt in geenen deelewie
hare ontwikkeling in den laatsten tijd
(h.v. in Frankrijk) gadesloeg, weet
wel beter, en ieder, die het Wereld
taalblad ontvangt, kan zelve getuigen,
hoe het getal barer beoefenaars met
den dag toeneemt. Zoo werden van
Augustus tot November weer 45
personen doorSchleyer gediplomeerd,
waaronder bewoners van Beijeren,
Oostenrijk, Baden, Zwitserland, Italië,
Frankrijk, Nederland, Zweden en
Amerika.
Bij het begin des jaars hadden
90 personen het diploma verkregen,
loopende over 4 jaar; met 1 Decem
ber was dit getal reeds tot 229 ge
stegen, dus 139 in 1885, tegen 90
in de vier vorige jaren samen.
Wat de verdere beoefening voor
hands nog in den weg staat en
hierop dient vooral gelet is het
gebrek aan woordenboeken voor elke
taal. Wel verschenen er ook, behalve
het oorspronkelijke in het Duitsch,
dictionaires in het Nederlandsch en
Fransch, doch de meeste hoofdtalen
bezitten nog geen eigen woordenboek.
Zoodra deze, reeds aangevangen reu
zenarbeid want zoo mag hij in
derdaad heeten, door vertrouwde
handen volbracht is, zal ook het
getal beoefenaars als met tooverslag
vermeerderen. Dit bewijzen Neder
landen Frankrijk. Zoodra voor beide
landen het woordenboek verschenen
was, voor het laatste nog eerst
onlangs nam het aantal gedi
plomeerden in die landen hand over
hand toe. Waarom er dus bij al den
vooruitgang nog in andere landen
zoo betrekkelijk weinig beoefenaars
der Wereldtaal gevonden worden,
verklaart zich alzoo zelf. Niet ieder
toch dier natiën is met het Duitsch
vertrouwd en deze taal is voor velen
voorhands nog de sleutel voor Vola
piik. Versta mij niet verkeerdmen
behoeft volstrekt geen Duitsch te
kennen om zich in de wereldtaal te
bekwamen maar zoolang voor Zwe
den b.v. nog het broodnoodige woor
denboek Zweedsch- Volapük en Vola-
pük-Zweedsch ontbreekt, zoolang
moet zich nog iedere Zweed met
het Duitsche woordenboek behelpen.
Trouwens in mijne vorige brieven
heb ik reeds duidelijk aangetoond,
dat de Wereldtaal voor ieder toegan
kelijk is, die zijne moedertaal kent.
Dit is ook niet meer dan eene van-
zelfheid, want in een tegenoverge
steld geval, mocht het geen Wereld
taal, althans geen ideaal daarvan,
heeten. Toch is er in den laatsten tijd
eene mededingster van Volapük ver
schenen, die genoemde hoofdvoor
waarde van eene Wereldtaal ten
eenemale mist, en daardoor haar
eigen doodvonnis onderteekent. De
»Pasilingüa" van Steiner nl. eischt
van haren beoefenaar minstens de
kennis van vier of vijf talen.
Dit kon reeds genoeg zijn, om
haar met recht als een waardeloo-
zen namaak der Volapük te brand
merken.
Ten overvloede wil ik U echter
het volgend' oordeel aanhalen van
iemand, die zoowel Volapük als hare
mededingster «Pasilingua" grondig
bestudeerd heeft. Het opschrift van
bedoelde uitspraak, door Schleyer's
eigen pers verspreid, luidt: Sleiner's
»Pasilingua" oder Gemeinsprache,
en de inhoud, in onze tale «getrou-
welijck overgezet", behelst
«De Pasilingua heeft:
»le geen goed geordend Alfabet,
»dat voor alle landen past.
»2e geen eenvoudige, maar eene
«ingewikkelde spelling.
»3e heeft zij geen rekening gehou-
»den met de talrijke Chineezen en
«andere Aziaten.
»4e geen zekerheid en duidelijk
sheid in de uitspraak voor buiten-
«landers.
»5e vordert zij van haren beoefe-
«naar dal hij minstens vier of vijf
«talen kent, terwijl Volapük slechts
«de bekendheid met de moedertaal
«onderstelt.
«Ieder denkt daarom: Indien ik
«reeds vier of vijf talen geleerd heb,
«of nog leeren moet, waartoe nog
«eene vijfde of zesde? (Immers dan
«wordt de Pasilingua onnoodig.")
«Tallooze andere gebreken van
«Steiner's werk zullen we hier maai
«onaangeroerd laten, zulks laten we
«verder aan de liethebbers over.
«Menigeen verkeert in den waan,
«dat de voorstanders van Volapük
«veel geld verdienen, en daarom
«zoekt men bij een vluchtig ontwor-
«pen naiiping van Schleyer's mees-
«terwerk zijde te spinnen. Zulke per-
«sonen zullen zich echter deerlijk
«bedrogen vinden."
