NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N. 73. Zaterdag II September 1886. Vijftiende Jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: De normale arbeidsdag. F euillet on. THEA. BINNENLAND. AMERSFOORTSCHE CODBiNT. VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1G regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De vraag, of en in hoeverre het Staatsgezag door maatregelen van wetgeving behoort mede te werken aan de verbetering van maatschappe lijke toestanden, is een der belang rijkste, in den laatsten tijd gesteld. Nu kan men omtrent dat punt goed verdedigbare meeningen koes teren, zonder evenwel een ernstige bespreking door mannen van de practijk overbodig te mogen noemen. Zij die de wetten maken hebben vaak, bij al hun verdiensten, een te eenzijdigen blik op de dingen des alledaagschen levens, en laten zich, wanneer zij in deze of gene richting partij kiezen, weieens leiden door grondstellingen, die zij voor onom- stootelijk houden, waaraan zij den naam van beginselen geven, en die nu maar toegepast worden op al hetgeen aan hun oordeel wordt voorgelegd. Op die wijze zijn de «stelsels" in de wereld gekomen hier het stelsel van niet-inmenging, al zou men ook een talrijke bevol- kings-groep zien ten gronde gaan, ginds dat van het Staats-alvermogen, dat verantwoordelijk zou zijn voor al de min gunstige verschijnselen, waardoor de welvaart der burgerij wordt bedreigd. Om juist te kunnen oordeelen, is veel kennis noodig, en nu is het een feit, dat deze verre van volledig is ten aanzien van de behoeften der maatschappij. Onze volksvertegenwoordiging, en het is ons aangenaam daarbij te kunnen aanstippen dat hier niet een nauw afgebakende partij-meerderheid wordt bedoeld, heeft echter terecht ingezien, dat gemis van kennis geen voorwendsel mag zijn tot ont houding, maar dat het plicht is van hen, die het lot der natie in handen hebben, licht te doen op gaan over alles wat haar stoffelijke belangen raakt. Het voorstel tot liet houden van een parlementair onder- Roman van KARL HEIGEL. zoek over maatschappelijke vraag stukken, in de eerste plaats dat van den kinderarbeid, vervolgens van de maatregelen ter verzekering van de veiligheid en de gezondheid der arbeiders in fabrieken en werkplaat sen, verdient met ingenomenheid begroet te worden als een eerste stap in de gewenschte richting. We vertrouwen dat de gegevens, op die wijze bijeen te brengen, tevens van veel nut zullen zijn tot een juiste beantwoording van een andere vraag, die sinds eenigen tijd meer dan vroeger op den voorgrond is geraakt, die van een wettelijke regeling van den arbeidsduur, korter maar minder precies uitgedrukt in de bekende formule, aan het hoofd van dit opstel geplaatst. Men zou kunnen vragen of in dezen tijd, nu van alle kanten klach ten worden gehoord over slapheid in de verschillende bedrijven, beper king van den arbeidsduur tot de dringendste noodzakelijkheden be hoort. Veel waarschijnlijker zouden we den wensch naar vermeerdering van werk achten, nu onderscheiden nijverheids-instellingen tot inkrimping moeten besluiten. Het rapport, door het Algemeen Nederl. Werklieden verbond uitgebracht over de quaestie die ons thans bezighoudt, geeft slechts enkele feiten die van over- matigen arbeid getuigen, en deze feiten staan geheel op zichzelf, zoodat zij voor de statistiek van den gemid delden arbeidstijd weinig waarde hebben. Ook hierover zal de voorge stelde enquête ons moeten inlichten. Eén tak van werkzaamheid is er echter, waarbij de klachten herhaal delijk worden gehoord; tevens zou daarin gemakkelijk voorzien kunnen worden, zelfs zonder tusschenkomst