Gemengd Nieuws. Officiëele Publicatiën. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Staatskas daardoor geene te groote ver liezen zal lijden, moet die vergoeding op de ware schuldigen worden verhaald. Te Geb-el-Seid, in Egypte dicht bij de Roode Zee gelegen, zijn rijke petroleum- bronnen ondekt, tot niet geringe vreugde der Regeering, die daardoor 's Rijks in komsten aanzienlijk hoopt te zien ver meerderen. Het Engelsche bezettings-leger in Egypte zal met zes regimenten worden verrnioderd en de troepen tot aan Assoan en Wady-Halfa worden teruggetiokken. Zaterdag had tusschen een korps Engelsche fourageurs en eene afdeeling bevriende Arabieren een treffen met den vijand plaats in de Hasheen-vallei, alwaar deze een legerkamp had opge slagen. 15 Kameelen werden buitgemaakt en 30 man van den vijand sneuvelden, terwijl het verlies der fourageurs onbe duidend wordt genoemd. Zondag 21 Maart wordt de dienst in de Remonstrantsche kerk waargeno men door den heer H. J. GROENEVVEGE, waarnemend leeraar te Doesburg. Heden, Woensdagavond, zal de Godsdienstoefening der Vrije Gerefor meerde gemeente om half zeven geleid worden door Ds. Wedemeijer uit 's-Hage, en Zondag, 21 Maart, 's voormiddags half tien en des namiddags vijf ure, zal in diezelfde gemeente optreden den heer Werner uit Amsterdam. Door den Directeur der Ned. Staats loterij zijn op aanbeveling van den Col lecteur te Amersfoort tot Debitanten be noemd A. M. de Vries, S. M. de Vries, M. A. Klein, D. S. Aronson, Ch.de Jong, A. Klein, A. S. Aronson, L. M. de Vries en M. D. Aronson, allen te Amersfoort, en G. Wielheezen te Zeist wonende. De levering van vleesch en vet, ten ten behoeve der dezen zomer in het Kamp te Oldenbroek vertoevende troepen is door den Min. van Oorlog toegewezen aan den heer D. van Gelder, alhier. Maandagavond hield prof. Allard Pier- son in Amicitia zijne aangekondigde voor dracht. Evenals bij zijn laatste optreden te Amsterdam had spreker ook hier tot onderwerp gekozen eene reis naar Turkije en Griekenland, onlangs door hem ge maakt. Na eerst te hebben uiteengezet wat men vroeger onder de Antieken verstond, maar hoe sinds Güthe en meer nog later door Winkelmann de meening dienaan gaande werd gewijzigd en men toen copie van origineel leerde onderscheiden, toonde hij in korte trekken aan, waarom het langzamerhand voor hen, die de oude kunst beoefenen, noodzaak geworden was het Grieksche Oosten peisoonlijk te be zoeken. De in de laatste jaren in Griekenland en Turkije voor rekening der verschillende mogendheden opgedolven kunstschatten blijven iu de plaats, waar zij gevonden werden, zoodat van lieverlede in alle plaatsen, waaronder zelfs de kleinste ge huchten, musea ontstaan, voor den kunst kenner of beoefenaar dier wetenschap van onschatbare waarde. Om die rede nen zelve besloten tot het ondernemen eener reis naar wat men noemt »liet Grieksche Oosten", anders gezegd Turkije en Griekenland, verhaalde spreker hoe hij over Weenen en Pest den Donau had bereikt en dezen stroom, aan wiens linker oever hij nog allerwege de ge volgen van den jongsten Russisch-Tui k- schen oorlog en de daarin gepleegde ^Bulgarian horrors", had bespeurd, met eene stoomboot was afgezakt, aan boord waarvan hij voor het eerst had kennis gemaakt met de Turksche vrouw. Verder schetste hij ons den heerlijken aanblik dien de Bosphorus opleverde, om ons daarna een blik te doen slaan op Const3ntinopel zelve. Die stad aan beide «Ja,» zeide de heer Muller, «waarom vraagt gij dat?» «Omdat ik weet, wie de rol heeft weggenomen. Ik ben het geweest ik heb u die onopgemerkt ontstolen, maar zij is nog in mrjn bezit, geen stuk heb ik er van gebruikt, want een oogen- blik later, nadat ik haar had weggenomen, gevoelde ik, dat ik misdadig gehandeld had. Die misdaad heeft mij gedurende vier jaren