NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N. 28. Woensdag 7 April 1886. Vijftiende Jaargang. VOOR abonnementsprijs VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentiën: BINNENLAND. Feuilleton. Een Misstap Uitgewischt. D H ENGELBERTS AMERSFOORTSCHE COÜHANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Over de werkstaking te Enschedé, leest men in het Hbl. van gisteravond Hedenmorgen tegen zeven uur waren ruim tweehonderd werkstakers der fa briek van de heeren J. F. Schollen Zonen voor deze inrichting verzameld en was nagenoeg een gelijk getal arbeiders als Zaterdag weer aan het werk gegaan. Twee sociaal-democratische raddraaiers bewogen zich onder de menigte en spoorden haar aan niet toe te geven. Toen het uur sloeg, waarop gewoonlijk het werk in de fabriek begint, kwamen vier mannen de patioons nogmaals spre ken en zeiden hun, dat de werkstakers Zaterdag aan het werk hadden willen gaan, indien de heeren Scholten maar 1 cent, d. i. ongeveer 33 pet. van de loonsverlaging, wilden toegeven, maar dat zij daarmede thans niet meer ge noegen namen en eerst dan aan het werk zouden gaan, als de heeren 50 pet. der loonsverlaging toegaven. De heeren Schol ten konden dezen eisch niet inwilligen. Hun antwoord was, dat zij nu evenmin als ooit zouden toegeven, er op wijzende, dat de firma veel had verloren en nog verliest op het exportwerk. Wilde men het werk hervatten, dan kon dit tegen de vier weken te voren aangekondigde verlaging geschieden, waarvan niet zou worden afgeweken. Na dit stellige ant woord ontvangen te hebben, deden de vier afgevaardigden buiten verslag aan de menigte en spoorden haar aan het werk niet te hervatten. Immers zij, die nog boerenarbeid hadden, konden daar van leven en de anderen, die volkomen broodeloos zullen zijn, zouden ondersteund worden door de gitten, die ruim zouden vloeien (waarschijnlijk rekent men op onderstand van socialistische zijde.) Men stelde eene organisatie voor orn een en ander te regelen. Die werklieden zijn aan de fabriek in ploegen verdeeld en nu moesten de ploegbazen meestal de oudsten zich onledig houden met het ontvangen dier giften en deze uit- deelen aan degenen, die er het meest behoefte aan haddener was al reeds iets ontvangen. Inderdaad was de opbrengst der ver gadering van gisteren na aftrek der on kosten ten voordeele der werkstakers, voor wie ook eene geldinzameling werd gehouden. Naar schatting werd echter ten hoogste tien gulden ontvangen. Nadat deze regeling was voorgesteld, kwamen nog twee vrouwen bij de heeren Scholten en wezen er op, dat zich velen onder de werkstakers bevinden, die, uit vrees voor de belhamels, het werk niet durven hervatten. Zij voor zich waren van de spoelzaal en wilden het werk wel opnieuw ter hand nemen, indien de patroons haar wilden verzekeren, dat ze morgen ander werk zouden krijgen, want als er niet wordt geweven heeft men in een dag voor langen tijd garen genoeg De heeren Scholten zeiden haar, dat zij beginnen moesten het werk, zonder eenige voorwaarde te stellen, te her vatten. Dan konden zij zien wat gedaan werdte meer toch daar de helft der arbeidsters van de spoelzaal, een goede twintig, aan het werk zijn gebleven. De vrouwen verwijderden zich toen en sloten zich bij de menige aan, die, na gedurende eenigen tijd in de nabijheid der fabriek te zijn gebleven, rustig uiteenging, om tegen elf uur het achterstallige loon te komen ontvangen. Later werd ons geseind «De uitbetaling van het loon aan de werkstakers liep kalm af. Wat verder zal geschieden is onzeker, want deels is de menigte vrij bedaard, deels bestaat zij uit kwaadwilligen, die over alle fabrie ken verspreid zijn, en daar het vuurtje trachten aan te blazen. «Zoo zijn in de fabriek der heeren Van Heek, waar ongeveer 1300 lieden werk vinden, tal van personen, die men maar half vertrouwt; zij bewerken de goedge- zinden, en als dezen een luisterend oor leenen, organiseert men zich tot eene werkstaking en heeft dan slechts de hand op te steken om allen hun werk te doen eindigen. Zoo is de werkstaking bij