NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
N. 22.
Woensdag 17 Maart 1886.
Vijftiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advebtentiên:
BINNENLAND.
F euilleton.
Een Misstap Uitgewischt.
D H ENGELBERTS
BUITENLAND.
AMERSFOOBTSCIE COURANT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 6 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De leden van de Rechterzijde der
Tweede Kamer hebben, volgens de
Nieuwe Rott. Ct., aan den vooravond
van de opening der debatten over de
Grondwets-herziening een vereenigde
vergadering belegd, tot bespreking van
de verder door haar te volgen gedrags
lijn.
De heer Ruys van Beerenbroek zou
van het ongeval, hem onlangs overkomen,
in zooverre hersteld zijn, dat hij wellicht
aan de werkzaamheden der Grondwets
herziening alsnog zal kunnen deelnemen.
Door het kamerlid den heer J. J.
van Kerkwijk is een brochure in het
licht gegeven, waarvan de strekking is,
een betoog te leveren voor de wensche-
lijkheid om een gedeelte der weinig len-
deerende staatsspoorwegen te exploitee-
ren op de wijze van locaal-spoorwegen.
De redacteur van de Werkmans
bode, de heer Heldt, verdedigt, tegenover
de verwijten, door de sociaal-democraten
tot hem gericht, in genoemd blad zijn
standpunt als volgt:
»Ik heb mijn weg in de beweging,
waarmee ik ben opgekomen, gezocht,
maar nimmer zóó, dat ik van links naar
rechts en omgekeerd ben gegaan. Zoo
iets wil Nieuwenhuis zoeken, maar hij
kan het niet vinden. Wel is het mij reeds
zeer vroeg tot een verwijt gemaakt, dat
ik de oplossing zocht in samenwerking
van wat men gewoon was te noemen
«kapitaal en arbeid", en meermalen werd
ik daarom voor verrader gescholden. Ik
ben op dat standpunt blijven staan en
sta er nog op. Nooit heb ik heil verwacht
van de revolutie en altijd ben ik de
meening toegedaan geweest, dat, mocht
door ongenoegzame medewerking van
gene zijde die ik meermalen heb betreurd,
gelijk ik nog reden heb te doen, de
revolutie onvermijdelijk blijken, dit het
recht nog niet geeft haar te bevorderen
of te verhaasten maar integendeel al
het mogelijke gedaan behoort te worden
om haar te voorkomen; elke stap op
dien weg gezet, beschouwde ik als een
middel om de revolutie, als zij komen
mocht, minder hevig te doen worden.
DOOR
Naar wij vernemen zal einde Maart
de uitgave van: »de Amsterdammer, Dag
blad voor Nederland" door de tegenwoor
dige eigenaars worden gestaakt. In den
korten tijd van haar bestaan, heeft deze
Courant ongeveer drie en een halve ton
gouds (f350,000) verslonden.
De Synode heeft beslist, dat de zaak
der geschorste 80 kerkeraadsleden van
Amsterdam haar niet aangaat, maar bij
het kerkbestuur der provincie Noord-
Holland thuis behoort.
Uit Harderwijk wordt gemeld
Alhoewel het in den laatsten tijd wei
nig voorkomt, dat Hollanders op valschen
naam of vervalschte papieren dienst trach
ten te nemen voor het Oost-Indische
leger, doet zich af en toe nog wel eens
een dergelijk geval voor, waarin de zorg
volle aanbrenger de hoofdrol vervult en
bewijzen van geslepenheid levert. Zoo
meldde zich eenigen tijd geleden zekere
II. U. uit Meppel, die de echtelijke wo
ning verlaten had, bij zoo'n aanbrenger
Br. genaamd te Amsterdam aan, met
het verzoek hem te helpen aan de papie
ren om bij het leger in O. I. in dienst
te kunnen treden.
De aanbrenger, in zulke zaken zeer
bereidwillig, want zij werpen voor hem
een niet onaardig voordeeltje af, zegt
hem zijne hulp toe, zonder er veel be
zwaar in te zien dat hij van zijne vrouw
geen toestemming heeft en bovendien
niet in 't bezit is van een bewijs van
goed gedrag, wegens een rechterlijk
vonnis dat hij had ondergaan.
Hij voorziet den a. s. koloniaal van
de benoodigde papieren, brengt hem,
denkelijk omdat hij het wel een beetje
gevaarlijk vond U. dadelijk te Harderwijk
in dienst te laten treden, eerst naar
's-Bosch, waar hij in de handen van een
remplacanten-baas werd overgeleverd, en
zie weldra is onze U. in Breda als plaats
vervanger ingedeeld.