vreeselijk gepijnigd, zij heeft mij geleerd, het goede pad te bewande len, en, zoo waar als God leeft, ik heb mij nooit meer aan eene slechte daad schuldig gemaakt. Honderden malen heb ik willen doen, wat ik nu doe, maar de gedachte, dat ik dan voor een dief zou worden aangezien, weerhield mij ieder keer. Maar nu, nu ik van hier ga, uit de stad mijner geboorte, moest ik het u bekennen, en toen ik de deur zag, die ik voor vier jaren als een dief was binnengetreden, kon mij niets meer tegenhouden, u te bekennen, dat ik die rol gestolen heb. Nu std ik weder in uw kantoor, en laat het aan u over, om met mij te handelen, zooals gij wilt. Ik zal u de rol halen. Maar kunt gij mij vergeven? Ik sta alleen op de wereld. God zal het u beloonen, en nimmer zal ik vergeten, wat ik u dan verschuldigd ben. oevers van"den Bosphorus gelegen, van uit een Kaïk gezien met hare ontelbare paleizen, koepels en slanke minarets zoo schilderachtig schoon, valt den bezoeker, wanneer hij eenmaal voet aan wal heeft gezet en hare nauwe, in half duister gehulde straten doorwandelt, volstrekt niet mede. Anders is het met de be woners zelve. Geen spreekwoord is meer onwaar als: zoo koppig als een Turk. Integendeel spreker had de Turken van eene geheel andere zijde leeren kennen. Volgens hem was elke Turk, zelfs uit den geringsten stand een geboren gentle man. Altijd hulpvaardig, zonder ooit zijne diensten op te dringen, is hij altijd op het juiste oogenblik tot helpen bereid, zoolang hij nl. niet gegeten heeft, want heeft de Turk zooveel verdiend, dat hij dien dag in zijne behoeften kan voorzien, dan is niets in staat, hem aan zijn zalig nietsdoen te onttrekken. Nergens gevoelt men zich meer kosmopoliet dan te Con- stanlinopel. Geen nieuwsgierig aangapen of nastaren der inwoners doet u onaan genaam aan, integendeel de Turk laat u geheel vrij in doen en laten, maar ver langt dezelfde vrijheid voor zichzelven. Het eenige onaangename dat spreker, en met hem een ieder die Constantino- pel bezocht, heeft ondervonden, is het door de regeering zelve stelselmatig aan gekweekte fooienstelsel. Hoe ontzedelij- kend dat op het volk werkt, en hoe zelfs de hoogst geplaatste ambtenaren zich niet ont zien fooien aan te nemen, werd door spre ker met een enkel voorbeeld aangetoond. Na eene korte pauze verklaarde hij hoe het mogelijk was, dat de voor het overige zoo indolente Turk, tevens een zoo fanatisch wezen kon zijn, als waar van de Bulgarian horrors ons blijken gaven. Spreker vergeleek de Turk met eene kogel, die op zichzelve een onbe- teekenend voorwerp, zijn vernielende kracht geheel aan invloed van buiten ontleend. Zulk een invloed oefent op den Turk de priester uit. Om aan te toonen hoe ver de macht van den priester en het vertrouwen, dat het volk in hen heeft, zich wel uitstrekte, schilderde spreker ten slotte nog eene godsdienstige plech tigheid, die hij in een der om Constan- tinopel liggende kloosters had bijgewoond. Een talrijk en uitgelezen publiek volgde met onverdeelde aandaèht ueh redenaar, die, ofschoon hij geheel improviseerde, zijne verschillende indrukken in schoone taal wist weer te geven. Wij gevoelen ons dan ook genoopt dit korte verslag te eindigen met een woord van dank èn aan den Spreker voor het vele schoone dat hij te genieten gaf èn aan de commissie door wier toedoen ons het voorrecht ge schonken werd een zoo rijk begaafden redenaar te hooren. Ten einde zich te overtuigen, of men van zijne leveranciers natuur- of kunstboter ontvangt daartoe stelde Prof. Adolf Mayer reeds vroeger menigeen in de gelegenheid. Hij bracht door tusschenkomst van de Heeren P. J. Ivipp Zonen, fabrikanten van scheikundige instrumenten te Delft een werktuig in den handel om op een voudige wijze natuurboter van kunst boter te onderscheiden. Met dit werktuig, aangekocht door de Afdeeling Amersfoort van het Utrechtsch Genootschap voor Landbouw werden in eene op 24 April 1.1. gehouden Algem. Verg. proeven genomen, in Juni werd hetzelve onder de leden verloot, thans is het in het bezit van den Heer G. J. van der Zoo de Jong alhier. IfERKOOPING VAN VASTE GOEDEREN. Zaterdag 13 Maart in »Het Valkje". Notarissen de heeren Mr. J. DE LOUTER en A. H. DRIJFHOUT VAN HOOFF. 