nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
N. 63.
Zaterdag 7 Augustus 1886.
Vijftiende Jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
Een nabetrachting.
BINNENLAND.
F euillet on.
Oorspronkelijke Novelle
t. p. van baeren.
AMIISFOORTSCIE COUHANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrij dag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het Parijsche republikeinsche blad
»Le Temps," de Amsterdamsche
troebelen besprekende, zegt o. a.
»De socialistische partij in Neder
land is niet bij machte om een ern
stige omwenteling te organiseeren,
maar zij weet zich voortreffelijk te
bedienen van de tuchteloosheid van
het gepeupel. Roode en zwarte vlag
gen werden opgestokenbekende
raddraaiers zijn gearresteerd, de
zakken vol steenen. De leiders van
de socialistische partij verliezen elke
aanspraak op achting, door in een
land met zoo vrije instellingen als
Nederland, hunne toevlucht te nemen
tot middelen van propaganda, welke
een eerlijke staatkundige partij on
waardig zijn. Door alle Zaterdagavon
den oploopjes te verwekken bij den
verkoop van hun bladen, welker
artikelen meer en meer een anarchis
tische kleur aannemen, of door ver
gaderingen, waarin men schiet op
politie-agenten, wordt de zaak van
't algemeen stemrecht niet bevorderd.
Integendeel bewijzen zij, door een
beroep te doen op geweld en revolu
tie, dat zij volksmenners zijn, vijan
dig staande tegenover elke staatkun
dige organisatie; zij dwingen tot de
erkenning dat aan het gepeupel,
hetwelk hen volgt, de rechten niet
kunnen worden verleend welke het
zich door zijn gedrag onwaardig
toont."
Het is natuurlijk den Fransehman,
die dit schreef, niet euvel te duiden
dat hij spreekt van de socialisten als
van een «politieke partij"; als men
eens kon komen tot een zuivere en
juiste schifting, dan zou het blijken,
dat hun getal veel geringer is dan
men vermoedt. Maar de aanvoerders
volgen de tactiek van een onzer
oude vlootvoogden«Jongens,"
zei hij tot zijn matrozen, «vertoont
je snel achtereen op verschillende
plaatsen, dan zal de vijand over je
groot aantal verbaasd zijn, en zal de
moed hem zeer spoedig in de schoe
nen zinken." Bovendien zijn zij een
zeer geruchtmakend groepje; handig
de zucht naar schandaal exploitee-
rende, die het kenmerk is van min-
beschaafden in alle landen, slinge
ren zij hun forsche woorden over de
luisterende schare, die, telkens weer
door nieuwsgierigheid gedreven, in
het eerst versteld staat over zooveel
«durf," ten laatste, door tot in het
oneindige dezelfde praatjes te hooren,
ten siotte gaat meenen «dat er toch
wel wat van aan moet zijn!"
Zoo heeft misschien de buitenlan
der den indruk gekregen van het
bestaan eener «partij."
Voor het overige is er zeer veel
waars in de woorden van «Le Temps."
De vrijzinnige staatsinstellingen, waar
in Nederland zich verheugt, en
waarvan bitter weinig zou overblijven
als de rumoermakers eens de teugels
in handen mochten krijgen, sluiten
elke poging af om door geweld iets,
wat men wenscht, tot stand te bren
gen. Voor alles en allen is de wette
lijke weg aangewezen, 't Is waar, op
die wijze duurt het soms lang, eer
zekere hervormingen in het leven
treden; daartegenover staat ook
het onmetelijke voordeel, dat elke
hervorming duurzaamheid bezit. Niets
geschiedt bij overrompeling, en wat
geschiedt, wordt niet straks weer
door een tegenbeweging vernietigd.
Schijnbaar mogen sommige volken,
bij wie alles met horten en stooten
gaat, ons soms vooruitkomen; gesta
dige vorderingen geven op de lange
baan de grootste winst.
Zij, die met woord en pen de
hartstochten der menigte prikkelen,
spelen een hoogst gevaarlijk spel,
door schromelijk misbruik te maken
van onze staatkundige vrijheden.
