NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
N. 16.
Woensdag 24 Februari 1886.
Vijftiende JaargairjjuV;
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentiên:
BINNENLAND.
Feuilleton.
Een Misstap Uitgewischt.
ef> ,1°
<5
AMEBSFOORTStHE COUBANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco por post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Bij neringdoenden hier ter stede
circuleert ter teekening het na
volgend adres
Aan den Raad der gemeente
Amersfoort.
Geven met verschuldigden eerbied
te kennen de ondergeteekenden, allen
neringdoenden hier ter stede
dat zij met belangstelling hebben ken
nis genomen van het bij Uwen
Raad aanhangig gemaakt voor
stel tot «heffing eener belasting
naar het inkomen" in deze ge
meente
dat zij het niet noodig achten hier
de bezwaren uiteen te zetten,
die tegen het heffen eener inkom
stenbelasting over het algemeen
en tegen eene plaatselijke in het
bijzonder zijn aan te voeren, om
dat zij die bij uwen Raad vol
doende bekend achten;
dat het hun echter wenschelijk voor
komt de bedenkingen, die van
hun standpunt tegen de invoe
ring eener dusdanige belasting
worden gemaakt, met de meeste
bescheidenheid onder uwe aan
dacht te brengen
dat-zij er zich daarom toe bepalen
met den meesten nadruk onder
uwe aandacht te brengen, dat de
invoering der meer genoemde be
lasting voor Amersfoort hoogst
nadeelige gevolgen zoude hebben,
omdat daardoor niet alleen vele
vermogenden zich naar elders ver
plaatsen, maar dat bovendien
nieuwe inwoners, van den ge
goeden stand, zeer zeker zullen
teruggehouden worden om zich
hier ter stede metterwoon te
vestigen
dat ondergeteekenden hierdoor ten
zeerste in hun middel van be
staan worden bedreigd
dat al moge het waar zijn, dat onder
geteekenden, voor het meeren-
deel, tengevolge der eventueele
heffing eener inkomstenbelasting
minder zwaar zullen belast wor
den dan onder het tegenwoordige
stelsel, dit voordeel niet opweegt
tegen het gevaar van verminde
ring hunner inkomsten tenge
volge van minderen omzet in
nering oi bedrijf:
dat zij op deze gronden, gevoegd bij
zoovele andere, die tegen de in
voering der meergemelde belas
ting in deze gemeente kunnen
worden aangevoerd, uwen Raad
beleefd en dringend ver
zoeken het bovenbedoeld
voorstel niet te willen
aannemen.
't Welk doende enz.
Volgen de handteekeningen.
Het adres aan Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland, waarin wegens ver
schil in de kleur der nommerbriefjes
vernietiging der laatste loting voor de
nationale militie te Amsterdam wordt
gevraagd, is gisteren verzonden, voorzien
van 184 handteekeningen.
De paus heeft mr. R. J. graaf
Schimmelpenninck van Nijenhuis, groot
meester van het huis van HH. MM. den
Koning en de Koningin en lid der Tweede
Kamer, benoemd tot ridder-grootkruis
der orde van den H. Gregorius den Groote.
De heer Oldenhuis Gratama, die
19 jaar lid van de Kamer geweest is,
heeft wegens zijne wankelende gezond
heid ontslag genomen als lid der Volks
vertegenwoordiging. Hij was in den laat-
sten tijd sukkelende en moest daardoor
vele kamerzittingen verzuimen.
De Asser-afgevaardigde sprong in de
Kamer vaak voor het algemeen stemrecht
in de bres.
De verkiezing te zijner vervanging is
bepaald op 16 Maart a. s.
Onder de betuigingen van adhaesie
die de geschorste predikanten te Amster
dam ontvingen, behoort thans ook een
adres van christelijke onderwijzers te
Slochterveen aan de Synode, die zich be-
leedigd gevoelen over den smaad, den
voorzitter der Vereeniging voor Christe
lijk Nationaal Onderwijs, ds. Fan Son,
aangedaan. De Standaard dringt er op
aan, dat ook de overige christelijke on
derwijzers zich bij hunne collega's van
Slochteren aansluiten.
Er is veel over den wedstrijd op
schaatsen te Hamburg geschreven. Ver
schillende meeningen over de wijze van
rijden zijn reeds medegedeeld, en tot
dusver werd de houding onzer Friesche
rijders in alle opzichten zeer geprezen.