1. Een winkelhuis met erf en i m massa grond aan de Langegracht f2325 2. Een woning achter 't vorige. Wie den heer Muller gezien had, die zou hem lief gekregen hebben! Wie de tranen, die hem over de wangen vloei den, had opgemerkt, zou ook weten, wat de heer Muller zou doen. Hij stond van zijn stoel op en zeide aangedaan «Richard, brave jongeling! Wat doet mij uwe bekentenis goed. Zie hier mijne hand, ik heb u alles vergeven, ik geloof ook, dat God het gedaan heeft, want heeft Hij u niet daarna gezegend en u in de gelegenheid gesteld, om eene edele zelfopofferende daad te verrichten? Richard I ik acht u hoog, ik heb u lief, alsof gij mijn zoon waart» en terwijl hij dit zeide drukte hij hem opnieuw hartelijk de hand. Hoe gelukkig gevoelde Richard zich niet bij die woorden, tranen stonden in zijne oogen als bewijzen zijner dankbaar heid, want die door woorden te kennen te geven, daartoe was hij in dit oogen blik niet in staat. Hij gevoelde, dat de kroon, die van zijn hoofd was afgevallen, op eenmaal er weder opgeplaatst werd, het was hem, alsof eene slem uit den hemel hem toeriep: «Richard, gij die gevallen zijt, maar u ook opgericht hebt. uwe misdaad zij u vergeven, indien gij mij maar voor oogen houdt.» De heer Muller begreep, wat in Richards gemoed omging; daarom vervolgde hij: Utrecht. De j. I. Maandag alhier ge houden Vastenavond-paardenmarkt was druk bezocht, er waren 1087 paarden aan de lijn en in de stallen, terwijl de handel, door het aanwezig zijn van vele binnen- en buitenlandsche Kooplieden, zeer levendig was. Voor weelde-paarden werd besteed van f600.f800.terwijl werkpaarden van f100.tot f500. en Veulens van f 100.tot f250.op brachten. Het fort de Bilt, geruimen tijd zonder bezetting geweest, zal hoogst waarschijnlijk binnenkort weder worden bezet en wel door 2 Compagniën van het le liegt. Vest. art. alhier in Garni zoen. Gebrek aan plaatsruimte in de Nicolaas Kazerne schijnt deze verplaat sing noodzakelijk te maken. Eene 20 jarige Naaister J. de R. genaamd en ondanks hare jeugd reeds eene oude bekende der Justitie, werd jl. Zondag door de Politie alhier aange houden en ter beschikking der Justitie naar de cel overgebracht, als verdacht zich aan bedriegelijke oplichting, ten nadeele van een vijftal Logementhouders alhier, te hebben schuldig gemaakt. Met 30 tegen 17 stemmen heeft de Kerkeraad der Ned. Herr. Gem. alhier verworpen het bekende voorstel «Onderteekening van de formulieren van eenigheid door de Kerkeraadsleden". Terwijl in de vacature Ds. Muzena het navolgende drietal werd gekozen. Ds. Ringnalda te Oldebroek. Ds. Geesink te Rotterdam en Ds. Veels te Klundert. Socsterbcrg, 16 Maart. Een felle brand verwoestte gisteravond in weinig tijds de voor ruim een jaar geheel ver nieuwde boerenhofstede »de Bloemheu- ?el." Het vee werd geheel, de inboedel grootendeels gered. Aan de pogingen der brandweer mocht het gelukken de om ringende gebouwen, schuren, hooibergen enz. te behouden. Alles was verzekerd. De brand schijnt in of nabij den paar denstal ontstaan te zijn. Veenendaal, 16 Maart. Heden werd ter markt alhier het eerste vee aan gevoerd. Ook merkt inen onder de be zoekers op een zes-tal kooplieden in eieren uit Amersfoort. Met het oog op de directe verbinding met die stad is het te verwonderen nog niet meerderen van daar onze zoo bekende Dinsdagsche markten bezoeken, ook blijven op onze markt nog achterwege die handelaren in