Hun bedrijf is niet slechts verderfe
lijk voor de slachtoffers eener uitbar
sting, maar kan ook nadeelige gevol
gen hebben voor degenen, die geheel
buiten den strijd staan, doordien het
aanleiding kan geven tot inkorting
dierzelfde vrijheden, in het belang
der openbare orde. Reeds is er van
onderscheiden kanten op gezinspeeld,
dat het wenschelijk zou zijn het
gezag krachtiger te handhaven, door
aan de bestaande wetgeving een uit
breiding te geven die het mogelijk
maakt, aansporingen tot verzet tegen
de overheid, zooals in den laatsten
tijd schering en inslag zijn geweest
in de organen der onruststokers, te
voorkomen.
Wij zouden het zeer betreuren, als
dat de vrucht moest zijn van de
jongste gebeurtenissen.
Duitsche bladen hebben er reeds
een woordje over gesproken, dat
misschien het Nederlandsch gouver
nement, tot dusver niet zeer geneigd
op het voorstel van 's Keizers Rijks
kanselier in te gaan, n. 1. het vast
stellen van internationale bepalingen
tot bestrijding van het socialisme,
thans van zienswijze veranderd kon
zijn. De waarschijnlijkheid, dat aan
die verwachting beantwoord zal wor
den, is niet groot; wij gelooven ook,
dat onze Regeering dergelijke wenken
van elders niet noodig heeft. Met
genoegen lazen we in de «Handelin
gen" het antwoord, door Z. Exc. den
Minister van Buitenlandsche Zaken
gegeven op de vraag van den heer
Beelaerts van Blokland: «De Regee
ring meent dat de bestaande wetge
ving haar tot nog toe macht en
kracht genoeg geeft om de orde en
vrijheid te bewaren, en de omstan
digheden die zich tot mijn leedwezen
in de hoofdstad hebben voorgedaan,
kunnen zeker niet strekken om die
meening te verzwakken."
Dat is flink gesprokenDaarin ligt,
vinden we, obk opgesloten, dat die
wetten met énergie zullen worden
toegepast. Dat men in openbare ver
gaderingen theoretische beschouwin
gen ten beste geve over het socia
lisme, wij zien er het nut niet
van in, maar het behoeft geen aan
leiding te geven tot preventieve
maatregelen. Doch zoodra een spreker
of een schrijver in een courant het
wettig gezag aantast, of aanspoort
tot oproer, dat dan onmiddellijk
die man de gevolgen zijner handeling,
want zulk een woord is een slechte
daadondervinde. De eenige grief
die we hebben tegen de uitvoerders
der wetten, is hun te groote lank
moedigheid inderdaad heeft men
reeds veel door de vingers gezien
wat de perken overschreed. Daaraan
zal nu, hopen we, wel een eind zijn
gekomen. Wij, vrije burgers van een
vrijen Staat, kunnen niet lijdelijk
toezien dat de Regeering, de verper
soonlijking der volkseenheid, straffe
loos wordt gehoond.
Door den minister van binnenland-
sche zaken zijn maatregelen genomen tot
opzending naar 's Rijks veeartsenijschool
van de cadavers van eiken hond, die
wegens hondsdolheid of vermoeden daar
van is afgemaakt, onmiddellijk na de
afmaking, terwijl de districtsveeartsen
van elk geval van verwonding van een
mensch onmiddellijk kennis moeten geven
aan de geneeskundige ambtenaren, die
gehouden zijn omtrent aard en karakter
der verwonding onmiddellijk een onder
zoek in te stellen en daaromtrent aan
den minister van binnenlandsche zaken
te rapporteeren, zoomede te berichten of
de gebetene zich onderwerpt aan de in
enting bij prof. Pasteur, dan wel of hij
door onvermogen daartoe niet in staat
is, en of hij niet door de particuliere
liefdadigheid wordt geholpen.
Bij onvermogen kan, onder overlegging
van stukken ten bewijze dat de hond dol
is bevonden, dat de gebetene onvermo
gend is, en dat de geneeskundige inspec
teur diens opzending naar Pasteur nood
zakelijk acht, door den minister de op
zending worden mogelijk gemaakt.
Volgens de N. R. Ct. is het thans
zeker, dat het gezantschap van Turkije
bij ons hof wordt opgeheven. De zaak
gelastigde van dit rijk te 's-IIage, de
Loghades Ellendi, vertrekt vermoedelijk
reeds den 12. van deze maand naar
Turkije.