Toen hij zoover geslaagd was, volgt
hij den raad op van dien aanbrenger Br.
en vraagt overplaatsing bij het Indische
leger; het verzoek wordt toegestaan en
weldra zijn met gunstig gevolg alle
troeven uitgespeeld en is U. koloniaal,
strijkt zijn handgeld op en gaat met
verlof, vergezeld van JBr. die hem, O
belangelooze vriendschapalléén
voor zijn eigen pleizier komt bezoeken,
juist op het oogenblik dat de duiten
binnen zijn.
Het duurde echter niet lang of het
gepleegd bedrog kwam aan het licht,
ten gevolge waarvan de koloniaal U.
zonder paspoort uit den militairen dienst
ontslagen is, en thans eene strafrechter
lijke vervolging wegens oplichting te
wachten heeft.
Voorloopig is hij op vrije voeten gela
ten en naar de echtelijke woning terug
gekeerd, waar hij tijd heeft andere mid
delen uit te denken om aan den kost te
komen. Het gelukt tegenwoordig niet
zoo goed meer als vroeger om bij het
Indische leger dienst te nemen op eene
dergelijke wijze en het bewijst dat men
buiten Harderwijk nog wel eens zulke
praktijken kan toepassen, doch in die
stad niet.
Op het wrak van ilie Lutine, het
«goudschip bij Terschelling, waarin, naar
beweerd wordt, nog altijd voor 13'/j mil-
lioen aan goud en zilver zóu móeten aan
wezig zijn, zullen de stoornbooten Tijd
en Friesland eerlang gaan werken. De
schelpzuigers dier booten kunnen goede
diensten bewijzen om het zand van het
wrak te verwijdern. Als bergloon zou
25% van de te bergen waarde worden
uitgekeerd.
Men zendt ons het prospectus van
de Indische Mail, eene nieuwe courant,
die gewijd zal zijn aan de belangen van
moederland en koloniën, en onder redactie
van Je HH. P. Van Dijk en M. T. H.
Peelaer wekelijks het licht zal zien bij
den uitgever Joh. IJkema te 's-Graven-
hage. De abonnementsprijs per 3 maan
den fr. p. p. zal bedragen voor Neder
land f '1.50, voor Oost- en West-Indië
f2.25. «Men versta (de Redactie) goed
artikelen, die personaliteiten mochten be
oogen, zullen onder welk voorwendsel
ook niet opgenomen, maar stipt geweerd
worden. Zoo ook die artikelen, waarin
de behandeling der publieke zaak tot
aanvallen op personen zou kunnen lei
den. Maar het allerminst zullen artikelen
opgenomen worden van opruienden aard
tegen het gezag. Het groote doel van de
Indische Mail zal moeten zijn om door
waardige en waarheidlievende taal, niet
tot verbittering, maar tot verbetering te
voeren, om den band tusschen moeder
land en koloniën door kennis en waar
deering der wederzijdsche belangen hech
ter en hechter te strengelen."
In het gebouw van Kunsten en
Wetenschappen te Utrecht heeft de eerste
repetitie plaats gehad voor de feestcan
tate bij de aanstaande herdenking van
het 250-jarig bestaan der Universiteit
aldaar. Het getal der zangers en zange
ressen, die in het werk van Beets en
Hol zullen medezingen, bedraagt thans
ongeveer 300 en zal nog door velen wor
den aangevuld.
De uitvoering zal plaats hebben in de
Buurkerk, waar ruimte is voor 1800 zit
plaatsen.
Gisteren ontspoorde de locomotief
van den trein 12,40 van den Geldersch-
Overijselschen locaalspoorweg voorbij de
halte Urselo, gelegen tusschen Boekelo
en Enschedé. Persoonlijke ongelukken
zijn niet te betreuren. De oorzaak is
onbekend.
Zooals wij in ons vorig overzicht
reeds mededeelden, zouden j.l. Zaterdag
te Constantinopel de Vertegenwoordigers
der Mogendheden wederom bijeenkomen,
om hunne voorloopige goedkeuring te
schenken aan de Turksch-Bulgaarsche
overeenkomst. Er is daar evenwel toen
niets van gekomen. In een Reuterbericht
heette het eerst, dat nadat Oostenrijk en
Rusland reeds tot overeenstemming wa
ren gekomen, Vorst Alexander in tegen
stelling met zijne vroegere verklaringen,
het verlangen had te kennen gegeven
om niet tijdelijk maar definitief tot Gou
verneur van Oost-Rumelië te worden
benoemd. Dit bericht wordt nu van uit
Sofia, door de Bulgaarsche Regeering
officiëel tegengesproken. Wat nu even
wel de oorzaak der vertraging van de
voorloopige goedkeuring der Mogendhe
den is geweest valt niet te zeggen.
The Thimes weet intusschen te mel
den, dat tengevolge eener gedachtenwis-
seling tusschen de Mogendheden alle be
zwaren zijn weggenomen en alle moeie-
lijkheden, in zake het Bulgaarsche vraag
stuk, zijn uit den weg geruimd, zoodat
de Conferentie eerstdaags en dan slechts
zeer kort bij elkaar zal komen om de
gemaakte schikkingen te bekrachtigen.