verschillende artikelen, die daaraan door het uitstallen en aanbevelen hunner koopwaren zoo'n eigenaardige drukte en levendigheid weten te geven. De koren- prijzen liepen heden iets hooger, boter gold 55 a 60 Cents per KG., eieren deden f2,75 a f3,25 de 100 st., biggen f4 a f9, schrammen f 12 a 16, zeugen f25 a f 40, aardappelen (Betuwsche) f2, a f2,25, appelen f3,50 a f3,75 per HL. De paardenmarkt is hier uitgesteld tot de 2de Dinsdag in de maand Juni van het volgende jaar. Ermcloo. Naar men verneemt zal Donderdag 29 April a.s. weder eene algemeene vergadering worden gehouden der Vereeniging tot Chr. verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders in het tehuis voor Militairen te Utrecht. VoortliuizcD, 15 Maart. Alhier is gisteren alles rustig toegegaan, evenzoo te Kootwijk. Te Voorthuizen trad ds. Van den Bergh 2 maal voor zijn ge meente op; leden van het classicaal bestuur zijn ook ditmaal niet verschenen. Het getal «nieuwsgierigen" was ditmaal gering. In den vreemde gestorven. Men zal zich herinneren, dat indertijd eene ver alk verzoek u om die rol als een geschenk van mij aan te nemen, ik ben rijk, het gemis daarvan hindert mij niet tracht daarmede uw toekomst te verbe teren, ik schenk haar u gaarne, beschouw dat geld echter als geleend, niet van mij, maar van de geheele menschheid. Tracht met dat geld voordeel en nut te dotn. Ontmoet gij op uw levensweg een ongelukkige en gij kunt hem helpen, denk dan, dat gij geleend geld in uw bezit hebt, dat het uw plicht is, te hel pen. Wees nimmer hard of onmeedoo- gend voor hen. die struikelen en vallen. Neen, brave Richard, dat zult gij niet zijn, ik weet, gij zult hen oprichten, de deugd voor oogen houden, wijzen op God, die niets dan liefde is. Niet alleen met geld, maar ook met uwe menschen- liefde moet gij helpen, en geloof mij, dan zult gij u recht gelukkig gevoelen. Richard, gij hebt mij een grooten dienst bewezen, door openhartig uwe misdaad te bekennen, ik verzeker u, gij hebt u daardoor uw goeden naam teruggegeven. Wat gij gedaan hebt, moet tusschen God, u en mij blijven, maar wanneer gij een meisje leert beminnen, dan moet gij ook haar openhartig, zooals gij aan mij gedaan hebt, alles mededeelen, zij moet een zuiveren blik in uw hart hebben, en wanneer zij een goed hart volging werd ingesteld, tegen zekeren Van der Wedden, pannenfabrikant te Nijmegen, die bij de wedrennen een paard van buitenlandsche ouders, als van inlandsch ras opgegeven had. De man vluchtte, hoewel hij misschien niet veroordeeld had kunnen worden. Hij kwam te Buenos-Ayres aan en schijnt daar ook veel aan paarden gedaan te hebben. Dezer dagen is tenminste het bericht ontvangen, dat hij overleden was tengevolge van den schop van zulk een viervoeter. Man en vrouw zijn èèn. Een Rotter- damsche juffrouw, die bij het koopen van een meubelstuk voor de echtelijke woning den naam van haar man onder de overeenkomst van afbetaling had ge plaatst, werd door het gerechtshof vrij gesproken van de beschuldiging valsch- heid in geschrifte gepleegd te hebben. Een geheimzinnig voorval. Onlangs ontving de Russische Keizerin een groote kist met modeartikelen uit Parijs. Uit eerbied voor de vorstin hadden de grens beambten de kist niet geopend. Ofschoon de Keizerin zich niet herinnerde een be stelling te Parijs gedaan te hebben, gaf ze toch aan haar kamenier bevel ze te openen. Eensklaps hoorde zij echter in het nevenvertrek een vreeselijken gil, en naderbij komende zag ze in de geopende kist het lijk van een jonge, blonde vrouw, half verborgen onder tulle en kanten. De kamenier was van schrik en ontzet ting bewusteloos op den vloer gevallen. Een onderzoek naar den afzender van deze kist is tot nog toe zonder gevolg gebleven. De »domme" ganzen, die in de oudheid zich beroemd hebben gemaakt als redders van hel