van den wetgever. Wij bedoelen het vervoerwezen te land, en speciaal de tram-ondernemingen, welker beamb ten zeer lange dagen maken, zelden door een rustdag afgewisseld. Wan- 2) «Daaraan heb ik zelf ook al reeds menigmaal gedacht," gaf hij ten antwoord. «Ik wil eens zeer openhartig met je spreken. Je bezit geest en, voor je leef tijd, een bewonderenswaardigen schat van kennis. Maar dat zijn nog eerst de fondamenten, waarop het huis moet worden gebouwd, 't Geen voor een goede ontwikkeling tegenwoordig wordt geëischt is niet gering, is zeer veel zelfs, maar voor alles vordert ze daartoe den mensch zeiven in zijn geheel, 't Is niet meer voldoende, dat men zegt «ik dien". De wereld vraagt terstond«Bij welk wapen «Maar juist omdat dit het geval is, moet ik terug. Hier is het een Eden. Lucht, licht, de omgeving, het landschap de goede menschen, die er het leven in brengen, werken op mij als muziek. Hier heb ik volop genot, in het gevoel alleen reeds, dat ik besta. Maar het geweten vermaant mij en zegt, dat men zulk een paradjjs eerst moet verdienen, en daarom moet ik naar het geraas en gewoel van de stad terug, waar het wachtwoord is: «Ik wil."" «Goed. Maar wat wil je daar dan beginnen Deze meteen fijn lachje gestelde vraag van zijn beschermer bracht den jongen man in verwarring. Hij wist daarop geen antwoord te geven, ten minste geen zoodanig antwoord, dat een practicus als Wohlgemut was, zou hebben bevredigd. «U spreekt van de eischen, die voor de ontwikkeling gesteld worden," zei hij eindelijk. «Zou men de beoefening der schoone kunsten daartoe tegenwoordig niet meer rekenen? Hoe dikwijls zag ik bij het hooren van een fraai gedicht uw oogen fonkelen hoezeer zijt ge geheel oor als mijnheer Söderland piano speelt! Uw kabinet van schilderijen zou een vorst u mogen benijden, maar ik benijd den dichter, den musicus, den schilder, de hun verleende gave, ik vind het de eervolste taak, de taak, die den mensch het meeste waardig is, als men den braven man, die ons voedt, ons kleedt, ons huis vesting schenkt, het levenspad veraan genamen, als 't ware met bloemen be strooien kan, en ik zou op 't gevaar af van geen positie te verwerven, dadelijk er toe kunnen komen dien weg te be treden, wanneer ik zeker was dat dit neer nu bij de vaststelling der con cessie-voorwaarden niet alleenbepaald werd, hoeveel ritten per dag moeten worden gedaan, maar ook het maxi mum aangegeven van de uren per week, die aan het personeel opgelegd mogen worden, dan zou daar althans een meer gewenschte toestand komen. Niemand zal kunnen tegenspreken, dat er ernstige nadeelen verbonden zijn aan een te langdurige werkzaam heid, zoo voor de lichamelijke belan gen des werkmans als voor de erken ning zijner rechten als mensch en voor de nakoming zijner plichten als lid of als hoofd van een gezin. De tijd ligt niet ver achter ons, toen bijv. de ijzer-industrie in bloeienden staat verkeerde, dat werkdagen van zestien uren geenszins tot de zeld zaamheden behoorden; zelfs werd geen tijd gegund om behoorlijk in de werkplaats het voedsel te nutti gen, laat staan zich daartoe huis waarts te begeven. En wanneer het gevolg van een door allen vuriglijk gewenschte herleving van de nijver heid zijn moest, dat opnieuw een dergelijke wanverhouding tusschen arbeid en rust ontstond, dan zouden we zelfs die gelukkige wending te duur gekocht rekenen. Daartegen te waken, ook nu, terwijl de oorzaak van de klacht minder algemeen is, verdient aanbeveling. Alleen moet men daarbij wel in overweging nemen, of het aangepre zen redmiddel, een wettelijk voor schrift, het doel zal doen bereiken. Vooreerst, zal de industrie bestand