Ter wille der volledigheid deelen wij
nu ook eenige aanmerkingen mede, welke
in een Deensch blad op onze lijders
worden gemaakt. Een Deen, die den
wedstrijd bijwoonde, geeft daarvan in
Nationallitende van den löden dezer
een verslag, waaraan het Ilbl. het vol
gende ontleent
De Hollanders, die uitsluitend boeren
en visschers waren, bedienden zich, op
uitdrukkelijk bevel van den Hollandschen
Schaatsenrijdersbond, van eene goed
bedachte list. Zij hitcn namelijk hunne
tegenstanders vooruitrijden, maar blijven
hun dicht op de hielen, zoodat de voor
rijder voor hen den wind moet breken
en zij door de zuiging der lucht tegelijk
vooruit geholpen worden; zij kunnen zoo
met veel minder inspanning dan de
voorrijder voortkomen. Eindelijk op kor
ten afstand het doel genaderd zijnde,
springen zij plotseling vooruit en schieten
zoo hun tegenstander voorhij. Deze list
kan bezwaarlijk fair genoemd worden,
want er wordt geloot om de plaats, die
men op de baan moet rijden, en een
gentleman zou er zich niet van willen
bedienen. Dezen en genen, die aan den
rit deelnamen, beproefden op verschil
lende wijze zich van deze aanhang te
bevrijden, door van den eenen kant der
baan naar den anderen te rijden, door
eensklaps in volle vaart te rijden, door
langzaam te rijden, door stil te staan,
alles te vergeefs. De Hollander volgde
als eene schaduw en wilde niet vooruit,
maar belemmerde daardoor den voorloo-
per niet weinig. Men houdt het er voor,
dat, wanneer er weer met Hollanders
gereden wordt, deze list zal verboden
worden. (N. R. Ct.J
De commissaris van politie te Hel-
levoetsluis waarschuwt tegen iemand,
naar gissing 30 jaar, bleek uiterlijk, dik
hoofd, middelbare lengte, op beide wan
gen een wrat, eenigszins krullend en
donker haar, en geen baard. |Hij draagt
een bruine shawldas met drie vergulde
speldjes. Bij een ingezetene dier ge
meente vervoegde hij zich, voorgevende
te zijn reiziger van C. de Koning te
Haarlem, terwijl hij te koop aanbood
pakjes, inhoudende fleschjes met Haar
lemmer olie. Hij stelde voor een depót
te vestigen en verzocht dan eerst 6 pak
jes te koopen om daarna meer te ont
vangen. Het bleek later dat hij geen
reiziger van De K. was en dat men
alzoo met een bedrieger had te doen.
Ieder zij op zijne hoede!
De officier van justitie te Arnhem
bericht, dat ten plattelande veel rond
gevent wordt met zoogenaamde aandee-
len in de lotenbank Fortuna, gevestigd
te Amsterdam, welke men in handen
krijgt tegen betaling aanvankelijk van
slechts f6 (soms ook f10 of f15). Zij
zijn fraai met kleuren gedrukt en heb
ben het uiterlijk van een effect met cou
pons, waarop met groote letters ver
schillende papieren van waarde (meest
loten) vermeld worden, welke men ten
deele na 3 jaren maandelijks betaald te
hebben, zal verkrijgen tegen teruggifte
van het aandeel, terwijl men ten deele
slechts medegerechtigd zal worden tot de
prijzen, welke eventueel in d i e d r i e
jaren op de loten mochten vallen.
Vele oningewijden begrijpen de ver
plichtingen welke zij bij dien aankoop op
zich nemen, hoewel zij in het stuk zelf
te lezen staan, niet, ook doordien de
rondventers de zaak veelal mondeling
geheel anders uitleggen.
Derhalve wordt er de aandacht op ge
vestigd
lo. dat men alleen door gedurende
drie jaren in de tien eerste dagen van
iedere maand telkens prompt zes gul
den te betalen, welke men zelf, steeds
franco, naar het kantoor te Amsterdam
moet overmaken, gerechtigd wordt tot
de effecten en mogelijke winsten in het
aandeel uitgedrukt, terwijl elk recht
daarop, alsmede op de vroeger gestorte
bedragen verloren gaat, ingeval van wan
betaling gedurende ook slechts ééne
maand in die drie jaren;
2o. dat men na prompt 36 X 6
f216 betaald te hebben (gesteld altijd
het kantoor bestaat nog, en voldoet aan
zijne verplichtingen) een totaal van
waarden erlangt, waarvan de koopwaarde
op dit oogenblik bij lange na niet het
bedrag van 1216 vertegenwoordigt.