kapitool, zijn nu in Siberië, nabij Ischim, opgetreden als goud-ontdekkers. Dikwijls reeds hadden de boeren in de kroppen van geslachte ganzen gele me taalkorrels waargenomen. Maar dommer dan de ganzen, hadden zij nog nooit onderzoek laten doen naar den aard van die korrels. Nu onlangs nam een boer een aantal van die korrels mede naar Tobolsk, waar men ze voor goud ver klaarde en 10 roebels voor het partijtje betaalde. De ganzen hadden blijkbaar uit het riviertje de Karassul het goud opgehaald. Men is nu druk bezig met uit het zand en de steenen van den bodem dier rivier de vele goudkorrels op te zoeken. Tegen het voorjaar zal er een behoorlijk ingerichte goudwasscherij tot stand gebracht worden. Koningin Sophia van Zweden is voor nemens, Woensdag den 17en dezer van Stockholm naar Amsterdam te reizen. Kroonprins Gustaaf begeleidt zijne moe der tot Hamburg, waar hij zijne gemalin, prinses Victoria, vinden zal, die uit Nederland terugkeert. De kroonprins en de kroonprinses reizen dan van Hamburg door naar Berlijn, teneinde den 22sten Maart den geboortedag van keizer Wil helm, grootvader der kroonprinses, mede te vieren. Ook prins Karei van Zweden maakt den 17n dezer, met zijne moeder en zijnen broeder, de reis tot Hamburg mede. Zijne verdere bestemming is Noor delijk Italië, waar de prins eenigen tijd wenscht te vertoeven tot herstel zijner gezondheid, welke, nadat hij verleden jaar, op zijne reis in het Oosten, aan typheuse koorts is lijdende geweest, nog steeds te wenschen overlaat. De cocaïnemanie is de jongste manie in de V. S. van Noord Amerika. Uit de New-York Sun blijkt dienaangaande, dat deze manie daar nóg veel erger gevolgen heeft dan de reeds zeer treu rige morphine-manie. Bijna in elke apo theek is thans sodawater te koop, waarin eene sterkere of zwakkere cocaïne-infusie voorkomt. Mannen en vrouwen drinken daarvan den ganschen dag, zooals ze vroeger soda- of seltzerwater dronken. Ook de kasteleins leveren hunne gasten, bezit en u lief heeft, dan zal zij u dank baar zijn voor uw vertrouwen, zij zal u dan nog meer beminnen en hoogachten. Richard, ik herhaal het u, ik heb u lief, alsof gij mijn zoon waart. Hebt gij be hoefte aan vriendenraad, kom tot mij, ik ben bereid, u dien ten allen tijde te geven. Meld mij uw wedervaren, uw levenslot, beschouw mij als uw vader. Gij hebt wel een oom, maar hij zal dat niet voor u zijn, wat ik voor u wezen wil, en nu vaarwel tot wederziens,» en terwijl hij dit zeide, gaf hij hem nog maals de hand. Richard was diep bewo gen en spreken kon hij niet, alleen zeg gen «ik dank u!» Maar die weinige woorden waren den heer Muller genoeg. Toen Richard zich weder op de straat bevond, woei hem een flinke oostenwind in het aangezicht, die hem goed deed, om zijn geschokt gemoed tot bedaren te brengen. Werktuigelijk, zonder te weten waar hij heenging, liep hij denzelfden weg, dien hij voor vier jaren gegaan had, toen hij de rol goud had weggenomen. Toen vervulde hem de angst en een opkomend berouw, toen liep hij daar als een misdadiger, dien elke voorbijganger vrees inboezemde, die in elk luid geroep, de woorden van «houd den dief» meende te hooren en nu liep hij er weder, wier zenuwstelsel door het misbruik van alcohol geleden heeft, cocaïne, en wel in velerlei vorm. De gebruikers meenen, dat die stof de zenuwen "sterkt en de plaats kan vervangen van de spiritualia. Maar de reeds talrijk voorgekomen ver giftigingen leeren dat wel anders. Verstrooid. Graaf F. Osterman, gou verneur-generaal van Moskou, was- bij al zijn beschaving en verstand toch een van de meest verstrooide menschen. Somtijds ging hij op een stoel zitten en beval den eersten den besten der aanwezigen hem naar de senaat te rijden, denkende dat hij in zijn rijtuig zat en een afgevaardigde voor zijn koetsier aanziende. Aan tafel at