zijn tegen den belemmerenden invloed van hoogerhand geoefend, zal zij, bij de machtige concurrentie van het buitenland, onder die omstandigheden den strijd om het voortbestaan kun nen volhouden? Vervolgens, zou inderdaad een beperkend voorschrift den werkman ten goede komen? Wij willen hier de loon-quaestie geheel buiten reke ning laten, ofschoon het bij de voorstanders eener wettelijke rege- plan uw goedkeuring wegdroeg. Want voor schrijver gevoel ik de stof en de kracht in mij." Onrustig streek Wohlgemut, over zijnen bruinen, krullenden baard. Wel is waar kwam de bekentenis van den jongen man hem niet zoo ge heel onverwacht op 't lijf vallen, want zijn vrouw, aan wie Waldemar zijn dich terlijke eerstelingen had laten lezen, had hem daarover al zoo nu en dan wel eens gesproken. Maar dat de jonge man daarvan een levensquaestie zou maken had hij niet gedacht. «Waldemar je brengt mij, ouden man, in verlegenheid riep hij uit, terwijl hij van zijn stoel opsprong. «Wel heb ik de kunst lief, maar eerlijk moet het mij van 't hart, dat bij het hooren van een ge dicht of sonate, nog nimmer de gedachte bij mij is opgekomen hoe dat kustwerk was ontstaan, evenzoomin als het jou, wanneer je behaaglijk onder een boom ligt uitgestrekt, in de gedachte komt je te herinneren wie dien boom heeft geplant, evenzoo min als je bij de ontvangst van een telegram of bij een tocht met den trein aan de groote mannen denkt, die beiden hebben ontdekt, die beiden hebben doen tot stand komen. Toch geloof ik wel, dat het een goed werk is, en bij den arbeid is steeds eer te behalen. ling schijnt vast te staan, dat dezelfde macht, die de overschrijding van een maximum werkuren tracht te beletten, ook minstens het behoud van het totaal bedrag aan loon moet waarborgen, een eisch, die onmo gelijk vervuld zal kunnen worden. Wat zal nu het gevolg zijn, als de werklieden meer vrijen tijd krijgen? De groote meerderheid zal trachten, die op een andere wijze te benuttigen door het vragen van werkzaamheden aan huis, waar dikwijls de gelegen heden tot arbeiden minder gunstig zijn dan in de werkplaats. En men kan toch niet in vollen ernst ver langen, dat de politie ons belet in onze eigen woning te doen, wat wij noodig oordeelen? Zelfs stellen wij ons voor, dat in menige industrie zich een streven zal openbaren, om onder gewijzigde omstandigheden toch dezelfde produc tie te verkrijgen. Men zal al het werk, dat zich daartoe leent, als stukwerk mee naar huis geven, terwijl dan in de fabriek datgene wordt verricht, waartoe de aldaar aanwezige werktuigen onmisbaar zijn. Arbeiders in zulke inrichtingen, waar alles machinaal geschiedt, we denken hierbij aan de textiel industrie, de vervaardiging van ge weven stoffen, zullen misschien hun best gaan doen om er iets anders bij te vinden, waartoe geen bijzon dere mate van vaardigheid wordt vereischt. We hebben ons voorloopig bij een paar bedenkingen bepaald, die de overweging van deze zaak bij ons deed rijzen. Later zal het ons niet aan stof, en, hopen we, aan gele genheid ontbreken, om er met meer uitvoerigheid op terug te komen. Z. M. de Koning heeft aan H. K. II. Prinses Wilhelmina, ter gelegenheid ha- rer verjaring, o. a. ten geschenke gege ven eene schilderij van den heer O. Ee- relman en voorstellende de «kleine boer derij»: van 's Konings landgoed Soestdijk. Op den voorgrond van het kunstwerk zijn o. a. afgebeeld het ezelwagentje met den daarvoor gespannen ezel, waarmede de prinses rijdt, en de beide geitjes waar mee zij op de boerderij gewoonlijk speelt. De hoogleeraar Dr. C. A. Pekel haring, te Utrecht, is door de Regeering belast met een speciaal onderzoek