Onder de twintig lotelingen voor
de nat. militie uit de gemeente Arne-
muiden, lichting 1886, bevinden zich vier
gehuwden, waaronder zelfs een met ^rie
kinderen.
Maandagavond is te Amsterdam in
de Boomstraat eene bijeenkomst gehou
den, in welke eene zendeling der Mormo
nen de waarde der godsdienstige be
grippen van die secte heeft bepleit.
Vrijdag middag werd wederom
een der ingezetenen van Groningen de
dupe van bedriegelijke handelingen van
een 16jarigen jongen. De jongen kwam
in het bezit van een door hem geschre
ven en valschelijk met een anderen naam
onderteekend briefje, op keur vragen
eenige paren wollen kousen, die hem
bereidwillig werden afgegeven. Bij infor
matie ten huize van den quasi ondertee
kenaar, bleek er van geen bestelling
sprake te zijn, waarna aan de politie
van dit feit kennis werd gegeven, die
direct daarop in den verdachte een ouden
bekende meende te zullen vinden, en
zich in hare verwachting dan ook niet
teleurgesteld zag. De kousen waren reeds
van de hand gedaan, doch werden opge
spoord, en het geld was verdwenen.
Jan Heusjes, eigenaar van het zeil-
vaartuig, genaamd De Vrouw Mijltje,
wordt uitgenoodigd zijne woonplaats op
te geven aan het Departement van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid, ten einde
aan hem te kunnen uitreiken eene
ordonnantie van betaling, groot f95.
Te Apeldoorn had jl. Dinsdag weer
eene harddraverij op schaatsen plaats,
en daarna door 16 meisjes een wedloop
op klompen, waarbij 8 prijzen wer
den uitgeloofd, zijnde wollen mutsen,
dassen enz.; een en ander werd door
muziek opgeluisterd.
Toen de Millingsche stoomboot
«Eendracht" verleden week Woensdag te
Lobit arriveerde, ontdekte men dat er
geld te kort kwam in de kas der directie,
waarvan een der reizigers verdacht werd
DOOR
D H ENGELBERTS
7)
Met welgevallen had haar blik op den
schoonen jongeling gerust, en juist toen
haar vader haar verzocht, om heen te
gaan, had zij Richard, vernemende, dat
hij haar neef was, willen aanspreken.
Zij kon dit nu niet doen, maar sloeg
toch bij het verlaten der kamer een
vriendelijken en medelijdenden blik op
hem.
Het was Richard niet onopgemerkt ge
bleven, dat zij er schoon uitzag, terwijl
de uitdrukking van belangstelling, die in
haar blik lag opgesloten, hem diep had
getroffen.
«Het doet mij genoegen,"sprak Richards
Oom, zoodra hij met hem alleen was,
«dat gij voor u zeiven kunt zorgen, gij
hebt mij al veel geld gekost, dat be
spaard had kunnen worden, indien uw
vader meer zorg had gehad."
Richard voelde het bloed naar zijn
hoofd stijgen en moest alle moeite doen om
kalm te blijven, maar toch kon hij zijn
vader niet laten beleedigen.
«Wat gij voor mij hebt uitgegeven,
oom," antwoordde hij met waardigheid,
«zal ik u zoodra ik kan, teruggeven,
maar ik verzoek u ernstig, nimmer op
zulk een beleedigenden toon over mijn vader
te spreken, hij rust in het graf, en kan
zich dus niet verantwoorden, en voor
de tweede maal laat ik niet ongestraft, on
verschillig door wien ook, mijn vader
beleedigen, ik zal en wil zijne nage
dachtenis altijd eerbiedigen," en zonder
een woord meer te spreken, verliet hij
de kamer en het huis van zijn oom, zich
vast voornemende, er nimmer weder
een voet te zetten.
Op zijn zolderkamertje gekomen, barstte
hij in tranen uit, de ontmoeting had hem
geschokt. Was hij al niet ongelukkig ge
noeg, van geen ouders meer te hebben!