In eene dezer dagen te Londen ge
houden Kabinetsraad heeft Gladstone zijn
plan tot oplossing der Iersche moeielijk-
heden medegedeeld. Waarin die mede-
deelingen bestonden weet men niet met
zekerheid; de Engelsche bladen zijn het
daarover ten minste niet eens. Eén ding
schijnt evenwel zeker, n.l. het invoeren
van een Iersch Parlement en onteigening
van het Iersch landbezit. Daily News
deelt mede, en niemand kan het beter
weten, dat naar aanleiding van Glad
stone's voorstellen een cabinetscrisis is
ontstaan. Chamberlain is het n.l. met
Gladstone niet eens in zake de onteige
ning van het landbezit en wil daarom
aftreJen. Alle Londensche bladen met de
Pall Mall Gazette aan het hoofd juichen
om het hardst de benoeming van Sir
Charles Warren tot hoofd der Londen
sche politie toe. Algemeen is men van
oordeel, dat door hem eene duchtige op
ruiming zal gehouden worden onder het
personeel der Londensche politie en even
eens zekere inrichtingen ter bevordering
der zedeloosheid, die tot nu toe, alleen
omdat zij adelijke beschermers en be
gunstigers hadden, oogluikend werden
geduld eerlang zullen verdwijnen.
Nadat in de Fransche Kamer niet min
der dan zeven motiën van orde en eene
motie van vertrouwen in het Kabinet, in
zake de ongeregeldheden te Decazeville,
met groote meerderheid had verworpen
is er nu eene mouw aangepast en heeft
de Kamer het eerst aan het ministerie
geweigerde vertrouwen nu met 379 tegen
100 stemmen bewilligd. Men vreesde n.l.
voor eene ministerieele crisis en alleen
om deze reden vereenigden zich de drie
groepen der linkerzijde.
Door den Franschen minister van
Binnenlandsche Zaken werd aan alle
Prefecteneen schrijven verzonden, waarin
hij hen aanspoort tot het doen uitvoeren
en ondernemen van openbare werken,
opdat dit een prikkel voor den handel
moge zijn en ook de arbeidende stand
in hare behoeften, door den tegenwoor-
digen slechten tijd ontstaan, geholpen
worde. (Mocht dit voorbeeld ook in ons
land navolging vinden.)
Door den Üuitschen Rijksdag werd het
voorstel van Lenginann om onschuldig
veroordeelden schadevergoeding te ver-
leenen, goedgekeurd. Opdat evenwel de
13)
Toen de heer Henri Böhmer vernam,
dat Richard naar Bremen zou vertrekken,
vertoonde zich eene geruststellende uit
drukking op zijn gelaat. Nu was hij ten
minste van den last bevrijd, om met zijn
neef in eene en dezelfde stad te wonen.
Hij had nog geen tijd gehad om Richard
voor zijn edele daad te bedanken, hij
haastte zich nu om het te doen. In de
woning van Richard, op zijn dakkamertje,
wilde hij het niet doenhij bezocht
hem daarom in het koffiehuis, op een
uur waarop hij wist, dat er geen bezoe
kers waren, bedankte hem voor zijne
daad en schonk hem ter herinnering een
zegelring. «Mijne dochter,» zeide hij,
aheeft hem uitgezocht, ik hoop, dat hij
uw bijval zal wegdragen. Ik heb gehoord»
vervolgde hij, adat gij naar Bremen gaat,
waar gij eene voordeelige betrekking
hebt gekregen; dit doet mij genoegen,
maar het spjjt mij ook, daar ik u had
willen voorslaan, om bij mij op het
kantoor te komen. Ik wensch u echter
in uwe nieuwe betrekking veel voor
spoed,» hij wilde toen heengaan, blijde,
dat hij zijne erkentelijkheid alleen door
een geschenk aan den dag behoefde te
leggen. Richard hield hem echter nog
terug. Beleefd, maar fier sprak hij tot
hem
alk zeg u dank voor uw geschenk, de
zorg bij het uitzoeken door uwe dochter
daaraan besteed, is de eenige waarde,
die het bezit, en altijd zal het mij eene
aangename herinnering blijven, dat ik
in een gevaarlijk oogenblik mijn plicht
niet vergeten heb. Mag ik u verzoeken,
aan uwe vrouw en dochter te zeggen,
dat ik haar alle geluk toewensch, maar
laat ik u tevens zeggen, dat, al had ik
deze betrekking niet bekomen, ik uw
aanbod toch niet zou aangenomen heb
ben, ik heb u vroeger al geld genoeg
gekost en verlang nogmaals van u, orn
mij op te geven, wat gij voor mij hebt
uitgegeven, dan zal ik het u zoo spoedig
het in mijn vermogen is, terug betalen.