Tot zoover de omloopsbrief.
Zooeven liet ik Schleijers eigen
pers cursiveeren, en met reden. Men
vindt in die omstandigheid weer eene
stomme getuige te meer, welke ras-
sche schreden de Wereldtaal op den
weg van vooruitgang zet. Met den
dag breidt zich dan ook de Volapük-
literatuur uit; zoo verscheen, om
maar iets te noemen, reeds eene
wereldtaal-almanak Weltsprache-
Kalender für das Jahr 1886" Ver
lag im Zenlral-Bureau der Schley
er'schen Weltsprache in Konslanz."
De samensteller zegt in zijn voor
bericht, dat de aanhangers van
Schleyer's Schepping reeds zóó sterk
zijn toegenomen, dat hij er zeker
van is, dat zijn werkje genoeg aftrek
zal vinden, om de kosten der uitgave
te dekken. Een der hoofdrubrieken
vormt eene interessante levensbeschrij
ving van (liever over) Schleyer met
portret.
Wellicht, indien de schrijver, de
Heer Kniele, het mij vergunt, zal
ik die biographic in het kort terug
geven. Toch raad ik U, en een ieder,
die de wereldtaal genegen is, aan, het
boekje te bestelleude prijs (4 Mark -
GO cent) behoeft niemand afteschrik-
ken; bij de Heeren Slothouwer
Zoon is het desverlangd te bekomen.
Vóór ik eindig wil ik U nog mee-
deelen, dat het Wereldtaalblad van
Schleyer (a 2 Mark 's jaar's) van af
Januari 18S6 in vergroot formaat
verschijnen zal, en dat er ook reeds
in Leipzig, het brandpunt van den
Buitschen boekhandel, een kommis
sionair voor het Central-Bureau der
Schleyer'schen Weltsprache gevestigd
is.
Wie nu nog zeggen kan, dat de
Wereldtaal aan het kwijnen is, mij
dunkt, hij is met blindheid geslagen.
De hartelijkste groeten van
t. t.
T. PLUIM
Volapükatidel.
Hoogland, 9 Dec. 1885.
Het hoofdbestuur van het Ned.
Onderwijzers Genootschap heeft aan de
afdeelingen bericht, dat het zich tot de
Volksvei tegenwoordiging wil wenden ter
zake van het al of niet wenschelijke
eener wijziging van art. 194 der Grond
wet. Het verlangt daarom vóór 15 Febr.
a. s. antwoord van de afdeelingen op de
vragen
lo. Wenscht gij het onveranderd be
houd van art. 194 der tegenwoordige
Grondwet?
2o. Zoo neen, kunt gij u dan vereeni
gen met het door de Regeering voorge
stelde artikel?
De beide vragen moeten met «ja" of
«neen" beantwoord worden.
Er was Vrijdag, len Kerstdag, in het
Volkspark te Amsterdam eene zoogenaam
de leden-vergadering van de Sociaal demo
craten met introductie, waar F. Domela
Nieuwenhuis en P. Van der Stadt de
burgers weder op het verheven ideaal
zouden wijzen dat zij volgen.
In de oproeping voor deze vergadering
verklaarde het bestuur zich het recht
voor te behouden om aan die geïntro-
duceerden toegang te weigeren, wier
aanwezigheid hun gevaarlijk voor de
openbare orde scheen. Onder die termen
bleken, volgens het oordeel der burgers,
die aan den ingang toezicht hielden,
ook te vallen de verslaggever van het
Handelsblad en de vertegenwoordiger
van het Vliegend Blad beiden werden
niet toegelaten.
De heer J. Van 't Lindenhout,
directeur der Weesinrichting te Neer
bosch, ontving in de laatste dagen tal
van geschenken, vooral rijke bezendingen
kleedingstukken zoo o. a. uit Assen een
kist met 200 groote koeken en uit ver
schillende plaatsen tal van voowerpen
voor den Kerstboom. De dames P. te
Laast had ik met hem een gesprek,
Daar bij Oom Hennie Tick zijn hek
«Die zendelings is algaar gek,
«Hul (21) kan maar met hul zwartjes trek
Spreek onze vrind
Hij is een Patriot, mijn kind.
Die kinders van Oom Tijs mantjie
Hul leer die noteut, re, mi.
Die «trap der jeugd" (22) en vra-beokie.
Maar net geen stukkie- Engels nie.
Ja. onze vrind
Zijn kinders is zoo 's hij gezind.
Oom Tijs zijn vrouw hiet Tante Saar
Zij braai die karbonaatjes gaar
Zij hou ver hem die koffie klaar
Al wat Oom Tijs zeg dit is waar.
Zijn vrouw, mijn kind,
Is net zoo's ou Oom Tijs gezind.