de heeren Scholten en Zonen begonnen. De vrouwen, die met den arbeid voortgingen, werden van de weefgetouwen afgesleurd. Velen harer gingen dan ook niet anders dan schoorvoetend en met betraande oogen tot de werkstaking over. Nog he den bij de uitbetaling zag ik vele vrou wen, die met haar loon, waarop zij nu reeds twee dagen te kort kwamen, schrei end vertrokken. Zjj durven echter niet aan het werk te gaan uit vrees voor de anderen. «Kwaadwilligen zijn hier, zooals ge zegd, in overvloed, maar uit vrees voor de gewapende macht bepalen zij zich tot lijdelijk verzet. «De Krimp met Sebastopol, twee wij ken die geheel bevolkt zijn door fabrieks arbeiders, zijn 's avonds vrij sterk in be roering, al is Zondagavond kalm voorbij gegaan. «Wat er ook gebeure, burgemeester van der Zee is overtuigd den toestand volkomen te beheerschen en het is on getwijfeld aan zijn krachtig optreden te danken, dat tot dusverre de werkstaking geen ernstiger karakter draagt. «Men weet evenwel niet wat gebeuren kan en het zou niemand verwonderen als de werkstaking door een of andere oor zaak plotseling een ernstig karakter ging aannemen. Nog voortdurend moeten zij, die aan het werk zijn gebleven, worden beschermd, want nog gisterenavond wer den zij door kwaadwillige werkstakers met moord en doodslag bedreigd". Volgens de N. R. Ct. heeft de werk staking zich uitgebreid tot'de fabriek van de firma Menko. Aan de Zw. Ct. schrijft men van Zon dag: De vergadering der socialisten werd in een stal, bijgewoond door burgemees ter en politie, gehouden met een 200tal personen, terwijl er ruim 1500 buiten stonden, voor het grootste gedeelte uit nieuwsgierigen bestaande; het woord werd door drie personen - Bennink uit Hengelo, Groothuis en Goorhuis van hiergewezen fabi ieksarbeiders ge voerd. Toen zij echter over den burge meester en de politie begonnen, werd hun het zwijgen opgelegd en te kennen gegeven, dat zij alleen de belangen van het volk mochten bespreken. Zij noodig- den de arbeiders uit de werkstaking vol te houden, geen geweld te gebruiken, doch de werkenden moesten de niet werkenden ondersteunen en verder trach ten om de gelden van het reservefonds van het ziekenfonds voor fabrieksarbei ders (p. m. 40 mille) machtig te worden. De vergadering is daarna kalm uiteenge gaan. De schutterij is heden avond niet opgeroepen, doch was zoo noodig direct beschikbaar, terwijl de huzaren evenmin patrouilles doen. De rijks- en gemeente politie doorkruisen de stad, die door een talrijke menigte wordt bezocht. Alles bleef echter zeer kalm. De werkstaking te Ootmarsum heeft, volgens de Zutph. Ct., niets te beteeke- nen. Zij betreft slechts een fabriek van zeer kleinen omvang. Vond zij hare ver klaring in een zeer laag loon een beste wever, 20 cent per stuk krijgende, kon niet meer dan een rijksdaalder in de week verdienen toch hebben de arbeiders spoedig hunne oppositie opge geven. Sommigen zijn teruggekeerd, anderen hebben werk gevonden aan het nieuwe kanaal Almelo-Nordhorn. Op den langen duur zal de fabriek wellicht een andere bestemming krijgen, want valt de concurrentie met Engeland voor Enschedé al zwaar, de Ootmarsumsche fabriek kan haar door de ongunstige, geïsoleerde ligging in geenen deele het hoofd bieden. Z. M. de Koning-Groothertog heeft benoemd tot commandeur in de orde van de Eikenkroon majoor A. C. baron Bentinck, adjudant en 1. stalmeester van Z. M. den Koning. Het verzoeningsvoorstel op onderwijs gebied, door den minister van Binnen- landsche Zaken in de zitting van de Tweede Kamer dei Staten-Generaal 1.1. Vrijdag aangekondigd luidt als volgt «Het geven van onderwijs is vrij, be- «houdens het toezicht der overheid, en, «voor zoover het lager en middelbaar on- «derwijs betreft, het onderzoek naar de «bekwaamheid en zedelijkheid des onder- «wijzers; het een en ander door de wet «te regelen. «Het openbaar onderwijs is een voor- «werp van de aanhoudende zorg der re ageering; de inrichting daarvan wordt «door de wet geregeld. «De wet bepaalt of, en in hoe ver «aan bijzondere scholen onderstand uit «openbare kassen kan worden verleend. «In of voor elke gemeente behoort het «lager schoolonderwijs te voldoen aan de «behoefte der bevolking. «Voor zooveel daarin niet op andere «wijze is voorzien, geschiedt dit van «overheidswege in openbare scholen, voor «onvermogenden kosteloos, voor anderen «tegen betaling van een billijk schoolgeld. «De openbare scholen zijn toegankelijk «voor leerlingen zonder onderscheid van «godsdienstige gezindheid. «De Koning doet jaarlijks van den «Staat der hooge-, middelbare- en lagere «scholen een uitvoerig verslag aan de «Staten-Generaal geven." De schr. van een Haagschen brief in de N. Gor. Ct. maakt gewag van de liefde van het kleine princesje voor haro vogeltjes. Zij bezit eene menigte aller liefste diertjes, die zich door schoon gezang en uiterste makheid onderschei den. Het kind is echter zoo dol op haar schat, dat haar koninklijke vader heeft besloten de kooien naar zijne vertrekken over te brengen, omdat zijn dochtertje door hare lievelingen te veel van hare studiën en andere bezigheden werd afge trokken. Nu mag het aardige kind twee malen daags hare vogeltjes opzoeken en voederen en komt zij daartoe in de ver trekken haars vaders, belast en beladen met allerlei lekkernijen, waarop haar pleegkinderen verzot zijn. Zoo draagt zij voor den eenen vogel een stukje vijg, voor een anderen een klontje, voor een derden hennipzaad enz. bij zich en wordt zij dientengevolge bij haar komst in de kamer door een luid gejubel verwelkomd. Ook Z. M. schept vermaak in het on schuldige genoegen van het kind en slaat met een liefdevol oog de liefde van het Princesje voor haar vogeltjes gade. Het hoofdbestuur van den Bond voor algemeen stemrecht heeft besloten een volksbeweging in het leven te roe pen onder de leuze: naar den Koning. Door dat hoofdbestuur of door een com missie, door het hoofdbestuur aan te wijzen, zal namelijk een adres, waarbij algemeen stemrecht wordt verzocht, «met passend vertoon" den Koning worden aangeboden. Vad. Hoe er soms misbruik gemaakt wordt van de wetenschap, in dienst der vervalscherspraktijk, blijkt uit de vol gende mededeeling van het Mbld tegen de vervalsching van levensmiddelen. Een scheikundige ontving de opdracht een monster cognac zeer nauwkeurig te onderzoeken en de hoeveelheden der samenstellende deelen zoo juist mogelijk aan te geven, daar de inzender, een vervalsching vermoedende, den verkooper geheel wenschte te overtuigen door het overleggen van een volledige analyse. Nadat de scheikundige geconstateerd DOOR 18 Hij had haar als eene jongere zuster behandeld, daarom kon zij gemakkelijker die liefde uit haar hart verwijderen en er achting en vriendschap voor in de plaats brengen, daarom kon zij op hare legerstede uitgestrekt, met tranen in de oogen, God voor hem bidden, dat Hij hem gelukkig zou maken. Het koffiehuis de Harmonie werd ook niet door hem vergeten. De heer Becker had hem altijd goed behandeld, en de bekende bezoekers kon hij immers daar spreken. Zij waren allen zoo goed voor hem geweest. En hoe werd hij daar ont vangen Hij, de vroegere kofïiehuisbe- diende, werd door allen als hun gelijke beschouwd. Menige handdruk werd hem gegeven en allen wenschten hem geluk met zijne verloving. Het deed hem zoo goed, die bewijzen van hartelijkheid te ontvangen, maar toch vervulde hem nog menigmaal een weemoedig gevoel, wan neer hij dacht, dat hij, dien men nu als om strijd de hand drukte en met harte lijkheid overlaadde, éénmaal een dief was geweest, dat eenmaal dezelfde hand, die men nu drukte, zich had uitgestrekt, om het goed van zijn evenmensch weg te nemen, dan maakte zich een weemoe dig gevoel van hem meester en had hij zijne hand willen ^terugtrekken en zeg gen «raak mijne hand niet aan, want daaraan kleeft eene misdaad." Dikwijls ook zeide hij tegen Mathilde»\fag ik uw lot wel aan het mijne verbinden Gij zoo braaf, zoo edel, en ik met eene misdaad op mijn geweten. Mathilde, denk er nog eens ernstig over na, wanneer gij uw woord terug wilt nemen, hoe zwaar het mij ook zou vallen, ik heb het verdiend." Maar