hij niet zelden uit het bord van zijn buurman ook kneep hij eens iemand in zijn been, het voor het zijne houdende. Zat een in 't wit gekleede dame naast hem, dan hief hij haar japon op en veegde er zich den mond mee af, in de meening dat het zijn servet was. Dik wijls ging hij zonder hoed wandelen. Ook verscheen hij soms in gezelschappen in zulk een wanordelijke kleeding, dat hij den aanwezigen dames schaamte aanjoeg. In plaats van reukwerk goot hij zich inkt over de kleederen en verscheen zoo bij de keizerin, die hij ook in plaats van een rapport somtijds de rekening voorlegde van zijn schoenmaker. Eens bracht een zijner ondergeschikten hem een geschrift om te onderteekenen. Lang zat Osterman bewegingloos en beet op zijn pen plotseling sprong hij op en vroeg aan den man, die stond te wachten: »Zeg toch eens voor den duivel, wat ben ik en hoe heet ik? Ik ben het waarachtig vergeten." Uit St. Petersburg schrijft men De Keizerlijk Russische Academie van schoone kunsten ver.scht den kunstsmaak van het Russische volk op te wekken door middel van ambulante tentoonstel lingen van oude en nieuwe kunst, die zij in de verschillende provinciesteden van Rusland wil doen houden. Zij heeft dit plan aan het oordeel der regeering onder worpen en bij keizerlijke ukaze is het onlangs goedgekeurd. De eerste dezer tentoonstellingen zal in den loop van dit jaar worden gehouden. De plaats waar daarmede zal worden begonnen, is nog niet met zekerheid bekend. Als een staaltje van het te Holten nog sterk heerschend geloof aan heksen en sproken deelt de Zutf. Ct. het volgende mede De knecht van den landbouwer M. vertelde dezer dagen aan zijn baas, dat het thans droevig met hem gesteld was. »Zij hebben mij te pakken" zei hij. M. trachtte vruchteloos zijn knecht dwaze van dit geloof aan het verstand te bren gen. Eiken nacht gaat de knecht het een paar uur naar buiten, want, zegt hij, dan heeft hij geen rust meer in 't bed, en die hem betooverd heeft is daar buiten dan bij hem. Thans wil hij met een greep gewapend naar de arme verdachte heen zij zal hem dan weer beter maken of hij wil haar met dit wapen te lijf. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien het besluit van Heeren Gede puteerde Staten der provincie Utrecht van den 23. December 1885, No. 9 (Provinciaalblad No. 114), en een brief van den IJKER, chef van dienst, d.d. 4 Maart 1886, No. 10/6; Brengen ter kennis van de ingezete nen dezer gemeente, dat de HERIJK der MATEN en GEWICHTEN voor het dienstjaar 1886, in het gebouw de Waag aan de Appelmarkt alhier zal geschieden van Maandag, den 5. April tot en met Vrijdag, den 16. April aanstaande, uit gezonderd de Zaterdag en Zondag dat de letter V, in den gewonen druk vorm schuin gesteld, bestemd is tot aangedaan, wel is wa3r, maar van zijn hart, zijn gemoed was een gewicht afge nomen, dat hem vier jaren bezwaard had. Nu sloeg zijn hart niet angstig, niet beschuldigend. Neen, nu sloeg het gerust, degene, dien hij benadeeld had, had hem zjjne misdaad vergeven, de hand gedrukt en gezegd, dat hij een vader voor hem wezen zou. Welk een verschil! Wie van u lezer of lezeres, heeft nu den moed, om hem te verwijten, wat hij eens gedaan heeft? Wie den moed het eerste den steen op te nemen, om hem te treffen? Sla dan eerst een blik in uw eigen hart, ga eerst uw eigen wandel na, al hebt gij u niet aan dief stal schuldig gemaakt, er bestaan meer ondeugden, andere verkeerdheden. Lees de tien geboden maar eens nauwkeurig na, hebt gij u aan geene overtreding dezer schuldig gemaakt, dan eerst hebt gij het recht hem hard te vallen. Neen, gij zult hem niet hard vallen, nu gij zijn berouw, zijn edel gedrag kent, en ik hoop, dat mijne beschrijving zoo is, dat gij hem lief zult hebben evenals de heer Muller. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 2