Is Oom Tijs ziek, dan zeg hij: Vrouw,
«Haal uit die huis apteekie nou
«Levens liksens en dulcies gauw
«Die dokter kan ik nie vertrouw."
Ons wijze vrind."
Hij is een Patriot mijn kind.
Hij hoor Oom Tijsie nooit nie vloek
Dit is verbode in «die Boek
Hij zeg maar net: Jou oliekoek!
«Jou snuiter 1" of «Jou zemelbroek
Ons zachte vrind
Hij is een Patriot, mijn kind,
Die zwart goed (23) is ver ou-baas bang,
Net zoo's een aapie ver een slang.
Zijn »achter-os-sambok" (24) is lang.
Pas op 1 als hij hul ledig (25) vang,
Ons flukse vrind,
Hij is een Patriot mijn kind.
Vroeg staat die ou-man 's morrens (26) op,
En trek die kam net oor (27) zijn kop
En steek dan gou een kleine dop, (28)
En wek die «zwart goed" met een stiop.
Ons lieve vrind,
Hij is een Patriot mijn kind,
'S aans(29) vroeg gaat hij weer om te rus
Geef zijn oü bottel net een kus, (30)
Dan trek hij oor zijn kop die mus,
En snork dan op met hartelus.
Waar jij hem vind,
Hij is een Patriot, mijn kind.
Zijn «Paterjot" en «Almanak,"
Zijn «Cango-soopie" (31) op die rak,
Zijn kromsteel-pijp en pruimpie-twak (32)
Zijn rolle van Transvaal-tabak
Die maak, mijn kind,
Oom Tijs zoo Patcrjols-gezind.
Die maak ons goeie, brave vrind
Ons wakkere, beste, oue-vrind,
Ons ware, slimme, trouwe vrind,
Ons wijze, flukse, lieve vrind,
Met vrouw en kind,
Waar jij hem vind,
Altoos zoo Paterjots-gezind.
Acutermaquire
Wat is geen Patriot, ou-Pa
(met complimente van «Oom Tijs"
aan «Neef Jimmy.")
Ou-Pa het (33) mij zoo op een haar
«Wat is een Patriot?" verklaar;
Maar nou, vertel mij weer een skot (34)
Wie is dan toch geen Patriot
Mij kint, wil jij een uitleg hè,
Dan zal ik jou dit duidlijk zè,
Die met zijn land en Natie spot,
Zoo'n man die is geen Patriot.
Ken jij voor kleine «Jimmy" Boos?
Zijn ware naam is eintlijk Koos
Mar hij zê die naam is te verspot (35)
Zoo'n man die is geen Patriot.
Hij gaat ook somtijds na die kerk
Op Sondags, het 'k opgemerk.
Dan zeg hij: «Hoor, die preek is vrot."
Zoo'n man die is geen Patriot.
Jimmy het mos (36) Latijn geleer,
Dus is hij slimmer als Meneer,
Hij zè die zuiver leer is rot"
Zoo'n vent die is geen Patriot.
Als hij jou iets wens te verhaal,
Dan praat hij 'n soort van brabbel-laal,
Hij drink geen «soopie" maar een «tot"
Zoo'n man die is geen Patriot.
Jimmy is een beskaafde man
Die «ignorant Boers" nie dulde kan,
Wil niks te doen hè met die lot,
Zoo'n man die is geen Patriot.
Hij 't blink-leer stevels (37) en vervas
Kooper hempsknope en rooie das,
Met steek op boortjes (36) om zijn strot,
Zoo'n man die is geen Patriot.
Daar 's (39) vele Jimmys in ons lant
Het meer geleertheid als verstant,
Die zig verheel dis pragtig mooi
Jou eige ruite in te gooi,
Of, dat die wereld zaam zal lag (40)
Als jij jou eige bloed verag,
Zoo'n mens dit zeg ik nou ten slot
Die is geen ware Patriot.
Uitmakaar.
Di Engelsman, (41)
Wi annekseer net land en s^.id,
Al kom sijn plannen ni tot 'stand?
Ek seg dit is daar anderkant: Jan
Boel (42)
Wie steel so graag 'n anders goed,
Al kos dit oek sijn eige bloed
Geloof mij vrij dis hij ou boet (43)
Jan Boel.
Wie het daar onder in Transvaal,
Niks uitgerig ni met zijn staal
En d'overwinnning niet behaal
Jan Boel.
Wi werd bedroge met sijn plan,
En het nog altijd spijt daarvan.
Kom seg mij tog Wi is dit dan
Jan Boel.
Wi het daar op sijn bas gekrij,
Wil 'k giaag weet, wi seg dit ver mij
Dis mar almelewe (44) Jan Boel.
Wi val vier stewels in di lug,
Toen hij van daar het weggevlug,
Kombérs (45) en ketel op di rug.
Jan Boel.