wanneer Richard dan zoo weemoedig was en zoo sprak, dan legde Mathilde hare hand op zijn mond en zeide «Richard, ik heb u lief, niet Richard den straatslijper, maar Richard, die zich door braafheid en deugd gevormd heeft, bemin ik. U, die mij het leven hebt gered, wil ik met mijne liefde beloonen, ik wil niet miDder wezen dan God, die u door Zijne zegeningen bewijst, dat Hij u uwe misdaad vergeven heeft. Richard, gij waart toen een kind, en buitendien hebt gij dat geld nooit ge bruikt, daardoor zijt gij in mijne oogen zonder smet. Gij hebt over uzelven ge- heerscht," en dat gezegd hebbende, sloot zij hem innig in hare armen. VIII. De heer Henri Böhmer was nog geen vier maanden overleden, en reeds kon men te Bremen den omtrek van het fabrieksgebouw zien, dat voor rekening van de heeren Fleischhauer en Bóhmer gebouwd werd. De omtrek was vrij uit gebreid. Aan de voorzijde telde men 32 en in de diepte 10 ramen, terwijl de hoogte drie verdiepingen bedroeg. Wan neer het voltooid is, zullen er 200 werk lieden arbeiden. Naast het eigenlijke fabrieksgebouw zag men aan beide zijden twee flinke pakhuizen optrekken, ter ber ging van tabak en de afgewerkte sigaren. Trad men het fabrieksgebouw binnen, dan ontwaarde men aan de rechter- en linkerzijde van den gang, aan weers kanten twee kamers. Die rechts waren bestemd voor kantoor en spreekkamer, en die aan de linkerzijde moesten tot woning van den meestersknecht dienen Er werd vlijtig aan gewerkt, daar men over drie maanden de fabriek in werking wenschte te brengen. Het terrein, dat er bijbehoorde, besloeg eene vrij groote uitgestrektheid, ten einde later, zoo noo dig, de fabriek te vergrooten en er arbeidswoningen te kunnen bijbouwen. Niet ver van de fabriek had Mevrouw Böhmer voor de jongelieden een flink huis met een grooten tuin gekocht, dat zij als huwelijksgeschenk zullen ont vangen. Hoewel eerst bepaald was, dat hun huwelijk bij de voltooiing der fabriek zou plaats hebben, vond men het beter, die plechtigheid ruiin een maand vroe ger te vieren, dan zouden de jongehuw- den van hun huwelijksreisje terug kunnen zijn, voor het in werking treden der fabriek. Dus nog twee maanden en dan zou het huwelijk voltrokken worden. Welk een gelukkig vooruitzicht, en toch was Mathilde droevig gestemd, hetgeen zij echter aan Richard niet liet blijken, want niet hij was de oorzaak van hare droefgeestigheidzij dacht aan hare moeder, die nu zoo alleen te Hamburg zou achterblijven. Welke pogingen zij ook aanwendde, om haar te bewegen bij hen te komen inwonen, daartoe was hare moeder niet te bewegen wel be loofde zij, indien het haar in Hamburg te eenzaam werd, in Bremen te komen wonen, echter niet bij hen in huis. Eindelijk was de dag van het huwe lijk aangebroken. Plechtig werd het vol trokken en hoewel geene schitterende bruiloftsmaaltijd werd gehouden, was door mevrouw Böhmer de naaste familie uitgenoodigd en buitendien de heeren Fleischauer. en Muller. Een huwelijksreisje van veertien dagen werd door de jonggehuwden ondernomen en wel langs den Rijn. Genoegelijke dagen, die eerste huwelijksdagen, wanneer twee innig liefhebbende eclitgenooten de schoonheden van den rijnoever genieten, wanneer zij dan arm in arm de schoone natuurtooneelen bewonderen. De lieve oplettendheden, die zij beiden voor elkan der aan den dag leggen, spreken zoo innig tot het hart. Ieder kan het zoo duidelijk zien, dat zij, die daar gearmd wandelen, twee gelukkige menschen zijn. En toch, wat is er niet veel, oneindig veel te overpeinzen, wanneer wij zulk een gelukkig paar daarhenen zien gaan. Het is de eerste bladzijde van hun huwelijksboek zal het velen bevatten Zullen op allen diezelfde liefde en dat zelfde geluk te lezen zijn? Wie acht zich bevoegd, die vraag te beantwoorden Niemand Want al zien wij deze twee gelukkige echtgenooten, die zoo innig gelukkig alles genieten, de wederwaar digheden, die hen wachten, blijven voor ons geheim, de beproevingen, die voor hen in het verschiet liggen, zijn voor ons

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1