In de nieuwe wet der Maatschappij
tot nut van het Algemeen is bepaald,
dat de jaarvergadering zal plaats hebben
op Dinsdag na Pinkster. Dientengevolge
wordt dit jaar, overgangstijdperk tusschen
de nieuwe en de oude wet, geen algemeene
vergadering gehouden.
In Friesland beginnen de veeprijzen
te stijgen, daar de vraag uit 't buitenland
toeneemt. Zelden of nooit werd er in de
provincie zooveel aan de vetweiderij ge
daan als dit jaar, daar vele boeren wegens
de lage boterprijzen daardoor betere zaken
maÉnen te kunnen maken. De buitenge
woon groote voorraad gras bevordert zeer
den groei der runderen. Aanbod voorde
slachtbank zal in den a.s. herfst kolos
saal zijn.
In het Militair Blad wordt een
beroep gedaan op de musici, ten einde
de muziek voor zang te leveren van het
lied «Nog niet ontaard", van den heer
D. M. Maaldrink, te Twelloo. Gelijk
bekend is, werd in dat blad eenigen
tijd geleden eene uitnoodiging gedaan,
om aan onze soldaten een geschikt lied
te bezorgen, dat zij op hunne marschen
zouden kunnen zingen. Door genoemden
schrijver werden twee liederen ingezon
den, zijnde het bovenvermelde en «Steeds
vroolijk," hetwelk op verdienstelijke wijze
op muziek is gezet door den heer J. H.
Houck, te Deventer.
Eenigen tijd geleden was bij de
politie te Delft aangifte gedaan van het
vermissen van eenige zilveren voorwerpen
ten huize van den heer v. R. in de
Choorstraat aldaar. Het in alle richtingen
ingesteld onderzoek mocht tot niets
leiden, wat thans zeer natuurlijk
blijkt te zijn, daar alle voorwerpen in
dezelfde lade zijn teruggevonden, waarin
men ze reeds bij herhaling te vergeefs
had gezocht.
Vo'gens het D. v. Ned. bestaat
het voornemen, om te Amsterdam in
den loop van het volgende jaar een ten
toonstelling te houden, waarvan het
onderwerp zal zijn De voeding van den
Mensch. Binnenkort wordt de openbaar
making der plannen verwacht.
DOOR
9)
't Was in den namiddag van den
tweeden Paaschdag. Arnold zat op eene
bank in den kleinen tuin, waar alles van
de ontluikende lente in liefelijke, frissche
kleuren sprak. Hij hield een bundeltje
gedichten in zijne hand, en al las hij ook
van tijd tot tijd erin, hij genoot weinig
van de gedachten des dichters. Toen hij
op het punt stond het boekje naast zich
te leggen las hij den titelFrühlingsglaube
en ook dat wilde hij lezen. Machtig gre
pen hem de woorden aan
Die linden Lüfte sind erwacht,
Die sauseln und weben Tag und Nacht,
Sie schaffen an allen Enden.
O frisscher Dufto neuer Klang
Nun armes Herze, sei nicht bang,
Kun musz sich Alles, Alles wenden.
Die Welt wird schoner mit jedem Tag,
Man weisz nicht was noch werden mag,
Das Blühen will nicht enden.
Es blüht das fernste, tiefste Thai,
Nun armes Herz, vergisz der Qual,
Nun musz sich Alles, Alles wenden.
't Was of bij die woorden de zucht,
dien hij slaakte, werkelijk zijn hart ver
lichtte.
Nun armes Herz, vergisz der Qual,
Nun musz zich Alles, Alles wenden,
herhaalde hij getroffen en zag den vrien
delijken lach der schepping aan, als een
lach der eerste liefde.
Hy stond op en wilde naar buiten,
naar zijn geliefd «Boschzicht" om de terug
gekeerde lente zijn groet te brengen, en
daar te denken aan «der eisten Liebe
goldne Zeit."
Nauwelijks had hij de stad achter zich,
of op den wandelweg ging hij een paar
dames voorbij. Hjj zou ze zonder eenige
notitie voorbijgeloopen hebben, als hij
niet eene bekende stem achter zich ge
hoord had.