En nu nog zijn vader te moeten hooren
beleedigen, dien hij zoo lief had gehad,
en dat nog wel door zijn vaders eigen
broederOp eenmaal komt hem het
beeld van zijn nichtje voor den geest,
dat bekoorlijke gelaat en de blik, dien
zij hem toewierp, toen zij de kamer ver
liet, waren in zijn hait gegrift. Dat meisje
moest hij wederzien, al was hij ook vast
besloten, zijn oom nimmer weder te be
zoeken. Niemand kon hem beletten voorbij
de rijke woning van zijn oom te gaan,
waar hij haar dan voor het raam zou
zien zitten. Niemand kon hem beletten
des Zondags naar de kerk te gaan, waar
zij ook kwam, en dan het geluk te heb
ben, haar te aanschouwen, als zij met
gevoel de handen gevouwen, aandachtig
de woorden medebad, die de voorganger
der gemeente uitsprak. En wat deden
die kerkbezoeken hem goed, waar hij
hoorde, wat christelijke liefde was. Eens
sprak de leeraar over den verloren zoon
deze gelijkenis boeide hem zeer, geen
enkel woord ontglipte hem hij schaamde
zich de tranen niet, die langs zijne wan
gen vloeiden. Hoe vertroostend waren
hem niet de woorden, toen de leeraar
zeide, dat God allen die berouw over
hunne zonden gevoelen, die ook zal kwijt
schelden. Onwillekeurig bleef hij bij het
uitgaan der kerkhaan de deur wachten,
om zijne nicht te zien voorbijgaan. Zou
hij het zich ook verbeeld hebben, dat
haar oog hem dan aanzag, terwijl ook
het zijne op haar geslagen was? Neen!
Hij had het zicli niet verbeeld. Mathilda
had, van het eerste oogenblik af, dat zij
haar neef gezien had, eene onuitwischbare
genegenheid voor hem had opgevat. Het
edele, schoone, dat zijn gelaat uitdrukte,
had haar geboeid. Het had haar gehin
derd, dat haar vader hem zoo onverschil
lig behandeld had. Het was immers zijn
schuld niet, dat hij ondergeschikt moest
wezen. Hoe gaarne had zij hem, toen hij
bij haar in de kamer was, eenige vrien
delijke woorden toegesproken, maar haar
vader belette het haar, zij moest de
kamer verlaten. Hoe gelukkig gevoelde
zij zich niet ieder keer, wanneer hij hare
woning voorbijkwam, en wanneer zij hem
in de kerk zag, was meestal steelsgewijze
haar blik op hem gevestigd. Zijn gelaat
was immers zoo edel en schoon, en hoe
oprecht waren niet zijne oogen, en die
schoone jongeling was haar neef. Zij
zorgde er voor, dat hare ouders niets
van hare genegenheid voor hem ont
dekten.
Toen Richard ruim een jaar in het
koffiehuis «de Harmonie" bediende was
geweest, gebeurde het, dat hij haar zon
der te weten het leven redde.
Mathilda was met hare moeder naar
de kerk gegaan, en daar het slecht weder
was, werden zjj per rijtuig er heen ge
bracht en ook teruggehaald. Richard die
door bezigheden teruggehouden werd er
heen te gaan, haastte zich met zijn werk
om althans bij het uitgaan der kerk ge
reed te zijn, ten einde aan de deur te
kunnen staan, om, zoo hij hoopte, Mathilde
fe zien. Hetzij nu, de leeraar kort ge
preekt of Richard zich in den tijd ver
gist had, hij had nog niet de kerk be
reikt toen hij aan de menigte menschen
en rijtuigen, die hem tegemoet kwamen
ontwaarde, dat hij te laat kwam. Op
eenmaal reed een hollend rijtuig voorbij;
angstkreten der verschrikte menigte trof
fen zijn oor, en eenige oogenblikken
daarna storten rijtuig en paard in het
water. Eene algemeene ontsteltenis
heerschte onder de menigte, maar de
vereischte hulp kwam niet opdagen, en
zoo Richard niet aanwezig was geweest
al de personen, die in het rijtuig zaten,
j zouden jammerlijk verdronken zijn. On-
middelijk was zijn medelijdend hart op
de hoogte van liet levensgevaar, waarin
zich de personen in het rijtuig bevonden,
hij bedacht zich niet verder, trok haastig
zijn jas uit, die hij een man, die in zijne
nabijheid stond, toewierp, sprong in het
water, en daar hij een goed zwemmer
was, bereikte hij weldra het zinkende
rijtuig. Een vernieuwde angstkreet, die
uit het rijtuig kwam, trof zijn oor, hij
zag eene jonge dame, die het hoofd uit
het portier stak en ontwaarde, dat het
zijn nicht Mathilde was. In het eerste
oogenblik ontzonken hem bijna de krach
ten, maar in het volgende was het, alsof
eene bovenmenschelijke kracht hem be
zielde met ijzersterke hand rukte
hij het portier open, nam Mathilde op