naar de bcri-beri op Atjeh. In de helft van October a. s. vertrekt hij naar Indië. Te Maastricht zal morgen, ter gelegenheid der groote kermis, de bekende luchtreiziger Lhoste opstijgen met zijn ballon «Le Météore». Dit feest, vergezeld van andere ver makelijkheden, wordt georganiseerd door de Sociëteit Momus. Met het oog op het steeds toene mende verkeer, is door de «Compagnie des wagons lits et restaurants,in de tusschen Vlissingen en Venlo loopende mailtreinen, een nieuwe wagon-restaurant geplaatst. Het nieuwe rijtuig ziet er keurig uit; voor goede ventilatie is ook zorg gedragen. De afmetingen zijn groo- ter dan van het tot nu toe gebruikte rijtuig. Onder Kootwijk (gem. Barneveld) is de bliksem geslagen in het huis, be woond door D. v. d. B. De straal sloeg aan de schoorsteen in, langs den man en de vrouw, en ging bij het varkenshok weer uit. Van de vrouw waren de voeten gebrand, en van man en vrouw beiden de klompen stukgeslagen. Een varken in het hok werd geschroeid, en eene kip, die op kuikens in een korf zat, gedood. Te Haarlem vond men Donderdag morgen een 50-jarig man op de rails van den spoorweg aan den Kruisweg. Door een paar beambten werd hij uit zijne gevaarlijke positie verwijderd. Eenige oogenblikken later werd dezelfde man door twee agenten van politie uit den Schooter Singel gehaald en volgens de voorschriften der Maatschappij tot redding van drenkelingen weer in het leven teruggeroepen. De ongelukkige is vervolgens per raderbaar naar het Gast huis overgebracht. Maar haltliet hij er dadelijk op vol gen, «ik geef je hiermeè geen raad, ik neem daarbij niet de minste verantwoor delijkheid op mij, Ja, als je een technisch talent waart! 't Is jammer, dat je zulks niet bent 1" «Ja, dat is het wel, want dan behoefde ik het gelukkigste eiland, dat ik ken, niet te verlaten." En tevens stak hij zijn beschermer de hand toe, Deze drukte die hartelijk, »'t Is je eigen wil, en je bent oud genoeg om zelf een wil te hebben," zei hij. »'t Ga dus goed 1 en aangezien je als auteur zoowel met het hart als met het hoofd moet arbeiden, moet je niet vergeten, dat je, als het hart je zwaar wordt, zoolang de oude Wohlgemut leeft, in zijn huis, hier zoowel als in Duitschland, welkom bent en in een opwelling des harten trok hij den jongen man naar zich ton en drukte hem aan het hart. Waldemar wilde van de stoomboot, die de gasten tegelijkertijd naar Gothen burg zou brengen, gebruik maken. Der halve zeiden de mannen elkander nog niet vaarwel. Er werd in de open lucht gedineerd Door een turksch, onder de boomen uit gespannen doek was een soort van luchtig tentdak gemaakt waaronder de met bloe men versierde tafels gedekt waren. Maar toch onttrok Waldemar zich zoodra hij zulks gevoegelijk doen kon aan het opge wonden vroolijke gezelschap en roeide met zjjn vriend Jonsson over het meer naar de ijzergieterij. Daar rookten thans alle ovens, daar trilde de grond, daar dreunde de lucht. De werkplaatsen, die Waldemar één voor één doorliep, boden weêr dat schijnbaar chaotische, ijzingwekkend schoone schouw spel aan, dat hem zoo dikwijls en steeds opnieuw had geboeid. Hier het grillige flikkerende licht van een reusachtige gasvlam, die reusachtig hooge, met roet en aanslag gedekte muren en naakte ijzeren bindten en balken verlichte daar de diepste duisternis, die een afgrond scheen te verbergenvervolgens weder uitgestrekte, half in schemering gehulde kloven en diepten. Roodgloeiende blokken rollen her- en derwaarts melkwitte damp kruipt als een slang over den grond, zwartachtig grauwe wolken kronkelen eveneens naar boven. 'Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1