Gut, Arnold, is u hier
Het was Mevrouw Van Wijngaarden,
die met hare dochter ook de stad voor
eene wijle ontvlood.
Van beide zijden werden groeten ge
wisseld, waarbij Marie sterk kleurde.
Na eenige nietsbeduidende zinnen begon
het gesprek door de wendingen van Marie's
moeder belangrijker te worden, totdat
Mevrouw Van Wijngaarden met voorbe
dachten rade de vraag deed
«En uw engagement met Mathilde
is voor goed geëindigd
«Helaas, ja 1" zuchtte Arnold, niet
wetende, dat de eigenlijke bewerkster
van zijn ongeluk voor hem stond.
«Het doet mij ontzaggelijk veel leed,
maar er valt niets aan te veranderen."
«En weet gij ook de reden, waarom
zij dat deed?" vervolgde de Weduwe
vorschend.
Eigenlijk gezegd, verzweeg zij
diemaar het is niet moeilijk de oor
zaak teraden. Mijn vaders verlies zal haar
tot dien stap aangespoord hebben.
«Dat is ook mijne meening" ant
woordde Mevrouw Van Wijngaarden,
maar het neemt niet weg, dat Mathildes
liefde niet diep geworteld wasanders
kon zij onmogelijk zoo gehandeld hebben."
Arnold werd pijnlijk aangedaanhij
bewaarde het stilzwijgen.
«Weet u al," begon Marie, beur
telings kleurende en verbleekende,
weet u al, dat Mathilde ongesteld is
Wat? riep Arnold verrast uit,
den bestraffenden blik niet ziende, dien
Zll
dok-
Marie van hare moeder ontving.
Ja, herhaalde het meisje,
I moet reeds een paar dagen onder
ters behandeling zijn."
Arnold bleef eensklaps stilstaan, zoodat
de beide dames reeds een paar schreden
voor waren, eer zij het bemerkten.
«Neem me niet kwalijk" begon hij
maar ik keer aanstonds terug."
«Ge zult haar toch niet gaan be
zoeken vraagde Mevrouw Van Wijn
gaarden min of meer bezorgd.
Ik acht het mij verplicht, was
Arnolds bescheid, ik heb dus de eer
u te groeten. En de daad bij het woord
voegende keerde hij zich om en haastte
zich, weder de stad te bereiken.
«Arnold 1" riep Marie hem achterna
«een woordje
Arnold bleef staan. Nauwelijks was
het meisje bij hem, of zij reikte hem een
brief over, met de woorden Ik ben de
schrijfster ik dacht hem op de post te
doen, maar zoo is het beter. Laat Mama
het niet zien."
Arnold nam verbaasd den brief aan en
verborg hem zoo spoedig mogelijk. Marie
verwijderde zich weer, hem aan zijne ver
wondering overlatende.
«Wat moet dat beteekenen
vraagde Mevrouw Van Wijngaarden hare
dochter.
«Ik verzocht Arnold te verzwijgen,
dat ik hem van Mathildes ziekte gespro
ken had."
Hare moeder nam er genoegen mede,
ten minste zij zweeg. Ook zij verborg
hare gedachten voor Marie, want zij zou
haar niet gaarne gezegd hebben, hoe
leed het haar deed, dat zij na Arnolds
ontmoeting alle hoop op eene verloving
tusschen hem en Marie verloren had.
Arnold brak, toen hij weder alleen was,
haastig den brief open en las met ver
bazing
Mijnheer,
Schrijfster dezes, eene vriendin van
Uwe jeugd, draagt U eene warme liefde
toe zij wil dit eerlijk bekennen, al zon
digt zij daardoor tegen de wellevendheid.
Daarom deed het haar leed u met Mathilde
verloofd te zien. Nu zij echter de ware
oorzaak van de verwijdering van uw
beiden kent, acht zij het een zoeten
plicht u die bekend te maken, wat ook
uw ongeluk treft haar. U moet dan weten,
dat de eigenlijke reden, waarom Mathilde
zich van u afwendde, op eene dwaling
berust, Van goede zijde weet schrijfster,
dat men U bij Mathilde en hare Tante
van ontrouw beschuldigd heeft Gij hadt
een briefje aan zekere Marianne geschre
ven, op eene wijze, die deed vermoeden,
dat zij Uwe beminde was. Dit briefje