Ik wil aan mij zeiven alles te danken
hebben.»
De trotsche man kon bij die edele
taal een gevoel van schaamte niet be
dwingen, dat zich duidelijk op zijn gelaat
vertoonde. «Het zal geschieden.» Meer
antwoordde de heer Henri Böhmer niet
en vertrok.
Had niet Mathilde den ring uitgezocht,
hij zou ook dien zeker geweigerd heb
ben. Nu kon hij het niet zonder haar te
beleedigen, en dat was hem onmogelijk,
want hij beminde haar oprecht.
Hoe meer het oogenblik van zijn ver
trek naar Bremen naderde, hoe zwaar
der zijn strijd werd. Daar de heer Bec
ker reeds een nieuwen bediende had,
zoo was Richard niet meer zoo gebonden,
hij kon de laatste dagen besteden, om
zijne geboortestad goed in zijn geheugen
te prenten, de plekjes nog eenmaal te
zien, die ook zijne kinderoogen hadden
aanschouwd. Ilij moest nog eens voor
de woning staan, w'aar zijne ouders ge
woond hadden, waar hij als kind geleefd
en gedarteld had, waar zijne ouders
hem geleerd hadden, dat er een God
was. Het is hem, alsof hj hen nog ziet,
hij herinnerde zich het oogenblik, toen
die moeder en vader uit het huis naar
het kerkhof gedragen werden, en dat
hem toen een heer bij de hand nam en
bij vrouw Martha Stein bracht, hoe bit
ter hij schreide, en dat toen die goede
vrouw hem in hare armen sloot, met
hem medeweende en zeide: «Richard,
beste Jongen, ik zal voor u eene moeder
wezen en dat is die goede vrouw
ook altijd voor mij geweest! vervolgens
richte hij zijne schreden naar het kerk
hof, naar de plaats, waar zijne ouders
rustten. Niemand was in zijne nabijheid,
hij bevond zich alleen op den akker
God. Tranen stonden in zijne schoone
oogen, zijn gemoed was vol. Daar sliepen
zij al jaren den eeuwigen slaap. Op den
steen, waaronder hun gebeente lag, viel
hij op de knieën en sprak hartstochtelijk
snikkende: «Geliefde ouders, hoe vroeg
heb ik u niet moeten missen, en moest
ik alleen op de wereld achterblijven!
Hoe goed hebt gij o God gehandeld, hen
tot u te nemen! Gij hebt hun de smart
bespaard van te zien, dat hun kind een
dief is geworden. Maar, Goede God
bij hun dierbaar gebeente leg ik de
belofte af, dat ik alles zal aanwenden,
orn mijn misstap te herstellen, dat ik
daaraan mijn geheele leven besteden wil.
Sterk mij in dat voornemen!»
Zijn voet betrad de plaatsen, waar
hij ruim drie jaren als straatslijper heele
dagen had rondgezworven, waar hij jon
gensstreken uitgevoerd had, toen hij nog
onschuldig was. Hij liep zonder het te
weten, welk een weg hij had ingeslagen,
steeds voort, tot hij niets meer zag, dat
hem aan zijne jeugd herinnerde, hij
merkte niet eens op, dat hij zich weder
in het straatje bevond, waar de ingang
van het kantoor der heeren Muller en
Zonen was. Op eens zag hij de deur,
die open stond, evenals voor ruim vier
jarenmaar het kantoor was nu niet
ledig, er bevond zich iemand in, het was
de heer Muller. Welk een pijnlijk gevoel
ondervond hij, nu hij dat vertrek weder
zag, waarin hij eenmaal als een dief
was binnen geslopen en er eene rol
geld had weggenomen. Tranen biggelden
langs zijne wangen, tranen van innig,
oprecht berouw. Zou hij nu weder het
kantoor_binnengaan? Zou hij het binnen
treden en zijne misdaad bekennen, zeg
gen, dat die rol nog ongebruikt op zijn
dakkamertje verborgen ligt? Zijn gewe
ten zeide hem «ja,» zijn belang zijn
vooruitzicht «neen.» Die strijd was hevig,
maar kort. Zijn geweten behield de over
winning. Met wankelende schreden trad
hij het kantoor binnen. De heer Muller
zag hem en zeide, daar hij hem van uit
het koffiehuis kende. «Zoo Richard,
wenscht gij mij te spreken? Ga zitten.»
Hij zag hem daarbij zoo openhartig aan,
zijne taal was zoo bemoedigend, dat
Richard zich verlicht gevoelde en ant
woordde: «Neen, mijnheer! Ik kan niet
gaan zitten, voor ik u eene mededeeling
heb gedaan. Hebt gij niet voor ruim
vier jaren op uw kantoor eene rol goud
gemist?»